Per Bahn in Duitsland

S-Bahn, RB, RE, IR, IC, EC en geen ICE.


Dieseltreintje Wuppertal - Solingen


De Duitse treinhiërarchie:

Thalys = Thalys
ICE = InterCity Express (Hoge snelheidstrein)
EC= Eurocity
IC = InterCity
IR = Interregio (soort sneltrein)
RE = Regional Express (ook een soort sneltrein, maar dan minder luxueus en minder snel)
SE = StadExpress (ook zoiets, maar dan in stedelijke gebieden)
RB = RegionalBahn (Stoptrein)
S = S-Bahn (Stoptrein in stedelijke gebieden, die heel erg vaak stopt)

Dit overzicht maakt geen aanspraak op volledigheid



De digitale reiziger, in de personen van Wim Scherpenisse en ondergetekende, ondernam een vierdaagse reis door Duitsland, waarbij onder meer Trier, de zonsverduistering en Wuppertal bezocht werden. In Duitsland maakten we voor onze verplaatinsingen voornamelijk gebruik van de talloze soorten treinen die de Deutsche Bahn AG in zijn assortiment heeft. Naar ons gevoel heeft DDR in vier dagen tijd alle windstreken van Duitsland doorkruist, maar als je onze omzwervingen uitzet op de landkaart, dan hebben we maar een heel klein krasje achtergelaten, langs de rand van dit enorme land.

Groot, veel en ver. Zo mag je Duitsland wel typeren. Je zou minstens een maand in het rijk van onze oosterburen moeten rondzwerven om er een totaalindruk van te krijgen. Toch geeft het nu volgende stukje misschien al een redelijk complete staalkaart van wat de Bahnreiziger in Duitsland te wachten staat.


Drie weken lang staat Duitsland centraal in De digitale reiziger. In week 34 kun je, behalve dit artikel, een verslag lezen over de zonsverduistering. Wim Scherpenisse laat over dit natuurverschijnsel zijn licht schijnen, om het maar eens te zeggen met een flauwe woordspeling. Bovendien zal vanaf zondag 22 augustus op mijn homepage een rijkelijk geïllustreerd artikel te zien zijn over Trier, Duitslands oudste stad.

Volgende week verschijnt op deze webplek een artikel over de Saarbahn, de sneltram van Saabrucken naar Sarrequemines. Over twee weken, in de editie van 5 september, is er dan nog een toegift over het stadsvervoer in Wuppertal, dat sterk gedomineerd wordt door de unieke Schwebebahn. Een zweefbaan; is dat nu ook railvervoer? Nog twee weken heb ik om over die vraag na te denken.



Voorpret

Hoe hebben wij ooit onze reizen kunnen plannen in de tijd dat het Internet nog niet was uitgevonden?? Zonder aansluiting op het World Wide Web kom je vrijwel nergens meer. Treinen zoek je op in de onvolprezen Hafas-planner van DB AG. Niet alleen Duitse treinen; voor heel Europa kun je er terecht - afgezien van een paar buitenplaatsen als Roemenië en Finland, die hardnekkig weigeren, gegevens ter beschikking te stellen aan de Duitse databank. Voor reizen met het stads- en streekvervoer in Duitsland maak je gebruik van de VRR-Fahrplanauskunft, het Duitse equivalent van de OVR-reisplanner. Voor zover mij bekend heeft deze databank geen eigen site. Hij is altijd ingebed in die van een verkeersverband of een vervoerbedrijf. Hier bijvoorbeeld in die van de WSW, het Wuppertaler stadsvervoersbedrijf.

Ook de hotels kun je opzoeken en boeken via Internet. En de route er naar toe is meestal ook wel ergens te vinden. Wim ontdekte op het WWW een complete plattegrond van de uitgestrekte gemeente Wuppertal, compleet met alle buslijnen en -haltes.

Twee weken voor de dag van vertrek begeef ik me in Utrecht naar NS Internationaal, gewapend met een stapel HAFAS-uitdraaien. Ik ben zo'n soort reiziger die precies weet wat hij wil. Dat geldt niet voor de meeste klanten, heb ik gemerkt. Zij noemen de medewerkster achter het loket de plaats van hun bestemming plus de datum waarop zij daar zo ongeveer hopen te arriveren, en daarna mag zij het verder zelf uitzoeken. De wachttijden zijn daardoor over het algemeen lang.

Ik trek een nummertje en stel vast, dat het aantal wachtenden bijna 25 bedraagt, al zijn die lang niet allemaal meer aanwezig. Dit kan wel een stijf uurtje duren. Ik kuier naar de Utrechtse binnenstad, meer precies naar de Trans, waar de Utrechtse Neerlandici hun thuisbasis hebben.

Nog één tentamenuitslag heb ik te goed; die voor Communicatiekunde. Het enige positieve wat ik over dit vak weet te melden is het feit dat het straks de keuze van een specialisatie weer iets makkelijker maakt. Maar ik ben bevooroordeeld; heb in mijn leven al genoeg te verduren gehad van communicerende holle vaten, waarmee niet viel te praten. Dat rijmt, en valt dus onder een andere discipline.

Ik blijk een 7,5 voor het tentamen gescoord te hebben; kennelijk heb ik me toch nog te ernstig uitgesloofd.

Terug bij NS-international moet ik nog een half uur wachten voordat ik aan de beurt ben. Dan wacht me een verrassing: Zuidhorn, woonplaats van mijn reisgenoot Wim, blijkt niet meer in de NS-computers te zitten. De dame achter de balie trekt een dik handboek tevoorschijn uit een kast. Dit handboek biedt geen uitkomst. "Nee, Zuidhorn zit er echt niet in", zegt ze. Ik voel nattigheid. Privatiseringsellende? "Zuidbroek zit er wél in" meldt zij, "en dat ligt ook in Groningen." Ja, OK, Zuidbroek ligt ook in Groningen, maar dat lijntje wordt volgend jaar pas overgedragen aan Noordnet.

Na enig proberen blijkt, dat alle huidige Noordnet-plaatsen al verdwenen zijn uit het assortiment van NS-international. Dit ondanks het feit dat NS en Noordnet overeengekomen zijn, elkaars kaartjes tot 1 januari 2000 te erkennen. "Leve de privatisering" verzucht de medewerkster, waar ik me van harte bij aansluit.

Ik zet onze zonsverduisterings- en zweefplannen uiteen. Op 10/8 naar Trier; op de dag zelf op en neer naar Saarbrücken. Het liefst zou ik voor die dag plaatsen reserveren in de Duitse IR; we zullen wel niet de enigen zijn die de eclips willen zien. "Iedereen gaat naar die zonsverduistering", beaamt de NS-medewerkster, "ik ben geloof ik de enige die nog in Nederland is, op 11 augustus".

Na uitvoerig opzoekwerk (gelukkig ontmoet ik vandaag eens een OV-medewerkster die bereid is om mee te denken met de klant) rolt er een kaartje uit de printer met Arnhem - Saarbrücken als heenweg en Wuppertal - Arnhem als terugreis. Reserveringen zitten erbij voor Arnhem - Keulen (EC), Trier - Saarbrücken (IR) en Düsseldorf - Arnhem(EC). Dit alles voor twee personen. Eurokaartjes zijn twee maanden geldig; er is dus geen enkel bezwaar tegen, om onze enkele reis naar de eclips te onderbreken met een nacht in Trier.

Met een hele stapel papier verlaat ik NS-International. Nu hoeven we alleen nog maar op de dag van vertrek een enkeltje-met-korting te kopen van Zuidhorn, resp. Leiden, naar Arnhem. En op 11/8 twee enkeltjes Saarbrücken - Trier, en op 12/8 twee enkeltjes Trier - Wuppertal. Ik schrijf dit alles op in de vrees, dat 90% van de lezers afhaakt wegens saaiheid, en de overige 10% zijn complete nachtrust gaat opofferen aan berekeningen, waaruit moet blijken dat we te veel geld neergeteld hebben. Je hebt van die regelneven. Die lachen je nog jarenlang uit, omdat je betaald hebt voor je internationale treinreis, terwijl zíj het altijd zo regelen dat ze geld toekrijgen. Hoe het nog een paar gulden goedkoper had gekund: ik wil het niet weten. E-mails over deze kwestie zullen niet worden beantwoord.

Naar Trier

Op 10 augustus 1999 op pad. Wim verlaat zijn woonplaats Zuidhorn al om 6.44. Een half uur later trek ook ik de deur achter me dicht. Ik heb me zo'n handig rolkoffertje aangeschaft, en dat vervolgens toch weer te vol gepropt. Tijdens de wandeling van 20 minuten naar Lammenschans hoor ik de wieltjes bommelen over de trottoirtegels. Als ik er goed naar luister, heeft het iets van een treinritme, om alvast in de stemming te komen.

Om 9.25 is het verzamelen bij de stationsrestauratie in Arnhem. Even later de eerste vertraging. Wij hebben gemikt op de EC van 10.04 naar Keulen. Deze ligt een kwartier achter op zijn schema. Daarmee komt onze aansluiting in Keulen nog niet in gevaar, maar internationale vertragingen hebben de neiging, groter en groter te worden.

Rond 10.15 komt de EC nog opdagen. Na enig loslopend wild verjaagd te hebben van onze gereserveerde zitplaatsen (het gebruikelijke begin van een reis per Eurocity) kan de Duitslandvaart echt beginnen.

We verlaten Nederland ter hoogte van het plaatsje Babberich, om even later bij Hoch-Elten weer rakelings langs de grens te scheren. Hier zitten we op wandelafstand van Spijk, dat centraal stond in het artikel over de Batavieren. Daarna rijden we écht Pruisen binnen.

Straks in Keulen hebben we volgens het spoorboekje bijna een half uur om over te stappen op de InterRegio naar Trier. Van deze pauze is nu al een kwartier afgesnoept. Ook de locwissel in Emmerich gaat weer allesbehalve snel. Wat achterlijk eigenlijk, dat in een verenigd Europa bij elke grens nog gewisseld moet worden. Kunnen we dat straks niet tegelijk met de Gulden en de D-mark afschaffen?

Gelukkig kunnen we onze tijd korten met de eclipshandleidingen die we bij ons hebben. Zo'n eclips vereist een goede voorbereiding. Je moet aan een hele hoop dingen denken, in die twee minuten: de corona, Venus, Mercurius, vogels die hun nest opzoeken en er even later verbaasd uit te voorschijn kruipen, rare schaduwen tijdens het voor- en naspel en niet in de laatste plaats de enthousiaste reacties van je medemensen.

De pünktliche Duitsers kunnen de in Holland opgelopen vertraging niet goedmaken. Het zijn trouwens niet de Duitsers die zo pünktlich zijn, maar de Zwitsers. In Keulen hebben we nog maar zeven minuten over. Het station wordt verbouwd. Via een zigzagroute over perrons en door de hal, komen we bij het juiste spoor aan voor de IR naar Trier.

Een Duitse IR kan qua comfort met gemak op tegen de Eurocity. De coupés zijn handig ingedeeld, met voldoende kofferruimte; de comfortabele stoelen zijn gerangschikt tot aardige zitjes.

Een klein half uur na vertrek zie ik de Drachenfels langs het linkerraampje trekken, die ik vorig jaar nog heb beklommen. Altijd word ik enthousiast als ik iets herken in den vreemde.

In Koblenz vloeit de Moezel in de Rijn. Daaraan dankt de stad zijn naam, doceert Wim: Koblenz is afgeleid van confluentium, wat samenstroming betekend. In Koblenz wordt de crew van de trein gewisseld. De Züg-chef meldt zich even later per microfoon. Wanneer er daarna een conducteur in de coupé komt, annonceert deze: "Personal-wechsel", als verklaring voor het feit dat opnieuw de kaartjes getoond moeten worden.

De route voert nu langs de kronkelende Moezel. Over het algemeen volgt de trein de meanders van de rivier; een enkele keer wordt echter een stuk afgesneden door middel van een tunnel. De langste tunnel op het traject begint even voorbij het wijnstadje Cochem en meet zo'n 5 kilometer.

Het uitzicht over de rivier is prachtig. In de binnenbochten liggen de dorpjes; in de buitenbocht zijn beboste heubels te zien en - op de noordhellingen - wijngaarden. Minder prachtig zijn de regenbuien, die wij voorbij station Bullay door de dalen zien trekken. Hoe zal het weer morgen zijn?

Bijna op tijd bereiken wij Trier, een zeer fotogenieke stad, zoals snel zal blijken.

Trier Hauptbahnhof

We hebben onderdak gereserveerd in een eenvoudig hotelletje tegenover het station. Het wordt gedreven door een bejaard echtpaar, dat de "Stube" als woonkamer gebruikt. Al om een uur of negen gaat de Stube dicht voor het publiek. Dan wordt de TV aangezet en kijkt men naar voetbal. Mijn kamer ligt aan de stationszijde.

Die avond schrijf ik de ansichtkaarten. Postzegels kosten hier maar liefst 1 mark, maar Duitsland is ten slotte groter dan Nederland, bedenk ik. Ook de postzegels zijn in Duitsland groter; je moet ze omvouwen om ze fatsoenlijk kwijt te kunnen op je kaart.

Feitelijk is alles is Duitsland te groot. Groot zijn de achterwerken van de vrouwen, de bierbuiken van de mannen en de porties in de restaurants: een lap vlees met de omvang van een ouderwetse langspeelplaat, gelardeerd met anderhalf sla-blaadje en een gekliefde tomaat die vanmorgen in Poeldijk geveild is en ons in de loop van de dag is achterna gereisd.

Deze culinaire specialiteiten hebben we eerder op de avond ondergaan in de Steipe, een keldergewelf waar al 500 jaar lang voedsel wordt geserveerd.

Na het diner zijn we nog een kopje koffie gaan drinken in de stationsrestauratie. Wat een naargeestig etablissement; een uitgelezen plek voor een reis-dip. In de enorme vierkante zaal, ingericht volgens een ondefinieerbaar ouderwetse stijl, waaraan geen binnenhuisarchitect ooit een cent verdiend heeft, bevonden zich slechts drie personen: wij tweeën en een hoogbejaarde vrouw die een kruiswoordpuzzel zat op te lossen, vermoedelijk uit een krant van 1953.

In de stationshal, die we vanmiddag zonder al te veel aandacht gepasseerd zijn, zag ik een informatiebalie en een plaatskaartenkantoor. Bij NS gaat het straks of-of worden. Dit is de juiste plaats in dit artikel om op te merken, dat DB nèt ietsje meer zorg en aandacht aan de klant besteedt dan onze nationale trots, de vaak zo grondig verfoeide NS. Koffer-"kuli's" stáán er gewoon; informatiepersoneel ís er gewoon; conducteurs komen gewoon langs; omroepberichten worden gewoonweg gegeven, ook wanneer de trein op tijd is (bij DB een uitzondering, volgens onze ervaringen).

Langs de trappen op station Trier zijn piepkleine roltrapjes aangebracht die de reiziger in staat stellen, zijn valiezen wat gemakkelijker naar boven te transporteren (mitfahren verboten!). Jammer genoeg doen deze roltrapjes het lang niet altijd, maar er is in ieder geval aan gedacht.

Trier ligt een beetje in een uithoek, dicht bij de grenzen van Frankrijk, België en vooral Luxemburg, dat op nog geen 15 kilometer van Trier begint. Toch is deze stad een heus spoorwegknooppunt. Er vertrekken treinen naar Koblenz, Saarbrücken en de stad Luxemburg. Ook is er een boemellijntje naar Keulen (een lijntje van bijna 200 kilometer!); de treinen stoppen o.a. in Bitburg, dat zijn naam schonk aan een biermerk, en in Gerolstein, welbekend van het Sprudelwasser. In Luxemburg is het water goedkoop (Wasserbillig).

Vanuit mijn hotelkamer volg ik urenlang het beweeg op het stationsplein. Als je er als reiziger aan deelneemt, lijkt het nog enige zin te hebben, maar van afstand bekeken vind ik het maar een gedoe.

Er is veel herrie, die me uit de slaap houdt. Bij de taxistandplaats wordt druk gepraat; ook word ik vergast op een CD vol Schlagers uit de stereo-installatie van een taxichauffeur. De stadsbussen rijden tot na middernacht in halfuurdienst. Kwart-voor en kwart-over komen zij met veel herrie aanrazen, om enkele minuten later allemaal tegelijk weg te spuiten. Telkens als er een trein binnenkomt, volgt even later het afscheids- en welkomsgegil en het gebons van autoportieren.

Eindelijk wordt het rustig. Niet voor heel erg lang; om half zes word ik gewekt door een doordringend geschuif, gezoem en geraas, dat hinderlijk lang blijft aanhouden. De dag van de zonsverduistering, denk ik meteen. Ingeleid door een leven als een oordeel. Konden ze niet tot halfeen wachten met de Apocalyps? Ik klim uit bed en werp een blik op het verlaten stationsplein. Een veegwagentje met stalen borstels is bezig, het busstation schoon te vegen voor de komende dag.




De Saarbahn op station Brebach


Duister

Een paar uur later sla ik de ogen opnieuw op. Hoewel het nog geen halfacht is, zie ik al drommen mensen de stationshal binnenlopen. Toeristerig geklede mensen, waarvan ongetwijfeld de meerderheid op weg is naar de totaliteitszone. Het is zwaar bewolkt.

Om 8.43, nu eens precies op tijd, vertrekt de IR naar Saarbrücken. Naar Innbruck, moet ik eigenlijk schrijven, want de hoofdstad van Tirol is de eindbestemming van deze trein. Pas na 18.00 uur zal de IR daar aankomen. Groot, veel en ver. Wij vinden Den Helder - Nijmegen al een eind, maar in Duitsland is het geen uitzondering als een IR of IC een kleine 1000 kilomter aflegt.

Voorbij Konz, zo'n 15 km. ten zuiden van Trier, stroomt de Saar in de Moezel. Vanaf dat punt rijdt de trein langs de Saar, die even sterk slingert als de laatstgenoemde rivier. Het is druk in de trein; het was geen overbodige luxe om te reserveren. Op de weg naast de spoorbaan is het rustig; heel rustig. De door alle media verwachte verkeerschaos blijft uit.


Voor de verduistering, zie het artikel van Wim Scherpenisse . Mijn verhaal over de Saarbahn is inmiddels ook verschenen.

Om halfdrie zijn we terug in de stationshal van Saarbrücken, een stad om z.s.m. te vergeten. De lokettist bij wie wij een enkeltje kopen, vraagt of we de RB van 14.33 nog willen halen. Dan kunnen we reizen met korting. Ja, dat willen wij. "Beeilen Sie sich!", roept hij ons na. We be-ijlen ons door de lange gangen van het station en slagen er nog net in, de trein te halen.

Even heerst er verwarring; aan het kaartje dat wij gekocht hebben, is niet te zien dat het voor twee personen geldt. Een Nederlands sprekende Duitse legt het ons uit: in de daluren geldt in stoptreinen de regel dat twee personen op één kaartje mogen reizen. Het is één van de talloze kortingsmogelijkheden die DB zijn klanten te bieden heeft.

De trein stopt maar liefst 24 keer op een afstand van 88 kilometer. De reis duurt daardoor wel anderhalf uur; een halfuur langer dan de heenweg met de IR. Na elke stop slaan de deuren met een daverende knal dicht. Je zal je voeten ertussen krijgen!

Tijd voor de tweede dip. De kopjes hangen; in de trein heerst een algehele post eclips-depressie. Ik vraag me af of het anders was geweest in het geval van een onbewolkte zonsverduistering. "Al die moeite en al die tijd en al dat geld voor die twee minuten", zouden we dan misschien gezegd hebben. Ik ben maar matig teleurgesteld. Gedurende het afgelopen halfjaar heb ik ernstig rekening gehouden met de mogelijkheid van een bewolkte hemel. Bovendien: een onweersbui tijdens een totale zonsverduistering; hoeveel aardbewoners kunnen ons nazeggen dat zij dat meegemaakt hebben?


West en Süd

Op de avond na de zonsverduistering maken we kennis met nog twee Trierse stations. Tijdens een avondwandelingetje steken wij de Moezel over via de Romeinse brug, waarvan de pijlers al 1800 jaar lang voetgangers, paard-en-wagens en tegenwoordig ook personenauto's en vrachtverkeer torsen.

Aan de overkant van de Moezel ligt een aparte spoorlijn, die tegenwoordig alleen nog voor goederenvervoer gebruikt wordt. De bushalte aan de overkant van de Romeinse brug heet "Westbahnhof". Het stationsgebouw Trier West staat er nog wel, maar is in gebruik als bedrijfspand.

We keren terug over de Romeinse brug en slaan vervolgens een verkeerde weg in, zoals ons spoedig zal blijken. Verdwalen behoort tot de talenten van ons beide, en zo komt het dat wij een ruim half uur later niet oog in oog staan met het Trierse Hauptbahnhof, maar geconfronteerd worden met Trier Süd, dat in een stille buitenwijk zonder veel hoop staat te wachten op avondlijke passagiers. Van hier is het circa een half uur lopen naar Hbf, met alle kans op nieuwe verdwalingen. Wij besluiten de trein te nemen en trekken voor DM 2,40 een enkeltje uit de automaat. Over drie minuten gaat er een trein.

Wij zijn de enige reizigers. Het station maakt een spookachtige indruk. Rechts van ons raast de RE naar Luxemburg langs; aan de linkerkant een rammelende goederentrein. De door ons verwachte stoptrein blijkt alleen op zaterdag en zondag te rijden; nog een kwartier wachten dus. In die tijd passeren ons nog twee lange goederentreinen. Het cargo-verkeer is in Duitsland veel intensiever dan bij ons.

De stoptrein rolt binnen. Drie minuten later arriveren wij alsnog bij ons eenvoudige doch degelijke familiepension. In de Stube kijkt men opnieuw naar voetbal.

Marx

De derde dag, donderdag 12 augustus, staat voor een groot gedeelte in het teken van de verplaatsing naar Wuppertal. Wij zullen de IR nemen tot Bonn en daar overstappen op de IC met eindbestemming Leipzig, die ons zal brengen naar de stad waar je volgens de VVV-folder toch minstens eens in je leven moet rondzweven.

Voor ons vertrek brengen wij nog een bezoek aan het geboortehuis van Karl Marx (1818 - 1883), die er weinig aan kon doen dat het zo verschrikkelijk is misgelopen met het door hem en zijn kameraad Friedrich Engels uitgevogelde communisme. Toch preludeerde Marx al een beetje op de sof. Na het omverwerpen van het kapitalisme zou volgens hem een "dictatuur van het proletariaat" aanbreken, als korte tussenfase op weg naar de socialistische heilstaat. Toen kwamen Stalin, Hoxha, Ceausescu, Deng Xiaoping en Fidel Castro, dictators met zitvlees. Een tussenfase die wat lang is uitgevallen. De heilstaat bleef uit en het kapitalisme behaalde de eindoverwinning op het wereldtoneel. Kijk maar eens naar de goedgevulde etalages van Modehaus Marx, schuin tegenover Karl Marx' geboortehuis. Achteraf is het altijd makkelijk zeggen dat je het had moeten zien aankomen.

Groot en veel. Het geldt ook voor Duitse musea. Het Karl Marx Haus staat van kelder tot zolder mudvol. Vooral met tekst. Grote lappen van dat zompige, omslachtige Duits. Voordurend blijf ik haken in een geneste bijzin.

Feitelijk krijg je zo niet echt een goede indruk van de man wiens ideeën enkele miljarden arbeiders van de wal in de sloot hebben geholpen. Enigszins lens staan we na anderhalf uur weer buiten, na iets hatelijks in het gastenboek geschreven te hebben. Ik zeg: "Toen Marx verbannen was naar Engeland, moest Engels hem helpen met zijn Engels", in een poging om het genotene op geestige wijze samen te vatten.

Naar Wuppertal

Voor de reis naar Wuppertal moeten we DM 7,00 toeslag betalen; wij gaan gebruik maken van een IC-trein. De trein naar Bonn vertrekt met 5 minuten vertraging. Eerst weer langs de Moezel naar Koblenz. Terwijl Wim bezig is met zijn verslag van de zonsverduistering, let ik op de kilometerborden langs de Moezel en reken uit, dat de snelheid van de trein langs deze kronkelige rivier niet meer dan 90 a 100 kilometer per uur bedraagt.

Bij aankomst In Koblenz hebben wij de achterstand bijna ingelopen, maar we blijven hier een klein kwartier staan. Die overstap in Bonn kunnen wij zo onder de hand wel vergeten, denken we. Zodra we in de voormalige hoofdstad van Duitsland zijn aangekomen, wordt echter omgeroepen dat onze aansluitende trein, de IC naar Leipzig, maar liefst een half uur te laat is.

Op het perron tegenover ons staat zo'n glanzende rode ICE klaar. Hij gaat naar Hamburg of zo'n soort plaats en stopt ook in Wuppertal. Wij lopen erheen, maar vragen eerst voor de zekerheid aan een conducteur of onze kaartjes, inclusief IC-reservering, wel geldig zijn. Nee, voor de ICE geldt een aparte toeslag. Wij moeten DM 12,50 bijlappen. Daar wij twee zuinige Hollanders zijn (waarvan er een bovendien zijn roots in Zeeland heeft), zien wij ervan af.

Uiteindelijk arriveert de IC. Via Keulen en Solingen bereiken we Wuppertal.

Solingen

De laatste dag van onze Duitslandreis is gewijd aan de Schwebebahn, waarover meer in de DDR-editie van week 36. Aangezien je niet de hele dag heen en weer kunt zweven tussen Vohwinkel en Ober-Barmen (Schwebebahn-bestuurders begonnen ons al met een bevreemde blik aan te kijken), en er in Wuppertal zelf niet echt verschrikkelijk veel te zien is, besluiten wij een extra Deutsche Bahn-tochtje te maken. Dit op aanraden van DB-kenner Marcel Kouwenhoven.

Ons doel is de Müngstener Brücke, met zijn hoogte van 107 meter boven maaiveld (wat in Duitsland niet bestaat, of zo niet heet) de hoogste spoorbrug van Duitsland. De brug is gebouwd in de nadagen van de 19e eeuw en kostte de in die tijd kapitale som van 2,7 miljoen Mark. De Müngstener Brücke ligt tussen Remscheid en Solingen. Vanuit Ober-Barmen, het oostelijk eindpunt van de Schwebebahn, nemen wij de RE naar Solingen Ohligs. Volgens de vertrekstaat doet de trein 40 minuten over deze rit, wat erg wonderlijk is, gezien het feit dat wij de afstand gisteren per IC in minder dan een kwartier hebben afgelegd. Deze trein volgt een andere route, blijkbaar via een enorme omweg.

Ik koop kaartjes voor tariefklasse B (drie of vier zone's); slechts DM 6,00. Dit is volgens een tabel op het station het juiste tarief voor een rit naar Solingen. Kun je voor 6 Mark 40 minuten in de trein zitten? Ik vrees dat we straks op grijsrijden betrapt zullen worden, maar volgens Wim kunnen we ons er dan uitredden met "Wir haben es nicht gewusst". Overigens zijn conducteurs een zeldzaamheid op dit soort regionale lijntjes.

De trein is een Diesel-tweetje dat een snelheid ontwikkelt van hooguit 80 kilometer per uur. Zo wil het wel lang duren. De route voert door een bos. Na Remscheid begint de trein te klimmen. We passeren de Müngstener Brücke. Een mooi uitzicht over de vallei, dat wel, maar de foto op de ansichtkaart, genomen van benenden, is spectaculairder.

Solingen Hbf is een spookstation. Er staat vrijwel niemand op het perron; dit is toch al een zwaar verlieslatend lijntje. Wat heet "Hauptbahnhof?" Het andere perron is overwoekerd met een hoeveelheid onkruid die niet zou misstaan in een heemtuin met achterstallig onderhoud. Kilometers verderop bereiken wij het andere station van Solingen, dat Ohligs heet, en eigenlijk de titel hoofdstation verdient, in plaats van het Hauptbahnhof. Onrecht alom in deze kapitalistische wereld.

Controle is gelukkig achterwege gebleven. Ik was er niet gerust op. Nu zijn er weinig dingen waar ik wél gerust op ben, zo is het ook wel weer.

Na een wandeling door het winkelhart, en na een vroege warme maaltijd in een Kroatisch restaurant, keren we terug op Solingen Ohligs. Een strenge en (natuurlijk) dikke stationschef deelt een reprimande uit aan enkele kinderen van een jaar of twaalf, die op een verlaten perron op de rails aan het spelen waren. Duitsers zijn toch al heel erg verzot op opvoeding. In Trier hangt bij alle voetgangersoversteekplaatsen een bord met het gebod, niet over te steken bij rood licht. Niet zozeer vanwege je eigen veiligheid, als wel om het goede voorbeeld te geven aan de jeugd.

We reizen terug naar Wuppertal-OberBarmen met de RE Solingen - Dortmund. De rit duurt maar 20 minuten, de helft van de tijd die benodigd was voor de heenweg. We passeren Haan en Gruiten.

Terug naar Holland

De middag in Wuppertal maken wij vol met een bezoek aan het klokkenmuseum, dat op werkdagen is geopend van 16.00 - 18.00 uur(!). Ook al weer zo mudvol. Krek een rariteitenkabinet. Het werk van een verzamelaar. De man geeft hoogstpersoonlijk uitleg en laat daarbij ook nog ongevraagd de politieke situatie in Europa de revue passeren.

Wel een aardig geheel, dit museum, maar de grote lijn gaat weer geheel ten onder in de hoeveelheid van uitgestalde klokken. Ook geen enkele verwijzing naar mijn dorpsgenoot Christiaan Huygens, die toch het slingeruurwerk heeft uitgevonden en daarmee de meerderheid van de hier opgestelde uurwerken. Nee, voor een echte Huygens zullen we toch naar museum Boerhaave in Leiden moeten. Ook de stad Leiden is volkomen onbekend in Pruissen: die naam wekt hooguit associaties met het Leiden van de jonge Werther, vrees ik. Wanneer je echter de namen Katwijk en Noordwijk laat vallen, dan komt er een verzaligde vakantieblik op het gelaat van je gesprekspartner.

We hebben de RB, RE, IR, IC en de EC gehad. Nu maken we op de valreep nog een rit met een S-Bahn, die in Düsseldorf aansluiting geeft op de Eurocity naar Holland. Het is de S8 naar Mönchengladbach. Als we opnieuw in Gruiten stoppen, net als eerder op deze middag, denk ik even dat we fout zitten. Ik denk dat wel vaker in mijn leven, en er zijn momenten dat ik het dan bij het rechte eind heb. Dit is niet zo'n moment: we zitten gewoon goed. Een kwartiertje later rijden we wel degelijk het station van Düsseldorf binnen. Ook dit station is weer heel erg groot.

Wederom heeft de EC vertraging; dit keer slechts een minuut of tien. Op het perron komt eerst nog de RE Koblenz - Emmerich voorrijden. Dit is een van de vele schrootlijntjes van DB: vier in kleurstelling sterk uiteenlopende oude barrels van wagens, waarop met kwistige hand grafitti is aangebracht. Dit is altijd het eerste wat je van DB ziet als je met de EC de grens overschrijdt; bepaald geen reclame.

Om een lang verhaal kort te maken (want dit is nu al het langste artikel uit de geschiedenis van DDR): rond 20.00 uur nemen we in Arnhem afscheid, en drie uur later melden we per E-mail dat we veilig zijn aangekomen in Zuidhorn, respectievelijk Leiden.


We hebben heel erg veel gezien in vier dagen tijd; we hebben ook een paar dingen (de corona, de planeet Venus, ICE van binnen) niet gezien. Dit samen reizen is zeker voor herhaling vatbaar! We zijn het erover eens, dat je zulke reizen eigenlijk maar met weinig mensen kunt ondernemen. Hoeveel vriendschappen en huwelijken stranden er niet op vakantie?

Later bekijk ik de videobeelden van de zonsverduistering: Erwin Kroll die helemaal uit zijn dak gaat in Noord-Frankrijk. Dank zij de video zie ik toch nog datgene waarvoor we die lange reis gemaakt hebben.

Frans Mensonides
17 augustus 1999




REISSCHEMA:

Dinsdag 10 augustus 1999

10:04 Arnhem - Emmerich - Oberhausen Hbf - Duisburg Hbf - Düsseldorf Hbf - Kln Hbf 11:42 (EC 143)

12:09 Kln Hbf - Bonn Hbf - Remagen - Andernach - Koblenz Hbf - Cochem (Mozel) - Bullay (DB) - Wittlich Hbf - Trier Hbf (IR 2536) 15:38




Woensdag 11 augustus 1999

8:43 Trier HBF - Saarburg (Bezirk Trier) - Merzig (Saar) - Saarlouis Hbf - Saarbrcken Hbf (IR 461) 9:45

14:33 Saarbrücken Hbf - Saarbrücken-Burbach- Luisenthal(Saar) - Völklingen - Bous(Saar)- Ensdorf(Saar) - Saarlouis Hbf - Dillingen(Saar) - Beckingen(Saar) - Fremersdorf - Merzig(Saar) - Besseringen - Mettlach - Saarhölzbach - Taben - Serrig - Saarburg(Bz Trier) - Schoden-Ockfen - Wiltingen(Saar) - Kanzem - Konz - Karthaus - Trier Süd - Trier Hbf (RB 23868) 16:03

22:04 Trier Süd - Trier Hbf (RB 23888) 22:08


Donderdag 12 augustus 1999

13:17 Trier Hbf - Wittlich Hbf - Bullay (DB) - Koblenz Hbf - Andernach - Remagen -Bonn Hbf (IR 2431) 15:29

15:39 Bonn Hbf - Kln Hbf - Solingen Ohligs - Wuppertal Hbf (IC 528) 16:39


Vrijdag 13 augustus 1999

11:54 Wuppertal Ober-Barmen - Wuppertal Ronsdorf - Remscheid Luttring - Remscheid Lennep - Remscheid Hbf - Remscheid Guldenweg - Solingen Schaberg - Solingen Hbf - Solingen Ohligs (RB 10716)12:37

14:19 Solingen-Ohligs - Haan - Gruiten - Wuppertal-Vohwinkel - Wuppertal Hbf - Wuppertal Barmen - Wuppertal-Oberbarmen (RB 11234) 14:41

17:40 Wuppertal Hbf - Wuppertal-Steinbeck - Wuppertal-Zool.Gart. - Wuppertal-Sonnborn - Wuppertal-Vohwinkel - Gruiten - Hochdahl-Millrath - Hochdahl - Erkrath - Düsseldorf- Gerresh. - Düsseldorf-Flingern - Düsseldorf Hbf (S 8) 18:10

18:30 Düsseldorf Hbf - Duisburg Hbf - Oberhausen Hbf - Emmerich - Arnhem (EC 104) 19:53