SJEF KOEKENBAKKER AWARD NOVEMBER 2001: DE NOMINATIES!
Deze laatste aflevering van de Sjef Koekenbakker Award begint met een moedgevende mededeling. Na mijn aankondiging van enkele weken geleden dat er een voorlopig, en misschien zelfs wel definitief einde zou komen aan deze site, ben ik overspoeld met honderden, zo geen tientallen e-mails; ik heb Minnie (Minima) zelfs moeten inhuren als tijdelijk deeltijdsecretaresse om ze allemaal netjes te kunnen beantwoorden.
Bij deze e-post zaten enkele eigen reisverhalen van lezers, die ze me al lang hadden willen toezenden. Maar dat was er door allerlei omstandigheden niet van gekomen. En tja, nu was het eigenlijk een beetje te laat... Ook waren er lezers, die spontaan aanboden De digitale reiziger de winter door te helpen met nog te schrijven reisverslagen.
Ik heb daarom de hand over het hart gestreken, en besloten, de veertiendaagse reisverslagen van De digitale reiziger gewoon door te laten gaan. De volgende aflevering, die van 18 november, wordt gevuld met een verhaal over het OV in Londen. Daarna gaan we gewoon verder op 2, 16 en 30 december, et cetera, met bijdragen die we van lezers hopen binnen te krijgen. Geen bijdragen, geen DDR; helaas. Voor REFLEXXIONZZ! en de Sjef Koekenbakker Award is het een ander verhaal; daarvoor valt onherroepelijk het doek.
Nog even wil ik ingaan op de fanmail die ik heb gekregen. Hartverscheurend en -verwarmend tegelijk, wat de lezers me schreven. Er bleek uit die brieven, wat ik nooit echt beseft heb, dat De digitale reiziger, REFLEXXIONZZ! en andere aanpalende sites zich een vaste plek veroverd hadden in de harten van velen. Ik had het gezelschap DDR-lezers altijd beschouwd als een soort vrienden- en kennissenkring, maar hij is toch groter geworden dan ik zelf voor mogelijk had gehouden. Ik kreeg mails van mij wildvreemden, van wie het toetsenbord defect was geraakt door de tranenstroom, die daarin was terechtgekomen nadat de eigennaar het bericht had vernomen over het invriezen van deze site.
Uit de getuigenissen van die lezers bleek, dat de Digitale reiziger voor sommigen was uitgegroeid tot niet minder dan een way of life. Iedere lezer heeft zijn vaste momenten om de nieuwste aflevering te consumeren. Op zondagmorgen, voordat de huisgenoten ontwaakt zijn, een uurtje verstild literair genot met DDR; of: zondags na Studio Sport, als de weemoed van de komende werkweek zich vermengt met het maagzuur van het voorbije zondagsdiner, en je dus best wel even behoefte hebt om even weg te dromen op de klanken van een goed verhaal; of: op maandagmorgen op de afdeling Crediteuren - Debiteuren, kort na 10.00 uur, als de eerste koffie alleen maar het verlangen blijkt te hebben gewekt naar de tweede, en wanneer die impopulaire sjef is vertrokken naar de staff-meeting, en dus geen toezicht kan houden op de legaliteit van het Internet-gebruik.
Vele op kantoor werkzame lezers printen het DDR-artikel uit, nemen de stapel papier mee in de kantoortas, die daardoor extra dik en indrukwekkend lijkt ("tja, alweer werk mee naar huis; ik ontkom er niet aan", gemompelde mededeling op de trap), en lezen het verhaal thuis aan tafel voor aan partner en kinderen; DDR heeft in die gezinnen de functie van de Statenbijbel onder gereformeerden. Het voordeel van dergelijke declamaties is, dat de voorlezer tevens kan fungeren als levend family filter, en de minder nette passages kan overslaan.
Ook blijken sommige lezers door DDR geïnspireerd te worden tot eigen reizen, op eigen manier. Zo ontving ik eens een mail van een groep academici, die mijn tocht langs de Rijn hadden nagevolgd, maar dan te voet, en als kroegentocht. Hun uitnodiging om hen daarbij in het vervolg te vergezellen, heb ik vriendelijk doch gedecideerd van de hand gewezen.
Dat wist ik allemaal niet, dat mijn site zo'n prominente rol speelde in het culturele leven van
zoveel lezers en lezeressen, en het maakt, dat ik bijna alsnog spijt zou krijgen van mijn
beslissing, deze site de nek om te draaien.
[Minnie zegt iets, wat voor de toehoorders onverstaanbaar is]
"Waarom ga je dan voortaan niet in de krant schrijven", roept Minnie vanachter haar toetsenbord, "als je toch zo fantastisch goed bent? Dan bereik je nog veel meer lezers".
Het kan soms zo'n pinnig type zijn he, die Minnie. Maar ze heeft natuurlijk wel een beetje gelijk, al klonk er een zekere sarcastische ondertoon door in haar woorden. [Denkt even na]. Het is misschien wel een aardige suggestie, hoewel ik de afgelopen week in de krant gelezen heb dat het aantal krantenlezers zorgwekkend afneemt, doordat steeds meer mensen hun nieuws betrekken van het Internet. Eh, Minnie, zoek alvast alle adressen van alle belangrijke Nederlandse kranten maar op, behalve dat van het Leidsch Dagblad, natuurlijk, want tot dat niveau ga ik me niet verlagen. Die kunnen zelfs niet spellen, en hebben laatst het accent op de a van Máxima verkeerd om gezet; in een krantenkop, nota bene. Kan ik die adressen morgen op mijn bureau krijgen?
[onverstaanbaar gepruil].
"Ja, wát nou, 'geen tijd voor'. Dan máák je maar tijd! Zo'n krachttoer kan dat toch niet zijn. Deze week stond in de krant, dat alle landelijke kranten van Nederland, van flut- tot kwaliteit-, in handen zijn van één en hetzelfde concern. Als je nu het adres even opzoekt van dat ene concern, dan zijn we al een heel stuk verder. En alle streekkranten krijgen hun landelijke nieuws vanuit een obscuur kantoortje in Den Haag, zodat ze alleen het lokale nieuws zelf nog maar hoeven te verzinnen: de meest recente koeienschijtloterij in Roelofarendsveen, en die 82 jarige man uit Ter Aar die al 60 jaar bij de augurkenfabriek werkt, en niet weg wil van de plaats waar de fabriek groot en hijzelf suf is geworden.
En oh Minnie: vergeet Sp!ts niet, natuurlijk. De wekelijkse dinsdagcolumn van Rudy Schoonveld zou ik graag overnemen, die gaat tenslotte ook over OV. Maar ik doe dat beter. Ik bedoel: het is niet allemaal onzin wat hij schrijft, maar hij brengt het zo lullig. De droogkloot! Rudy schijnt niet te beseffen dat aan het genre "column" een zekere humor, ehhhh, inherent is. Ik schrijf morgen nog een brief aan Sp!ts, dat ik veel geestiger ben dan Rudy Schoonveld. Dat is in feite nauwelijks een verdienste, moet ik toegeven, want zelfs het gemiddelde driezitsbankstel is geestiger dan Rudy Schoonveld. Maar goed. Regel jij die adressen even, Minnie, dan ga ik verder met mijn toespraak aan de lezers.
Heb me laatst trouwens erg verbaasd over Rudy's column over treinconducteurs. Rudy is een keertje meegelopen met een conducteur (hij zal wel lang hebben moeten zoeken naar eentje die nog bereid was om te lopen) en heeft toen begrip gekregen voor de heikele positie van deze beroepsgroep. Het is beslist geen pretje, heeft Schoonveld ontdekt, om door een trein te lopen met ontevreden reizigers, die potentiele agressie in zich meedragen, en nog allerlei lastige vragen stellen ook; hoe durven ze?
Wat wil de ROVER-hoofdman nu eigenlijk bereiken met dit soort slappe lulverhaaltjes? Ik betaal toch niet jaarlijks een aanzienlijk bedrag aan ROVER-lidmaatschapsgeld om de voorzitter daarvan gratis treinritjes te laten maken, en daarenboven begrip te doen krijgen voor iedereen behalve de reiziger die hij zou moeten vertegenwoordigen?
Neen, het wordt hoog tijd dat in de Sp!ts de Schoonveld-column vervangen wordt door die van de een echte reiziger, ik bedoel, mezelf. Maar ook Frits Sp!ts' werk zou ik volgaarne overnemen. Wie weet wat die wel niet verdient voor één one-liner per dag, waarin hij de humorist uithangt over het wereldleed, desnoods over de rug van de Afghanen? Bah, hoe smakeloos! Kan ik ook, en desgevraagd nog veel smakelozer.
Dit gezegd zijnde, ga ik over naar het eigenlijke doel van deze toespraak: de genomineerden
voor de aller, allerlaatste Sjef Koekenbakker Award. Het zijn er maar liefst vijf, die zich in de
loop van de maanden op mijn bureau verzameld hebben.. Van de rest van dit artikel kan ik me
met een Jantje van mijn woonplaats afmaken. Het wordt grotendeels gevuld met de bijdragen
van de nominerende lezers.
BBA (Brabantse Busdienst Afbrekers ) en de Provincie Noord-Brabant
omdat:
a) BBA per 1 oktober zo ongeveer alle bussen (buiten de spits) in het gebied tussen Breda, Willemstad en Tholen geschrapt heeft, dan wel vervangen door CVV-achtige constructies [Collectief Vraagafhankelijk Vervoer; nieuw eufemisme voor wat vroeger een bel-bus heette].
b) De provincie deze bezuinigingsronde goedkeurt
c) De provincie het vervoer (of wat daar nog van over is!) onlangs onderhands gegund heeft aan de BBA (i.p.v. ook de vervoerder te laten inschrijven, die in de nabijgelegen Hoekse Waard juist 13% meer gaat rijden)
d) De BBA voor de "perfecte" informatievoorziening op zijn homepage over deze wijzigingen (daar staat inderdaad wel wat, maar in de zin van "op lijn 102 (dus zonder plaatsnamen te noemen) zullen op bepaalde tijden ritten vervallen. Uw alternatief is een beltaxi". Kijk zelf maar op de site van BBA het enige wat je zult zien is dat er veel vervalt, maar hoe en wat en waar en hoe laat precies blijft eigenlijk onduidelijk).
Kortom: altijd hetzelfde geneuzel met die provincies. We hebben het gehad in Noord-Holland, waar men pas nu, bij het naderen van de strenge winter, in de gaten zal krijgen hoe weinig er nog is overgebleven van het OV. We hebben het gezien in Zuid-Holland, waar het OV in het gebied rond Alphen aan den Rijn gesaneerd dreigde te worden, tot het moment dat er een gemeenteambtenaar en een wethouder opstond (resp. bleef liggen) om de provinciale magistraten hardhandig op het rechte spoor te zetten; DDR schreef erover in een van laatste afleveringen.
Opmerkelijk op deze pagina van de BBA-site is nog het bezuinigingsargument: de slecht gebruikte busdiensten moeten opgeheven worden om op de dikke, drukke, winstgevende lijnen des te meer busritten te kunnen bieden. Maar wat heeft een inwoner van een gat van een dorp eraan, te weten dat er een paar extra ritten met die ouwe dubbelgelede rotbussen worden gereden tussen het Oosterhout en Breda! Niets, helemaal niets!
Tholen, ligt dat overigens niet in Zeeland? Misschien moet de Provincie Zeeland meedelen in een eventuele overwinning van de BBA en Noord-Brabant.
"Ook bij dit busbedrijf kent men sedert kort de gesel van de collectieven. Zij verzetten zich tegen een verslechtering in hun arbeidsvoorwaarden. Voordat een bus de garage verlaat, schijnen er allerlei handelingen verricht te moeten worden; ik neem aan, dat er ergens een contactsleutel omgedraaid moet worden, en dat de remmen gecontroleerd worden, en het asbakje geleegd, en dergelijke. Voorheen vielen deze werkzaamheden onder arbeidstijd, maar tegenwoordig gaat de werktijd pas in als de wielen van de bus een volledige omwenteling gemaakt hebben (art. 896 bis van het nieuwe personeelsreglement). Daarover zijn de chauffeurs boos. In een brief aan de reiziger (waarvan zij zich het bestaan plotseling herinnerd hebben) zetten zij uiteen, dat ze voorlopig nog niet denken aan willen gaan staken, maar wel een personeelscollectief hebben opgericht. Zouden we nu datzelfde gezanik krijgen als met die treincollectieven?
Natuurlijk is het volkomen terecht dat de chauffeurs die paar kleine werkjes in de garage in eigen tijd moeten doen. Tenslotte doen ze achter het stuur de hele dag dingen die ze beter thuis hadden kunnen doen. Observeer maar eens een doorsnee connixxion-chauffeur tijdens de rit. Hij of zij zit te roken, beluistert Andre Hazes op een knetterende radio, heeft een mobieltje aan de oren gedrukt, neemt gezellig de kinderen mee, die soms staan op de plaats voor de streep waar normale reizigers uit veiligheidsoverwegingen niet mogen staan, zodat ze hun bloedjes na een noodstop met een plamuurmes van de voorruit moeten krabben, en hebben een lekkend bakje koffie naast zich op de betaaltafel, alsof de pauze aan het eindpunt niet lang genoeg is geweest. En zeg er maar niets van, want je kan een grote smoel krijgen. Ook in dat opzicht doen ze net alsof ze thuis zijn; je moet een sterke maag hebben om je een voorstelling te maken van hun gezinsleven.
Het is terecht, dat de directie ze flink afknijpt; en volkomen misplaatst dat ze er een personeelscollectief tegen oprichten. De laatste Sjef, voor die lamlullen!", schreef onze lezer, die niet eens uit de regio Leiden afkomstig is; ik dacht altijd, dat het hier het ergste was met connixxion.
{protesten vanachter Minnies PC].
Grapje, grapje! Maar het kwam erop neer, dat deze doctorandus hoopte te promoveren in de Verkeerdkunde, op een spoorwegdienstregeling waarbij de treinen niet meer precies, maar slechts bij benadering op tijd vertrekken. "Een flexibel schema van beheerste onzekerheid", die kreet bezigde de doctor in spe; die kreet heb ik onthouden uit het weggewaaide artikel. Volgens deze deskundige mogen treinen, die voorheen hun vertrektijdstip hadden op bijvoorbeeld 8.00 uur stipt, voortaan vertrekken tussen 7.55 en 8.05. Ook het vertrekspoor is flexibel, en wordt kort voor vertrek bekend gemaakt via een 100% betrouwbaar werkend DRIS-systeem, waarvan de promovendus hoopt dat het binnen afzienbare tijd wordt uitgevonden.
Frank Doornenburg, de nominerende lezer, kraakt dit idee in niet mis te verstane bewoordingen af: "Schaafsma [ah, hij heet Schaafsma!] lijkt zo'n verkeerskundige die ervan uitgaat dat dé NS is opgericht om treinen van A naar B te rijden, en niet om mensen te vervoeren. Hij houdt geen enkele rekening met het belang van de reiziger. Die moet straks om 7.55 op het station aanwezig zijn om misschien pas om 8.05 te kunnen vertrekken, en moet zich intussen de oren uit zijn hoofd luisteren of hij al aangekondigd hoort, dat "de trein van circa, ongeveer 8.00 uur, die misschien zo'n beetje naar Dordrecht zal vertrekken, en eventueel, met wind mee, nog verder rijdt naar Vlissingen, mogelijkerwijze zal binnenkomen op spoor 5a (kan ook 9b wezen)". Een hele slechte zaak, en bovendien volkomen overbodig. Er zit nu al een hele hoop flexibiliteit en rek in de dienstregeling ingebouwd. Een IC die tien minuten te laat uit Utrecht vertrekt, kan nog best op tijd in Groningen zijn. En bovendien is zelfs voor de strenge consumentenorganisaties een vertraging pas een vertraging als die drie minuten bedraagt of meer. In feite werkt dé NS nu al heel erg flexibel, en die mogelijkheden moeten zeker niet uitgebreid worden!
Dit proefschrift van Schaafsma verdient een plaatsje in de universiteitsbibliotheek van Delft. Dichtslaan, opbergen op de plank, en nooit meer openen. De schaaf over Schaafsma!!", schreef ons Doornenburg, die er nog bij aantekent dat hij zijn reet afveegt aan de doctors- of ingenieursbul. Die wordt binnenkort vervangen door de titel van Master, en zelf is Doornenburg al jaren AMBI-master. Wat dat is, een AMBI-master, mag Joost weten, maar soit. Wie op Schaafsma, deze gekgeworden treinfilosoof, wil stemmen, moet het hokje "Doctorandus Dinges" zwart maken; wij zijn inmiddels weer achter zijn naam gekomen, maar de Ballot-box hadden we toen al gemaakt.
Laat ik de twee nominaties ineenschuiven tot één: hem twee Sjefs te geven, is teveel eer. De ene lezer schrijft:
De heer "Hol van Boven" blinkt bepaald niet uit in het maken van relevante en ter zake kundige opmerkingen over openbaar vervoer (en trouwens ook niet in pianospelen, maar dat is een kwestie van smaak die hier niets mee te maken heeft). Waar hij bedreven in is, is het bedenken van commissies, raden en stichtingen.
Niemand heeft daar om gevraagd, maar om van het gezeur af te zijn geven ze hem zijn zin en maken hem voorzitter. Pieters jongste geesteskind is de Stichting Maatschappij Veiligheid en Politie, ofwel SMVP. Niet toevallig is dit ook afkorting van Steeds Meer Voorzitterschappen Pieter, waarmee de bedoeling weer helemaal duidelijk wordt.
Pieter kwam vorige week weer eens in het nieuws toen hij als voorzitter van genoemde SMVP vertelde dat "de huidige veiligheidssituatie bij NS onaanvaardbaar was geworden". Eén ding moet ik hem daarbij nageven, hij heeft het (na vele vergeefse pogingen) klaargespeeld om een werkelijk bestaand probleem aan te snijden, namelijk de (gevoelens van) onveiligheid in de trein. Het gedrag dat sommige reizigers (en overigens ook conducteurs) in de trein vertonen is inderdaad bij de wilde beesten af. "Uit onderzoek blijkt dat één op de drie reizigers zich onveilig voelt op een station. In de trein geldt dit voor één op de zes passagiers", zo meldde Pieter himself op de persconferentie. Kennelijk heeft hij zijn oren goed te luisteren gelegd, om maar eens een flauwe en voor de hand liggende woordspeling te gebruiken.
Nu roept Pieter gemiddeld elke twee maanden twee maanden dat de veiligheidssituatie bij het spoor onaanvaardbaar is, dus daar komt geen journalist meer op af (wellicht met uitzondering van de Telegraaf). Om te zorgen dat de media dit keer echt niet om hem heen konden, noemde hij ook meteen een tactvolle oplossing: "De conducteur moet als een wijkagent op een voetstuk staan en bij voorkeur op een vast traject rijden".
Daarmee herstelde hij in één klap zijn reputatie, want je moet van goede huize komen om in één zin twee domme opmerkingen te kunnen combineren. De meeste conducteurs (m/v) zijn reeds lang geëvolueerd tot een in een blauw pak gehulde en op de baas kankerende bewoner van de 1e klasse-coupé, die slechts bijdragen aan het zitplaatsentekort en de uitval van weinige overgebleven treinen. Van werknemers die zich al opsluiten in de machinistencabine als ze ook maar een reiziger zien, kan je uiteraard niet verwachten dat ze de orde in de treinen gaan handhaven. De meeste conducteurs zijn bovendien al lang overwerkt als gevolg van de vele vergaderingen en overleggen die ze moeten bijwonen. Vakbond, OR, personeelscollectief, koffiekamerberaad en stakingsvoorbereidingen vergen tenslotte hun tol. Die werkdruk heeft Pieter nog eens extra verhoogd met zijn opmerking dat het personeel op een vast traject moet gaan rijden. Zelfs Huisinga, die toch ook niet echt uitblinkt in tact naar en communicatie met het personeel, begreep dit. "Dat ligt zeer gevoelig bij conducteurs en machinisten", was zijn reactie, wat hem een nominatie voor de toekenning van de trofee voor het "understatement van het jaar" oplevert.
Waarschijnlijk is Pieter geïnspireerd door de wervingscampagne voor treinassistenten, die -net als echte treinen- met onregelmatige tussenpozen aan ons oog voorbij trekt. Kennelijk gelooft hij in het opgeroepen beeld van housende James Bond-types, waarmee hij direct aangeeft op hetzelfde niveau te functioneren als de doelgroep van deze reclamecampagne. Voor meeste DDR-lezers is dat echter oud nieuws.
Mocht Pieter de Sjef winnen, dan kan de jury hem wellicht direct het advies geven om een nieuwe commissie op te richten, namelijk de commissie "Veiligheid Koninklijk Huis". Niet dat de veiligheid van het koninklijk huis bedreigd wordt, Bea staat haar mannetje, maar het rijgedrag van de leden van dit Huis is een bedreiging voor de veiligheid op de openbare weg. Zelfs Maxima heeft het rijgedrag van haar aanstaande echtgenoot en diens grootvader al behoorlijk onder de knie! Om Pieter maar eens te citeren, de situatie is zo langzamerhand "onaanvaardbaar". Ik ben benieuwd naar zijn aanbevelingen.....
Aldus de ene lezer. De andere lezer die Pieter Hol van Boven genomineerd heeft, is wat korter van stof. Hij had 's Neerlands bekendste zwager op TV-West zien en horen verklaren dat trams in steden als Den Haag niet harder zouden mogen rijden dan 25 kilometer per uur. Zijne Koninklijke Hoogheid sprak die historische woorden met op de achtergrond een autowrak, dat in onzachte aanraking gekomen was met een tram van lèn ag. Vermoedelijk had de automobilist geen voorrang verleend aan het railvoertuig, maar PHvB zag er toch aanleiding in, partij te kiezen voor de auto, en maar weer eens een klap te geven in het gelaat van de OV-reiziger, die de uitspraken van deze hansworst zo langzamerhand ook wel mag betitelen als "onaanvaardbaar".
Zij zitten te schreeuwen om personeel; niemand schijnt voor het slechtste bedrijf van Holland te willen werken, gek, he! Met de volgende advertentie maakten zij het volgens een lezeres, te bont.
DIE VAN MIJ IS 380 METER...!
EEN BAAN ALS MACHINIST. JE WEET NIET WAT JE MIST.
Lengte 380 meter. Zo lang is de langste trein die je straks als machinist kunt besturen. Afwisselend, verantwoordelijk, zelfstandig. Een baan met ruimte, uitzicht, vrijheid. Voel de kick om met zoveel power door het land te rijden. Behendig, soepel, efficiënt en met optimale veiligheid. Zie je jezelf al zitten? Dit zijn de belangrijkste eisen: [...] diploma LBO-C [moet dat geen BLO zijn?]. Ook moet je uitstekend kunnen zien (mag met bril) en kleuren kunnen onderscheiden [...] Je begint met een stevige opleiding, en meteen een goed salaris. Alles over weten? Bel nu [...].
Onze lezeres valt over het onmiskenbare macho-toontje, dat ook andere advertenties van NS heeft gekenmerkt, zoals die voor de treinassistenten, die hun hele werkdag Rambo en James Bond lopen uit te hangen. Op de foto staat weliswaar een vrouw, die de woorden "die van mij is 380 meter...!" toebrengt aan een Jan Hen van een streekbuschauffeur, gefotografeerd voor zijn gelede bus, die slechts 18 meter lang is, en daarenboven "uitzwenkt". Maar die vrouw, nog steeds aldus lezeres, is niet meer dan een excuus-Truus. Geen enkele vrouw zou ingaan op zo'n smakeloze, onvrouwvriendelijke macho-advertentie. Alleen mannen voelen zich aangesproken. Zij worden verleid, door Nederland te flitsen in iets wat ineens geen reizigerstrein is, maar een enorme stijve lul van 380 meter lengte. In de hele advertentie (ook in de stukjes die door die luie Minnie zijn afgekort met vierkante haakjes met puntjes ertussen, terwijl ik haar toch in duidelijke bewoordingen had opgedragen, de hele tekst over te typen; wedden dat zij zelf die nominatie heeft ingediend?); in de hele advertentie dus, ontbreken twee niet onbelangrijke woorden: "reizigers" en "dienstverlening". Wanneer zal NS eens inzien ("mag met bril"), dat OV draait om reizigers, en niet is opgericht om een aantal hanige mannetjes aan heur seksuele gerief te laten komen? Lezeres schrijft nog, dat zij het wat elliptische "Alles over weten?" geen fraaie Nederlandse volzin vindt, en ook daar sluiten wij ons gaarne bij aan.
Zo, dit zijn dan de vijf genomineerden voor de laatste Sjef uit de wereldgeschiedenis. Kijk in onderstaande Ballox-box, maak de naam van jouw uitverkorene zwart door middel van een muisklik, en druk op "Doe het dan!", dat door Minnie ook wel weer als vrouwonvriendelijk betiteld zal worden.
Doe het voor donderdag de 22ste november MMI. De uitslag wordt op zondag 25 november bekend gemaakt op deze plaats.
Oh ja, de poedelprijs, bestaande uit een big nothing, reiken we meteen al uit. Die gaat naar die wandelende Belgenmop, de havendeskundige Peeters uit Antwerpen, die ons een half jaar lang geïrriteerd heeft met zijn voorzetten voor briljante oplossingen voor alle NS-problemen, die hij in de toekomst nog zou gaan bedenken. Hij had twee ijzers in het vuur, hij at van twee walletjes, hij diende twee heren: de NS-directie en de OR, maar is door beiden nu heengezonden. Daar beide partijen indertijd vergeten zijn het contract met Peeters te tekenen, gaat hij niet langs de start, en ontvangt hij geen 12 miljoen gulden. Net geod!
***
Zo, Minnie, gelieve dit concept z.s.m. uit te typen en op te maken in HTML-formaat. (Gek, ik heb voortdurend het gevoel dat er ergens iets niet klopt met het verhaaldinges, het perspectief, of zoiets, met een toespraak aan de lezers, en Minnie die deze uittypt - of klaarblijkelijk al uitgetypt heeft, want hoe kon ik hem anders voorlezen - maar ook zelf erin voorkomt... Lopen we hier niet in een kringetje rond? En hoe kan ik nu al weten, dat die luie Minnie bepaalde passages door haakjes met puntjes zal gaan vervangen? Ik snap het eigenlijk zelf niet meer, dit stukje. Nou ja, dondert niet; noemen we het gewoon post-modernistisch!)
De digitale reiziger
des zondags 11 november 2001; 11.11 uur
PS: waarom kan een vrouw eigenlijk niet gekozen worden tot Prinses Carnaval?
Minnie; één minuut later.