De gemeente Zaanstad bestaat uit een conglomeraat van steden, dorpen, vlekjes en
veengebieden, die niet veel meer met elkaar gemeen hebben dan dat zij allen liggen aan
de oevers van de rivier waaraan de gemeente zijn naam ontleent.
De Zaanstreek is een aantrekkelijk, afwisselend gebied met oude molens en moderne fabrieken; kneuterige dijkhuisjes en luxueuze dure appartementen; gezellige Oud-Hollandse winkeltjes voor de Japanse toeristen en hypermoderne winkelcentra voor de Zaankanters zelf. Buiten de bebouwde kom zie je veenstroken, slootjes, weilanden en het voor Holland zo kenmerkende ontbreken van bergtoppen en heuvels.
Ook aan de industrie van Zaanstad moet enige aandacht besteed worden in deze korte introductie. In de Gouden Eeuw gold de Zaanstreek als hét industriegebied van Europa, waar het allermodernste op het gebied van scheepvaart werd vervaardigd. De Russchische tsarevitch Peter kwam in 1696 met een delegatie van 50 man, niet alleen voor sight seeing, maar ook iets op te steken. Peter keerde terug naar Rusland met een scheepstimmermansdiploma, scheepsladingen vol hypermoderne Hollandse hi-tech producten en een schrift met Nederlandse woorden. Nog steeds hangen de Russen bij feesten de flag en de vympel uit, gaan zij het vuur te lijf met een brjandspojt en verdienen zij een karig belegde boterham in de verfj (werf), voorheen de Lenin-verfj.
Gedurende de laatste 100 jaar groeide de Zaanstreek uit tot het grootgrutterscentrum van Nederland. Dat zie je als je de trein uitkomt aan de AH-towers tegenover het station; dat ruik je aan de geur van koffie, cacao en koekjes, die je meteen al tegemoet waait.
Wie in drie uur tijd een aardige indruk wil krijgen van de Zaanstreek, raad ik aan, de Zaanwandeling te maken die ik vorige zomer op een loeihete junidag voor u genoteerd heb.
Vandaag, een zaterdag in januari, kom ik voor de stadsbus. Deze werd ooit geëxploiteerd door het bedrijf dat luisterde naar het lange acroniem ENHABO (Eerste Noord-Hollandse Auto Bus Onderneming). De ENHABO is opgeslokt door veelvraat NZH. Ik maak mijn reis vandaag aan de hand van enkele pagina's die ik gescheurd heb uit de dienstregeling NZH-Noord van 1994/1995. Na een speurtocht met behulp van de OVR-Thuisplanner-voor-de -PC weet ik dat er sedertdien niet al te veel veranderd is in het Zaanse busnet. Lijn 63 verbindt de landelijke buitenwijk Kalf nog steeds met het niet minder landelijke dorp Assendelft; lijn 64 en 65 vormen een ringlijn door de zuidelijke en westelijke nieuwbouwwijken; lijn 89 (Krommenie - Amsterdam) volgt de Noord-Zuidas van Zaanstad. Dit zijn de belangrijkste lijnen.
Ook de trein zal een aardig aandeel hebben in het stadsvervoer; er zijn in Zaanstad niet minder dan 6 spoorwegstations, waarmee de gemeente na Zoetermeer, Rotterdam en Amsterdam, op een landelijke vierde plaats staat. Amsterdam is vanuit Zaanstad 6 keer per uur bereikbaar met de trein.
In de trein naar Amsterdam Sloterdijk zie ik ter hoogte van de Camera Obscuraweg het perron in aanbouw voor het in mei 1998 te openen station Spaarnwoude. Het station ligt op loop- en fietsafstand van het gelijknamige recreatiegebied, industrieterrein Waarderpolder, de Haarlemse wijk Zuidpolder en het dorp Haarlemmerliede. Een minder vreemde plaats voor een station dan je op het eerste gezicht zou zeggen.
Op Sloterdijk stap ik over op de trein naar Enkhuizen, die blijkens de CTA, wel zal stoppen in Valkenburg en niet in Voorhout. Het laatste verbaast me niet echt; het eerste des te meer.
Aangekomen in Zaandam neem ik op goed geluk bus 64 van 11.10 naar Rooswijk. In de bus hangt een plakkaat waarop vermeld staat dat het aantal busritten van lijn 61 naar de Hemkade sterk wordt uitgebreid, ook op zaterdag. Volgens mijn aaneengeniete oude "dienstregeling" gaan er op zaterdag slechts 3 ritten die kant op.
We vertrekken. Na een soort achtbaanrit die op volle snelheid wordt gereden, staan we om 11.13 weer ter hoogte van de AH-towers, nu aan de andere kant van het spoor, te midden van kantorengebouwen. Deze chauffeur met zijn pittige rijstijl, barst elke keer als er een passagier binnenkomt uit in een klaaglijk gebalk, waarin met enige moeite een groet, "dòòòòòg", is te onderkennen. Zou hij, na zijn dienst, ook zo thuiskomen?
Rooswijk: Amsterdamse mensen, Amsterdamse accenten, Amsterdams druk in de bus, Amsterdamse straatnaamborden, Amsterdamse rijstijl. Is Zaanstad eigenlijk wel iets anders dan een hele grote buitenwijk van onze hoofdstad?
De rit van lijn 64 voert door de nieuwe wijken ten westen van de spoorbaan Amsterdam - Alkmaar. Bij station Koog-Bloemwijk springt de chauffeur snel de bus uit om zijn voorraad zware shag voor het weekend in te kopen. Daarna gaat het met gezwinde spoed verder. Er stappen nog een paar mensen in. Dóóóóg, d'kuwèèèèl, 'stubliiiieeeeft!"
De chauffeur rondt de hoeken in Rooswijk zonder snelheidvermindering en toetert driftig naar weggebruikers die mogelijk van plan zijn, hem iets in de weg te leggen. "Zo, we hebben het weer overleefd", zeggen twee bejaarde vriendinnen, die op weg zijn naar de uitgang. "Pas maar op" roept een man. "Jullie zijn er nog niet. Hij moet nog remmen."
We flitsen langs het nieuwe gemeentehuis. Eindpunt. De bus keert onder lijnnummer 65 terug
naar Poelenburg, de flatwijk die aanligt tegen de Coentunnel en tegen Amsterdam Noord. Lijn
64 en 65 rijden elk halfuur; tussen Zaandam en station Bloemwijk wordt de lijn versterkt met
lijn 63 (Kalf - Assendelft).
*******
Ik steek de veel te drukke Provincialeweg over en loop naar station Zaandijk, waar volgens mijn schema bus 89 naar Krommenie en Assendelft zal vertrekken. Er stopt een sprinter, waaruit een grote groep toeristen stapt, of het hoogzomer is. Een bushalte is niet te bekennen. In een zijstraatje staat een verroeste paal waaraan lang geleden een haltebord heeft gehangen. Er is nog een restant aanwezig van het dienstregelingsbordje. De route van lijn 89 langs station Zaandijk is blijkbaar opgeheven. Verder zoeken. Ik kom terecht op de Hoogstraat langs de Zaan, waar de Bijenkorf Stijfselfabriek ook in het weekeinde staat te walmen en te stomen. Als ik een zijstraat uit kom, rijdt bus 89 net langs. Die heb ik mooi gemist. Een blik op de halte vertelt me, dat ik over een kwartier verder kan reizen naar Wormerveer (bus 88 naar Wormer, het dorp waar ik vorige zomer tegen wil en dank terecht kwam op mijn wandeling). Wil ik naar Krommenie, dan zal ik een halfuur moeten wachten op de volgende lijn 89. Assendelft is helaas pas over een uur weer bereikbaar. De bussen van lijn 89 rijden om en om door naar Beverwijk, via Assendelft. De verlenging naar Beverwijk bestaat pas sinds enkele maanden en is tot stand gekomen met gelden uit het SWAB-potje.
Ik volg de Hoofdstraat en fotografeer de
doopsgezinde vermaning, die staat ingeklemd
tussen fabrieken en loodsen. Een halfuur later, om
12.20, neem ik de bus naar Wormerveer, waar ook
het nodige te fotograferen is, o.a. oude fabrieken en
nieuwerwetse appartementengebouwen in een
mooie bocht van de Zaan. De bus legt het traject af
in een kleine tien minuten; een rit over straten met
hobbelkuilen. Het is een ouwe
ENHABO-rammelkast, beschilderd in
NZH-kleuren, met zitplaatsen voor lilliputters.
*******
Weer een halfuur later pak ik dan toch nog de bus naar Beverwijk. Opnieuw een ENHABO. We passeren de John Glennstraat. Glenn was in 1962 de eerste Amerikaan die in een ruimtecapsule onze aardkloot gerond heeft. Hij was gisteren op het journaal. Als 77-jarige zal hij opnieuw een ruimtevlucht maken; dit keer in de rol van passagier en van proefkonijn voor de HH medici. Hij zal in zijn Challenger misschien iets meer comfort hebben dan ik in mijn ENHABO-bus.
Tijdens de kronkelrit door Wormerveer en Krommenie zitten er slechts vijf mensen in het voertuig, die elkaar allemaal blijken te kennen. Het begint hier een beetje plattelands aan te doen. Er heerst in de bus tevredenheid over het openbaar vervoer. "Het is net een taxi. Alleen betaal je een stuk minder". Over de rest van de wereld is de spreker, een man van een jaar of zestig, minder tevreden. "Neem de gezondheidszorg. Je betaalt je blauw aan verzekeringspremie, je zit een uur in de wachtkamer omdat die rotdokter nooit op tijd is en wat me laatst overkomt: ik moest betalen voor de koffie!"
-"Schandalig, schunnig", vinden de anderen. "Je zit toch niet voor je lol in een wachtkamer. Allemaal geldklopperij. Nee, de huidige maatschappij geeft niets meer om bejaarden. Ze willen ons kwijt."
"Het is tegeswoordig toch één grote bende", zegt de zure man. "Wij ouderen hebben geen cent te makken en die hoge heren worden maar weggereorganiseerd door van die adviesbureau's en krijgen dan een oprotpremie van tien miljoen gulden mee. Hebben ze ook geldproblemen: hoe krijg ik het allemaal op."
Tien miljoen. ik werk bij het verkeerde bedrijf. De oprotpremies hebben bij ons een paar nullen minder. "Je kan je de hele dag wel blauw blijven ergeren, als je overal op let" kankert de man. "Maar daar heb je ook alleen je eige mee". Hij heeft helemaal gelijk. Ik ben erin geslaagd, de ergernis terug te dringen. Het is mogelijk. Je hoeft je er niet voor te bekeren tot de Heere; ook de drankfles kun je gerust laten staan. Wat dan? Ergernissen niet opzoeken, dat is het geheim. Activiteiten voor ROVER terugdraaien, in Leidse en Haagse stadsbussen helemaal achteraan gaan zitten, de krant alleen gebruiken voor natgeregende schoenen, de TV pas aanzetten om 1.00 uur, als Jerry Springer een paar Amerikaanse geblondeerde hardplastic toverheksen tegen elkaar zit op te hitsen. Problemen eens gewoon laten liggen totdat een ander er last van krijgt.
"Het is geen wereld meer, tegeswoordig" kankert de man. Ja, dat denk ik ook wel eens. Maar het feit ligt er, dat je toch verder moet leven in die wereld, die geen wereld meer is. We willen toch allemaal huize Avondrood halen of huize Westerkim? Of huize Festina Lente te Assendelft, tussenstop in mijn reis van vanmiddag. Festina Lente. Niet-klassiek geschoolden zullen dit misschien vertalen met "lentefeest", wat natuurlijk nergens op slaat voor een bejaardentehuis, maar ik heb lang genoeg in de schoolbanken doorgebracht om te weten dat dit Latijn is voor "haast u langzaam". Een wijze raad.
Waarom je haasten, terwijl anderen een goudleven leiden van hun oprotpremie? "Concordia haalt zaterdag oud papier op" staat vermeld op een groot bord bij een buurthuis. Voor Concordia geen miljoenen; ze troosten zich met de kruimeltjes van de koek. Ik kuier door het lange, smalle Assendelft. Geen bijster interessant dorp. Overvloedig autoverkeer over een smalle weg. Op een straathoek wil ik lijn 63 naar Zaandam nemen. Ook deze bus rijdt net voor mijn neus weg, anderhalve minuut te vroeg. Had ik me maar wat meer gehaast! Of die uilenbal achter het stuur wat minder. Ik ga in de abri voor Festina Lente zitten en krijg na tien minuten gezelschap van een groepje jongeren van een jaar of 14. "Jezus, wat kunt u snel tikken", zegt een meisje. "Je zou me eens moeten zien achter een desktop", zeg ik stoer. "U werkt zeker met computers" (Is het me aan te zien? Dat moet ik eens een ander vak gaan leren). "Ja" antwoord ik. "Maar die zakcomputer heb ik niet voor mijn werk. Alleen maar voor de lol". "Zit er geen printer bij?" vraagt een jongen voor wie het nooit genoeg is.
Een meisje blijkt een speciale zakcomputer voor bakvissen bij zich te hebben. Het apparaat heet "my secret diary". Er kunnen allerlei gegevens ingevoerd worden over geliefden en vrienden. Bovendien rekent het apparaat je bioritme uit. Voor iemand, geboren op 4 november 1956, blijkt zaterdag 17 januari 1998 een zevensterrendag te zijn. Dat lijkt me schromelijk overdreven. ik voel me weliswaar niet al te beroerd, maar nog lang niet in een toestand van euforie. Het meisje lost het raadsel op: er zijn maximaal twaalf sterren te behalen. Zeven is dus net iets boven het gemiddelde. Dat klopt beter met mijn stemming. Een jongen zegt lachend dat hij maar drie sterren vergaard heeft, vandaag. Geen reden om in zijn bed te blijven. Hij gelooft niet in die onzin. Terecht, lijkt me. De abri loopt vol. Heel Assendelft wil het dorp verlaten en iedereen kent iedereen.
Bus 63 brengt ons, via Oostzaan, in zo'n 20 minuten naar het station van Zaandam. De bus
komt daar drie minuten te vroeg aan. Hij moet nu maar liefst 8 minuten stilstaan voordat hij
verder mag naar 't Kalf. "Hardlopers zijn doodlopers". Een mooie vrije vertaling van "Festina
Lente".
*******
In de stationsrestauratie, met een mooi uitzicht op de spoorbaan, zie ik om drie uur de trein naar Den Helder die naar Arnhem kruisen. Om me heen klinkt Amsterdams. "Die fent wajs heilemaol in lleer gekleid en hij hajt fan die grote Jezusschoenen oajn".
Beneden, op het busstation, mis ik lijn 65 naar Poelenburg. Ik heb niet overdreven veel mazzel, vandaag. Zeker van een zevensterrendag zou je iets hogere verwachtingen mogen koesteren. Naar alle waarschijnlijkheid slaat het aantal sterren op je liefdesleven en niet zozeer op het al dan niet halen van openbare vervoermiddelen. Terwijl ik dit overdenk, rijdt ook lijn 64 naar Peldersveld er van tussen. Lijn 64 en 65 doen het rondje door Zaandam Zuid elk in hun eigen richting. Je zou hopen en verwachten dat ze vertrekken met een kwartier tijdsverschil, maar nee, ze vertrekken nagenoeg tegelijk.
Ik loop over een lange loopbrug naar het centrum. Beneden me zie ik een achttax rijden waarop de lijnnummers 61 en 66 staan afgebeeld. Lijn 61 rijdt naar de Hemkade; lijn 66 naar Westzaan via Westzaner Overtoom.
Om 15.35 neem ik in het hartje van Zaandam alsnog lijn 65 naar Poelenburg - Peldersveld. Deze wijken bestaan uit hoge flatblokken, afgewisseld met groenstroken en veenplassen. Het lijkt wel wat op de Bijlmer, hier en daar. Het is ook in deze bus druk en er wordt stevig doorgereden.
De bus loopt leeg in Peldersveld; deze bus rijdt op de terugweg niet via het centrum. Op een
zaterdagmiddag is er voor het station veel minder belangstelling dan voor het stadshart.
*******
Van het station loop ik opnieuw naar het centrum. Er vertrekken drie bussen naar Amsterdam, nl. lijn 92 (Amsterdam CS via Oostzaan), 94 (Amsterdam Marnixstraat) en 89 (Amsterdam CS via Amsterdam Molenwijk). Ik neem de 94 van 16.31. Dit is een streekbus; hij komt uit Wijk aan Zee en heeft Zaandam bereikt via Beverwijk en langs het Noordzeekanaal.
Via Poelenburg en door Amsterdam Noord rijden we naar CS. Het is zo'n adembenemende rit waarvoor ze je beter bij het instappen meteen al een voorraadje kotszakken kunnen uitreiken. Festina lente, heren chauffeurs, festina lente!
De chauffeur komt om 14.57 toch nog aanstrompelen. Mijn kaart wordt gestempeld met een verkeerde tijd en een verkeerde datum. Lijn 63 rijdt via nauwe straatjes naar het centrum. Hier loopt de bus pas goed vol. Het stinkt naar natgeworden jassen, hoewel het buiten droog is. "Hoor je me, hoor je me", brult een moeder tegen haar weerbarstige zoon. De jongen hoort het. De passagiers ook.
Bij ziekenhuis "De Heel" rijden wij het parkeerterrein op. Vlak bij de hoofdingang is een klein busperronnetje. Even later passeren wij station Zaandam-Kogerveld, aan de spoorlijn richting Hoorn - Enkhuizen. Dit is het meest recente van de 6 stations in Zaanstad. Even na het station slaan we rechtsaf, een hobbelige straat in met talloze scheuren, kloven en uithollingen-overdwars in het wegdek. Het tempo is hier, tegen de Zaanse gewoonte in, laag. Aan het eind van het straatje keren we en gaan dezelfde bobbelige weg terug. Dit schiet niet op. We zitten hier duidelijk in een ontsluitende lijn, die alle hoeken en gaten van Zaandam bereikbaar maakt.
Kalf ligt op circa een kilometer afstand van de hypertoeristische Zaanse Schans en wordt omringd door recreatieparken. Dat lijkt me het enige voordeel van het wonen in deze gribus. De bus bereikt het eindpunt rond 15.20, nog steeds zo'n vijf minuten te laat. Op de halte zie ik dat ik terug kan reizen met lijn 62, de snellijn waarnaar ik in bus 63 25 minuten lang heb zitten verlangen. Kalf is, van maandag tot vrijdag overdag, zowel met snel- als met langzaambussen bereikbaar. Lijn 62 rijdt niet via het centrum. De rit duurt toch nog een minuut of twintig, hetgeen wordt veroorzaakt door een oponthoud van bijna 5 minuten voor een stoplicht in de buurt van ziekenhuis "De Heel". Zo'n ding heet officieel een "verkeerslichtinstallatie" ofwel VL in het jargon der verkeerskundigen. "Stoplicht" is meer ingeburgerd. Begrijpelijk, gezien het feit dat het meestal op Rood staat. Spoorwegmensen spreken in zo'n geval over "stoptonend sein".
We zijn terug bij het station Zaandam. Ik had nog plannen om lijn 66, het taxibusje naar Westzaan te nemen, maar dit zal pas weer vertrekken over 50 minuten. Ik besluit afscheid te nemen van het stadsvervoer van Zaan, en daarmee van de reeks "Kijk op de bus".
Stad | Zaanstad |
Maatschappij | NZH |
Vervoersgebied | Zaanstad (o.a. Assendelft, Koog a/d Zaan, Krommenie, Westzaan, Wormerveer, Zaandam, Zaandijk). |
Inwoners | 140.000 |
Lijnen | 10 (59 tot en met 68), waarvan 1 spitslijn, 1 snellijn en 2 nachtlijnen. De lijnen naar Amsterdam (89, 92 en 94) blijken door NZH gerekend te worden tot de streeklijnen. Hetzelfde geldt voor lijn 88 (Zaandam - Wormer, met enkele ritten die doorgaan naar Purmerend via Neck). |
Exploitatietijden (maandag - vrijdag) | wisselend; meestal 6.00 - 0.30 |
Frequentie | Meeste lijnen halfuursdienst (in combinatie meestal kwartierdienst);'s-avonds uurdienst. |
Zondagdienst | 6 lijnen; meestal uurdienst |
Knooppunten | Station Zaandam; Peperstraat (Zaandam Centrum) |
Indruk van de digitale reiziger:
Aantal ritten gemaakt | 5 |
Doorstroming | Matig |
Punctualiteit | Matig / Slecht |
Aantal passagiers | Veel |
Informatie | In alle abri's dienstregelingen; in sommige abri's routekaartjes |
Chauffeur (klantvriendelijkheid) | Naar Amsterdamse begrippen: Goed. |
Chauffeur (rijstijl) | Haast u wat langzamer |