De digitale reiziger (58): Hanzelijn per Hanzeliner


Busstation Dronten 

Lees ook het vervolg: buitendienststelling Zwolle en nieuwe
informatie over de dienstregeling; zomer 2012 >>>

De Hanzelijn, de spoorlijn Lelystad – Zwolle, heb ik altijd gezien als een surrogaat voor de Zuiderzeelijn (Lelystad – Groningen), die niet doorging. Toch lijkt de 50 kilometer lange verbinding door de polders bestaansrecht te hebben. Een weliswaar niet al te dichtbevolkt stuk van Nederland wordt ontsloten per trein, en het noorden van Nederland komt 20 spoorminuten dichter bij Amsterdam te liggen.

Het ruime miljard euro dat de Hanzelijn mocht kosten, lijkt dus toch wél besteed. De lijn is momenteel in vergevorderde staat van aanleg en zal op 12/12/12 in gebruik worden genomen. Ik ‘deed’ de Hanzelijn met zijn voorganger, de Hanzeliner Lelystad – Dronten – Kampen Zuid – Zwolle, en dat is een bus, voor de duidelijkheid.

 

Zwarte lijn: Hanzelijn in aanleg. 1=station Lelystad NS, 2=station Dronten, 3=Drontermeertunnel, 4=station Kampen Zuid, 5=aansluiting op spoor uit Amersfoort; nieuwe IJsselbrug; 6=station Zwolle.
blauwe lijn: route Hanzeliner.
rode lijn: spoorlijn Zwolle – Kampen
groene lijn: spoorlijn Zwole - Amersfoort
Kaartje overgenomen van Wikipedia NL (Hanzelijn) en aangepast

Het is vandaag de 50ste sterfdag van mijn vader; ik schreef erover op FHM’s A-viertjes. Ik bekijk deze dag de wereld een beetje door zijn ogen. Veronderstel – het is een goed ding dat het niet kan – dat hij een dag terug zou mogen komen om te kijken in de wereld van vandaag, waar we zelf al met zoveel moeite aan kunnen wennen. Hoe ontheemd zou hij zich gevoeld hebben in het Nederland van een halve eeuw na zijn dood!

Hoofddorp was in 1961 een plattelandsdorpje, Schiphol niet weggelegd voor mensen met een modale beurs, Amsterdam ZO weiland, Almere een en al meer, Oostelijk Flevoland een nog onbewoonde kluit modder. Treinen hadden nog maar één verdieping, met wel een restauratie aan boord. En stations hadden nog kruiers en in- en uitgangscontrole.

Mijn vader zou zich even verdwaasd hebben gevoeld in Almere als het groepje jonge mannen uit een ver, vreemd land die ik op Almere Centrum op het perron zie staan. Amsterdam stelt ze duidelijk teleur. Waar is het Rijksmuseum? Waar zijn hier de hoeren? Ze hebben op Schiphol de verkeerde trein genomen en laten zich nu door een conducteur naar het juiste perron dirigeren.

Vanuit Leiden kun je Lelystad het snelst bereiken door de IC van .13 of .43 naar Amsterdam CS te nemen en op Schiphol over te stappen. In Lelystad heb je dan een strakke aansluiting op de Hanzeliner. Ik mis echter in Leiden de trein en maak er een boemelrit van.

Lelystad Centrum - het enige station dat deze stad rijk is; de toevoeging Centrum is overbodig – wordt uitgebreid van 2 naar 4 sporen en krijgt ter gelegenheid van de komst van de Hanzelijn een extra eilandperron. Het is vrijwel gereed, zo te zien; de toegangswegen ernaartoe zijn nog afgesloten.

 

Lees ook het vervolg: buitendienststelling Zwolle en nieuwe
informatie over de dienstregeling; zomer 2012 >>>


Dat de IC’s op de Hanzelijn in Lelystad gaan stoppen, dat is nog niet eens zeker. Er is nog heel weinig zeker over de dienstregeling vanaf december 2012. Ik heb er tegenstrijdige dingen over gevonden op het web.

Wel zeker is dat er op de Hanzelijn twee IC’s en twee stoptreinen per uur zullen rijden. Die IC’s zullen naar alle waarschijnlijkheid een rechtstreekse verbinding onderhouden tussen Groningen en Den Haag CS. Deze treinen rijden dan van Groningen via Zwolle, de Hanzelijn en de Flevolijn naar Amsterdam CS, en worden vastgeknoopt aan de huidige IC’s die via Schiphol en Leiden Centraal naar Den Haag CS rijden. In Zwolle geven ze aansluiting op de IC's Leeuwarden - Rotterdam, die als vanouds via Amersfoort rijden.

Maar volgens een doorgaans betrouwbare bron die reageerde op de eerste versie van dit stuk, gaan de IC's Groningen - Den Haag na hun tocht over de Hanzelijn niet via Amsterdam CS, maar via de kortste weg: Amsterdam Zuid.

Deze IC’s zouden dan tussen Zwolle en Schiphol alleen stoppen in Lelystad, Almere Centrum en Amsterdam Zuid. De reisduur Zwolle – Amsterdam Zuid zou dan beperkt blijven tot een minuut of 55, tegen 1:13 nu, via Amersfoort. Op de Hanzelijn zullen de treinen voorlopig 160 km/uur rijden, al is de baan, die geen gelijkvloerse wegkruisingen krijgt, op de meeste plekken geschikt voor 200.

Twee nieuwe stations worden gebouwd: Dronten en Kampen Zuid, die dus elk halfuur een stoptrein zullen zien stoppen. De stoptreinen uit Zwolle zullen misschien doorrijden naar Schiphol, maar misschien ook niet; zoals gezegd is er nog weinig zeker. In de loop van dit jaar moet het duidelijker worden. Men hoopt met deze nieuwe lijn in ieder geval 30.000 reizigers per dag te vervoeren. Dit zijn voornamelijk doorgaande reizigers van het noorden naar het westen en vice versa. De stoptreinstations Kampen Zuid en Dronten zullen elk goed zijn voor een stuk of 3.000 passagiers per dag.

Als je in Lelystad op het perron staat en naar het noorden kijkt, denk je: Zwolle, here we come! Maar het stuk spoor dat je voor je ziet, lag er al sinds de voltooiing van de Flevolijn in 1988; die kreeg een opvallend lang uitloopspoor van 6 kilometer, dat een mooi beginnetje vormde voor de Hanzelijn.

Een stoptreinritje Lelystad-Zwolle gaat een krap halfuur duren. De Hanzeliner doet er momenteel een ruim uur over. Hij rijdt overdag in kwartierdienst, is een overblijfsel uit het Interlinertijdperk, compleet met antieke Interlinerhaltes uit 1994, en kent een ondoorgrondelijk tariefsysteem. Je kunt reizen op chipkaart, wat ik maar doe omdat je je dan verder nergens in hoeft te verdiepen, en in ieder geval zeker weet dat je te veel betaalt. Maar je kunt ook terecht met strippenkaarten en ook nog losse enkeltjes en retourtjes kopen. Op bepaalde tijdstippen schijn je korting te kunnen krijgen, maar in de spits kan het je overkomen dat je juist toeslag moet betalen. Ik heb geen zin, me er nog in te verdiepen, voor die krappe twee jaar dat deze verbinding nog zal bestaan.

 

Lelystad - onderweg naar Dronten - Busstation Dronten (2x) - bij station Dronten - Kampen Zuid (2x) - IJsselbrug bij Kampen - Zwolle NS


De rond het middaguur vrijwel lege Hanzeliner stopt nog ergens in een buitenwijk van Lelystad en zet dan koers naar Dronten. We zitten natuurlijk in de snelbus, maar ook de reguliere streekbus zal niet vaak hoeven stoppen, bij eenzame abri’s op kruispunten van rechte wegen, in een landschap waar binnen een straal van een kilometer geen menselijke nederzetting te bespeuren is. We hebben polderland rechts en bossen links; de bossen beginnen na een halve eeuw een beetje op bossen te lijken, en niet op door mensen geplante bomenrijtjes. Het heeft tijd nodig, zoals alles. De Hanzelijn in aanleg zie je niet; die loopt zo’n kilometer of 5 meer naar het noorden.

Tijdens de rit is het zonnig en mistig tegelijk. Kan dat? Hier wel. Vanmorgen heerste overal een klamme, tot op het bot verstenende mist, maar in de loop van de dag zal die plaatsmaken voor iets wat je een lentezonnetje zou kunnen noemen. Begin maart is een overgangsperiode. Weerkundigen rekenen het voortvarend tot het voorjaar, die volgens astronomen pas aanbreekt als de zon de hemelevenaar gekruist heeft.

Dronten is onlangs door ik-weet-niet-wie-of-wat uitgeroepen tot nummer 11 op de lijst van volstrekt onleefbare gemeenten in Nederland. Wat voor criteria daarvoor worden aangehouden, weet ik niet. Als je Dronten binnenrijdt, en ook al je er een paar uur verblijft, lijkt het op een middelgroot dorp als ieder ander. Goed, het is wat kaal, het is nog wat nieuw en onwennig hier, hoewel de eerste huissleutel toch al in 1962 in het slot werd gestoken. Liefhebbers van bruisend stadsvertier en knusse middeleeuwse plaatsjes komen er slecht aan hun trekken. Maar een getto is deze gemeente, die 40.000 inwoners telt inclusief Swifterbant en Biddinghuizen, toch bepaald niet.

De Hanzeliner stopt bij de halte Manege en vervolgens op het busstation nabij het winkelhart. Bij de laatste halte stap ik uit, en bezoek meteen De Meerpaal, hét architectonische piece de resistance in een verder niet al te opmerkelijke plaats.

 

 

 


Zeg Dronten en je zegt: De Meerpaal. Menig tv-programma kwam uit dit complex, dat je nog het beste kunt / kon omschrijven als een groot overdekt marktplein. Die functie had het ook, oorspronkelijk. Het werd in de jaren 60 ontworpen door een provo onder de architecten die het opzettelijk neerpootte op het kruispunt van de vier windstreken. Je kon er letterlijk en figuurlijk niet omheen. Het aanleggen van een assenkruis van doorgaande wegen door Dronten werd er definitief door ontmoedigd.

Geen Drontenaar die echt hield van De Meerpaal, maar toen de gemeente aan het eind van de jaren 80 besloot, het complex te slopen, kwam de hele bevolking in verzet; kwijt wilden ze hun boegbeeld toch ook weer niet. Er kwam een compromis: vernieuw- of zo je wilt, vernielbouw.

Wat ik hier nu zie is zoiets als De Meerpaal 2.0. Het gebouw verenigt schouwburg, bioscoop, restaurant, bibliotheek, VVV en welzijnsstichting onder één zeer hoog dak. Het lijkt nog het meest op een gigantische theaterfoyer, die open is, hoewel het theater dicht is en ik geen kaartje heb voor enigerlei voorstelling. Ik gebruik een handig sta-tafeltje om de aantekeningen in mijn notitieboekje bij te werken.

Behalve het theater is verder ook alles dicht; het restaurant, de bibliotheek. Alleen het toilet is gelukkig open, en het leescafé, maar daar valt niet meer te verkrijgen dan een kop automatenkoffie.

 


Dus maar snel op weg naar dat station in aanbouw. Het ligt een meter of 1250 ten noorden van de Meerpaal, op een bedrijventerrein, even buiten de bewoonde wereld. Ik hoop dat de weinige streekbuslijnen die Dronten aandoen, hier straks een goede aansluiting geven op de treinen. Het station ligt 7 meter boven maaiveld en krijgt twee perronsporen aan de zijkanten en twee inhaalsporen in het midden.

Niet alleen op De Meerpaal lopen de wegen dood, in Dronten. Een rotonde vlak bij het station kent ook twee takken die abrupt eindigen en overgaan in gras. Aan een station zonder treinen is verder ook niet echt veel te zien, dus ik loop terug naar het centrum, via een al evenmin opzienbarende woonwijk met rijtjes huizen en een rietslootje. Het politiebureau van Dronten lijkt op een kerkje, het kerkje… helemaal nergens op, in wezen. Hoewel de thermometer 3 graden wijst, loopt het zweet me langs de rug; de zon heeft al aardig wat kracht.

Ik was hier al eens in 1994, toen die Interliner net reed; twee jaar voordat ik via Internet verslag zou gaan doen van mijn OV-omzwervingen. Het kon wel in 2 voor Gristus geweest zijn, zo lang lijkt het geleden. Het overdekte winkelcentrum is sindsdien aardig geüpgraded, zo te zien.

Uit de overvloedige horeca kies ik eetcafé Moellies. Een foute keus, zo zal spoedig blijken, want de kroketten in dit restaurant zijn niet alleen aan de kleine kant, maar ook nog kledderig, binnen een stugge korst, en de broodjes zijn bovendien knoerthard. Waarom zeg je dan desgevraagd toch, dat het gesmaakt heeft?

Tijdens het wachten op die lekkernij heb ik de krant gelezen. We zijn nu nog steeds in afwachting van de verziekingsuitslag. Het zal tot 23 mei duren voordat we zeker weten hoe de Eerste Kamer samengesteld is. Het doet me denken aan het lang uitblijven van uitslagen in terreurstaten, waar ze weken nodig hebben om voldoende valse verkiezingsbiljetten bij te drukken en in te vullen. Maar bij ons heeft het zijn oorzaak in een onbegrijpelijke getrapte stemprocedure met berekeningen waarvoor je hogere wiskunde gestudeerd moet hebben.

Het laat zich aanzien dat noch Wilders’ barbarenkliek, noch de linkse kerk een meerderheid van 38 zetels zal behalen. Met dat resultaat ben ik heel blij, als adept van de Overige Partijen. Geen van de twee blokken is echt de baas, in ons land. En de ‘sneeuwschuiver’ van Cohen, gewoon alles wegstemmen wat het kabinet voorstelt, gewoon alle problemen vooruitschuiven naar de volgende generaties; zitten we dáár op te wachten? Waar is de tijd gebleven dat de linkse partijen wisten hoe de maatschappij eruit moest zien en de rechtse de hakken in het zand zetten om alles bij het ouwe te houwen? Alles is andersom in het huidige tijdsgewricht.

Mijn vader, PvdA-lid, zou meer dingen niet kunnen begrijpen in de krant die ik lees, in afwachting van de lunch waarvan ik dan nog hoge verwachtingen koester. Ik begin aan een lijstje van zaken en namen die in zijn tijd nog niet in de krant stonden: CDA, PVV, Groen Links, D66, SP, Citotoets, vakantieveilingen via Internet, Kadhaffi, Twitter, ID-kaart, DVD, Burn-out, FC Twente, rode kaart, Hanzelijn, zoveel procent bijtelling, schoolkinderen met een ‘laptopnek’; die had hij als onderwijzer vast niet in zijn klas.

Dat voorlaatste, bijtelling, snap ik ook niet, als niet-bezitter van een vierwielige benzinedrinker. En dat zou hij dan vast weer niet snappen, dat ik zo’n ding nooit heb willen hebben. Hij keerde in de laatste jaren van zijn leven elke cent om, om er ooit één te kunnen aanschaffen voor zijn gezin. Nog jaren na zijn dood hebben we een catalogus van de Auto RAI van 1960 in de boekenkast gehad; hij had er misschien al een op het oog.

Dat laatste, de laptopnek, die ben ik bezig te ontwikkelen, vrees ik. Het is meer: een laptoprug. Ik heb laatst zo’n netbookje gekocht die zo lekker licht is, en die ik daarom ook overal maar mee naartoe sleep. Stel dat je opeens een inval krijgt, en je hebt hem niet bij je. Ik krijg die laptoprug meer van het sjouwen dan van het typen, en heb hem vandaag dan ook maar thuisgelaten.

Onthouden voor over twee jaar, bij leven en welzijn, als ik de Hanzelijn doe: niet meer bij Moellies. Daar kan ik me nu al op verkneukelen, over een maand of 21 met de Hanzelijn, die ik vandaag in aanleg zie; direct van Leiden naar Zwolle, ongekend!

 

Kampen Zuid

Vandaag gewoon verder met de Hanzeliner, met zijn stoere dubbele achteras. Het wordt nu wat drukker; de scholieren zijn op de thuisreis. De Liner gaat onder het toekomstige spoor door en kiest zijn weg naar Kampen. Eerst zie ik het spoortalud nog even rechts van me, maar dan verdwijnt het al snel in de vage nevel die vanmiddag boven de polders hangt. Bij de Roggebotsluis kruisen we het Drontermeer en daarmee de grens tussen nieuw en oud land. De trein doet dat straks 2 km. ten zuiden van de sluis, via een 800 meter lange tunnel, het duurste stukje Hanzelijn.

Kampen is straks na 2012 bereikbaar met twee verschillende raillijnen. Er was al heel lang een lijntje Zwolle – Kampen, met het minimale aantal stations dat een spoorlijn kan hebben. Die komt strikt genomen niet eens in Kampen, maar sterft in IJsselmuiden, bij de brug over de IJssel. De nieuwe Hanzelijn volgt een heel andere koers. Hij raakt het zuidwestpuntje van Kampen, en stopt daar bij station Kampen Zuid. Tien kilometer verder takt hij bij Hattem aan op de lijn uit Amersfoort en kruist hij de IJssel via een nieuwe, hogere brug die niet meer open hoeft voor het passerende scheepvaartverkeer. Dat andere, korte Kampense lijntje wordt volgend jaar verlightraild en krijgt een paar extra haltes in het westen van de steeds maar uitdijende hoofdstad van Overijssel.

De enige Kampense bushalte van de Hanzeliner heet ook Kampen Zuid en ligt buiten de bebouwde kom aan een doorgaande weg. Er is één abri voor beide richtingen. Dat is erg verneukeratief; straks goed oppassen dat ik in de bus naar Zwolle stap, en niet die naar Lelystad! Die bussen arriveren bovendien bijna op hetzelfde tijdstip.

Station Kampen Zuid in statu nascendi kan ik alleen uit de verte fotograferen; het ligt in een weiland langs de snelweg. Het station krijgt twee perrons aan de zijkanten, en geen inhaalsporen. Er komt nog een soort stationsomgeving, en hopelijk ook een weg erheen.

 

 

 


Ik bewandel de nieuwste nieuwbouwwijk, Het Onderdijks, van deze voormalige Hanzestad. Ongelooflijk dat hij tot dezelfde stad behoort als de bekende zeven kerken en de drie stadspoorten. Die stad zie je onder de IJsselbrug door in de verte. Twee verschillende werelden, elk met hun eigen raillijn.

Het ziektebeeld van Het Onderdijks is me al snel duidelijk: ‘Stijlvol wonen in jaren 30 stijl’, zo niet in namaak-18e-eeuwse landhuizen of rieten fake-boerderijen. Dat wonen doe je dan in straatnaamvondsten als Twiegweerd, Eimbrink, Overslaggronden, Tichelgat, Lange Rille, Onweerskamp en Rivierduinen.

Die laatste straatnaam is de enige normale naam hier, maar in de streek waar ik vandaan kom is Rivierduinen een keten van krankzinnigengestichten, dus toch is het een ‘gekke’ naam in mijn oren. Ik heb er mijn oude, alcoholistische vriend Tjeerd eens opgezocht. Een gekkin bekogelde ons met een rugzak en een kom lauwe koffie (waar Tjeerd so wie so al geen liefhebber van is) en werd met zachte hand afgevoerd naar de separeercel. Het heeft niets met dit verhaal te maken, maar het is nu eenmaal mijn associatie bij Rivierduinen.

Moderne huizen hebben ze hier toch ook, naast de stijlvolle ouwe. Ik presteer het toch, in een klein moment van onoplettendheid, in de bus naar Lelystad te stappen, en sta 20 minuten later andermaal in Dronten. Ik laat me er niet door ontmoedigen; mijn humeur is vandaag onverwoestbaar, en kan van alles verdragen, van korsterige kroketten tot mijn eigen stommiteiten. Ik ga dan nog maar een keer plassen in De Meerpaal, nu ik er toch ben; het is echt plasserig weer vandaag.

Eindelijk op weg naar Zwolle, dan toch nog. Achter me in de lange Hanzeliner zit een man met een harde stem (ideaal voor het soort lectuur dat ik produceer) onophoudelijk te zaniken tegen een vriendin, denk ik, of een vriendin van zijn vrouw, die hem een dagje wil aanhoren. ‘Maar wat dan het vervelende is, dan ben je weer afhankelijk. Altijd ben je afhankelijk. Je kunt niet terug wanneer je terug wilt. Als je ook maar een minuut te laat komt, dan zit die stalling dicht. Dan moet ik dat hele eind lopen. En daar heb ik dan net geen zin meer in, op dat tijdstip. En dan moet ik die fiets de volgende dag weer helemaal ophalen. Weer datzelfde stuk lopen. En dat alleen omdat ik het zo naar mijn zin had dat ik te laat bij die stalling kwam. Dat is vervélend. Dat is ontzettend vervélend. Dat is zéker vervelend.’ Hij spreekt op gekwelde, getergde toon.

We passeren het punt waar ik net in de fout ging. Even later kruisen we de IJssel via de brug die ik al gezien heb. De man achter me is overgegaan op de bij dit mensentype onvermijdelijke medische causerie.
‘Het wordt nu steeds kleiner, gelukkig. Nee, het is niet kwaadaardig; geen jeweetwel. Ja, er zit wel een lichaamsvreemde stof in, zei die dokter. Hij moet er eigenlijk uit. Maar ik heb geen zin in dat gedoe, dat gesnij. Het gaat vanzelf wel weg. Ik laat niet door zo’n sierurreg in me snijden als het niet echt… En dan vraag ik in ieder geval eerst een second opinion.’

We rijden nu over een weg met riante herenboerderijen aan weerszijden. Een kudde schapen gaat als makke schapen een stal binnen. Geen spoor hier van de Hanzelijn, die past bij het moderne Nederland, en niet bij dat van de boerenerven. Even later zie ik het boemeltje Zwolle – Kampen voorbij tuffen op een hoge spoordijk naast ons.

Zwolle, waar ik vijf dagen geleden ook was, voor Museum De Fundatie. Zo kom je nooit in Zwolle, en zo kon je er twee keer in één week. De bus stopt op de Eekwal, in het centrum. De zeurkous en zijn vrouwelijke metgezel stappen uit. Hij is een benige, grijze man.
‘Denk je nou straks in dat restaurant een beetje aan je suiker?’, zegt het vrouwspersoon.
‘Ach, ik héb toch helemaal geen suiker!’, zegt de man, weer zo gekweld. ‘Ik heb juist suiker te weinig. Te WEINIG. Dat heb ik je toch allemaal verteld, dat die specialist tegen me zei…’

 

 


Een minuut later bereik ik station Zwolle, dat net als Lelystad een extra eilandperron krijgt, met sporen 9 en 10, voor de Hanzelijn. Er komt, of blijft hier een ‘knoop’; je hebt straks aansluiting in alle richtingen: Groningen, Leeuwarden, Lelystad, Amersfoort. Las ik ergens. Hoe ze het dienstregelingstechnisch gaan doen, weet ik nog niet. Rijden via Amsterdam CS lijkt me geen goed idee; het is een omweg, en het wordt rond Weesp dan nog krapper dan het al was. Daarom is het toch beter om hem via Amsterdam Zuid meteen naar Schiphol te laten rijden, in plaats van de huidige sneltreinen Lelystad – Schiphol. Als ze op 15 en 45 vertrekken uit Zwolle, vallen ze volgens mij precies in dat pad. Van Schiphol kun je die trein dan gemakkelijk doortrekken naar Den Haag CS; op dat traject is ruimte genoeg, zeker daar de IC's naar Vlissingen vanaf 2012 (?) via Haarlem gaan rijden.

En als ze die IC dan de stoptrein laten inhalen op station Dronten, komt die stoptrein bij Almere Oostvaarders precies in het pad van de stoptrein naar Schiphol. Maar als ze hem pakweg 7 minuten na de IC uit Zwolle laten vertrekken, hoeft hij er in Dronten niet op te wachten en kan hij door als stoptrein naar Amsterdam CS. Ook aantrekkelijk: Dronten – Amsterdam rechtstreeks binnen een uur. Op de achterkant van een oude envelop klopt het allemaal perfect, maar ik ben benieuwd naar de uitwerking in het echie.

Die 150 meter lange tunnel onder de sporen zal flink verbreed worden. Natuurlijk komt er dan ook meteen een winkelcentrum in; ook in Zwolle geloven ze dat de mensen tegenwoordig portemonnees hebben zonder bodem. In verband daarmee is een tijdelijke traverse over de sporen gebouwd. Aan de wanden hangen museumstukken uit De Fundatie; reproducties dan. Loopbrug en tunnel leiden je naar het stadskantoor van Zwolle, een modern geval met een soort bureaulamp op het dak, opdat de ambtenaren alles helder kunnen zien, ook in donkere tijden.

 


Als ik met de trein Zwolle verlaat, werp ik nog even een blik op de nieuwe, hoge brug over de IJssel schuin boven me, en de Hanzelijn die rechts in het landschap verdwijnt. Uit de trein kan ik er geen goede foto van schieten. Zie voor de IJsselbrug deze in de Wikipedia, waaruit ik toch weer ruim geput heb, vandaag. Wat nou eigenlijk de Hanze was, die zijn naam heeft gegeven aan Hanzelijn en –liner, staat er ook in. Lees het daar maar na; ik ga het er niet over hebben; dit verhaal is lang genoeg, en uit.

Frans Mensonides
12 maart 2011
Er geweest: donderdag 3 maart 2011. Op station Zwolle ook op zaterdag 26 februari 2011.

 

Lees ook het vervolg: buitendienststelling Zwolle en nieuwe
informatie over de dienstregeling; zomer 2012 >>>


© Frans Mensonides, Leiden, 2011.


<< naar thuispagina Frans Mensonides