Boven-Hardinxveld: nog geen perron; wel alvast een passeerpunt
Deel 2 van een reeks waarvan geen mens zich deel 1 meer kan herinneren. In de herfst van 2008 nam ik de MerwedeLingeLijn (Dordrecht – Gorinchem – Geldermalsen) om te vieren dat Arriva hem had overgenomen van NS en dat er in 2010 vijf nieuwe stations geopend zouden worden.
Die zijn er nog niet – mijn opmerkingen over de nuchtere noestheid van de streekbewoners ten spijt. Maar ze komen nog steeds; de drie meest westelijke worden nu per december 2011 geopend en zijn in ruwbouw al zichtbaar. De rest, waaronder Gorinchem Papland zelf, de naamgever van deze reeks, is verdaagd en vertraagd tot eind 2013.
Wat me terug deed keren naar mijn tegenvoeters in de provincie Zuid-Holland: sinds maandag 5 september 2011 rijden de treinen op het traject Dordrecht – Gorinchem om het kwartier. Dat doen ze van maandag tot/met zaterdag overdags, en daarmee is de frequentie het dubbele van die in het NS-tijdperk. Ik rekende in 2008 op een ouwe envelop uit waar de treinen elkaar dan zouden passeren, en hoe de dienstregeling in elkaar zou passen en meten. Ik voorzag vertraging. Alle reden om terug te komen, en vast te stellen hoeveel gelijk ik had.
Ik ging ook kijken bij Papland, en even plassen in Leerdam (want dat kan nog steeds niet in de trein; minpuntje). En deed dat alles op zo’n hete late septemberdag die de weergoden voor ons in pretto hadden als goedmakertje voor een regenzomer. Lees een reisverslag dat de canon niet zal halen, al was het wel een mooie ruime halve dag. Een thematisch verslag, en nou eens geen chronologisch.
Kwartierdienst
Nieuwe stations
Chippen
Van paria tot paradepaardje
Sloffen naar Papland
Glazen stad tot besluit
Lees deel 3: December 2011: Stations Sliedrecht Baanhoek en Hardinxveld Blauwe Zoom geopend >>>>>
Onder station Gorinchem
Gorinchem, eindpunt kwartierdienst
DIENSTREGELING 2008
Dordrecht | -<>- |
07 37 |
55 25 |
Dordrecht Stadspolders | . |
11 41 |
51 21 |
Sliedrecht | -<>- |
16 46 |
45 15 |
Hardinxveld – Giessendam | -<>- |
21 51 |
41 11 |
Gorinchem | -<>- |
32 02 |
34 04 |
Arkel | . |
37 07 |
27 57 |
Leerdam | -<>- |
50 20 |
20 50 |
Beesd | -<>- |
56 26 |
15 45 |
Geldermalsen | -<>- |
03a33a |
09 39 |
DIENSTREGELING VOLGENS DE DIGITALE REIZIGER
Dordrecht | -<>- |
05 20 35 50 |
58a13a28a43a |
Dordrecht Stadspolders | -<>- |
09 24 39 54 |
54 09 24 39 |
Sliedrecht Baanhoek | . |
12 27 42 57 |
49 04 19 34 |
Sliedrecht | -<>- |
16 31 46 01 |
46 01 16 31 |
Giessendam West | . |
19 34 49 04 |
43 58 13 28 |
Hardinxveld – Giessendam | -<>- |
21 36 51 06 |
41 56 11 26 |
Boven-Hardinxveld | -<>- |
24 39 54 09 |
39 54 09 24 |
Gorinchem | -<>- |
32 44a02 14a |
32 47 02 17 |
Gorinchem Papland | . |
34 -- 04 -- |
27 -- 57 -- |
Arkel | . |
37 -- 07 -- |
24 -- 54 -- |
Leerdam West | . |
43 -- 13 -- |
18 -- 48 -- |
Leerdam | -<>- |
46 -- 16 -- |
16 -- 46 -- |
Beesd | -<>- |
52 -- 22 -- |
09 -- 39 -- |
Geldermalsen | -<>- |
58a - 28a - |
03 -- 33 -- |
DIENSTREGELING 5 SEPTEMBER 2011
Dordrecht | == |
08 23 38 53 |
03a18a33a48a |
Dordrecht Stadspolders | =>- |
12 27 42 57 |
58 13 28 43 |
Sliedrecht Baanhoek | . |
||
Sliedrecht | -<>- |
20 35 50 05 |
51 06 21 36 |
Giessendam West | . |
||
Hardinxveld – Giessendam | -<>- |
25 39 55 09 |
45 02 15 32 |
Boven-Hardinxveld | -<>- |
passeren |
passeren |
Gorinchem | -<>- |
35 48a05 18a |
35 52 05 22 |
Gorinchem Papland | . |
||
Arkel | . |
43 -- 13 -- |
28 -- 58 -- |
Leerdam West | . |
||
Leerdam | -<>- |
51 -- 11 -- |
22 -- 52 -- |
Beesd | -<>- |
57 -- 27 -- |
14 -- 44 -- |
Geldermalsen | -<>- |
03a - 33a - |
08 -- 38 -- |
Helemaal bovenaan zie je de situatie van 2008: halfuurdienst over het gehele traject van Dordrecht tot Geldermalsen. Daaronder mijn voorspelling van de dienstregeling met 5 extra stations en kwartierdienst tot Gorinchem. Daaronder de dienstregeling zoals hij sinds 5 september 2011 in werkelijkheid luidt. De symbolen in de tweede kolom geven aan of er een passeermogelijkheid is, de derde kolom geeft de tijden aan op de heenweg, de vierde op de terugweg; het wijst de weg nog steeds vanzelf voor wie een beetje spoorslim is. De rest raad ik een sprong aan naar het volgende hoofdstuk.
Gedurende de afgelopen drie jaar is vanaf Dordrecht het spoor tot en met Dordrecht-Stadspolders verdubbeld, wat de treinen iets meer speelruimte geeft dan waarmee ik rekening hield. Verder is er volgens de plannen een passeermogelijkheid geschapen op de plek waar station Boven-Hardinxveld in aanbouw is.
De treinen kruisen elkaar nu extra bij Stadspolders en op dat voorlopig nog perronloze passeerpunt Boven-Hardinxveld. De kruisingen in Sliedrecht, Gorinchem en Leerdam bleven behouden; die van Hardinxveld-Giessendam verviel (maar kan in geval van vertragingen nog steeds als zodanig gebruikt worden).
De lange wachttijd in Leerdam van treinen in de richting Geldermalsen is eruit. Dat is allemaal precies zoals ik het opschreef. Maar ik was uitgegaan van keurige ‘spiegeltijden’: passage van tegenliggers op de hele kwartieren. De ontwerpers van deze dienstregeling hebben de passeertijden echter gelegd op 05, 20, 35 en 50 minuten na het hele uur (plus 13, 28, 43 en 58 op het traject waar kwartierdienst is). Tel bij mijn ontwerp overal 5 minuten op en je krijgt zo ongeveer de dienstregeling van heden.
De tijden in Geldermalsen zijn daardoor ongeveer wat ze waren, zodat de aansluitingen hetzelfde blijven. De tijden in Dordrecht liggen nu anders, en lopen bovendien uit de pas met die op de Oude Lijn. Maar dat maakt niet veel uit, want met kwartierdienst hoef je so wie so al nooit langer dan een kwartier te wachten op aansluiting.
Die vijf extra stations zijn er nog niet, maar er is alvast wel rekening mee gehouden in de dienstregeling. Tijdens mijn rit (ik ging vice versa van Dordt naar Leerdam en geloofde Geldermalsen wel) merkte ik dat er behoorlijk wat speling in alle rijtijden zat. Zo staat er voor Stadspolders – Sliedrecht bijvoorbeeld 7 à 8 minuten in de dienstregeling, terwijl ik de trein klokte op 5 minuten. Tijd genoeg dus voor een extra stop op station Sliedrecht Baanhoek, temeer daar bij dat nieuwbouwwijkje vast niet ieder kwartier honderd man staan te wachten om mee te kunnen.
Ook in Gorinchem is er een paar minuten speling voor de doorgaande treinen naar Geldermalsen. De stop op Giessendam West (dat overigens Giessendam Blauwe Zoom als naam zal krijgen) kan er ook nog wel tussen. En op Boven-Hardinxveld moet in de huidige dienstregeling ook al minstens een van de twee tegenliggers wachten, ook al zijn er nog geen reizigers om in te stappen.
De twee overige stations, Gorinchem Papland en Leerdam West liggen op het dunne gedeelte van de lijn, waar halfuurdienst wordt geboden en waar passeerpunten dus wat minder dicht gezaaid hoeven te zijn.
Werkt die kwartierdienst nu? Wel tijdens de momentopname die ik ervan maakte. Die bestond uit drie ritten op woensdag 28 september 2011: Dordrecht – Gorinchem vertrek 11:23, Gorinchem – Leerdam v. 13:08 en Leerdam – Dordrecht v. 14:20. Een bliksembezoekje; ik moest die avond nog op en neer naar Castricum voor dé maandelijkse woensdagavondgebeurtenis in Bakkum, de popquiz in Hotel Borst.
Tijdens die drie ritten reden zowel mijn treinen als de tegemoetkomende vrijwel op de seconde op tijd. Dan zijn ze ook op tijd op de passagepunten om hun tegenligger door te laten. Zo’n lijn op enkelspoor blijft natuurlijk toch vrij wankel. Als er één trein ook maar drie of vier minuten uit de pas loopt, verknalt hij het ook voor al zijn tegenliggers en ligt de hele treinenloop binnen de kortste keren in het honderd.
Ik reisde in de daluren, met in de loop van de middag wel flink wat scholierenvervoer. Hoe gaat het in de spits? Maar even gezocht op Twitter, dat tegenwoordig graadmeter en scherprechter is voor elke dienst of product; veel keren #fail is dodelijker dan een slechte recensie in de Consumentengids.
Dat nieuwe sociale medium geeft een wat minder zonnig beeld van de MerwedeLingeLijn dan ik zelf kreeg. Een Twitteraar moest ‘ouderwets’ een half uur wachten op Sliedrecht, zonder informatie; een ander pleitte voor drie treinen per uur, omdat vier absoluut niet werkt – ook een uitdaging: misschien ontwerp ik nog wel eens een 20-minutensysteem. En er was nog wat meer gemopper over een dienstregeling die op papier in ieder geval perfect werkt…
Heel bijzonder was de tweet vaan de dame die op station Culemborg al een uur op de Spurt stond te wachten. Die kan nog erg lang wachten, en staat er ongetwijfeld nóg, want Arriva kómt daar helemaal niet eens.
Ik ben heel benieuwd naar de punctualiteitscijfers van deze lijn!
Dordrecht Stadspolders, dat onder NS soms maar eens per uur bediend werd, heeft nu twee perrons.
Vijf stations komen er de komende jaren dus bij; het totale aantal op de MerwedeLingelijn zal stijgen naar 14.
Station Sliedrecht Baanhoek is, als je richting Gorinchem aan de linkerzijde van de trein zit, zichtbaar als geraamte. Het ligt op een ca. 6 meter hoge spoordijk, maar er komt gelukkig een lift, en ook de fietsenstalling staat er al. Aan de voet van de dijk ligt hier een uitbreidingswijkje dat straks mooi ontsloten is met een kwartierdienst naar Dordrecht. Het station ligt vlak bij de plaats op de foto, maar onze fotograaf, die vandaag een weinig gelukkige hand had, knipte ook hier helaas net te vroeg of te laat. Een functioneringsgesprek staat gepland.
Giessendam-West gaat, zoals gezegd, Giessendam Blauwe Zoom heten. Op die plek, ter hoogte van nieuwbouw, zijn graafmachines in de klei aan het wroeten.
Bij Boven-Hardinxveld is het station in aanbouw; dikke betonnen balken liggen er al. Het passeerpunt ligt in een onbebouwde vlakte met uitzicht op akkerland en op de Betuwelijn; die voor de goederen. Op het eerste gezicht vraag je je af, waarom hier een station gepland is. Maar buiten je beeld begint 200 meter verderop aan de andere kant van de snelweg de bewoonde wereld die klanten moet opleveren.
Gorinchem Papland gaan we straks doen. Waar Leerdam-West komt, blijft een grote vraag. De bebouwde kom van het glasstadje eindigt op nog geen kilometer voorbij het station.
Behalve over de wat tegenvallende uitvoering van de kwartierdienst hoor je in deze streken ook veel klagen over de verlengde reistijd tussen Dordrecht en Gorinchem: maar liefst 7 minuten langer dan voorheen. Maar dat is natuurlijk onvermijdelijk als je stations tussenvoegt. Degenen die daar instappen, zijn juist sneller op hun bestemming dan voorheen, al hebben de klagers weinig aan die wetenschap, en klagen zij slechts uit egoïsme.
De trein ontwikkelt op dit traject toch nog een gemiddelde snelheid van 50 kilometer per uur, en er bestaan sneltrams en snelbussen die dat niet halen. En een auto in de spitsfile haalt dat echt ook niet.
Daar staan ze weer pal naast elkaar, de vergissingspalen die de tientjes uit je zak kloppen. Uitchecken bij de één, inchecken bij de ander, in de zenuwen van soms snel moeten overstappen. Maar op de MerwedeLingeLijn ligt het nog in de schoot der toekomst; er kan nog helemaal nog niet gechipt worden. Wonderlijk, gezien het feit dat zowel Zuid-Holland als Gelderland verder al helemaal over zijn op de chip.
Reizen op karton dus, bij een overstap van NS op deze lijn. Ik zelf moet vandaag in totaal ongeveer 300 kilometer, en heb er maar een Albert Heijn-kaartje tegenaan gegooid, dat nog in mijn portefeuille zat van de zomer.
Even afgezien van de klachten over de soms vastlopende kwartierdienst, is deze lijn toch een voorbeeld van hoe het wél moet. De treinen zijn nieuw, mooi en schoon. De conducteurs aanwezig, vriendelijk en beleefd, en vol bereidheid om kaartjes te controleren. Zulke conducteurseigenschappen vallen je op, zeker als je zoals ik vaak reist in Noord-Holland. De enige sympathieke conducteur van NS is geen echte; dat is die conducteur uit die tv-reclame.
Verder beschikken de Spurt-treinen over WiFi-internet, wat bij NS geloof ik niet wil lukken, en een speciaal fietsenrijtuig waar twaalf karretjes in kunnen, die gratis meemogen. Ik zie ’s morgens veel toeristen gebruik maken van de fietsenwagen, en ’s middags veel scholieren. De fietsen van de laatsten vallen en bloc met veel gekletter en gedruis om, zodra de trein station Gorinchem verlaat en de wissel passeert. Als je verstandig bent, sjor je ze vast met de speciale riemen die daarvoor zijn aangebracht. En straks zijn die fietswagens misschien niet eens meer nodig; dan stopt de MerwedeLingeLijn gewoon bij iedereen voor de deur.
De hele entourage, de hele aankleding van de lijn maakt een gastvrije, goed doordachte indruk. In vijf jaar tijd is de MerwedeLingeLijn veranderd van de paria van NS tot het paradepaardje van de streek. Het vertaalde zich in een jaarlijkse reizigerstoename met 6%. Neuzelkonten die zeuren over de nadelen van aanbesteding, houd ik dit succes altijd voor ogen. NS wilde het lijntje ooit opheffen…
Dan maar eens aan de wandel. Gorinchem is een aardig vestingstadje, met ongetwijfeld een goed bezochte open Monumentendag. Maar mijn koers voert langs het centrum heen, op naar Papland, 2,5 kilometer ten noorden van hier. Het gaat in sloftempo; het is loeiheet.
Gorinchem ligt lekker centraal in Nederland, bij een knooppunt van vaarwegen, provinciegrenzen en autowegen. Niet van spoorwegen, helaas. De bestuurders van dit land zijn al 150 jaar bezig, een historische vergissing te begaan door het niet-aanleggen van de spoorlijn Utrecht – Breda. Dan was Gorinchem een waar kruispunt der windstreken geweest. De spoorlijnen hadden elkaar gekruist pal ten westen van de stad. En daar had dan weer een extra station tussengevoegd moeten worden op de al zo krappe MerwedeLingeLijn.
Aan het eind van de vorige eeuw stond de spoorverbinding langs de A27 een tijdje met potlood op de landkaart, maar ook toen is hij niet gerealiseerd. Maar soms komt hij ineens weer naar boven, als een boer na een lang geleden genoten maaltijd. In 2008 gebeurde dat voor het laatst. De spoorweg had aangelegd kunnen worden tegelijk met de vernieuwing van de A27. Maar ook die kans om een maas in het railnet te dichten, is niet gegrepen.
Wie per trein van hier naar Utrecht wil, moet omreizen via Geldermalsen, en is een klein uur onderweg. Veel beter kun je Qliner 387 nemen; die doet het in drie kwartier, zonder overstap, en buiten de spits goedkoper dan er ín.
Ik kies mijn weg langs een weg langs het Merwedekanaal, dat een kilometer meer naar het zuiden uitkomt in de Boven-Merwede. Stalen rood-witte bomen bewegen naar beneden; een grote brug klapt open. Druk scheepvaartverkeer; dit wordt lang wachten. Het luidruchtige jongetje Justin uit deel 1 doet deze keer niet mee, maar zijn rol wordt overgenomen door een paar brugpiepers die over de slagbomen geleund staan, met fietsen aan de hand.
Lotte-Jasmijn trekt haar truitje uit wegens de hitte, en heeft nu alleen nog een dun hemdje aan haar bovenlijf. Hierop breekt hitsig gekrijs los onder de jongetjes die erbij staan: ‘Hoei, hoei, Lotte-Jasmijn, dat kan niet hoor, dat kan echt niet, hoei, hoei’. Dit is het beeld dat ze voor zich zien als ze vanavond hun huiswerk zitten te maken. Lotte-Jasmijn krijst iets terug, met nog meer decibels. ‘Daar fietst meneer’, snerpt een andere deerne eroverheen. Ha, ha, ha, meneer zit te bellen op de fiets, dat mag geeneens!’
Vanwaar toch dat afschuwelijke kabaal onder de jongste generatie? Werkoverleg op kantoor anno 2025 moet wel een ware kakofonie worden. Maar tegen die tijd heb ik daar geen last meer van. En wel gemakkelijk, eigenlijk, voor mij, dat geblèr. Ik ben, net als professor Zonnebloem, nu al aan één kant wat hardhorend. Zulke dingen worden zelden beter met het klimmen der jaren. Maar ik verwacht de jongeren ook over 25 jaar nog uitstekend te kunnen verstaan.
De brug gaat weer dicht en de hekken open. Ik sla de De Vries-Robbéweg in en betreed een renovatiewijkje. Er wordt hier historiserend gebouwd: nieuwe middeleeuwse vakwerkhuizen en dito Hollandse geveltjes. Die vakwerkhuizen lijken niet op die in Tudderen en Sittard; te mooi, te glad, te nieuw. En die gevels alleen op die van het Hollands Kwartier in Potsdam, die zelf niet lijken op enige gevel die ik in Holland gezien heb. Het doet me wat Japans aan. Daar vinden ze het normaal dat het stadhuis van Middelburg staat naast de Martinitoren van Groningen.
Wat voor bonk verwrongen staal staat er daar in een overigens net plantsoentje? Oh, wacht even, er staat een bordje bij; het is kunst. Purac Biochem BV bood deze wijk het beeld Eenpluseenistwee van Diet Wigman aan, een werk vol stoere stalen flenzen.
Verderop een echte nieuwe wijk op het terrein van een oude ijsbaan. Goede zaak; schaatsen op natuurijs kun je gemiddeld vijf dagen per jaar, en nu heeft dit stuk grond het hele jaar door zijn nut. Ik zie een pracht van een spinneweb in de bomen hangen, met een dikke, vette herfstspin erin. Snel de camera op macro gezet! Ik richt op de geleedpotige, wil afdrukken, maar net op dat moment roetsjt het dier met opmerkelijke snelheid naar boven, uit beeld.
Papland wil aanvankelijk ook niet in beeld komen. Ik neem een betonweg voor bouwverkeer en loop onder de Betuwelijn door. Er komt net een trein aan; weer richt ik mijn camera, maar ik hoor de trein wel, doch zie hem niet. Hetzelfde geldt even later voor de Spurt naar Dordrecht; ja, vaag zie ik het dak boven een spoordijkje langsschuiven; wederom een mislukte foto.
Nu stuit ik op een weliswaar open slagboom. Het bedrijventerrein Papland wordt 24 uur per dag bewaakt, maar is wel vrij toegankelijk. Auto’s zijn niet verdacht, zolang ze zich niet om halfdrie in de nacht voor de becamerade slagboom melden; de postbode op zijn fiets is vast evenzeer welkom. Maar iets zegt me, dat ze hier niet zitten te wachten op een wandelaar die foto’s en aantekeningen maakt, zich noemende: De digitale reiziger.
Ik loop een paar hectometer over het terrein, zie enkele weinig opmerkelijke moderne bedrijfspanden en keer op mijn schreden terug door die IJsbaanbuurt. Zo, dit was dus Papland. Daarna volg ik een andere route dan op de heenweg, langs ouwelijke woninkjes die de zolder meteen bovenop de parterre hebben, en schouder aan schouder moedig staan te wachten op hun renovatiebuurt. Vervolgens neem ik het pad langs het kanaal. Deo Volente uit Werkendam ligt hier afgemeerd. Ik mis hier alleen Ora et Labora nog om het beeld compleet te maken van een streek waar stevig geploeterd wordt.
‘BOEH! HOEH!’, toetert een op zijn fiets passerende puber met de baard in de keel in mijn oor. Dat slechte oor, helaas voor hem; hij bewerkstelligt er niet mee dat ik ter plekke een hartverzakking krijg van de schrik, wat misschien zijn bedoeling was.
Daarmee eindigt zo langzamerhand een wat pointeloze, pointless wandeling. Terug bij het station valt me op dat er zowel een plaatskaartenloket (Arriva Store) is als een ‘Het Station Koffieshop’, nu echt de allerlaatste in het land, denk ik. Meer stations langs deze lijn hebben een horecagelegenheid, zoals Hardinxveld-Giessendam, waar in 2008 herrie in de keuken uitbrak over mijn broodje gezond.
Even later zie ik de brug naar Papland in mijn rechter treinraam (rechtsonder op de foto). Er schijnt ook een grote middelbare school te zijn, waarschijnlijk ook weer zo’n gekkenhuis vol lawijt. Over ruim twee jaar bereikbaar per trein.
In Leerdam, in de oostpunt van Zuid-Holland, maakt staal plaats voor glas. Dat blijkt al uit het pleintje bij het station: tientallen glazen kubussen met gebogen blauwe tl-buizen erin. In dit stadje kun je, als je meer tijd hebt dan ik, als toerist een complete glasdag doorbrengen. Er is een glasfabriek, glasmuseum, en er zijn glasblazerijen en glasgalerieën. Een ervan heeft zelfs een speciale Ravageweek; om gebroken glaswerk aan de man te brengen??
Ik moet nu echt heel nodig sassen, dat heb je ook op een warme dag wel eens, en loop de openbare leeszaal binnen. Na gedane arbeid ga ik pro forma toch ook maar een kwartier, twintig minuten zitten lezen. Alleen een bibliotheek bezoeken om te plassen vind ik ergens lullig, en niet kunnen. Het zou leuk zijn als ik nu net toevallig iets zou lezen dat mijn leven(svisie) definitief zou veranderen, en dat dan hopelijk eens een keertje ten goede. Het is helaas niet het geval. Zulke dingen lees je ook zelden; ook jij niet, vandaag achter je scherm.
Leerdam is een overzichtelijk stadje voor de fotograaf. De trapeziumvormige binnenstad meet krap 500 bij 400 meter. Hij wordt aan de noordzijde begrensd door een fraai beboomde singel en in het zuiden door de Linge en een stadsmuur. Leerdam zal wel afgeleid zijn van Lingerdam, denk ik zo.
Ik loop het Hofje van Mevrouw Aerden binnen en kijk wat om me heen. Al snel komt een wat bedillerige dame op me af, mevrouw Aerden zelf, vrees ik. Ik vraag of ik hier even wat blikken om me heen mag werpen, maar zij zegt dat dat alleen mag tijdens een officiële rondleiding tijdens een museumbezoek. Ik beloof haar, daartoe spoedig terug te keren naar Leerdam, en de blikken die ik inmiddels al om me heen had geworpen, allemaal weer netjes op te rapen en bij me te steken.
Dit verhaal is daarmee uit, toch nog onverwachts. Ik wacht dit keer geen drie jaar voor de volgende aflevering over de MerwedeLingeLijn, en hoop er van de winter drie nieuwe stations mee te bereizen.
Frans Mensonides
6 oktober 2011
Er geweest: woensdag 28 september 2011
Lees deel 3: December 2011: Stations Sliedrecht Baanhoek en Hardinxveld Blauwe Zoom geopend >>>>>
© Frans Mensonides, Leiden, 2011.