Na de serie Stad en land, over de wijzigingen in de dienstregeling van NS en zijn concurrenten, zal De digitale reiziger de komende maanden zijn aandacht opnieuw richten op de streekbus. We gaan verder met de serie "Langs lange lijnen".
'Lang' slaat niet altijd op de afgelegde weg. Lijn 126 van de ZWN legt de afstand tussen
Den Haag CS en Rotterdam Marconiplein, hemelsbreed niet veel meer dan 20
kilometer, af in een tijd variërend van 1 uur 38 tot 2 uur 4. De bus maakt in die tijd een
lange omweg via Naaldwijk en Maassluis. Vandaag bereizen wij dus de bloemen- en
groentetuin van Nederland.
Ik vertrek om 11.15 van het busplatform boven Den Haag CS, in het gezelschap van slechts een handjevol medereizigers. Lijn 126 vervoert zijn meeste reizigers tussen 5.00 en 9.00 uur. 5.00 uur? Jazeker, 5.00 uur! Vele Hagenaars hebben hun werk in de Westlandse kassen, waar de werkdag op een onfatsoenlijk vroeg tijdstip begint. Iets later, zo rond 7.30, gaan de Westlandse scholieren op pad naar de schoolbanken van Den Haag, Vlaardingen en Rotterdam. Forenzen nemen tegenwoordig de luxueuze "Westlandexpresse" of de snelbussen van ZWN, voor zover ze niet gewoon in de auto blijven zitten, of, zoals mijn ex-collega, de fiets nemen. De snelheid, of liever het gebrek daaraan, is de belangrijkste tekortkoming van het openbaar vervoer in het Westland. Het wordt mede veroorzaakt doordat elke bus eerst vele kilometers door het overvolle Den Haag moet rijden, alvorens de eerste kassen zichtbaar worden.
Ik heb wel eens gespeeld met de gedachte aan een metrotunnel van CS tot de Uithof, waarmee je in pakkembeet 14 minuten door die hele stad heen rijdt, terwijl je bovendien het uitzicht erop bespaard blijft. Nóg een tunnel wil ik de Hagenaars echter niet aandoen; ze hebben al zoveel verdriet van dat kleine tramtunneltje onder de Kalvermarkt. Het lek in de tramtunnel is nog steeds niet boven; legers van ingenieurs hebben geen flauw benul of het ooit nog gedicht zal worden.
In verband met de aanleg van de tramtunnel rijden de bussen naar het Westland niet via het Spui, maar over de Paviljoensgracht. In de spits kan het hier aardig spoken, maar rond half twaalf is de doorstroming goed. Zonder veel oponthoud, en zonder veel passagiers, passeren wij de ziekenhuizen Westeinde en Leyenburg. Even later, 25 minuten na ons vertrek van CS, rijden we Poeldijk, en daarmee het Westland, binnen. Ik ben geen held in landschapsbeschrijvingen en weet over deze streek niet veel meer te melden dan dat er heel erg veel kassen zijn. Honselersdijk, het volgende dorpje, heeft bovendien 's-werelds op één na de grootste bloemenveiling op zijn grondgebied.
Na ca. Drie kwartier bussen bereiken wij het nieuwe busstation van Naaldwijk. Dit is gebouwd op de plaats van het oude, op de Verdilaan. Het nieuwe station is veel compacter. De reizigers hoeven nu niet meer de drukke Verdilaan over te steken om hun aansluiting te halen.
Op het busstation van Naaldwijk heeft de reiziger een ruime keuze aan lijnen:
Al deze bussen komen rond de hele en / of halve uren aan op de Verdilaan; in de spits rijden enkele lijnen ook nog op de kwartieren.
Als de laatste bussen weggereden zijn ga ik het stadsschoon bekijken, dat onder andere bestaat uit een kerkring en het Heilige Geesthofje. Naaldwijk bestaat 800 jaar en begint zijn negende eeuw met de onvermijdelijke overdekte winkelgalerij die nu in aanbouw is.
Tot mijn verwondering vind ik zonder enige moeite de wijk Opstal, waar mijn ex-collega Erik Broekman woont. De tam-tam heeft mij gemeld dat ook hij mijn ex-werkgever, het bedrijf met die afschuwelijk saaie website, heeft verlaten. Een felicitatie waard. Ik kom op het goede moment (etenstijd). Erik is Lisanne aan het voeren met minuscule blokjes brood-met-kaas, die zij behendig aan haar vork prikt. Lisanne heeft het helemaal niet begrepen op die vreemde meneer die zomaar binnen komt vallen. In vergelijkbare gevallen placht ik als peuter aan de ongewenste gast te vragen "wanneer ga jij weer weg?". Lisanne volgt de tactiek van het straal negéren. Zij kijkt de andere kant uit, naar haar vader. Deze tactiek heeft als nadeel dat je in een heel krampachtige houding moet blijven zitten zodat je je des te pijlijker bewust wordt van datgene wat je niet wil zien, maar er toch nog steeds is. Een klein halfuur houdt zij het vol, dan besluit ze toch nog een praatje met me aan te knopen. Lisanne grijpt mijn hand en stelt vast dat ook ik ben uitgerust met een duim, wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink, alsmede een horloge.
Dit horloge vertelt me dat het tijd is om op te stappen. Na Erik het beste toegewenst te hebben
in zijn verdere IT-loopbaan, ga ik terug naar het busstation.
Via Westerlee rijden we verder naar Maassdijk. Hier heb ik in 1964 als logé een weekend doorgebracht. Voor mij, als stadskind, een culturele schok: een groot gezin, waar de kinderen aan een lange tafel zaten en vader bij elke maaltijd voorlas uit de bijbel. Zondags werd er gewandeld op de dijk. Het was er druk; het hele dorp liep er de zondagsrust te respecteren en iedereen groette iedereen. Op mijn beurt moet ik de Maasdijkers ook menige schok bezorgd hebben: ik gedroeg me alsof ik thuis was en draaide te pas en te onpas mijn complete repertoire godslasteringen af.
Maasdijk lijkt in 34 jaar niet spectaculair veranderd; zo te zien vanuit de bus. We rijden de buitenwijken van Maassluis binnen. Vanaf het station Maassluis West krijgt lijn 126 versterking van lijn 125 die tot Rotterdam Marconiplein ongeveer dezelfde route volgt. Erg druk is het nog steeds niet in de bus.
Ik stap uit in het centrum van het stadje
waarover Maarten 't Hart enkele tientallen
boeken heeft volgeschreven. Ik beken met
enige schroom er enkele van gelezen te
hebben; in sommige kringen word je dan
meteen ingedeeld bij de literaire analfabeten.
Je vraagt je af hoe een stad als Maassluis
zoveel schrijfstof kan opleveren; een echt
interessante plaats is het niet. In een halfuur
tijd kun je alle bezienswaardigheden wel
zien en fotograferen. 'T Hart heeft ook een
roman gewijd aan de vele kerkscheuringen
die zich in de loop der eeuw hebben
voorgedaan aan de oevers van de nieuwe Waterweg. Misschien ligt het aan die schisma's dat
er zoveel kerken zijn in Maassluis; elke God heeft er minstens drie.
Op de grens van Vlaardingen en Schiedam zie ik bouwactiviteiten voor de Beneluxmetro. Hier
is het beginpunt van de Tweede Beneluxtunnel, een metro- en autobuis onder de Nieuwe
Waterweg, die ter hoogte van Pernis weer boven de grond komt. Een minuut of twaalf later
komt de bus aan bij het Marconiplein. Einde van een niet al te boeiende tocht; volgende week
beter.
lijn 126 (Den Haag CS - Rotterdam Marconiplein) in kort bestek
Maatschappij | ZWN |
Provincie | Zuid-Holland |
Lengte traject (schatting) | 41 kilometer |
Rijtijd in aangegeven richting (overdag) | 1 uur 54 minuten tot 1 uur 57 minuten |
Idem, 's-avonds | 1 uur 38 minuten |
Exploitatie (maandag - vrijdag) | 05.15 - 00.15 uur |
Zones | 9 |
Haltes | 83 |
Frequentie | Overdag halfuurdienst; 's-avonds
uurdienst. In de spits kwartierdienst op
traject Naaldwijk Verdilaan - Den Haag
CS
Zondag uurdienst. |
NS-stations | Den Haag CS, Maassluis West, Vlaardingen Oost, Schiedam Centrum |
Overige knooppunten | Naaldwijk Verdilaan, Vlaardingen Liesveldviaduct, Schiedam Koemarkt, Rotterdam Marconiplein |