De Saarbahn, de nieuwe sneltramverbinding tussen Saarbrücken (Duitsland) en
Sarreguemines (Frankrijk), zal voor Wim Scherpenisse en mij altijd verbonden blijven
met de totale zonsverduistering van 11 augustus 1999, een verschijnsel dat in de Duitse
kranten werd afgekort tot Sofi (Sonnenfinsternis). Wij ondergingen onze Sofi in
Bübingen, midden in de totaliteitszone en halverwege tussen Saarbrücken en
Sarreguemins, en het is aan de Saarbahn te danken dat de Sofi voor ons niet helemaal
een sof werd. In het artikel van Wim kun je alles lezen over onze eclipservaringen in
Bübingen. In mijn artikel van deze week wat meer aandacht voor de verkeerstechnische
aspecten van de sneltram langs de Saar, want de Saarbahn is ook zonder
zonsverduistering een interessant project.
Die neue Innenstadt. Die neue Bahnhofstraße
rauf und runter schlendern, etwas Schönes aussuchen,
etwas trinken und sich wieder gemütlich
und ohne zusätzliche Parkhauskosten auf den Weg
nach Hause machen. Ob zum Bahnhof, zur nächsten
Bushaltestelle oder weiter nach Sarreguemines.
Das alles ist jetzt problemlos machbar.
Het klinkt allemaal heel aantrekkelijk, zelfs in het Duits. Bovenstaand citaat is afkomstig van de uitgebreide, fraai vormgegeven Saarbahn-site. De Saarbahn is ingezet als wapen tegen files en vervuiling. Niet alleen die van auto's; ook het uitgebreide busnet zorgde voor lawaai, verkeersoverlast en dieselwalmen in Saarbrücken's winkelhart. Het gemeentebestuur besloot tot een andere opzet van het openbaar vervoer, met de tram als hoofdas van het vervoersnet. Op het eerste gedeelte van de bijna 20 kilometer lange rit rijdt de tram op een vrije baan door de winkelstraten van Saarbrücken; na ca. 5 kilometer takt de tram aan op de oude spoorbaan naar Sarrequemines.
Op het lijnennetkaartje is duidelijk te zien, dat de tram (bruine lijn) bij vrijwel elke halte een bundel van buslijnen kruist; buslijnen die nu het winkelhart niet meer belasten met hun aanwezigheid. De opzet van de Saarbahn lijkt wel wat op die van de Rijn Gouwelijn, met dien verstande dat de Saarlijn bestáát, terwijl ik de laatstgenoemde lijn nog gerealiseerd moet zien worden. Het is de bedoeling, dat de Saarbahn de komende jaren wordt uitgebouwd tot een compleet sneltramnet.
Saarbrücken bestaat nu dus exact 1000 jaar. Ter gelegenheid daarvan staan over in de stad plastic leeuwen, met het getal 1000 erop afgebeeld. Het duizendjarige rijk van Saarbrücken. Als vanmiddag tijdens de eclips de wereld vergaat, zoals ook nu door sommige hogepriesters beweerd wordt, kan Saarbrücken de boeken sluiten met een mooi rond aantal jaren. Nu geloof ik niet in profetieën, maar het is toch wel stug, dat wij nou net een millenniumstad hebben uitgekozen voor onze eclipsreis. Toeval, anders niet. Toch hebben wij uit voorzorg een enkele reis genomen naar Saarbrücken, en geen retourtje.
Rond elf uur, anderhalf uur voor het moment supreme, stappen we op de Grosshertog Friedrich Strasse op de tram, na eerst een dagkaart voor twee personen uit de automaat getrokken te hebben. Ook op de Jongste Dag kost deze slechts DM 12,00. Weer zo'n gruwelijk toeval: de halte heet Johannes-kirche (valt me gelukkig nu pas op, nu ik dit stukje zit te tikken).
De Saartrams zijn gemaakt door de Canadese railgigant Bombardier, wiens metrostellen wij na bevrijdingsdag niet meer hebben teruggezien op het Rotterdamse metronet. Voor de Saarbahn heeft Bombardier dubbelgelede trams vervaardigd, waarvan het eerste en laatste lid uitgevoerd zijn met een lage vloer. De middelste geleding is met een trapje te bereiken; hier zijn geen deuren. De comfortabele stoelen staan in een twee-bij-twee opstelling.
Langzaam rijdt de tram door Saarbrücken's winkelstraten, die wel wat breder zijn dan de Breestraat in Leiden, waar straks de Rijn-Gouwetram moet gaan rijden. Bij het Römer-Kastel takt de tram aan op de spoorlijn. De snelheid wordt flink opgevoerd, maar niet voor lang, want het volgende station, Brebach is al het eindpunt van onze tram. Op het stadstraject rijdt de tram in 7,5 minutendienst. De meeste trams keren in Brebach. Slechts twee per uur (in de spits vier) gaan er door naar Kleinblittersdorf; Sarreguemines heeft uurdienst (spits: halfuurdienst).
Bij introductie van de Saarbahn heeft men niet veel moeite geïnvesteerd in het oplappen van de oude stations. Om station Brebach te verlaten moet je je een weg zoeken door een eindeloos getimmerte van trappen dat een enigszins vervallen aanblik biedt.
Wij blijven echter op het perron, en wachten een kwartiertje op een doorgaande tram. Daarmee reizen we verder naar Kleinblittersdorf en daarvandaan weer terug naar Bübingen. Het staat allemaal beschreven in het artikel van Wim.
Uiteindelijk arriveert er een tram richting Frankrijk. Denken we, maar hij loopt dood in Kleinblittersdorf. Hier is zo'n laag perronnetje, dat een beetje Belgisch aandoet. Wij schuilen onder een afdakje. Dit station, in een onooglijk dorp, is bemand, zoals bijna alle stations op de Saarlijn. Wat de man de hele dag zit te doen, is niet erg duidelijk; ook hier gaat de kaartverkoop met automaten.
Na een minuut of vijf komt de tram naar Sarreguemines binnen. Bij het halteren langs de voormalige spoorwegperrons klapt er een trede uit.
Nog twee stations scheiden ons van de Franse grens. Deze stations liggen flink ver van elkaar. De tram lijkt wat betreft geluidseffecten sprekend op de Sneltram Utrecht - Nieuwegein, maar is wel wat sneller. De topsnelheid ligt op ruim 100 km/uur, zo op het oog geschat. Hier en daar hebben we uitzicht op de Saar (Sarre), waar het waterpeil vandaag flink zal stijgen.
Sarreguemines, Frankrijk. Ik ben om één of andere reden nog nooit in la douce France geweest en dit is dus de eerste keer. Het regent nog steeds pijpenstelen, dus ons bezoek aan dit land blijft beperkt tot een paar passen op het perron. Wij stappen weer in de tram, die spoedig vertrekt naar de Cottbusser Platz. Volgens het Internetkaartje is de eindhalte Ludwigstrasse, maar de tram is een week gelden doorgetrokken naar zijn nieuwe eindpunt.
In Auersmacher, Kleinblittersdorf en andere kleine plaatsjes stapt een enorme hoeveelheid mensen in. Het zijn bijna allemaal afdruipende eclipsgangers. Normaal zal het hier toch zo druk niet zijn. Als we de stad naderen, komt er een troepje zeer lawaaierige jongeren de tram binnen. Ze scanderen brallerige leuzen: "Huli-ganz, Huli-ganz, Wir sind die Deutsche Huli-ganz". ("Huli-ganz" is Duits voor "Hooligans", vermoeden wij). Zouden Duitse pubers altijd scanderend per tram reizen, of heeft de eclips dit alles losgemaakt? Hoe dan ook, we kunnen onze vooroordelen weer wat oppoetsen.
Voorbij het Römer-Kastel rijdt de tram door een smalle winkelstraat. Een eenrichtingsstraat: de vrije trambaan laat nog maar één rijstrook over voor het autoverkeer. De halteperrons zijn breed en doen in deze smalle straten wel erg massief aan.
Bij het Hauptbahnhof stapt de hele meute uit, inclusief de Huli-ganz. Wij hebben nog drie haltes tegoed: Trierer Strasse, Ludwig Strasse en het voorlopige eindpunt Cottbuser Platz, dat er inderdaad gloednieuw uitziet. De rit vanuit Frankrijk heeft iets langer dan een half uur geduurd.
Vanaf dit punt moet de Saarbahn doorgetrokken worden naar Riegelsberg, een voorstad op 10 kilometer ten noorden van Saarbrücken. Er loopt geen spoorlijn naar Riegelsburg; de verlenging zal dus via de weg moeten plaatsvinden. Er ligt al een stukje tramspoor op de steil omhoog lopende Lebacher Strasse. Momenteel vormt de inpassing van de tram in de stadskern van Riegelsburg een punt van politieke discussie.
Wij nemen de tram terug naar het Hauptbahnhof. De jongeren staan hier nog steeds te scanderen. Misschien is er voetbal, vanavond.
De regen is opgehouden; later op de middag breekt ook de zon weer door. Wij mensen hebben nog even respijt gekregen. Het einde van de wereld is uitgesteld; we zullen verder moeten.
Frans Mensonides
26 augustus 1999