Huygens' Zedeprinten (1623) - De waard, Inleiding

Zedeprinten Startpagina <<<

De waard

Waard moet een van de oudste beroepen ter wereld zijn. Al sedert de grijze oudheid bestonden er herbergen waar reizigers onderdak vonden en waar een maaltijd klaarstond voor vreemdelingen en stadgenoten.

De herbergier uit Huygens’ tijd was een allround-horecaman: hotelier, zalenverhuurder, restauranthouder en kroegbaas. Maar hij was meer: hij was vertrouwensman van zijn gasten en soms makelaar of bemiddelaar bij de transacties die plaatsvonden in de herberg.

Een goede waard stond in hoog aanzien. Maar Huygens moet op de avond dat hij dit zedeprintje bedacht, beland zijn in een wat schamele herberg, anders zouden we niet kunnen verklaren waarom zijn portret van de waard zo negatief uitvalt. De man zet zijn gasten een beroerde maaltijd voor, zwetst teveel aan hun hoofd en voert ze, louter voor zijn eigen gewin, dronken.

Huygens grijpt de print aan voor een les over matigheid: wie te veel drinkt, betaalt uiteindelijk letterlijk en figuurlijk het gelag.

De waard; vertaling >>>


© Frans Mensonides, Leiden, 2007.