Aflevering: 3
Datum: Vrijdag 20 januari 2006
Onderwerp: Vijftig manieren waarop ik mijn leven verpestte en hoe jij dat kunt voorkomen; F. de Waal (recensie)


naar thuispagina

Vijftig manieren waarop ik mijn leven verpestte en hoe jij dat kunt voorkomen. Een boektitel, zelfs van een zelfhulpboek, kan al te pompeus, al te pretentieus zijn. Zo’n boek koop je vanwege die mooie cover, met dat plaatje van een vage man die in zijn eigen voet schiet, en vanwege de belofte: 'met tekeningen van Kamagurka'. Het visuele gedeelte van dit boek bleek inderdaad zeer genietbaar.

François de Waal (1954), columnist en televisiemaker, tekende voor dit product uit de reeks Scriptum Psychologie. Eens was De Waal een erkende klootzak en boerenhufter, die geen enkele column gedurende lange tijd wist te vullen, en geen enkel TV-programma gedurende lange tijd wist te maken. Als hij zelf al niet met slaande deuren wegliep, werd hij wel ontslagen; soms omdat zijn columns zelfs voor columns te grof waren; soms omdat hij zelfs voor een columnist en televisiemaker zo’n ongelooflijke tiefeslijer was.

Toen kwam zijn grote ommekeer, vermoedelijk – het boek vermeldt dit niet – op de dag dat een uitgever hem voorspiegelde, dat er een markt bestond voor positieve feel good boeken; voor met een dun sausje goedkope psychologie overgoten bekerings- en bekentenisliteratuur. De Waal mocht eerst iets schrijven in het psychobabble-blad Psychologie Magazine. Hij kreeg daar voldoende positieve reacties op om het eens met een heel boek te proberen.

Vijftig manieren…telt evenzoveel hoofdstukken, elk voorzien van een éénwoordige titel. Boos, Mislukt, Bang, Cynisch; dat was François voor zijn ommekeer; Succes, Seks, Geld, dat joeg hij decennialang vergeefs en krampachtig na; Zelfkennis, Kansen, Intuïtie, Zelfliefde, Harmonie; dat heeft hij uiteindelijk allemaal gevonden.

Vrijwel alle hoofdstukken zijn gebaseerd op het bekende vóór-en-na stramien dat het ook zo goed doet in tell-sell voor afslankpillen, steunzolen en gymnastiektoestellen. In felle kleuren schildert De Waal hoe bedonderd het vroeger met hem gesteld was, en hoe goed het thans met hem gaat. De kwintessens van zijn ommekeer blijft echter, evenals de man op de cover, in het vage. De Waal strooit weliswaar kwistig met quasi-diepzinnige uitspraken als: ‘Een echte intellectueel beseft dat hij maar voor een deel intellectueel is’; en: ‘De enige bevredigende manier om je leegte te vullen is vrede vinden met wie je bent en wat je hebt’, maar komt nergens achter zijn eigen woordenbrij vandaan. Waar is de mens achter de babbelbox?

Natuurlijk gelooft De Waal, zoon van heidense ouders, tegenwoordig ook best wel een beetje in God; maar dan niet op de manier van de EO, die ooit, ook alweer een blauwe maandag, zijn brood betaalde. Onder het hoofdje ‘God’ legt hij het allemaal uit. Dat De Waal een belabberde schrijfstijl heeft, vermeld ik slechts ten overvloede; zijn journalistieke achtergrond staat daarvoor wel borg.

De Waal besluit elk hoofdstuk met drie tips hoe ook de lezer zo ver kan komen als hij. Dat zijn in totaal 150 tips. Gedeeld op de aanschafprijs van het boek, die 16 euro bedraagt, is elke tip ruim een dubbeltje waard. Maar déze is onbetaalbaar, en ik eindig er dan ook mee: ‘Wees dankbaar voor wat je wel hebt. Bedenk eens hoeveel dingen je eigenlijk helemaal niet wilt hebben, als je er goed over nadenkt’. Dit boek hoort voor mij zeker tot die categorie.


© Frans Mensonides, Leiden, 2006


13 jan. 2006: 'Borrel jij wel genoeg'? Het studentenleven
5 jan. 2006: Oer-tekstverwerker uit 1984


naar thuispagina