Langs lange lijnen:

Who Goes where?

lijn 104 Spijkenisse - Vlissingen



In de serie "Langs lange lijnen" mag ZWN-lijn 104, van Spijkenisse naar Vlissingen over de Deltadijken, niet ontbreken, al heb ik niet veel zin om hem mee te nemen. De lijn is in het verleden al uitvoerig besproken op deze site. Roland nam vorig jaar december de 104 op weg naar Zeeuws-Vlaanderen (Nederland) en Vlaanderen-zonder-meer (België) . Ikzelf reisde in de oertijd van De digitale reiziger al eens naar Goedereede, ongeveer halverwege Spijk-city en Flushing. Deze zomer heb ik de eerste tien kilometers van het traject, de busbaan van Spijkenisse tot aan het Kanaal door Voorne, uitgebreid beschreven en gefotografeerd. Valt er eigenlijk nog wel iets nieuws te vertellen over 104? Vanzelfsprekend. Wie een open oog heeft, komt altijd thuis met iets opmerkelijks. Wie daarnaast een Psion-organizer bezit, kan het onderweg nog opschrijven ook. Tijdens het eerste gedeelte van de rit maakt ik overvloedig aantekeningen. Later op de dag blijkt het apparaat alvast een voorschot genomen te hebben op de naderende millenniumramp: op welke knop ik ook druk; het scherm van de organizer blijft zwart. Daarmee zijn mijn aantekeningen van de reis verloren gegaan; althans onzichtbaar geworden. Tevens heeft e.e.a. tot gevolg, dat ik door Zuid-West Nederland ronddwaal als ridder zonder zwaard. We moeten dus voor het samenstellen van dit artikel een beroep doen op het ouderwetse, uit hersencellen bestaande geheugen.



Maximumtarief

Als ik het metrostation onder Rotterdam CS binnenloop, besluit ik 20 strippen van mijn pas gekochte Grote Strippenkaart af te stempelen; het maximum-tarief. Deze handeling geeft mij recht op 3,5 uur, van 11.00 tot 14.30 uur, onbeperkt reisplezier met het Stads- en streekvervoer. In de omgeving van Leiden en Alphen aan den Rijn is dit een slechte deal; er valt daar nauwelijks een reis te bedenken die in 270 minuten door 19 zones voert. Hier, op de eilanden, zet de bus er tenminste flink de vaart in. Ik kan straks van Spijkenisse in één ruk doorrijden naar Vlissingen; ik kan mijn reis zelfs nog ergens onderbreken en een uur later verder gaan. Wat niet mag met mijn twintig strippen is het volgende: de bus nemen naar bij voorbeeld Dordrecht; daar in de trein naar Eindhoven stappen en vervolgens in Brabant doodleuk tot 14.30 uur verder reizen met de bus. Dat verlies je. Iemand heeft het geprobeerd en werd door een buscontroleur (het moet lang geleden zijn...) op de bon geslingerd. Het is tot aan de Raad van State geweest, maar hij heeft het verloren. De reis mag uitsluitend gemaakt worden door met bus, tram en metro van knooppunt tot knooppunt te rijden. Andere vervoersmodaliteiten dan het stads- en streekvervoer zijn volgens mij niet toegestaan. Onduidelijk is, of je de afstand tussen twee haltes te voet mag overbruggen, of per vouwfiets, en zo ja: hoe groot die afstand dan mag zijn.



Spijkenisse

In de metro naar Spijkenisse zie ik tussen Poortugaal en Hoogvliet, dat er flink wordt doorgewerkt aan de Beneluxlijn. Ter hoogte van de gemeentegrens Albrandswaard - Rotterdam zal de Beneluxmetro uit Schiedam aantakken op de bestaande lijn. Op de naam van het daar te vestigen station, Tussenwater, ben ik nu al verliefd. In verband met de werkzaamheden rijdt de metro tussen Poortugaal en Hoogvliet over het linkerspoor. Met matige snelheid, zodat ik goed kan zien hoe de Beneluxbaan erbij ligt.

In Spijkenisse stap ik niet uit bij station Centrum, maar bij de ruim een kilometer verderop gelegen Heemraadslaan; het middelste van de drie stations in deze stad. Ook dit komt volgens mij neer op oneigenlijk gebruik van die 20 strippen. De werkgroep Tarieven van ROVER, de WTAR, moet zich maar eens buigen over dit soort zaken. Dat vind ik best, zolang ze mij maar buiten laten.

Het metrotraject Hoogvliet - Spijkenisse is in 1985 in gebruik genomen. Dit neemt niet weg dat station Heemraadslaan dit jaar, evenals de overige 14 stations op de Erasmuslijn, een face lift heeft ondergaan. Heemraadplein is een P&R-station: er is ruime parkeergelegenheid aanwezig voor vier- en tweewielers. De eerste metro naar Rotterdam vertrekt hier op het onzalige tijdstip van 5.46 uur. Om 0.47 uur, 19 uur en 1 minuut later, arriveert de laatste metro uit de Maasstad. Ik reis terug naar Spijkenisse Centrum. Dit ritje is, met 75 seconden, het kortste van de dag.



Non-stop

Lijn 104 vertrekt om 11.37. Volgens het haltebordje rijdt deze bus niet verder dan busstation Stellendam op Goeree-Overflakkee. Dit geldt voor bijna alle bussen op deze lijn. Alleen die van 19.37 rijdt nog helemaal door naar de sluizen, het station en de veerhaven van Vlissingen. Ik voel me lichtelijk belazerd (mooie lange lijn, als je halverwege moet overstappen!), maar op de bus die komt voorrijden staat digitaal vermeld, dat het eindpunt wel degelijk Vlissingen is. Er stappen bijna 30 passagiers in; een aantal dat deze rit niet meer overtroffen zal worden. Twee studenten, op weg naar Hellevoetsluis, speculeren over de vraag, wat de zin is van zo'n lange buslijn. Met metro en trein en ben je misschien sneller in Vlissingen. Ze komen er niet uit. "Ik kan niet rekenen", zegt één van de studenten. "Daarom heb ik maar Rechten gekozen. Van dat systeem met die weeknummers snap ik ook geen bal. Ik heb in week 49 tentamen. Op welke dag valt dat dan?".

In de OVR-reisplanner vind ik later dat bus 104 2 uur 27 doet over zijn rit door 21 zones; tussen de rails overbrug je de afstand Spijkenisse - Vlissingen in 2 uur 18. Wat scheelt het.

De busbaan door Voorne Putten is in augustus al op de foto gezet. Ik heb helemaal geen zin om uit te stappen in Hellevoetsluis. Het is somber, al doet de zon pogingen om erdoor te breken. In Hellevoetsluis doet lijn 104 dienst als stadsbus. De bus komt in alle hoeken en gaten van het vestingstadje.

Goeree-Overflakkee behoort tot de provincie Zuid-Holland, ook al denkt vrijwel iedereen dat het dubbel-eiland deel uitmaakt van Zeeland. De bushalte van Goedereede is hiernaast afgebeeld op een wel zeer antieke foto (maart 1997). Een analoge foto, nog gemaakt met het negatief-positiefsysteem. Je had in die dagen een scanner nodig om een papieren foto te vertalen een formaat dat begrijpelijk was voor Internetters.

Een dorpje verder, in Ouddorp, loopt de bus helemaal leeg. Het is de eerste keer dat ik de rit over de dijken buiten de zomer maak. Wat een contrast! In de zomervakantie zit de bus permanent vol; bij iedere camping stapt een kluit reizigers in en uit. Nu heb ik maar één medepassagier en moet de bus in Ouddorp meer dan vijf minuten wachten om niet te vroeg te vertrekken.

Via de Brouwersdam door het Grevelingen bereiken we nu echt Zeeland. Toeristenoorden als de Kabbelaarsbank, Port Zélande, Renesse en Burgh-Haamstede noden niet tot uitstappen. Ik durf te wedden dat alle "frituurs" (we zijn zojuist de frituurgrens gepasseerd) potdicht zitten. Een uur doorbrengen in zo'n met planken dichtgetimmerd spookdorp; nee dank je. Ik blijf gewoon zitten. Dag, Schouwen-Duiveland, tot volgende zomer.

Op de Oosterscheldedam krijgt onze bus wel iets van een railvoertuig. Bong-bong, bong-bong klinkt het dof vanonder de wielen. We rijden langs (of over) de 64 kluisdeuren van het grootste beweegbare waterstaatwerk ter wereld. Een eenzame toeristenbus staat bij het voormalige werkeiland Neeltje Jans, thans dé attractie van Zuid-West Nederland.

Nu moet ik zo langzamerhand echt eens uitstappen. Serooskerke en St. Laurens trekken mij helemaal niet. Dan maar door naar Middelburg; de toren is allang te zien aan de horizon. Ook in Middelburg heb ik niet veel zin. Er begint een probleem te ontstaan. Mijn twintigstrippenkaartje is weliswaar nog steeds geldig, maar het is tegen de regels van "Langs Lange Lijnen" om non-stop van het begin- naar het eindpunt te rijden. Ik meen me te herinneren dat de bus stopt in het centrum van Vlissingen. Weet je wat? Ik ga een uurtje rondlopen in het centrum van de meest zonnige stad van Nederland. Dan neem ik later 104 voor het laatste stuk naar het station, dat erg excentrisch ligt.



Stort nivo bereikt

Helemaal fout geredeneerd! De bus komt op geen stukken na in het centrum, maar slaatrechtsaf de Prins Hendrikweg in. Ik sta op en stap uit; enigszins stijf na 2 uur 20 zitten. Dan maat te voet op weg naar stadshart en boulevard. De zon ontbreekt; de wind niet. Op weg naar het centrum zie ik futuristische GFT-containers, die alleen met behulp van een pasje geopend kunnen worden. Zoiets kan me intrigeren. Wat heeft dit in vredesnaam in? De milieugekte neemt al zulke vormen aan in dit smerige landje. Veronderstel als ik nu eens een banenschil in mijn handen had? Dan had ik die, bij ontstentenis van zo'n GFT-pasje, op straat moeten slingeren, zodat een hoogbejaarde er wel zijn nek over had kunnen breken. Bij één van de afvalbakken brandt een rood lampje. "Stort nivo bereikt" betekent dit (of woorden van gelijke strekking; niet makkelijk om dit soort zaken te onthouden zonder Psion). Bij deze bak staat een kluit grijze vuilniszakken. Terwijl ik verderloop, denk ik door over de kwestie. Als je een zo'n GFT-pasje bezit, wat gebeurt er dan? Krijgt de zuinige Zeeuw een vergoeding bijgeschreven op zijn chipper voor elk mud GFT-afval dat hij hier stort, of wordt een bedrag van zijn rekening afgetrokken omdat ook in deze uithoek van Nederland het "de vervuiler betaalt"-principe gehandhaafd wordt? Bovendien: waarom "stort nivo" en niet gewoon "stortniveau"?. Wie het milieu wil handhaven, hoeft de taal toch nog niet te bevuilen? Of is "nivo" tegenwoordig correct Nederlands? Zijn we al tot dat nivo afgedaald?

Langs de boulevard waait het verschrikkelijk hard. Aan de overzijde is in de nevel nog net de skyline van Breskens te zien. Even later sta ik op een pleintje met een plantsoen, genaamd Bellamypark. Wie was Bellamy? Ik vermoed: een admiraal. Die tref je hier wel vaker aan, zo in de buurt van het zilte nat. Ook de Ruyter is hier geboren en getogen. Als kind dacht ik dat hij zijn bijnaam "Bestevaer" te danken had aan het feit dat hij beter dan wie ook kon varen. Volgens een bordje was Bellamy een dichter. Staat me netjes, dat ik dat niet wist. Een dichter in Vlissingen. Daar geloof ik niets van. Hoogstwaarschijnlijk was Bellamy de zeezieke zoon van een echte admiraal.

Misschien kon ik een bezoek brengen aan Iguana, de Reptielenzoo. Jaren terug ben ik er al eens geweest. Tegelijk met mij trad een echtpaar binnen in het gezelschap van een dochtertje van vier. "Die vind ik vies!" zei het meisje met hartgrondige walging, bij het bekijken van een leguaan die inderdaad moeders mooiste niet was. Ongelukkigerwijze geldt dit voor de meeste vertegenwoordigers van het reptielenrijk. "Die vind ik vies!", klonk het ook bij het tweede hok. In no time liep het gezin langs de terraria, waarvan de inwoners zonder enige uitzondering "vies" bevonden werden. Eigenlijk had het meisje gelijk. Ik hoef die vieze beesten geen tweede keer te zien. In plaats daarvan ga ik in het overdekte winkelcentrum een loempia eten bij het enige restaurant dat niet gespecialiseerd is in zeevis. Na een wandelingetje langs het Arsenaal en de molen op het Oranjebolwerk loop ik naar de bushalte. Ik neem lijn 56 naar het station en passeer even later de halte waar ik twee uur eerder uit lijn 104 gestapt ben. Nu heb toch de hele route van deze lijn nog afgelegd.



Goes bij avond

Een half uur later loop ik in het centrum van Goes een kantoorboekwinkel binnen en koop met weninge en knersinge der tanden een opschrijfboekje en een tweetal ballpoints. Zelden heb een tientje zo ongaarne uitgegeven. Gelukkig doet mijn camera het nog. Een voordeel van digitale fotografie is het feit dat je je niets hoeft aan te trekken van waarschuwingslampjes die beweren dat er te weinig licht zou zijn. Al is er maar een sprankje schemering of zelfs maar het strooilicht van een verre lantaarnpaal, dan kun je nog een digitale still maken. Het effect is altijd een verrassing. Bij de haven maak ik een pure Breitner, maar een paar stappen verder verdwijnt het "Soepuus" in een nevel die er in werkelijkheid niet is. Het gebouw lijkt even grauw als de armen die er ooit een karige maaltijd genoten. In de Stadsschuur, nabij de Grote Kerk, voedt de riche van Goes zich.

Goes, een vreemde naam. De Amerikaanse toerist, die ik hier ooit uit de trein zag stappen, kon er niets mee beginnen. "Goes? Zei hij vol verachting tegen zijn vrouw. Who goes where?











Koffie en erger

Waar de Amerikaan uiteindelijk is heengegaan, weet ik niet, maar ik spoor naar Roosendaal, een draak van een stad, waarvan de enige attractie wordt gevormd door de stationsrestauratie. Dit is verreweg de beste van Nederland. Je kunt je er voor twee tientjes helemaal klem eten.

Het loopt tegen zevenen als ik de restauratie binnenwandel. Het is rustig; in het Bourgondische Brabant ga je maandagavond niet uit slempen. Je komt bij van het weekend. Een uitzondering op deze regel wordt gevormd door het echtpaar aan het tafeltje naast me. Ze zijn in visite-tenue. De man bezit een fikse drankkegel en een rood aangelopen hoofd. Hij hangt scheef in zijn zetel en heeft één been op een andere stoel gelegd. Ze zwijgen een kwartier lang. De man zit roerloos in zijn verwrongen houding, waardoor hij wel wat lijkt op een aangereden dier.

Plotseling zegt hij, te luid: "die koffieclub, daar gaan we dus nooit meer heen!". Ik schiet in een lach. De man leek mij op het eerste gezicht al geen liefhebber van het donkerbruine bocht uit Brazilië. Na een korte pauze zegt de man langzaam, op verbitterde toon: "Weet je wat ik had moeten doen? Ik had die koffiepot gewoon van de trap af moeten sodemieteren. Met de koffie er nog in. Dan had ik tenminste mijn gram nog gehaald". Een prachtzin, waar zelfs Bellamy niet opgekomen was. Daarvoor moet je halflam in de stationsrestauratie van Roosendaal zitten.

"Je gram halen, waar slaat dat nou weer op?" zegt zijn eega.

"Weet je wat ze zeggen?" vervolgt de man na enige tijd. "Weet je wat erover ons geluld wordt achter onze rug om?".

"Het interesseert me bijzonder weinig", antwoordt de vrouw.

De man zwijgt geruime tijd, maar gaat dan toch nog door op het door hem aangesneden thema. "Ik had hem gewoon meteen een ram voor zijn bek moeten verkopen".

Nu reageert de vrouw niet meer. Uit ervaring weet zij, dat het dan het snelst voorbij is. Met bittere streepmond kijkt zij naar buiten. Ze heeft wat te stellen met dat portretje; had ze indertijd maar naar haar ouders geluisterd. De beschonkene geeft een uitgebreide opsomming van wat hij allemaal nog meer had moeten doen. Hij raakt in een verbale geweldsspiraal, die eindigt met moord en doodslag. Plots valt hij stil. Hij legt nu ook zijn tweede been op de stoel. De vrouw kijkt alsof zij op het punt van ontploffen staat, maar blijft zwijgen. "Moet je kijken hoe dat er tegenwoordig bijloopt", zegt haar echtgenoot, doelend op enkele jongeren die over het perron lopen te flaneren. "Bah, bah, BAH, allemaal, tegenwoordig!" Met radeloze woede kijkt de man naar buiten. Geen vrolijke drinker.

Een scene van Carmiggelt. Die schreef beter dan ik, maar die was dan ook zeven dagen per week kachel. Misschien moet ik ook eens leren zuipen. Zo'n dag als vandaag leent zich daar wel enigszins voor.

De rest van het verhaal doe ik de lezer cadeau. Je mag ervan uitgaan dat ik anderhalf uur later veilig en nuchter in Leiden uit de trein stapte. Mijn stort nivo was nog niet bereikt, maar het scheelde niet veel meer.

Frans Mensonides

15 november 1998


OVERZICHTSKAART Langs lange lijnen


lijn 104 (Spijkenisse metro Centrum - Vlissingen Station / Veerhaven) in kort bestek

Maatschappij ZWN
Provincie Zuid-Holland, Zeeland
Lengte traject (schatting) 95 kilometer
Rijtijd in aangegeven richting (overdag) 2 uur 28 minuten
Exploitatie (maandag - vrijdag) 06.30 - 22.00 uur
Zones 21
Haltes 73
Frequentie Over het algemeen uurdienst.
NS-stations Vlissingen
Andere knooppunten Spijkenisse Metro Centrum, Hellevoetsluis Provincialeweg / Garage VAB, Stellendam Busstation, Ouddorp Centrum, Renesse transferium, Middelburg Hof van Tange.
Route Spijkenisse, Geervliet, Heenvliet, Hellevoetsluis, Stellendam, Goedereede, Ouddorp ZH, Kabbelaarsbank, Scharendijke, Ellemeet, Noordwelle, Renesse, Burgh-Haamstede, Neeltje Jans, Kamperland, Vrouwenpolder, Serooskerke (Walcheren), St. Laurens, West-Souburg, Middelburg, Vlissingen.