De digitale reiziger presenteert:

Openbaar vervoer in Midden Amerika


Sjoerd Mensonides reist gedurende een halfjaar door Midden-Amerika. Hieronder volgt zijn verslag van de eerste twee maanden. Hij ontdekte dat op dit continent Internet sterk in opkomst is, terwijl het railvervoer zijn laatste stuiptrekkingen beleeft.


San Christobal de los Casas (Mexico), 1 november 1997

Nee, ik ben niet in een verkeerd vliegtuig gestapt!, maar ik vond tussen mijn oude schrijfspullen nog een paar oude kaarten van Nepal en Thailand. Frank en ik hebben (samen met andere reizigers) veel lol. De sfeer is goed. Veel te veel gedaan in 11 dagen tijd. Frank wordt door ons omschreven als de tempel-tijger (Tigro de Templo). Ik ben blij dat Frank zo enthousiast is. Overmorgen staat hij met rokende schoenen te trappelen op de grens met Guatelmala. Aan de ene kant bang en aan de andere kant nieuwsgierig.

Wat mij betreft: ik vind het weer geweldig, hier te mogen reizen. Het gevoel is weer helemaal terug. Hier heb ik het naar mijn zin; niet in India, het doel van mijn vorige reis. Hier op 2000 meter is het niet zo warm; zo'n 25o overdag; in de avond 18o , lekker dus.

Frank's enthousiasme en zijn interesse in Maya-dingen zorgen ervoor dat ik na een dag tempels beklimmen helemaal kapot ben; ook door de warmte. Dit resulteert in verminderd drankgebruik en minder roken. Nu zit ik buiten op de binnenplaats van het hotel te pennen. Frank is naar de markt; op zoek naar allerlei gezonde dingen zoals zuivelspul en bananen. Paulina uit Londen reisde een weekje met ons mee. Leuke meid; goedlachs. Zij is nu terug naar Merida. Ze had maar 17 dagen in totaal.

ROUTE: Cancun - Isla Majeras - Tulum - Coba - Pisté - Chitzen Itza - Merida - Champethe - Palenque - San Cristobal de Las Casas.


Huehuerenango (Guatemala), 6 november 1997; 250 ; 2000 meter hoogte

Op mijn vorige kaart schreef ik over de tempel-tijger; die is wat vermoeid geraakt, de laatste weken, en heeft nu al 2 dagen vrijwel niets gedaan! Lekker rustig. Hij gaat binnenkort op Spaanse cursus; ik naar het meer van Atitlan.


San Pedro La Laguna (Guatemala), 22 november 1997.

Het lijkt tegenwoordig wat ouderwets als je een brief schrijft. Ik heb zo het idee dat de volgende reis de schrijfmap thuis kan blijven. Een directe E-mailverbinding naar de Bachstraat moet dan voldoende zijn. Ongelofelijk, de Internetcafé's schieten hier als paddestoelen de grond uit. Het zijn moderne, goedgeorganiseerde bedrijfjes; behulpzaam en niet duur. Je betaalt per half uur of wordt lid voor een week of een maand. Het bericht versturen is inclusief het half uur, en kost totaal ca. 4 gulden. Het ontvangen kost f 1,80 (kan goedkoper). Wat mij ook nogal vreemd overkwam is het feit dat vrijwel overal geld uit de muur te halen valt; mijn Visa-kaart komt goed van pas. Vier jaar geleden was dit alles ondenkbaar. Ben erg benieuwd hoe dat gaat in Nicaragua, toen was er exact 1 ATM in heel het land. In Panajachel zijn er nu al 2 (ca. 7000 inwoners en veel Gringo's).

Ik zit nu dus aan het meer van Atitlan in Guatamala, lekker rustig hier. Geen verkeer en geen herrie. Frank zit op cursus Spaans en komt morgen (zondag) vanuit Antigua op bezoek. Ik weet niet of hij nog een week neemt. Zo niet dan gaan we naar Puerta Barrio en Livingston, Poptun en Tikal. Dan naar Honduras. Anders ga ik een weekje verder de bergen in (Nebaj en Coban). Nu dus even rust na intensief reizen en (te) veel dingen gedaan en gezien te hebben met enthousiaste reismaat!

De ROUTE, na exact een maand reizen: San Christobal de Las Casas - La Messilia (grens) - Huehuetenango - Chiantla - Aquacatan - Sacapulas - Quiché - Chichicasrenango - Quetzaltenango - Retahulea - Champerico - Escuintla - Guatemala City - Antigua - Papajachal - San Petro La Laguna.

De reis verloopt prima; ik weet eigenlijk alles nog en dat maakt het regelen een fluitje van een cent. Het is leuk, andere reizigers te vertellen hoe ze in drie weken tijd zoveel mogelijk kunnen zien. In Yucatan de gebruikelijke dingen gedaan; nieuw voor mij was Tulum met de Maya-tempels aan de kust en Coban, met tempels in het oerwoud. De rest was gewoon weer leuk om te zien. Guatemala bevalt mij altijd prima; simpeler in alles.

De bussen zijn allemaal oud en aftands en werden vroeger in de USA gebruikt als schoolbussen. De Amerikaanse districtnamen staan nog op de zijkanten. In Mexico is dat anders. In de 1e klasse bussen heerst rust; geen kippen en andere beesten aan boord. Op de route Cancun - Merida - Campeche en de route Cancun - Tulum - Chetumal hebben de bussen een kaartjesautomaat: de zogenaamde Boleramatico's. Bovenaan het kaartje staat met grote letters, afhankelijk van het tijdstip van de dag, Buenos Dias, - tardes of - noches. Het apparaat wordt bediend door de chauffeur. Afrekenen gebeurt bij de bijrijder; beetje omslachtig. Hier in Guatemala is het vaak dringen in de bussen. Ook moet er vaak langdurig worden gestaan in het veel te smalle gangpad. Dit komt omdat de banken als het ware naar elkaar toegegroeid zijn. Zowel de linker- als de rechterkant zijn (niet) geschikt gemaakt voor 3 personen (kinderen op schoot, uiteraard). Maar goed, het is supergoedkoop. We betalen 1 Quetzal (30 cent) per 10 kilometer. Een rit van 80 kilometer kost dus f 2,40. In Nederland, met de Interliner kost zo'n rit wel een factor 10 of 15 meer. In Guatemala zijn alle spoorwegen geprivatiseerd in 1995; vandaar dat alle passagierstreinen niet meer rijden. Einde oefening!

In mijn hotel aan het meer is geen stromend water. Ik ga dus naar het meer voor een koele duik en om te wassen; doen de mensen ook allemaal. Het hotel is goedkoop: 10 Quetzal (ca. 3 gulden) voor een éénpersoonskamertje. Goedkoper kon echt niet, volgens de "hotelier" (ventje van 10 jaar).

Het is nu intussen 3 uur en ik ben Frank tegengekomen tijdens de lunch. Hij was vanmorgen vroeg vertrokken uit Antigua en heeft ook een kamer in mijn hotel genomen. Hij neemt nog één week cursus. We vertrekken zaterdag naar het Oosten. Ik ga dus eerst nog even naar het Noordwesten.




Tecucigalpa (Honduras), 15 december 1997

Ik wil niet lullig overkomen, maar Frank en ik hebben het hier in Tegucigalpa koud! In Salvador: iedere dag heet (30o) maar hier is het overdag niet meer dan 22o en 's-avonds fris met een trui aan. Vanavond naar een knokfilm met Steven Seagal.

El Salvador was heel leuk. Veel andere plaatsen gezien dan de vorige keer dat ik daar was. Zoals het plaatsje Sacitoto aan een enorm stuwmeer in het Noorden van Salvador. De uitzichten vanaf de bergen zijn werkelijk schitterend. We maken een boottochtje over het meer naar de stuwdam. We varen langs en door grote hoeveelheden waterlelies die door de wind over het meer worden geblazen. De wind stond die dag in de richting van de dam, zodat we niet dichtbij konden afmeren. Ongeveer 2 a 3 kilometer van de dam zijn we gaan lopen door bossen en over heuvels. Overal mooi uitzicht op het meer; leuke dag.

Vanuit Metapan hebben we na veel geregel een trein genomen naar San Salvador. Geen passagierstrein, want die rijden niet meer, maar een goederentrein, helemaal gevuld met cement. Eerst de locomotief; daarachter 15 cementwagons en dan de servicewagen, een ijzeren bak met laddertjes die toegang geven tot het dak. Op het dak zijn twee houten bankjes getimmerd voor de passagiers. De bankjes worden niet vaak gebruikt; de vorige keer was drie maanden geleden toen er een Zwitser meereed. Het personeel wist zijn naam nog prima te herinneren. We zitten dus op het dak en de trein vertrekt. Piep, knars, en een hoop geschommel. Het landschap is mooi, met diverse meren en rivieren. Langs de smalspoorbaan veel hutjes en golfplaten huisjes, veel kippen en andere beesten, we genieten. Snel gaat het niet; de lok heeft niet genoeg power als hij de berg opmoet. Het personeel moet de helft van de wagons afkoppelen en wachten tot de loc weer terug is. We rijden mee tot aan Texitepeque, niet meer dan 17 kilometer van Metapan. We klokken de tijd op maar liefst drie uur! Geen best gemiddelde. De trein gaat vandaag door tot Aquilares als het donker wordt; morgen verder naar San Salvador waar hij zo tegen de middag aankomt. Kortom: a.n.d.e.r.h.a.l.v.e. dag voor nog geen 160 kilometer! Leiden - Utrecht zou dus 9 uur duren volgens mijn schatting; de trekschuit van vroeger ging misschien wel sneller. Maar goed, we zijn hun gasten en van betalen willen ze niets weten, gratis.

Het openbaar vervoer is so wie so bijna gratis in deze landen. We betalen ook hier in Salvador niet meer dan 2 a 3 cent per kilometer. Je kan er je klok op gelijkzetten; b.v. 70 kilometer kost 7 Lempira's of 7 Colon enz. De bussen zitten wel altijd helemaal vol; waar dan ook naar toe. Verbindingen lijken beter te kloppen dan in Nederland. Bijvoorbeeld: vanuit (of vanaf) de trein lopen we naar de weg (krijgen een lift van een vrachtauto); langs de weg wachten we 5 minuten; bus naar Santa Ana. In Santa Ana direct één naar San Salvador; aldaar direct een stadsbus door het centrum naar busterminal Oriente. Daar nog maar net de tijd om een blikje te kopen en direct ook weer door naar San Vicente (ik krijg dus niet eens de tijd om een sigaret te paffen). Voor 4 uur komen we aan. Ben je wel door 3/4 van het land gereisd (inclusief de drie uur treinen).

Het is nu 14.30, dus even luisteren naar radio Nederland. Een Amsterdams carillon klinkt duidelijk als begin van het journaal; het radiootje uit Bolivia, vier jaar geleden, doet het nog prima. It's a Sony.

De spoorlijn waarover een keer per twee dagen de goederentrein gaat, wordt overigens goed gebruikt door de lokale bevolking. Ze hebben karretjes getimmerd met wieltjes, gemaakt van wiellagers, op de juiste breedte van het spoor. Ze vervoeren hout, boodschappen en oude (schoon)moeders. Vanaf de trein zie je in iedere 'tuin' zo'n karretje staan.

In de volgende brief nog meer leuke verhalen over de diverse landen in Centraal Amerika. Helaas zijn er ook veel treurige verhalen te vertellen; het gaat niet overal even goed met de mensen. In Nicaragua zal het binnenkort zeker niet beter zijn. Niet zo slecht als in India, maar ik trek het me meer aan; komt denk ik omdat ik de mensen aardiger vind in deze streken. San Salvador spant de kroon tot nu toe. Wat een naar zooitje, al met al. Na 21.30 zie je geen mens meer op straat, te gevaarlijk: moordaanslagen, afrekeningen enz komen dan ineens heel erg dichtbij. We hebben er één nacht overnacht; één teveel.

Het is nu 15.15; radio Nederland heeft een special over de ramp in Faro, alweer 5 jaar geleden. Ik ga mijn kleren ophalen bij Lavenderia Super Jet; ze hebben dan twee kilo zooi gewassen voor 17 lempira's (ca. F 2,50).

Tot de volgende keer!

Sjoerd Mensonides

ROUTE: San Pedro La Laguna - Antigua - Gutemala City - Zacapa - Chiquimala - Copan Ruinas (Honduras) - Santa rosa Copan - Nueva Ocotepeque (grens) - Chalatenango (El Salvador) - San Salvador - Suchitoto - Santa Ana - Merapan - San Vicente - San Miguel - El Cuco - Santa Rosa Lima - grens - Tegucigalpa (Honduras).




LEES VERDER in deel 2!


TERUG naar homepage De digitale reiziger
NAAR openbaar vervoer in ZUID-Amerika