Siemens is een van de kandidaten voor deze mega-order. Deze week presenteert de Duitse fabrikant zijn Combino aan het Amsterdamse reizigerspubliek. De Combino is, zoals de naam al zegt, een modulaire tram. Het enige wat vastligt, is de cabine. Daaraan kunnen rijtuigbakken gekoppeld worden van verschillende lengte em met uiteenlopende indeling. In onder andere Potsdam rijden de Combino's al rond; Siemens wil Amsterdam graag aan zijn klantenbestand toevoegen. De fabriek leende een driedubbelgelede Combino voor een periode van twee weken uit aan GVB om er wat proefritjes mee te maken.
We gaan rijden. Ooooohs en Aaaaahs van het publiek, want in Amsterdam zij n ze niet veel gewend. Ik behoor tot de kritische buitenstaanders: mijn eerste indruk is dat de rij-eigenschappen niet beter zijn dan die van de Belgische "badkuiptrams". Het ritje Dam - Station v.v. is natuurlijk te kort om een afgewogen oordeel te vellen.
De bestuurder laat het acceleratievermogen even zien. Het is een stuk vinniger dan dat van de ouwe zes-, zeven en achthonderden. In de cabine bevindt zich een camera, waarmee naar keuze het halteperron en het interieur van de tram in de gaten gehouden kan worden.
We keren voor het station en aanvaarden de
terugtocht. Rond 15.10 zijn we weer bij het
paleis. De brede schuifdeuren gaan open en
wij kunnen ervaren hoe makkelijk het is om
uit een lagevloertram te stappen. Bij de
Combino bedraagt de vloerhoogte exact 30
centimeter.
Omdat ik op Leiden Centraal de trein naar Amsterdam net gemist heb, ga ik de nieuwe
Telfort-telefooncellen maar eens proberen. Ik gooi er twee kwartjes in en bel het ouderlijk
huis, dat ik 20 minuten te voren heb verlaten. "Ik bel met geld. Met echt geld! Net als in de
oude tijd!".
"Kun je daar geld in gooien?", vraagt een jongedame die zich het vorige munttijdperk
misschien nog uit haar kinderjaren kan herinneren. "Ja, echt geld, antwoord ik, "dat Telfort
zouden ze een prijs moeten geven voor industriële innovatie".
Als ik bij Sloterdijk ben aangekomen, bepaal ik mijn tactiek. Ik zou natuurlijk gewoon kunnen wachten totdat ik de Combino zie naderen, maar voor hetzelfde is hij net weg. Dan duurt het zeker vijf kwartier voordat hij opnieuw verschijnt. Ik besluit een "ouderwetse" lijn 12 te nemen en de bijzondere tram tegemoet te rijden. Zie ik de Combino vanuit mijn tram staan bij een halte, dan stap ik snel uit en probeer hem te halen. Lukt dat niet, dan kan ik uitrekenen, hoe lang het nog duurt voordat hij terugkeert op de plaats waar ik me dan bevind. Door de bank genomen moet je daarmee tijd winnen, beredeneer ik. Het klopt als een bus, en er is geen speld tussen te krijgen. Toch: nu ik deze woorden opschrijf, lijkt mijn redenering ineens heel aanvechtbaar.
We rijden over de Admiraal de Ruyterweg, een straat vol tramhistorie. Ooit liep hier de eerste elektrische tramlijn van Nederland (althans de eerste waarbij de trams hun energie kregen van een bovenleiding; enkele mislukte experimenten met accutrams waren hieraan voorafgegaan). De ENET, een voorloper van de NZH, exploiteerde de lijn Zandvoort - Bentveld - Aerdenhout - Haarlem - Halfweg - Amsterdam. Deze rit duurde niet veel langer dan een uur. Kom daar nu eens om, met NZH-bus 80, die ervoor in de plaats is gekomen. Het eerste traject, Zandvoort - Haarlem Verwulft, werd precies een eeuw geleden geopend. In 1904 werd de rest van de lijn, tot de Spuistraat in Amsterdam, in gebruik genomen. De tram reed hier nog door de weilanden; de woonwijk moest nog gebouwd worden. De ENET-lijn werd gereden op meterspoor en heeft bestaan tot 1957, toen hij sneuvelde door toedoen van het soort politici die nu de loftrompet steekt over lightrail. Van 1913 tot ergens in de jaren vijftig reed op het Amsterdamse traject een lokaaldienst, "de kikker".
Vanuit mijn raam spied ik naar de Combino. Een paar keer veer ik op, maar het is loos alarm. De kleur van de tram die me tegemoet komt, wijkt wel af van het GVB-geel, maar dat komt door de reclamebeschildering. Pas op de Ferdinand Bolstraat zie ik de Siemens-tram rijden. Snel stap ik uit, maar de Combino is al om de hoek verdwenen. Het is 14.15 uur. Ik heb bijna 25 minuten in de tram gezeten. De Combino moet hier rond 15.05 terugkeren. Nu moet ik 50 minuten stukslaan op de Ferdinand Bol, waar het bovendien hard regent.
Ik wil nog een boek kopen bij Scheltema, op het Koningsplein. Hoe kom ik daar het snelste? Gelukkig heb ik een aardige kennis van het GVB-net opgeslagen in mijn rechter hersenhelft. Ik zou lijn 25 kunnen nemen naar het Centraal Station en daar overstappen op 1, 2 of 5. Dat is mijl op zeven. Een kortere weg is: lijn 25 nemen naar de Weteringschans, daar overstappen op lijn 6, 7 of 10 en op het Leidseplein opnieuw overstappen op 1, 2 of 5. Hoe lang zou ik doen over deze afstand van hemelsbreed nog geen twee kilometer?
Lijn 25 laat lang op zich wachten. Hij rijdt beslist minder vaak dan de 8 minutenfrequentie die op het haltebordje staat aangegeven. Het loopt al tegen half drie als hij komt opdagen. De bestuurder roept alle haltes af. Ik zal dat vaker horen, vandaag. Zou het misschien een kwaliteitsmaatregel zijn van het GVB? Deze bestuurder brult zo hard in de microfoon, dat hij niet verstaanbaar is. WOTTEROGFSHONGF!, daar maak je alleen Weteringschans van, als je het weet.
Lijn 7 komt onmiddellijk voorrijden bij de halte. Een man met rastakapsel en bijbehorende fantasiemuts rent extatisch heen en weer door de tram en roept: "I am the music master, man. Yeah, man, I love music. I've got my own music with me". In de Gado-bus van Winsum naar Zoutkamp zul je met zulk gedrag nog wel enig opzien baren, maar in Amsterdam neemt niemand er notitie van. Behalve een wat oudere man. Bezorgd fluistert hij me toe: "je ziet er steeds meer, de laatste tijd". Ja, ja, de verkniptelingen zijn in opmars. Ze planten zich voort door celdeling en kloning. Normale Amsterdammers zijn nu al in de minderheid.
Op het Leidseplein kan ik nog net in lijn 5 springen. Om 14.40 uur wandel ik de boekhandel
binnen. Ik weet, welk boek ik nodig heb en waar het ligt. 7 minuten later sta ik weer bij de
halte. Ik pak de eerste de beste tram die eraan komt, lijn 1 naar Osdorp. Deze lijn kruist lijn 12
op de Overtoom, bij de halte Eerste Constantijn Huygensstraat. Nog geen minuut sta ik in de
abri, of ik zie de Combino aan komen snellen. Timing!
Amsterdam Amstel, aan de voet van de Rembrandttower. Een horde fotografen staat klaar. Zij bestormen de tram, meteen nadat hij een rondje heeft gemaakt over de keerlus. De bestuurder en de Siemensmannen houden een rookpauze. De fotosessie duurt en duurt. Eindelijk gaan we dan toch de terugtocht aanvaarden. De Combino vertrekt vlak na een normale dienstwagen op lijn 12, maar raakt in de loop van de rit steeds verder achterop en wordt dus steeds voller. Overal blije gezichten bij de halte, omdat er eindelijk eens een mooie tram komt voorrijden. Enkele brave burgers lopen, met de strippenkaart in de hand, te zoeken naar de stempelautomaat, maar die ontbreekt. Gezien de geringe populariteit die de gele apparaten genieten onder het GVB-publiek, heeft men niet de moeite genomen, ze in te bouwen. In de Combino kun je legaal zwartrijden.
Het verbaast me, dat er geen enquêteformulieren uitgereikt worden; er zijn alleen wat foldertjes over de Combino. Hoe moet het GVB nu de menig van het publiek peilen over de Siemens-tram? Daar waren die proefritten toch voor bedoeld? Misschien heeft het hoofdstedelijk vervoerbedrijf agent-provocateurs ingezet, die prikkelende opmerkingen maken over de rijeigenschappen van de Combino en vervolgens de reactie van het publiek peilen. Geen slechte onderzoeksmethode; met enquêteformulieren kun je de mensen zo langzamerhand we de deur uitjagen.
Over de deuren gesproken: daaraan kleeft toch wel een bezwaar. Ze slaan veel te snel dicht, al na een paar seconden, en gaan daarna niet meer open. Ik zie enkele (echt)paren gescheiden worden. De persoon die buiten staat, bonkt op de deur. Aufmachen! Een echt Duits trekje van de Combino: schnell, schnell, of je staat ernaast. In Duisburg zag ik laatst een bordje in de tram, waarop vermeld stond dat passagiers verplicht zijn, zich goed vast te houden tijdens de rit. Wie onderuit gaat, hoeft niet te klagen bij de vervoersmaatschappij. Dit geeft de bestuurders dus een vrijbrief om zo wild te rijden als ze willen. Op het laatste rechte stuk, door de weilanden naar station Sloterdijk, laat de Combino nog eens zien wat hij in huis heeft. De maximumsnelheid bedraagt 70 km/uur; ruim voldoende, want met zo'n vaart kun je vrijwel nergens op het Amsterdamse tramnet rijden. Het maakt de Combino minder geschikt voor lightrail-projecten als de Randstadrail en de Rijn-Gouwelijn. Daarvoor denk je toch eerder aan metro- of sprinter-achtige rijtuigen, die op het spoor een snelheid van 100 km/uur kunnen ontwikkelen.
Bij het station komt een veegploeg binnen om het voertuig schoon te maken. Ook dit is een recente kwaliteitmaatregel. Langzamerhand lijkt GVB erin te slagen, de kwaliteit van het tramvervoer wat op te poetsen. Met de Combino kan een flinke sprong voorwaarts gemaakt worden.
Frans Mensonides
29 januari 1999
De Combino is deze week nog te zien op het GVB-net en wel op lijn 1 (CS - Osdorp) op maandag 1 en dinsdag 2 februari, en op lijn 2 (CS - Nieuw Sloten) op woensdag de 3e en donderdag de 4e. Daarna verhuist hij naar de RET, waar hij (flauw hoor!) proefritten gaat maken zonder passagiers.