Op 23 april 1625 stierf prins Maurits aan een leveraandoening. Op 20 september van dat jaar werd zijn gebalsemde lichaam bijgezet in de Grote Kerk van Delft.
Daar Maurits’ vele bastaardkinderen geen aanspraak konden maken op het stadhoudersschap, werd hij opgevolgd door zijn halfbroer Frederik Hendrik van Oranje Nassau (1584-1647). De nieuwe stadhouder, bijgenaamd: de Stedendwinger, zou de strijd tegen Spanje met nieuw elan voortzetten. Hij maakte gebruik van de beproefde belegeringstactieken waarmee Maurits vóór 1609 veel succes had gehad.
Frederik Hendrik was al in 1603 benoemd tot generaal van de ruiterij en bezat daarmee als 19-jarige de hoogste rang in het leger, na de legeraanvoerders Maurits en Willem Lodewijk. Bij de twisten van 1618 had hij zich geheel afzijdig gehouden. In tegenstelling tot Maurits droeg hij deze last uit het verleden dus niet met zich mee.
Constantijn Huygens schreef in de zomer of herfst van 1625 het gedicht Scheepspraat. Daarin komt een oranjegezinde matroos aan het woord. Hij voorziet de dood van Maurits van commentaar, en doet dat natuurlijk in scheepstermen. De ‘reders’ die hij noemt, zijn de leden van de Staten, die de stadhouder benoemen. De matroos gebruikt eenvoudige taal, spreekt in Noord-Hollands dialect (niet gereproduceerd in de vertaling) en doet dat recht vanuit het hart. Maurits´ opvolger Frederik Hendrik noemt hij eenvoudigweg: mooie Heintje.
Scheepspraat
over de dood van prins Maurits |
De originele tekst, uitgegeven naar het handschrift van Constantijn Huygens (Universiteit Leiden)
Het wat merkwaardige slotfragment van Scheepspraat is gewijd aan Jan Tuning (1579-1625), de secretaris van Frederik Hendrik. Tuning overleed begin juni 1625 aan de pest, tijdens een militaire campagne van Frederik Hendrik bij Breda.
Huygens solliciteerde vervolgens naar de vrijgekomen post. Hij liet zijn sollicitatie vergezeld gaan van aanbevelingen door Elisabeth, koningin-in-ballingschap van Bohemen, en zijn broer Maurits, secretaris van de Raad van State. Van de laatste aanbevelingsbrief had Constantijn zelf de tekst geschreven! Op 18 juni 1625 nam Frederik Hendrik Huygens in dienst.
Huygens schrapte naderhand het fragment over Tuning uit Scheepspraat. In zijn bloemlezing Korenbloemen werden alleen de strofen over Maurits opgenomen.
C. Huygens, Mijn
leven, verteld aan mijn kinderen, in twee boeken. Ingeleid,
bezorgd en van commentaar voorzien door F.R.E. Blom. Dl. I: Inleiding,
teksteditie en vertaling. Dl. II: Commentaar en annotatie. Amsterdam
2003. (Dissertatie).
J.J. Poelhekke, Frederik Hendrik. Prins van
Oranje. Een biografisch drieluik. Zutphen 1978.