ARRIVA Zuid-Limburg



We zijn onderweg naar Maastricht

In mijn ochtendkrant staat vermeld dat bij diverse Europese spoorwegmaatschappijen, waaronder die van België, gestaakt wordt in verband met de Europese concurrentiewetgeving. NS raadt reizigers dringend af, vandaag per trein naar België of verder te reizen. Maastricht ligt nog juist in Nederland. Dit is meer geluk dan wijsheid. Als de geschiedenis iets anders was gelopen, dat had deze mooie Middeleuropese stad deel uit gemaakt van het Franse, Belgische of Duitse rijk.

Ik reis met een omweg. Leiden - Maastricht via Tilburg valt, dank zij overstappen in Dordrecht en Eindhoven, plezierig uiteen in drie ongeveer gelijke stukken van elk een uur. Reis je langs de kortste weg, via Utrecht, dan spaar je maar 3 minuten uit.

In Leiden heersen de naweeën van de spitsdrukte. De Intercity naar Dordrecht, v. 9.05 volgens dienstregeling, verschijnt pas om 9.12 langs het perron. Er staat geen vertraging vermeld op de CTA en er wordt ook niets opgeroepen

Ook tussen Dordt en Eindhoven komt de vaart er niet in. Vijf minuten stilstand bij Lage Zwaluwe; vijf minuten bij Eindhoven Beukenlaan; in beide gevallen zonder vermelding van wat er aan de hand is. Aan gevallen bladeren kan het niet liggen, want die zijn nu zo onderhand wel weggewaaid. Er is geen sneeuw, zeker geen "verkeerde sneeuw", zoals British Rail dat uitdrukt. Het vriest wel, maar de temperatuur is nog niet gedaald tot min 12 graden Celsius en de wissels zouden dus nog niet bevroren mogen zijn (later die dag lees ik in de krant dat het treinverkeer in Nederland grote hinder heeft ondervonden van de kou).

Na Eindhoven beland ik in een trein vol studenten die in het bezit zijn van een weekkaart en dus pas na de maandagochtendspits de reis naar de collegebanken hebben kunnen aanvaarden. Ik heb medelijden met de docenten die vanmorgen staan les te geven in holklinkende lege collegezalen. Hier en daar zit in de banken een enkele student die toevallig in Maastricht woont en op de fiets is gekomen.

Het is verbazingwekkend wat sommigen allemaal aan bagage meeslepen in de trein, voor die vier overnachtingen op een studentenkamer. Ik heb het gevoel, getuige te zijn van een volksverhuizing. Bagagerekken en gangpaden staan vol weekend- en sporttassen. De koffiekar kan gelukkig mijn zitplaats nog bereiken.

"Van vaders fanfare nog geen bericht, geen bericht, geen bericht.
Van vaders fanfare nog geen bericht, ze zijn onderweg naar Maastricht."

Een carnavalshit van zo'n kwart eeuw geleden jengelt door mijn achterhoofd. Het is een wonderlijk ding, zo'n menselijk brein. Je reist naar Maastricht en ergens onder je hersenpan zit een machine in the goast die alle gegevens over die stad opduikt uit de archieven. Uit een bonte verzameling van overbodige informatie wordt nu uitgerekend dit vervelende melodietje uitgekozen. Johnny en Rijk; het heeft nog een paar weken in de tipparade gestaan. "ze zijn onderweg naar Maastricht".

We arriveren met een vertraging die me nog meevalt. Er wordt omgeroepen dat wegens een staking de treinen naar Luik niet rijden. NS zet bussen in naar het door de Belgische railstaking getroffen Eijsden, waar ik van de zomer per ongeluk de jaarlijkse braderie bezocht.





Noorbeek

Maastricht ligt aan een knooppunt van heirwegen; al sedert de tijd dat de stad nog Mosae traiectum heette en deel uitmaakte van het Romeinse Rijk. (Kijk dat is nu informatie waar je iets mee kúnt). De centrale ligging is nog steeds te zien aan het enorme aantal bussen dat aanwezig is op het stationsplein. Ik fotografeer de stadsdienst Maastricht met de rode Maastrechter Staar, Hermes met de vleugeltjes, VSN met de Interliner, De Lijn met de snelbus naar Hasselt, en... Arriva.

Mijn eerste rit gaat met lijn 56 naar Noorbeek, het meest zuidelijk gelegen dorp van Nederland (Vroelen, Mesch, Terziet, Kuttingen en Cottessen liggen nog dieper, maar dat zijn volgens mijn atlas slechts gehuchten). Arriva exploiteert vijf lijnen in de driehoek Maastricht - Eijsden - Gulpen. Drie daarvan verbinden Maastricht, elk via zijn eigen route, met het busstation van Gulpen. Lijn 57 stopt, alvorens koers te zetten naar de Limburgse heuvelen, bij de belangrijkste haltes van Maastricht, nl. Wilhelminasingel (vlak bij het centrum); Randwijck met het congrescentrum MECC en het academisch ziekenhuis. Het is rustig midden op de dag, en er stappen weinig mensen in en uit. Na Gronsveld begint het klimmen. De route voert langs onooglijke dorpjes, elk voorzien van een mergelstenen kerk met zo'n kort torentje. Hoge torens zijn hier niet nodig; dank zij het heuvelland zit je toch al zo'n honderd meter dichter bij de hemel.

Wanneer je afkomstig bent uit de regio Leiden of uit het aanpalende Groene Hart, dan heb je het voordeel dat het openbaar vervoer in de rest van Nederland voor 100% meevalt. Ik zie vandaag in het Arriva-vervoergebied redelijk nieuwe bussen met comfortabel zitmeubilair. Al mijn bussen vandaag vertrekken op tijd. Regelmatig blijft de chauffeur een a twee minuten wachten bij een halte, om te voorkomen dat hij te vroeg wegrijdt.

Een half uur na vertrek uit Maastricht komt Noorbeek in zicht. Ik stap uit aan de rand van het dorp. Rond de bushalte staan vakwerkhuizen en een levensgrote crucifix. Je zou niet zeggen dat je hier nog in Nederland bent. Er komen me enkele oosterse vrouwen tegemoet, gehuld in sluiers. Blijkbaar ben ik nog verder van huis dan ik dacht.

Het is koud in Noordbeek; echt koud. Daarom een stevige pas erin gezet; heuvelop. Twintig minuten later kijk ik neer op het dorpje. Ik sta op een kruispunt van wegen; dicht bij de Belgische grens of misschien zelfs al eroverheen. Zoals op de meeste wegkrusingen in Limburg, staat ook hier een crucifix.

De kerk van Noorbeek is dus de meest zuidelijke van Nederland. Een kolossaal gebouw waar de gehele bevolking van het plaatsje gemakkelijk onderdak zal kunnen vinden, als de nood aan de man komt. Onverlaten (ongetwijfeld Hollanders) hebben hun naam gekerfd in de zachte mergelsteen van de kerkmuur.

De weg door het dorp is opgebroken. Aan de bushalte hangt een bordje dat - "excuses voor de overlast" - de Arriva-bussen gebruik maken van een omleiding. Het werk ligt stil: vorstverlet. Ik loop dus terug naar de halte buiten het dorp, waar ik ben uitgestapt. Mijn verblijf heeft precies een uur geduurd; het is voldoende, bij deze temperatuur.

Gulpen

De volgende etappe voert naar Gulpen. De weg is kronkelig en kent vele pieken en dalen. Het vergt het uiterste van de stuurmanskunst van de chauffeur en van de ingewanden van de reiziger. Geen wonder dat deze landstreek zo populair is bij organisatoren van wieleretappes.

Gulpen is een iets grotere plaats. Het heeft een heus busstation. Hier stoppen de Arriva-lijnen 55 t/m 57, enkele lijnen van Hermes en de Interliner Vliegveld Beek - Aachen van VSN. Hier completeer ik mijn verzameling busfoto's.

Ik lunch in een eetcafé met uitzicht op de bussen. Daar Gulpen het centrum is van de forellenkweek, kies ik voor de kipsateh. Na de lunch besluit ik de Gulpenerberg te beklimmen. Twee wegen leiden naar de top: een geasfalteerde verkeersweg en iets dat het midden houdt tussen een steil paadje en trap. Ik kies de laatste. Een onverstandige beslissing: het trap-pad is stijf bevroren en spiegelglad. Ik moet me vastgrijpen aan leuningen en overhangende takken om niet roetsj, roetsj terug te glijden naar de Gulpener dorpskern.

Boven, op de heuveltop staat een lelieblank Mariabeeld. Aan de voet daarvan is gelegenheid tot knielen en offeren. Met offerblokken zijn ze nogal scheutig in het katholieke zuiden. In een kerk zag ik er ooit zes naast elkaar: voor de restauratie van het buitenwerk; voor het orgelfonds, voor de kaarsen, voor zo-maar, voor via het gebed verkregen gunsten en voor nog te verkrijgen gunsten. "Wat je wint in je ziel, verlies je in je portemonnee", placht mijn oma te zeggen. Zij was katholiek opgevoed en had dus meer reden om cynisch te doen over het geloof dan ik. Ik kniel noch offer, hoewel een bedankje voor mijn behouden bovenkomst wel op zijn plaats was geweest. De zon zakt al; het is heiig, maar ik zie nog net de contouren van kasteel Wittem te voorschijn komen uit de mist.

Ik daal af; veiligheidshalve via de geasfalteerde weg. In het dorp zie ik hier en daar het beekje de Gulp, waaraan Gulpen zijn naam ontleent. Het riviertje komt even voorbij Gulpen samen met de Geul en mondt bij Bunde uit in het Julianakanaal. Het valt niet mee, in Gulpen een plekje horizontale grond te vinden; ook de winkelpassage kent een flink hoogteverschil.

Valkenburg

Om 15.33 stap ik in bus 55 naar Maastricht. Een rit door dorpjes, zo klein dat je er al doorheen bent voordat je de naam gelezen hebt op het plaatsnaambord. In Zuid-Holland geldt een norm van 3000 inwoners; dorpen die dat niet halen, zijn aangewezen op de Beltaxi of op die vriendelijke buurman die zijn autoloze medeburger even een lift geeft. Hier in Limboland kan zo'n dorpje beschikken over een vaste busverbinding met uurdienst: 18 uur per dag; 7 dagen per week. Ook de provincie Limburg wordt door het rijk flink gekort op de exploitatiebijdragen voor het streekvervoer. Waarom kan hier dan wel goed OV geboden worden? Arriva weet zijn spreuk: "meer bus voor minder geld", blijkbaar waar te maken.

Alle dorpen lijken op elkaar, met weer zo'n laag kerkje in het midden. Ik slaag er niet in, alle namen te noteren. Thuis maar eens in de atlas nazoeken waar ik allemaal geweest ben. Via Margraten, bekend van de grote militaire begraafplaats, rijden we Maastricht binnen. De bus rijdt na het station nog door naar de Markt, maar ik zie lijn 60 (Maastricht - Valkenburg) gereed staan, en stap over.

De bus naar Valkenburg is echt vol; we zitten in de avondspits. Opnieuw rijden we door een heleboel dorpen. De schemering valt in. We rijden Valkenburg binnen. Het hééft iets; zo'n toeristenoord in de winter. Eindelijk kun je zien hoe het werkelijk is. Ik mag op koude winterdagen ook graag door Kat- en Noordwijk aan Zee lopen.

Ik herken het mijnmuseum, waar ik enkele jaren geleden ben rondgeleid door een echte Limburgse mijnwerker. Een gepensioneerde mijnwerker, uiteraard, want de Limburgse mijnen zijn al in de jaren zeventig gesloten. Het verhaal van de man maakte indruk. Hoe ellendig de arbeidsomstandigheden ook waren op 750 meter beneden de aardoppervlakte: de compelshielden van hun vak. Onze rondleider had een keer een blessure opgelopen die hem noodzaakte, twee weken boven de grond te blijven. Hij werd ingezet op het kantoor. "De ongelukkigste tijd van mijn hele loopbaan".

In Valkenburg staat de bus een paar minuten stil bij een halte. Blijkbaar zijn we weer te vroeg. Als de bus in beweging is gekomen, zie ik dat we al die tijd pal voor het station gestaan hebben, waar ik had willen uitstappen. De bus rijdt met een lus terug naar het centrum. Daar stap ik uit en aanvaard alsnog de wandeling naar het station.

Het was vandaag een vrij saai - want positief - verhaal. Leuke gezegdes van medepassagiers ontbreken, om de simpele reden dat die onverstaanbaar waren. Het moet vandaag van de foto's komen. Ik eindig met een hele fraaie: het uit pakweg 1890 daterende station van Valkenburg, opgetrokken uit Mergelsteen en gefotografeerd in floodlight. De afscheidsgroet die in deze streek gangbaar is, klinkt zeer uitheems en is dus zeer geschikt om dit artikel over Limburg af te sluiten.

Hoyah!

Frans Mensonides
19 november 1998





Naar "Meer bus voor minder geld; Arriva"


Busnet Arriva Limburg

Lijn 55: Maastricht - Bemelen - Margraten - Sibbe - Scheulder - Ingber - Gulpen.

Lijn 56: Maastricht - Gronsveld - Eckelrade - St. Geertruid - Mheer - Banholt - Terlinden Reijmerstok - Gulpen.

Lijn 57: Maastricht - Gronsveld - Eckelrade - St. Geertruid - Mheer - Bergenhuizen - Noorbeek - Schei - Slenaken - Heyenrath - Eperheide -Epen - Höfke - Mechelen - Partij / Wittem - Gulpen

Lijn 58: Maastricht - Gronsveld - Eijsden

Lijn 59: Valkenburg - Vilt - Berg en Terblijt - Maastricht - Eijsden - Mesch.

Lijn 60: Maastricht - Berg en Terblijt - Vilt - Valkenburg

(Onder enig voorbehoud: het valt niet mee om dit soort informatie compleet te krijgen met gebruikmaking van de OVR-reisplanner).