EINDHOVEN
Eindhoven is, met bijna 200.000 inwoners, de vijfde stad van Nederland. Het piepkleine centrumpje herinnert nog aan de tijd van vóór Philips, toen Eindhoven een peel-stadje was met 5.000 zielen. Nu wordt dit centrum omringd door een enorme steenwoestijn, die in de loop van de jaren alle buurdorpen heeft opgevreten.
Je moet er niet aandenken wat er gebeurd was als de gebroeders Philips hun fabriekje hadden gebouwd in hun geboorteplaats Zaltbommel. Dan waren Bommel en 's-Hertogenbosch nu uitgegroeid tot één megastad, was alle ruimte tussen Utrecht en Zaltbommel ook volgebouwd en had tante Annemarie deze week bij Vianen een 24-baans Lekbrug moeten openen om alle files op de A2 de baas te worden.
Op zaterdagmiddag
Aan de achterzijde van het station ligt de trots van de Eindhovense busreiziger: busstation
Neckerspoel; het busstation dat in Nederland de primeur had van dynamische reisinformatie.
Eindhoven blijft voorop lopen als het om innovatie gaat, ook al is de ontwikkeling van Philips
de laatste jaren gepaard gegaan met ups en downs en overweegt de multinational zijn
hoofdkantoor te verplaatsen naar een andere stad.
In 1992, toen ik het busstation voor het eerst in werking zag, waren er nogal wat
kinderziekten. Nu werkt het systeem goed. Boven de busperrons hangen levensgrote schermen
waarop het lijnnummer, de bestemming en de vertrektijd zichtbaar zijn. Alleen op perron D,
daar klopt het niet helemaal. "Kijk op de bus" zegt het scherm. Ik neem aan, dat dit een advies
is, en geen Eindhovense woonwijk.
In het regionale busboekje van Hermes zie ik, dat het stadslijnennet het vertrouwde patroon
heeft van lijnen die buitenwijk met buitenwijk verbinden via het centrum en via het station.
Alle stadslijnen, twaalf in getal, doen Neckerspoel aan; Eindhoven kent geen ringlijn. De
frequentie valt me wat tegen: kwartierdienst op de meeste lijnen, evenveel als in veel kleinere
steden als Leiden en Alkmaar, om er maar eens twee te noemen. Alleen lijn 1 naar de Achtse
Barrier rijdt van maandag t/m vrijdag in de brede spits elke tien minuten.
De meeste bussen vertrekken rond de "hele kwartieren" van het station en geven zodoende
een redelijke aansluiting op de Intercitytreinen.
Ik neem lijn 11 naar Veldhoven, een grote randgemeente ten zuidwesten van de Lichtstad. De
ramen van de bus zijn voorzien van een hinderlijke reclame-uiting. Van buitenaf bezien stelt
het ongetwijfeld iets voor, maar als je er als passagier tegenaan kijkt zie je alleen een raster
met grove grijze punten, waar je na twee minuten al duizelig en misselijk van wordt. Dat kan
ook wel aan de chauffeur liggen, die houdt van een flink tempo. We rijden naar Veldhoven via
een uitvalsweg, met aan weerszijden scholen, fabrieken en kantoren.
De bus passeert het Evoluon, het futuristische bouwwerk waar Philips ooit de zegen
verkondigde van de technologische vooruitgang. Als leergierige, nieuwsgierige jongen heb ik
mooie dagen doorgebracht in het Evoluon. Helaas: de ontwikkelingen gingen steeds sneller en
het Evoluon evolueerde niet mee. Het werd geschrapt uit het boekje Erop-uit (v/h de
NS-vakantiedagtochten). In de jaren tachtig was de expositie inmiddels interessanter voor
historici dan voor futurologen.
Het Evoluon ging dicht. Het gebouw staat er nog, als een vingerwijziging naar het tempo van
de tijd. De hypes van heden staan in 2002 in het museum van Oudheden. Je houdt het niet
meer bij. Door allerlei omstandigheden was ik ruim een jaar achter met mijn IT-vakliteratuur.
Toen ik laatst weer eens een blad opensloeg, zag ik overal advertenties voor SAP-specialisten.
Ik dacht onmiddellijk aan de Fa. Vrumona, wier sappen ter hoogte van station Bunnik
verleidelijk uitgestald staan langs de spoorbaan. Bij zo'n drankengigant zullen ze best wel
Sapspecialisten in dienst hebben, dacht ik. Nee, blijkt het iets met komputters te maken te
hebben.
Ik dwaal af. Van de chauffeur kan dat niet gezegd worden. Nog geen 10 minuten na het
vertrek van Station Eindhoven rijden we Veldhoven binnen. In het zelfde tempo als daarnet
zoeven we door de straten. Veldhoven is een treurig oord, dat me sterk doet denken aan
Leiderdorp, verreweg de minst aantrekkelijke van Leidens buurgemeenten. Vergeefs zoeken
mijn ogen het obligate overdekte winkelcentrum, met het bekende vuilroze nep-marmer. Het
zal er ongetwijfeld zijn, al komt bus 11 er niet langs.
Lijn 11 rijdt in gecombineerde kwartierdienst met lijn 10. Ik stap "ergens" uit en besluit naar
de wijk Heikant te wandelen, waar het eindpunt van lijn 2 is. Het is nog droog, al verdwijnt de
zon en pakken donkere wolken zich samen. Die sombere hemel, daar knapt Veldhoven
bepaald niet van op. Ik laat mijn fototoestel in het hoesje.
Heikant blijkt deel uit te maken van "Woonervia", zoals ik het maar noem. Het is overal
hetzelfde, of je nu in Delfzijl loopt of in Terneuzen. In de verte zie ik het geruststellende geel
van een bushalte. De halte ligt vlak na een onlogische bocht. Het perronnetje is hooguit een
meter breed, uitgespaard tussen twee parkeerplaatsen.
Bus 2, richting Blixembosch-Oost loopt snel vol. Heel Veldhoven doet zaterdags zijn
boodschappen in de Heuvelgalerie in het hart van Eindhoven. Dit is de enige volle bus waar ik
vanmiddag in zal zitten. "Vol" is een zeer betrekkelijk begrip: de ruim dertig zitplaatsen zijn
bijna toereikend en niemand hoeft langdurig te staan. In de wijken Genderbeemd en Blaarthem
(waarom ook niet) stapt om één of andere reden vrijwel niemand in of uit. We arriveren dan
ook vier minuten te vroeg op Neckerspoel, nadat de meeste reizigers uitgestapt zijn in de
buurt van de Heuvelgalerie. Dit winkelcentrum ligt in een voetgangerszone en heeft geen halte
vlak voor de deur. Misschien is dat de oorzaak van de geringe populariteit van de
Eindhovense stadsbus op zaterdagmiddag.
Als ik in de stationsrestauratie geniet van mijn pannenkoek - die een zeer snelle enkele reis
heeft gemaakt van de magnetron naar mijn bord, en niet in aanmerking komt voor een plaats in
de top-3 - zie ik de meeste stadsbussen halfvol vertrekken. Een enkele streekbus wil nog wel
eens afgeladen zitten.
Deze restauratie kreeg drie weken geleden ongewenst bezoek van een hongerige Interlinerbus die, op weg naar het buffet, de glazen gevel ramde. De schade is bijna hersteld. Een ijzeren steunpaal onder de luifel bij de ingang is het enige, dat nog herinnert aan de klap.
Na de lunch neem ik lijn 3 naar
Blixembosch-West. De bus maakt
reclame voor Doorstroming,
Regelmaat en Stiptheid.
Inderdaad: de doorstroming is
goed in Eindhoven, maar helaas is dit feit mede te danken aan het vrijwel ontbreken van
passagiers. Snel als de bliksem rijden we naar Blixembosch. Ook het winkelcentrum Woensel,
halverwege de route, trekt weinig reizigers.
Ik loop naar de nabijgelegen wijk Achtse Barrier. Met uiterst bescheiden verwachtingen: de
naam deugt al niet. Ik zie het al: Woonervia. Bij een vervallen houten schooltje, waar het
onkruid is gestegen tot een hoogte van bijna drie meter, wacht ik op lijn 1. De bus arriveert 7
minuten te laat. Lijn 1 zou, gezien zijn 10-minutenfrequentie, wel eens de drukste van
Eindhoven kunnen zijn. Het valt mee, of tegen, zo je wilt. In Achtse Barrier stappen wel wat
mensen in, maar daarna raast de bus weer non-stop door Woensel.
Naast woonerven kent Eindhoven ook veel jaren-vijftig wijken. Als je de plattegrond van deze
stad bestudeert, zie je precies wanneer het goed ging met Philips.
Bij Neckerspoel wordt een jongen van een jaar of 20 geïnterviewd over het busvervoer. Hij
heeft minder geluk dan ik. Ik heb de enquêtrices al gezien vanuit de restauratie en ben dus op
mijn hoede. Er worden ontiechelijk stomme vragen gesteld ("Als je in de bus zit, en je kijkt
naar buiten, wat zie je dan?"). "Eindhoven", zou ik antwoorden, tenzij je in een bus zit die
geheel volgekladderd is met reclame, want die zie je hier bij bosjes rijden. De geïnterviewde
reageert lacherig op de vragen, vooral als hij mij in de weer ziet met mijn fotocamera.
"Nou hoor, mamma, ik wil zít-tah" drenst een klein meisje tegen haar moeder.
-"Ik heb daarnet in de bus de hele tijd achteruit gereden, mag ik dan nu misschien even staan?"
antwoordt de moeder op bitse toon.
De Heuvelpassage is na vijf jaar al weer toe aan zijn eerste verbouwing en uitbreiding. Ook
hier opent Mr. Branson, de rijkste Engelsman, een filiaal van Virgin. Ik loop een boekhandel
binnen, in de hoop dat ik in Eindhoven, waar de klok altijd 5 jaar voorloopt, eindelijk van
Dale's Nederlandse woordenboek voor Windows95 zal vinden. Bij de CD-Roms ligt alleen de
alleroudste versie, voor Windows 3.x. Ik loop naar de informatiebalie. "Ja hoor, die hebben
we," zegt de juffrouw opgeruimd. (In Eindhoven moet je maar komen, meneertje!).
Vastberaden beent zij de winkel door, waarbij zij diverse klanten bijna omverloopt.
Triomfantelijk houdt zij de doos in de lucht met welke ik vijf minuten geleden al in de handen
heb gestaan.
Ik zeg: "Dit is de oude versie, voor Windows 3-Iks". (Mens, zie je dat dan zelf niet!).
Zij: "Oh, dat weet ik niet zo precies hoor!" (Ik ben boekverkoopster; als ik me nou ook nog
met Windoos bezig moet houden, waar blijf je dan).
Die koop gaat niet door. Blijkbaar heeft zij die speech van Wim Kok gemist over lifetime
education. Ik durf te wedden dat Kok zelf zijn naam nog niet eens kan schrijven met een
computer. Voor de terugreis koop ik een boek getiteld "Karen krijgt ervaring". Het zal later
een vermakelijk niemendalletje blijken te zijn over dokters en verpleegsters in een ziekenhuis
die het met elkaar doen, coke snuiven en zich laten vollopen met sterke drank. De weinige
malen dat zij zich over een patiënt buigen, maken zij meestal meteen een fout met fatale
gevolgen. Geen boek dat je moet lezen als je ergens bij een ziekenhuis op een wachtlijst staat.
In de hal van de Heuvelgalerie heb ik geen buienradar nodig om te weten dat buiten een wolkbreuk gaande is. Ik zie diverse mensen hijgend, en als verzopen katten, binnenkomen. Node verlaat ik de grote hal waar een pianist er de stemming in zit te brengen. Heel erg gezellig, maar ik kom voor de bus.
In de buurt van het winkelcentrum
vind ik geen bushalte. Dan maar
terug naar Neckerspoel. Rennend
van luifel naar luifel leg ik de
afstand van ca. 700 meter af. Het is
waarschijnlijk net te ver voor de gemiddelde busreiziger. Of is het misschien zo, dat
Eindhoven beschikt over uitstekende parkeervoorzieningen? Dat is altijd fnuikend voor het
busvervoer. Het onlangs in Eindhoven geïntroduceerde Gezinskaartje, met sterke reducties op
de bustarieven in de weekeinden, zal daar weinig aan kunnen veranderen.
Ik neem lijn 9 naar Son (lijn 8 naar Acht is helaas al weg, die curieuze lijn had ik graag
genomen). Lijn 9 rijdt, met ca. tien passagiers, door een uitgestrekt kantorenterrein. De
kantoren zijn in Eindhoven mooier dan de huizen, zie ik in de schemering.
Son wordt bereikt via een bruggetje over een kanaal en via een slagboom die toegang geeft tot
een woonwijk. We komen Son door de achterdeur binnen. Door de beslagen zijruiten van de
bus zie ik niet veel meer dan dat het verschrikkelijk hard regent in Son. Ik neem me voor, uit
te stappen tegelijk met de laatste passagier. Alleen in een bus zitten, daar houd ik niet van. Het
blijkt, dat lijn 9 in een lus rijdt. Nog lang voordat de laatste passagier is uitgestapt, stapt de
eerste al weer in. Mooi, prima. Ik kan dus gewoon blijven zitten. Vroeger dacht ik dat de
chauffeur dat wel heel erg gek zou vinden, maar als ervaren digitale reiziger weet ik dat zo'n
man daar helemaal niet op let.
De grote stad oefent geen al te grote aantrekkingskracht uit op de Sonners (??). Met zes man sterk racen we door Woensel. Na een busrit van een uur sta ik weer op Neckerspoel. Hier eindigt een beknopte kennismaking met het Eindhovense stadsvervoer, waar de zitplaatskans bijna 100% is. Waar dit aan ligt; ik weet het niet. Het lijkt erop dat de bus in deze stad, althans op zaterdag, best een flinke promotiecampagne kon gebruiken. Of zijn die Hermes-bussen alleen bedoeld als rijdende reclamezuilen, en worden passagiers oogluikend toegelaten omdat die zuilen tóch rondgereden moeten worden??
Als ervaren reiziger kun je beter op je eigen gezond verstand afgaan dan te luisteren naar de
mededelingen uit de microfoon. Met triomf in mijn stem meldt ik deze feiten even later in
telegramstijl aan een veel te geestige conducteur, die onze kaartjes wil knippen. Ik zie de
uitbundige lach op zijn gezicht plaatsmaken voor een peinzende uitdrukking. Wat zou die vent
bedoelen? Snel loopt hij verder, een stuk minder vrolijk dan toen hij de coupé binnenkwam.
Frans Mensonides
12 oktober 1997.
Stadsvervoer Eindhoven in cijfers
Stad | Eindhoven |
Maatschappij | Hermes |
Vervoersgebied | Eindhoven (incl. Acht), Geldrop, Nuenen, Son en Breugel, Veldhoven, Waalre (incl. Aalst) |
Inwoners (agglo) | 310.000 |
Lijnen | 12 (er zijn geen spitslijnen / Vraagafhankelijke lijnen / Servicelijnen, etc) |
Exploitatietijden (maandag - vrijdag) | 06.30 - 0.30 |
Frequentie | Kwartierdienst op de meeste lijnen, maandag - zaterdag overdag |
Hoogste frequentie | 10 minutendienst op lijn 1: Neckerspoel - Achtse Barrier (maandag - vrijdag brede spits) |
Zondagdienst | 11 lijnen, exploitatie 09.30 - 0.30, over het algemeen halfuursdienst. |
Knooppunten | Busstation Neckerspoel (redelijke aansluiting op de treinen) |
Indruk van de digitale reiziger:
Aantal ritten gemaakt | 9 (waarvan 6 op zaterdagmiddag; 3 op donderdagmiddag) |
Doorstroming | acht maal Uitstekend; een maal Slecht |
Punctualiteit | Matig tot Slecht |
Aantal passagiers | Matig |
Informatie | Uitstekende dienstregeling; volop informatie rond Neckerspoel, goede info in abri's; helaas meestal zonder routekaartje |
Chauffeur (klantvriendelijkheid) | Niets op aan te merken (Houdoe!) |
Chauffeur (rijstijl) | Aan de pittige kant (geen wonder bij zo'n doorstroming en bij ontbreken van passagiers!) |