De digitale reiziger
78 uur op de Sallandse Heuvelrug
door: Maxwell van Haeghwijck

Oude en nieuwe IJsselbrug bij Zwolle

Weer reizen we op een dagkaart van Jumbo, à 14,95 euro, die geldig is op alle treinen in Nederland. Weer een reis van Frans, Maxwell en Erica, maar deze dag hebben we Frans ingeruild voor een andere Frans. Beiden zijn vriendelijk, aardig, attent, nieuwsgierig en makkelijk in de omgang, vinden alles goed en kunnen scherp waarnemen, zijn ongeveer even oud en staan open voor alles wat hun pad kruist, kortom met Frans op pad is altijd gezellig.

Door acute zorgtaken van Maxwell vertrekken we een half uur later dan gepland, en geheel solidair met ons heft NS de Sprinter naar Den Haag Centraal op met de mededeling dat deze “vandaag niet rijdt”. Frans, die al een tijdje op het perron staat te wachten, kunnen we de schuld van de verdwenen trein in de schoenen schuiven, hij aanvaart deze moeiteloos, dankbaar zelfs. Dan maar via Rotterdam en Amersfoort naar Zwolle.

Frans wil graag naar Plato in Deventer. Heeft Zwolle dan geen Plato? We rijden het station al binnen, gelukkig hebben de Koplopers op deze route draadloos Internet, en razendsnel tovert Erica uit een zwart apparaatje Klokkensteeg 14, en toont ons een foto van het pand. In Zwolle miezert het en voor we het weten staan we al in deze mooie zaak. De platenbaas heeft zelfs nog wat oude nummers van het onvolprezen maandblad Mania. Via Xenos, de andere Frans moet hier ook eens kijken voor met het inrichten van zijn bordeel, en allerlei andere winkels en een heuse Automatiek, bereiken we het station en nemen de trein naar Nijverdal West.

 

De aansluitende bussen bij Station West naar Nijverdal Centraal en Rijssen wachten al uitnodigend, maar wel met gesloten deuren, op de 3 de trap op strompelende reizigers, maar ondanks onze schijnbeweging om toch nog in te stappen, stuiven ze weg. De bouw van de nieuwe snelweg- en spoorwegtunnel schiet sinds het vorige bezoek van De digitale reiziger nog niet echt op. De enige verandering is het neerzetten van nog een hijskraan.

Even later zoekt en zingt Frans, samen met Coby en Jet van bezoekerscentrum Sallandse Heuvelrug de aloude hit Somewhere over the rainbow, enzovoorts. Omdat ze gedrieën het ook niet kunnen vinden vraagt Coby enthousiast “Wie dit liedje ook al weer zong”. Frans begint alle 136 artiesten op te noemen en even later worden we uitbundig uitgezwaaid en kunnen we beginnen aan de wandeling over de mooie heuvelrug naar Holten. Pijltjes in diverse kleuren en richtingen wijzen de weg. We besluiten de oranje te volgen, en daarna de zwarte. Al gauw komt een elektrische mini scootmobieltouringcar, gevuld met ouden van dagen, ons tegemoet op het smalle pad. We kunnen die nog net ontwijken, het lijkt hier Albert Heijn wel. Tijd voor een foto is er niet.

Het bos is mooi en vol dierengeluiden. Al snel komen we bij een ravijn, maar gelukkig is er een hangbrug over, en Erica en Frans brengen deze al snel aan het dansen. Er verschijnen nu ook paaltjes met een olifant erop, maar deze zijn niet gesponsord door kruidenier Jumbo, daar is geen geld meer voor. Ze willen er immers elke week een nieuwe winkel bij. Ook kruisen we een route met om de 10 meter een enorme houten eekhoorn. Frans is vol bewondering over hoe knap deze allemaal gefiguurzaagd zijn, gelukkig heeft niet iedereen 2 linkerhanden.

De veel te paarse heide van vorig jaar is nu helaas totaal dood. Op een gegeven moment spot Frans 1 klein hertje, we kijken een tijdje naar elkaar. Tja, wat moet je anders. Frans wordt overmoedig en zegt dat hij altijd alles ziet. De andere herten iets verderop meldt hij ons niet. Op de achtergrond is de koekoek klaar: het is 78 uur. We gaan weer verder maar volgens Maxwell klopt het niet meer, hij vertrouwt de oranje pijlen niet meer. Helaas missen we de zon voor onze oriëntatie. Nadeel van de pijltjes is dat er verder niets op staat en er, anders dan bij het fietsknooppunten netwerk, ook geen plattegronden zijn neergezet. De aloude betrouwbare ANWB-paddenstoelen ontbreken. De wielrijdersbond plaatst deze alleen langs fietsroutes. We besluiten nu kleine wit-rode bordjes te volgen, de geplande zwarte pijlen zijn onvindbaar, en hebben het idee dat we 180 graden gedraaid verder lopen.

 

Het zwarte apparaatje van Erica tovert een zwart scherm met een rode punt en meldt dat we met een snelheid van 4,9 km/uur in zuidwestelijke richting gaan. We zijn dus goed op weg. Behalve dierengeluiden horen we alleen onszelf en heel veel vliegtuigen. Maxwell weet dat de zeer drukke vliegroute Londen – Amsterdam – Berlijn – Moskou precies boven de Sallandse Heuvelrug loopt, wij bevinden ons dus in het middelpunt van de wereld!

De route voert ons het bos weer in. Een vorige keer hoorden we hier continue het geluid van motorzagen om de restanten van een orkaan weg te zagen. Kleine kleurige zangvogeltjes begeleiden ons. Achter een heuvel doemt een grote tractor met aanhanger op. Deze is volgeladen met bomen. De kleine wit-rode wegwijs bordjes zitten gewoon aan bomen getimmerd. En ja hoor, waar de houthakkers hebben huisgehouden, is geen bordje meer te bekennen. We besluiten gewoon door te wandelen en passeren een grens met een slagboom: we zijn waar we dachten al uren te wandelen: in nationaal park de Sallandse Heuvelrug.

Onze speurneus ontdekt op een viersprong een bezemsteel, leunend tegen een boompje, met een wit-rood schildje: gelukkig, we hebben het spoor weer te pakken. Hij kon het bordje wel knuffelen en stond al snel met een halve bezemsteel verdwaasd in zijn hand. We besluiten gewoon rechtdoor te wandelen. Elke keer ziet het bos er anders uit. We horen nu ook wat verkeerslawaai en zien al gauw een stoet van 8 mooie OAD-bussen, waaronder de onlangs aangekochte duizendste OAD-bus, en de gouden KNVB-bus. Ze rijden dezelfde kant op als wij lopen, richting Holten dus.

De bosweg krijgt gezelschap van een apart fietspad en na een tijdje verschijnt het ons vertrouwde fietsknooppuntnummerbordje en al gauw bekijken we de fietsknooppuntplattegrond. Station Holten is 4,9 kilometer ver en over exact 60 minuten vertrekt daar de trein. Moet lukken. Na een tijdje zien we een huis, even later een compleet museum en er verschijnen houten paaltjes langs de weg, ongeveer 25 meter van elkaar. Ze bevatten een jaartal en een draaibare kubus met informatie over dat jaar. Voor het eerst zien we die bij 1950 en de laatste paal met het jaar 2000 staat bij het station. Vreemd is dat uitgerekend alleen de kubussen van het geboortejaar van de andere Frans en van Maxwell ontbreken! Thuis ontdekken we dat er 2000 paaltjes op dit Wereldtijdpad staan, over een afstand van 50 kilometer.

Wonderlijk genoeg komen we twintig minuten te vroeg aan op het station waar een oude Sprinter met toilet ons komt ophalen. De conducteur, van het Bromsnor type, eist dat we ons legitimatiebewijs tonen. Hij beargumenteert dat met het onlogische “Er wordt zo veel met kaartjes gerotzooid, maar jullie vertrouw ik wel”. We spelen mee en omslachtig zoeken we in alle jaszakken en tonen kilometers verder het ID. In Deventer zwaaien we Erica uit richting het zuiden, wij gaan hier koopavond genieten en verlaten het station aan de blikfabriekkant, de achterzijde dus.

Frans loopt zich al dagen te verheugen op een avondmaal bij La Place, verleid door de onlangs toegezonden kortingbonnen. Stomtoevallig komen we al snel een groot splinternieuw winkelcentrum tegen met een enorme grote en lege La Place. We besluiten eerst even te gaan winkelen en pas daarna te dineren. Nu is het restaurant helemaal leeg. Twee uitgedroogde gebakjes kijken ons treurig aan. Een opgewekte ober begroet ons hartelijk en meldt dat als we willen eten maar naar La Place in het centrum moeten gaan. In de pannen daar liggen alleen nog schuursponsjes, maar ja, daar hebben we geen trek in. Koopavond in Deventer is als Urk tijdens de zondagsmis. Wel komen we Plato tegen, even groot als onze zijkamer thuis, en natuurlijk al uren gesloten.

Omdat we vandaag met een Jumbotreinkaartje reizen, besluiten we daar koffie te drinken. Als we in een Jumbo rondlopen zijn we altijd blij dat in onze stad deze supermarkt niet zit. En natuurlijk lukt het met de koffie ook weer niet: de bekertjes zijn op. Een behulpzame vakkenvuller gaat ze zoeken: “Zeg maar dat de bekertjes op zijn.” horen we vanuit het magazijn. We gaan maar naar huis. Als we Apeldoorn binnenrijden begint een jongetje van een jaar of 3 enthousiast te juichen: “Ja, de bus, de bus, de bus, ja de bus, de bus, ja de bus, de bus, de bus”, enzovoorts. Gelukkig voor hem stappen ze hier uit. Apeldoorn heeft de donkerblauwe bussen vervangen door lichtblauwe en lichtgroene bussen. In de trein komen we de lopende koffieverkoper weer tegen. We beginnen hem al te herkennen. Koopavond in Den Haag sluiten ze af door alleen spoor 1, waar onze Sprinter zonder toilet klaar staat, af te sluiten met een knok/controle ploeg van een man of 15. Uiteindelijk worden we doorgelaten, een Jumbotreinkaartje op A4-formaat met daarop een zak patat begrijpen ze echt niet.

Geschreven op 20 mei 2011 door Maxwell van Haeghwijck.
Gepubliceerd 4 juni 2011 door De digitale reiziger.
Er geweest: donderdag 19 mei 2011. En op 24 mei 2011 op de fiets om nog wat foto’s te maken, onder andere van een onttakelde Mat'64 op het rangeerterrein tussen station Zwolle en de IJssel.




© Maxwell van Haeghwijck, Haaglanden, 2011.


<< naar thuispagina Frans Mensonides