Reizen in Syntus-land. Deel 1: De Trein



Station Aalten


Sedert 30 mei 1999 verzorgt vervoersmaatschappij Syntus het openbaar vervoer binnen (zo ongeveer) de vierhoek Deventer - Doetinchem - Winterswijk - Enschede. Het bedrijf exploiteert enkele tientallen streek- en buurtbuslijnen. Daarnaast is Syntus ook op het spoor te vinden. Op drie regionale spoortrajecten mogen de treinen zich sinds 30 mei tooien met het kleurrijke Syntus-logo: Doetinchem - Winterswijk; Winterswijk - Zutphen en Almelo - Mariënberg. De laatste lijn werd overgenomen van Oostnet, die hem in de lente van 1998 op zijn beurt overnam van NS.

Syntus is een fusie tussen een afsplitsing van NS en een afsplitsing van busmaatschappij Oostnet, die zelf onlangs is opgegaan in het mega-busconcern Connexxion (ik hoop dat de geschiedschrijvers hier over een jaar of 50 nog uitkomen; wie maakt er eens een mooi schemaatje met de voornaamste fusies van de afgelopen eeuw?). De naam van de concurrent wordt in de Syntus-dienstregeling overigens gespeld als "Connectus". Syntus en Connectus, dat rijmt min of meer, moet met gedacht hebben.

De website van Syntus bezit een eigenschap die op De digitale reiziger week-in-week-uit op opvallende wijze ontbreekt: bondigheid. De bedrijfsfilosofie van het nieuwe vervoersbedrijf kan in een paar honderd woorden worden samengevat. Daarbij moet opgemerkt worden, dat de site van Syntus viertalig is; een service die door De Digitale reiziger nog steeds niet geboden wordt. Schrijver dezes heeft nl. met de Nederlandse taal al moeite genoeg.

Hoe luidt dan wel de filosofie van Syntus? Samenwerking is hét buzz-word op de Syntus-burelen. Synergie; synthese. Dat laatste woord spel je met de letter h, die je in Syntus toch mist. Als je Synthus vlug schrijft, schrijf je het met een h, heb ik nu al 11 keer gemerkt.

Synthese: dat moeten we opvatten als integratie tussen bus en trein. Het bijzondere van Synthus is het feit, dat ze zowel spoor- als buslijnen exploiteren. Die hebben een vrijwel perfecte onderlinge aansluiting.

Deze vorm van Integratie is niet door Syntus uitgevonden; die bestond al veel langer in de Achterhoek. Zo'n jaar of tien geleden werd het IGO-project in het leven geroepen; het project Integratie Gelderland-Oost. Beide noodlijdende spoorlijntjes in dit gebied, Arnhem - Winterswijk en Winterswijk - Zutphen, werden al enige tijd bedreigd met opheffing vanwege telkens afnemende passagiersaantallen. Met uitgekiende trein-bus aansluitingen kon men deze ramp afwenden.

Bovendien werd tariefintegratie geïntroduceerd. De stippenkaart was geldig in de treinen; plaatsen die alleen per bus bereikbaar waren, werden gepromoveerd tot NS-tariefpunt. Je kon bijvoorbeeld een retourtje Amsterdam - Gendringen kopen.

Merkwaardig genoeg wordt die laatste integratie te niet gedaan in het Syntus-tijdperk. De reiziger kan nog wel in de trein plaatsnemen met een gestempelde strippenkaart, maar niet meer met een NS-kaartje in de bus.

Alle NS-kaartjes zijn nu nog geldig in de Syntus-treinen. De tariefintegratie tussen NS en Syntus geldt voorlopig slechts tot 1 januari 2000 (de dag die al in de geschiedenisboeken staat gegrift voordat hij is aangebroken). Er wordt nog onderhandeld over de voortzetting van het contract in het derde millennium. Lukt dat niet, dan moet de NS-reiziger straks een nieuw kaartje kopen voor een Syntus-ritje.

Op de spoorlijn Arnhem - Winterswijk is nog een andere vorm van desintegratie ontstaan. Alleen het gedeelte ten oosten van Doetinchem is in Syntus-handen overgegaan; tussen Arnhem en Doetinchem rijden nog steeds de Nederlandse Spoorwegen. De reiziger moet in Doetinchem dus overstappen. De aansluitingstijd bedraagt één minuut; volgens berichten die ons via E-mail bereikt hebben, wordt deze aansluiting regelmatig gemist.

Toch heeft de knip in Doetinchem een voordeel: het trajectgedeelte Doetinchem - Winterswijk kan geëxploiteerd worden met enkele dieseltreinstellen (hier: "buffels"). NS moet het veel drukkere traject Arnhem - Doetinchem exploiteren met strengen van twee a drie buffels.

Verder heeft Syntus de vaste conducteur vervangen door ambulante controleploegen. Door de besparing op materieel en personeel kan Syntus een halfuurdienst bieden tussen Doetinchem en Winterswijk, waar de NS dit traject slechts eens per uur aflegde. De Winterswijker kan de bewoonde wereld nu dus twee keer zo vaak bereiken, met wel het nadeel van een overstap met eventuele gemiste aansluiting.

Een geheel nieuwe vorm van synthese in het OV moet nog genoemd worden: Syntus werkt met gecombineerde functies. Personeel doet zowel dienst op de bus als op de trein, iets dat door vakbondslieden altijd voor onmogelijk is gehouden. Ik heb geen protesten gehoord uit die kringen; blijkbaar zijn ze nog steeds niet bijgekomen van de verbazing.


Deze inleiding is nu al langer dan de complete Syntus-site. Daarom gaan we nu snel op pad. Op maandag 14 juni stap ik in Zevenaar in de trein naar Doetinchem, om de overstap NS-Syntus met eigen ogen mee te kunnen maken. De middag is al aardig op streek als ik instap. Het eerste gedeelte van de dag heb ik besteed aan een speurtocht naar de bronnen van de rivier de Rijn, waarover je volgende week meer leest in De Digitale reiziger.

Voorbij Zevenaar splitst het spoor zich in tweeën. De rechtertak is dubbelspoor, kent de luxe van bovenleiding en leidt richting Emmerich en verder de Bondsrepubliek in. De linkertak is enkelsporig en is alleen bestemd voor dieseltreinen. De trein stopt in het oer-Nederlandse Didam, het Duits klinkende Wehl en op Doetinchem De Huet, dat je uitspreekt als "Huut". Nu wordt het spannend: het moment van overstappen nadert.

Doetinchem Centraal wordt bereikt met twee minuten vertraging. Ik vrees hier 28 minuten te moeten doorbrengen, maar aan de overkant van het perron staat de Syntus-buffel nog gereed. De streekbewoners zijn de afgelopen weken al aan gewend geraakt aan de overstap, maar op buitenlanders (mogelijk aangelokt door die Engels- Duits- Franse website) moet het een wonderlijke indruk maken. Je wordt de trein uitgejaagd en aan de overkant van het perron staat precies zo'n zelfde trein klaar, zij het met een ander logo.

In de geschetste situatie zal in 2001 verandering komen; dan gaat Syntus rijden met Lint-treinen, diesels die er nog futuristischer uitzien dan de buffels.

De trein naar Winterswijk heeft nog gewoon een conducteur. We vertrekken. Meteen zie ik al een voordeel van de overname door Syntus: de korte trein zit nu goed vol, terwijl de lange treinen van NS voorbij Doetinchem altijd een lege indruk maakten.

Aan de overkant van het gangpad zitten twee zakenlieden. De een praat de ander bij over de Griekse mythologie, waarin hij hobbymatig is geïnteresseerd. "De Grieken hebben ongelooflijk veel goden overgenomen uit andere culturen" doceert hij. "Neem bijvoorbeeld Poseidon. Dat hoor je al aan de naam. Daar is niets Grieks aan!"

Zulke verhalen kunnen mij wel boeien; ik ben altijd bereid iets bij te leren, waarover dan ook. Maar de andere zakenman kijkt met troebele ogen uit het raam. Hij onderdrukt een geeuw.

We stoppen achtereenvolgens in Terborg en in Varsseveld. "Ze zegg'n dat ik mie overal met bemoei", hoor ik een vrouw zeggen, "maar ik wil de mens'n alleen maar help'n". Ook in de Achterhoek is dit een dilemma.

De trein bereikt Aalten, het voorlopige doel van mijn reis. Op het laatste stuk van de rit kijk ik mee over de schouder van de treinmachinist. Een fascinerende ervaring, die in NS-treinen niet geboden wordt. Ik zie de trein met een kalm gangetje door de bocht gaan. Station Aalten komt in zicht. Hier passeert de buffel zijn tegenligger.

Aalten is een gemeente met 16.000 inwoners, waar men zich o.a. onledig houdt met het weven van tapijten en het vervaardigen van landbouwwerktuigen en klompen. Meldt mijn Winkler Prins uit 1970; er kan inmiddels wel iets veranderd zijn. Wat niet is veranderd: Aalten wordt nog steeds gedomineerd door een laat-gotische 12e eeuwse kerk met tufstenen toren, die zich bevindt op een terpje.

De belangrijkste bezienswaardige panden liggen allen binnen een straal van 250 meter van deze kerk. Dat is wel prettig, want het is warm en drukkend weer, en de Rijn-wandeling van vanmorgen zit nog in mijn benen. Midden in de stad staat een oude boerderij, die deel uitmaakt van een streekmuseum (zie foto; een eindje verderop).

Bij de VVV koop ik een Syntus-dienstregeling. Ik vraag me opeens af, of Oostnet mijn onbeantwoorde klachtenbrief van een half jaar geleden wel netjes heeft overgedragen aan Syntus.

Om vijf uur ben ik terug bij Aalten-NS, dat nu natuurlijk Aalten-Syntus heet.

Tijdens het ritje naar Winterswijk sta ik achterin de trein en zie door het cabineraam het typische Achterhoeklandschap (bomen en weilanden, in een plezierige afwisseling) achter me verdwijnen. Blijkens een bordje in de cabine mag met de buffel niet harder gereden worden dan 140 kilometer per uur, maar dat halen we op geen stukken na; de wijzer van de snelheidsmeter komt niet boven de 100. Snelheidsbeperking. De Buffels moeten zich op dit traject inhouden.

Op de lijn Winterswijk - Zutphen heerst nog steeds uurdienst. Meer kan ook Syntus er niet van maken in deze voor Nederlandse begrippen verlaten streek. De trein naar Zutphen vertrekt pas om 17.51; ik moet ruim een half uur doorbrengen in Winterswijk, en neem plaats op een bankje op het perron.

Een penetrante dieselstank kondigt de komst aan van de trein naar Zutphen. Geen Buffel, geen Syntuslogo. Nog altijd die stinkende ouwe barrels van NS. Het enige Syntus-element is het uniform van de conducteur. En het feit, dat deze functionaris langskomt. Bij Syntus, dat de conducteur heeft afgeschaft, is mijn kaartje vandaag in elke trein gecontroleerd. Bij NS, met wie ik vandaag 6 ritten gemaakt heb, viel slechts twee maal de aanwezigheid van een kaartjesknipper te constateren. Voor Syntus is het allemaal nog nieuw. Ik vraag me af, hoelang het in de Achterhoek duurt totdat de dienstverlening weer zakt naar het gebruikelijke NS-peil.

Winterswijk - Zutphen; in een lege trein door een leeg land. Wij stoppen te Lichtenvoorde-Groenlo, Ruurlo en Vorden. Eind vorig jaar heb ik dit ritje gemaakt in gezelschap van een ROVER-lid uit Amsterdam. De tocht was georganiseerd in het kader van een nogal vaag kwaliteitsproject, gesubsidieerd door het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het was een genoeglijke zwerfdag, betaald door haar van Netelenbos. Mijn medereizigster, die zich nog nooit per OV in de Achterhoek had gewaagd, verbaasde zich over de smerigheid van de treinen, die ik, als meer ervaren reiziger, heel normaal vond.

Dat is het voordeel van het uitvoeren van zo'n onderzoek met twee personen: iedereen let weer op iets anders. De vette dieselkoek op de ramen van de dieseltrein kon bij de Amsterdamse even weinig genade vinden als de kleurstelling van de dubbeldekker waarin wij eerder op de dag hadden gezeten. Op zulke dingen let ik nooit; ik begeef me gerust op straat in een kleurcombinatie die alle natuurwetten met voeten treedt.

Ook over de rit Mariënberg - Almelo (indertijd Oostnet) verschilden onze bevindingen. Waar ik vooral enthousiast was over de mogelijkheid, mee te kijken met de bestuurder, verbaasde zij zich over de ouderdom van het treinstel.

Heb ik ooit wel een eindrapport gezien van dit project?, vraag ik me nu ineens af. Hoe dan ook, de trein nadert Zutphen en mijn reis door Syntusland zit erop. In de loop van het jaar zal ik nog een keer terugkeren om ook de Syntus-bus aan een onderzoek te onderwerpen.

Frans Mensonides
16 juni 1999


DE SPOTTERSSTATISTIEKEN
maandag 14 juni 1999

(achtereenvolgens vermeld: instapstation - vertrektijd volgens dienstregeling - vertraging - uitstapstation - aankomsttijd volgens dienstregeling - vertraging - maatschappij - treinstelnummer - kilometers)

Leiden Lammenschans 9.12 +2 Utrecht CS 9.51 0 NS 413 50
Utrecht CS 10.03 +1 Arnhem 10.42 +1 NS 4046 58
Zevenaar 15.21 +1 Doetinchem 15.40 +2 NS 3426 16
Doetinchem 15.41 +2 Aalten 16.02 +2 Syntus 3450 21
Aalten 17.03 0 Winterswijk 17.14 -1 Syntus 3453 12
Winterswijk 17.47 +2 Zutphen 18.26 0 Syntus 114 45
Zutphen 19.05 0 Apeldoorn 19.23 +3 NS 133 18
Apeldoorn 19.28 +1 Schiphol 20.41 0 NS 4097 98
Schiphol 20.46 0 Leiden Centraal 21.03 -2 NS ??? 29


Totaal: 347 kilometer