Zwolle zonder stoppe; buitendienststelling Zwolle NS


Meppel

Uiteindelijk komt de treinreiziger nog goed weg. Oorspronkelijk zou station Zwolle in de zomer van 2012 vier weken lang helemaal platgaan. Maar ProRail en NS streken gezamenlijk de hand over het hart, en besloten tot een paar korte buitendienststellingen, verspreid over het jaar.

Er zijn nogal wat dingen aan de hand rond het spoor in Overijssels hoofdstad. December 2012 wordt de Hanzelijn (Lelystad – Zwolle; zie het stuk van mij uit maart 2011) in gebruik genomen, en daarmee een vierde eilandperron op Zwolle NS. Om de toenemende reizigersstroom te kunnen verwerken, is ook een nieuwe, bredere onderdoorgang in aanleg. En de sporen op het emplacement moeten natuurlijk aangepast worden aan het nieuwe perron, en aan de gewenste betere doorstroming van treinen.

Gedurende het laatste weekend van juli 2012 en het eerste van augustus ligt heel Zwolle eruit. Continu zijn 200 man met helmen en gele hesjes rond Zwolle NS in de weer om de verbouwingsklus te klaren.

In die weekends zijn de stoptreinlijntjes Zwolle – Kampen en Zwolle – Nijverdal West geheel buiten dienst (‘Sprinters’, moet je tegenwoordig zeggen, maar die associeer ik nog steeds met alleen Zoetermeer en Hoek van Holland).

De overige treinen rijden tot het laatste station vóór Zwolle waar handig gekeerd kan worden. Zo stranden de treinen uit Amersfoort in ’t Harde, die uit Leeuwarden en Groningen in Meppel en die uit Deventer in Olst. De boemel uit Emmen komt niet verder dan Ommen.

Van die stations rijden snelbussen naar Zwolle en eventueel stopbussen naar tussengelegen stations. Voor de doorgaande reiziger van het westen naar het noorden of omgekeerd, worden directe bussen ’t Harde – Meppel ingezet. Die rijden door Zwolle heen zonder er te stoppen, en dat wil ik meemaken.

Zaterdag 4 augustus is de dag.
‘Ik ga morgen naar Zwolle’, zei ik gisteren tegen een collega.
‘Ja, maar daar rijden dit weekend helemaal geen treinen!’
‘Daarom, juist!’

In de zomerweek tussen die weekenden in was er beperkt treinverkeer rond Zwolle, dat vooral het doorgaande IC-verkeer van west naar noord trof. Dinsdag 31 juli werden de dak-elementen van de reizigerstunnel aangebracht. Die tunnel gaat wel wat later open dan de Hanzelijn; op zijn vroegst in 2014. Voorlopig behelpen we ons met een nood-loopbrug.

Dit uitje van mij doet me denken aan de jaren rond de eeuwwisseling dat ik alle stremmingen afliep, eerst in de Randstad, later in heel Nederland. Ik zat in een testteam voor ROVER, dat de kwaliteit van zulke operaties in de gaten hield: de informatievoorziening, het vervangende busvervoer. Als je zoiets elke 2 à 3 weekends doet, gaat er op de lange duur een zekere sleur insluipen. Maar het leverde in ieder geval dit aardige stukje op.

Het begint al weer lekker: de IC Utrecht – Enschede vertrekt van een ander spoor dan normaal, en doet dat zonder het stuk uit Rotterdam, dat daar is achtergebleven door een storing. Niets wordt erover omgeroepen op het station; je moet het allemaal maar raaien. Ik kan me er nog net inwringen. In een overvolle, snikhete trein ga ik richting Amersfoort. Mijn koffie krijg ik ook nog naar binnen, zonder morsen: staande receptie. De conductrice verleent alle reizigers grootmoedig het recht, plaats te nemen in de eerste klasse, maar ook die zal wel overvol zijn, als je er al tot door zou kunnen dringen.

In Amersfoort stap ik over op een trein die, ongebruikelijk, maar keurig netjes, ’t Harde filmt. Zo’n foto is een soort collectors item. Nieuwe moeilijkheden (en we zijn nog niet eens in de buurt van Zwolle!): we blijven langs het perron staan, ook als de vertrektijd volgens spoorboekje al lang verstreken is. De ene conductrice roept om, dat dat komt door de andere conductrice, die te laat is, en nu per taxi op weg is naar het station. Leve de taxi: we vertrekken met slechts 10 minuten vertraging. Ik moet er niet aan denken, hoe lang we hier nog hadden gestaan als ze de stadsbus genomen had.

Na al mijn jaren als officiële waarnemer voor ROVER, word ik nu een officieuze voor Rikus Spithorst’s Mij voor Beter OV die mijn tweets vandaag op de voet zal volgen. Hij heeft vorig weekend een zeldzaam compliment uitgedeeld voor de organisatie van de bus-operatie rond Zwolle; ik zal nu eens even gaan keuren of dat terecht was!

Onderweg wordt omgeroepen dat er stopbussen naar Zwolle zullen klaarstaan in ’t Harde, snel- naar Meppel, en dat er om 12:00 zelfs een directe bus helemaal naar Harlingen zal vertrekken. Er is meegedacht met de toerist.



Ik ging ervanuit, een leeg parkeerterrein aan te treffen in ’t Harde, en misschien net nog de klingelateur (hoe spel je dat ook weer?) om de hoek te zien verdwijnen van de laatste bus die niet op onze vertraagde trein wilde wachten. Maar er staat nog een hele reeks touringcars klaar voor Zwolle en Meppel. Alles staat duidelijk aangegeven. Ik kies de nieuwe, grijze OAD-bus met bestemming Meppel, ik wil wel een keer door Zwolle zonder stoppe (Koot & Bie’s onsterfelijke lied Zwolle zonder dolle spookt me hier natuurlijk door het hoofd).

Er is wat onrust onder de doorgaande reizigers naar het noorden: halen we onze trein in Meppel nog? Maar je hebt daar een kwartier overstaptijd; dat moet lukken. Al snel doemen die hoge kantoorgebouwen langs de IJssel op. We kruisen die rivier, en zien daarna van Zwolle niet veel meer dan Achmea, de zeurpaal van de MacDonalds, de tekst ‘Groen, groener, groenst’ - misplaatst op de gevel van een grauw, lelijk flatgebouw -, daken van een paar andere flats, en geluidswallen. Je ziet toch al niet veel vanuit deze bus, met reclame op de ramen.

Is uitzicht niet aanwezig, muziek is er wel; moderne jank- en tettermuziek. ‘Best gezellig, wat, zo’n muziekje’, vindt een simpelmans met een plompe Drentse kop naast me. Maar daarover verschillen de meningen.

Ik herinner me nog vaag zo’n stremming rond Zwolle eind vorige eeuw. Toen was het busknooppunt niet bij het station, maar wonderlijk genoeg bij een busgarage aan de rand van de stad, wat gepaard ging met een heleboel verwarring en overstapperij. Natuurlijk goot het die dag van de regen. Vandaag mis ik airconditioning in de bus: het is plakkerig, zweterig, stinkerig heet.


Aankomst in Meppel na een rit van niet veel langer dan een half uur. De aansluitingen naar Leeuwarden en Groningen zijn nog haalbaar. Ik word aangesproken door een enquêteur (vrees ik eerst; hij vraagt me of hij me iets mag vragen, wat de vrager op dat moment dan al gedaan heeft, zonder toestemming). Maar hij blijkt een van mijn lezers te zijn, uit de Achterhoek. Dat verandert de zaak natuurlijk helemaal. Ik had trouwens naar aanleiding van mijn tweets minstens een hele haag juichende fans verwacht te zien klaarstaan in Meppel, maar het is deze ene, die bovendien niet op twitteren zit. So much for Twitter, om een BN te worden!

Toch leuk, deze ontmoeting; volgens mij de tweede of derde keer dat ik in het land herkend word in mijn hoedanigheid van De digitale reiziger. ‘De dingen eromheen vind ik altijd het leukst in uw reisverslagen’, zegt hij. Die vind ik zelf ook altijd het leukst; OV-sec, daar sluipt toch gauw routine in, saaiheid, altijd hetzelfde, in altijd dezelfde bewoordingen. Maar hij belandt nu juist in een atypisch verhaal, met voornamelijk OV. In dit verhaal is hij zelf zo’n ding eromheen, als het ware. ‘En die observaties in België, over de taal en zo, daar geniet ik ook altijd van!’ Blij, het te horen! De Belgen zelf genieten er wat minder van, vrees ik; ik heb er erg weinig lezers.

Bijzonder, zulke ontmoetingen in levenden lijve met lezers. Spreek me dus vooral aan als je me ergens ziet; ik ben minder moeilijk in de omgang dan je zou kunnen vermoeden.

Intussen observeer ik de reizigersstroom, de parade van rolkoffers, voortgetrokken door gebogen mensen die het warm hebben, in de ganzenpas op weg van bus naar trein of omgekeerd. Als je er zelf midden in zit, valt de treurigheid van zo’n stremmingsprocessie je niet op. De stroom wordt in goede banen geleid door hyper-beleefd informatiepersoneel. Er staan duidelijke verwijsborden en informatiefolders zijn in groten getale verkrijgbaar. Gratis blikjes cola zijn beschikbaar om de hitte in de bussen het hoofd te kunnen bieden. Ook op de omroep in het station is niets aan te merken.

Vanuit Meppel vertrekt om 03 en 33 een trein, een Speciale zelfs, naar Groningen en drie minuten later een naar Leeuwarden. Die treinen stoppen op alle stations; het speciale bestaat eruit dat het geen sneltreinen zijn.

Ik neem de bus naar Zwolle – die daarna meteen doorrijdt naar Olst; reizigers van het noorden naar Deventer / Arnhem hebben daardoor een overstap minder. Weinig van Meppel gezien, deze keer, maar mijn vorige bezoek schreeuwde ook niet echt om een terugkeer. Er werd genoeg geschreeuwd in Meppel, maar niet om een terugkeer.

Een spoorbrug tussen Meppel en Zwolle wordt vandaag ook meteen onder handen genomen. Ook dit ritje duurt een half uur, hoewel we minder kilometers hebben afgelegd dan daarnet.



En daar dan bouwput Zwolle. De bussen halteren op een ovaal pleintje achter het station, aan de stadhuiszijde, bij duidelijk aangegeven haltes. En dat allemaal tegelijk, rond het hele en halve uur, zodat je aansluiting hebt. Mede daardoor is het daartussenin niet overweldigend druk op het pleintje.

Ook hier maakt het busvervoer een gestroomlijnde indruk. Over deze operatie is nu eens doorgedacht; het mag ook wel eens, in de OV-sector!

Die bouwput zelf, daar wordt hard gewerkt, en ook druk naar gekeken, en wordt driftig befotografeerd. Ik schiet een paar plaatjes, zorg bij de HEMA - die in de plaats kwam van de stationsrestauratie - voor de inwendige mens, en neem een volgende bus naar Olst. Wij verspillen geen tijd met een stop in Wijhe, dat dichter bij Zwolle ligt; daar rijdt een apart taxibusje heen.

De rit voert langs mooie groene doorkijkjes op de uiterwaarden van de IJssel. Achter me probeert een man zijn Oost-Europese vriendin Nederlands te leren met een goede uitspraak. ‘Nee, het is: “leraar”, en geen “lieroor”. Vergeefse moeite. Ik heb diverse Oost-Europese collega’s gehad, maar er nooit een kunnen verstaan. Moest misschien zelf eens Oost-Europees gaan leren, voor mijn integratie.

Bij aankomst van de bus in Olst blijkt de trein naar Deventer enkele minuten geleden te zijn weggereden. Ik verkneukel me nu op het vermakelijke schouwspel van enkele reizigers die op tilt springen, maar dat gebeurt helemaal niet. Er valt geen peil op te trekken, zoals ik al schreef in dat stukje over die treinonderzoeken van ROVER. Gelaten gaat de inhoud van twee touringcars zitten op een bankje in de zon op het perron.





Nog het een en ander over de dienstregeling vanaf zondag 9 december 2012, de dag dat de Hanzelijn in gebruik wordt genomen. Het exacte spoorboekje van 2013 is een beter bewaard geheim dan de datum dat Beatrix afstand zal doen van de troon. Volgens mij weet NS het zelf ook nog niet helemaal precies. Maar een paar dingen heb ik er wel over gehoord, en bijeengevraagd en bijeengezocht. Alles onder voorbehoud, en vatbaar voor aanvullingen en verbeteringen. 

Over de Hanzelijn gaan IC’s rijden in halfuurdienst: Den Haag Centraal – Leiden Centraal – Schiphol – Amsterdam Zuid – Duivendrecht – Almere Centrum – Lelystad Centrum – Zwolle, en daarna eens per uur door naar Steenwijk – Heerenveen – Leeuwarden en een half uur later naar Assen – Groningen. Die geven in Zwolle aansluiting op de IC’s Rotterdam – Groningen / Leeuwarden, die rijden via de oude route over Utrecht en Amersfoort. Meppel, Beilen, Wolvega, etc. zijn nog slechts per Sprinter bereikbaar. Ook Almere Buiten is IC-station af.

Er komt ook een nieuwe IC van Vlissingen helemaal naar Lelystad, via Leiden, Schiphol en Amsterdam Centraal. Die komt in de plaats van de huidige IC Vlissingen – Amsterdam Centraal via Haarlem, die het maar één jaar heeft uitgehouden. Die IC gaat elk half uur rijden, vervangt daarmee de stoptreinen Vlissingen – Roosendaal en stopt in Zeeland op alle stations. In Leiden geeft hij aansluiting op alweer een nieuwe, of liever: gereïncarneerde IC: Den Haag Centraal – Haarlem – Amsterdam Centraal. Een kwartier later rijdt de tot halfuurdienst teruggebrachte Oude-Lijn-IC Dordrecht – Haarlem – Amsterdam, die in Leiden wel aansluiting geeft op de Hanzelijn-IC Den Haag – Groningen / Leeuwarden, maar niet andersom. 

De IC Vlissingen – Amsterdam Centraal – Lelystad geeft op zijn eindstation aansluiting op de Hanze-IC naar Groningen / Leeuwarden, die daar drie minuten achteraan hobbelt. Daardoor is er ook een (overstap)verbinding Amsterdam Centraal – Zwolle en verder via de Hanzelijn, al zal de tijdwinst ten opzichte van de klassieke route via Amersfoort een stuk minder zijn dan de mensen ooit is voorgespiegeld.

Door dit alles wordt de kwartierdienst met IC’s op het traject Den Haag Centraal – Schiphol verbroken; het wordt nu een schots en scheef geval, met 21-9 op Den Haag Centraal – Leiden Centraal en 17-13 op Leiden – Schiphol. Dat heeft natuurlijk ook weer de nodige repercussies voor de stoptreinen op deze trajecten, die nu in een keurig kwartierpatroon rijden.

Duidelijk is wel, dat de nieuwe dienstregeling op de Oude-, Schiphol- en Flevolijn meteen weer helemaal op de schop gaat, net nu we er een beetje aan gewend waren. De IC-dienstregeling van de treinen Enschede – Amersfoort en verder wordt een kwartier gekanteld, waardoor onder meer de aansluitingen in Deventer verkloot worden. Alles op de schop, omdat er 50 km nieuw spoor in gebruik wordt genomen. NS zegt dat het allemaal beter wordt, voor heel veel reizigers…

De stoptreinen op de Hanzelijn, die Dronten en Kampen (Zuid) zullen bedienen, beginnen op Amsterdam Centraal, rijden via Weesp en Lelystad, en zullen ook stoppen te Amsterdam Science Park en het nieuwe station Almere Poort.

Dan zag ik ook een doorgaande IC Vlissingen – Groningen via de Hanzelijn, rijtijd ruim 4:30 uur, die op zondag en in de avonduren zou gaan rijden. Maar dat was die avond dat ik eens een keer vroeg naar bed ging, na te copieus getafeld te hebben. Dat kan niet waar zijn.

Frans Mensonides
6 augustus 2012
Er geweest: zaterdag 4 augustus 2012



Vier maanden, inmiddels nog maar

 


© Frans Mensonides, Leiden, 2012.


<< naar thuispagina Frans Mensonides