Een Antwerpse PCC aan het eindpunt op de Blanchefleurlaan. Op de voorgrond: de eerste meters van het
spoor naar Zwijndrecht.
We zijn, zoals altijd, op zoek naar iets nieuws. Misschien kom ik niet vergeefs, want er staan in Antwerpen op tramgebied een paar dingen op stapel. In de eerste plaats staat de PCC-tram op het punt, zijn monopolie te verliezen. In de loop van 1999 begint de instroom van lagevloertrams. Deze revolutie zal zich voltrekken in een uiterst bescheiden tempo van 1 nieuwe tram per twee maanden.
Dit wil zeggen, dat de PCC-tjes nog een hele tijd meemoeten. Van de 166 wagens worden er in totaal ruim 100 gemoderniseerd, zodat ze de reizigers nog tot diep in de volgende eeuw ten dienste kunnen staan. Deze operatie, waarbij zowel het interieur als de elektrische installaties vernieuwd worden, is al een poosje aan de gang. Het huidige PCC-park dateert uit de periode 1960 (serie 7000-7038) tot en met 1975 (7126 - 7165). Vele trams zullen de gezegende leeftijd van 50 jaar bereiken.
Het beleid dat Antwerpen voert t.a.v. zijn PCC-vloot is iets verstandiger dan dat van Den Haag. Daar heeft men in 1995 een bijna evengroot aantal PCC-wagens als nu nog in Antwerpen rondrijdt, collectief naar de slopershamer verwezen. Puike trams, die gemiddeld veel jonger waren dan hun broertjes en zusjes uit Antwerpen. Momenteel, met de nieuwe tramlijnen 15, 17 en 19 in aantocht, heeft Den Haag diep berouw van deze belachelijke beslissing. Nieuwe trams zijn peperduur en hebben een levertijd van vier jaar. Er dreigt in Den Haag een materieeltekort. Tekort aan gezond verstand hebben ze altijd al gehad in Nederlands grootste dorp.
Ook Antwerpen werkt aan uitbreiding van het tramnet, zij het dat die wat bescheidener van omvang is dan die in onze residentie. In het noord-oosten van de Antwerpen is een uitbreiding van de lijndienst gepland naar "Punt aan de lijn", de nieuwe tramremise. Momenteel rijden hier alleen in- en uitrukkende trams.
Verder wordt op de linker Scheldeoever gewerkt aan de doortrekking van de tram naar het forenzendorp Zwijndrecht. Dat laatste werk wil ik vanmiddag eens gaan bekijken.
Vanuit de binnenstad neem ik lijn 15 naar de Linkeroever. Nog altijd rijden op lijn 2 en 15 alle trams twee aan twee gekoppeld. Ook op lijn 12 en lijn 3 zal ik vanmiddag enkele gekoppelde stellen zien, al rijden de meeste wagens op deze lijnen enkel. Mijn tram is al gerenoveerd: de stoelen zijn vernieuwd en hebben nu de De Lijn-kleuren.
Ik rijd mee tot het eindpunt, bij het transferium in het weiland. Meteen zie ik, dat er flink wordt gewerkt aan de verlenging naar Zwijndrecht. In België gaat dat op een heel ander manier dan "bij ons". In Nederland is er in zo'n geval een informatiecentrum waar een team van ombudslieden zit te wachten op klachten van omwonenden; verder probeert men de hinder voor het overige wegverkeer zo klein mogelijk te houden. Bij onze Zuiderburen heeft men dergelijke scrupules gelukkig niet. De trambaan naar Zwijndrecht komt in de middenberm van de brede Blanchefloerlaan. Omdat een beetje armslag altijd prettig is, hebben de bouwers deze hele laan maar afgesloten voor alle autoverkeer.
Ik neem het voetpad en loop westwaarts. Even later passeer ik een kindertehuis met de opwekkende naam "Schep Vruegde & Leef" en koers af op de bebouwde kom van Zwijndrecht. De boel ligt hier helemaal op de schop; je denkt eerder aan de bouw van een loopgraaf dan aan de aanleg van een smalspoorbaantje. Voetgangers en fietsers moeten een omweg maken via een bosschage.
Ook in Zwijndrecht zelf is het een zwijnenstal. Het Dorp-Oost, een betrekkelijk smalle straat, is één grote zandhoop. Ik zie buurtbewoners behendig over de rails klimmen. Zwijndrecht zal blij zijn als de trambaan klaar is, maar daar moeten ze, blijkens een bord aan het begin van het dorp, nog tot december 1999 op wachten. De aanleg van het spoor door Zwijndrecht kost ruim 300 miljoen BEF. Als je het in Euro's omrekent, valt dat nog best mee. Op een geel paaltje lees ik: "Opgepast! Laten staan! Geplaatst door wegeniswerken".
Zwijndrecht is rustig. In het centrum wordt nog niet gewerkt aan de trambaan. Alle winkels zijn op maandagmiddag dicht en het dorp maakt een uitgestorven indruk. Gelaten wacht de dorpskern op de komst van de bulldozers en hijskranen. De huizen zijn als overal in Vlaanderen: nieuw en lelijk of oud en afgebladderd. Het is halfdrie; ik ben wel toe aan de lunch, maar wil niet gaan zitten op het terras bij het enige café-restaurant dat open is. Daar zit al een bejaarde man, die ongetwijfeld tegen me zal gaan ouwehoeren.
Ik loop verder. Voorbij het centrum, in een straat die Dorp-West heet, beginnen de tramwerken opnieuw. Ik heb geen zin om het hele eind treug te lopen langs "Schep Vreugde & Leef" en de opgebroken Blanchefleurlaan, en besluit de streekbus te nemen. Alleen is het maar de vraag, of deze wel zal rijden, gezien de wegeniswerken. Er staat wel een halte, maar komt er ook een bus? Ik vraag het aan een buurtbewoonster. Nee, de bus is omgeleid. Ik moet "terug rechts" lopen; vervolgens vind ik in een parallelstraat de bushalte. Gezien mijn neiging tot verdwalen, lijkt het me verstandiger, simpelweg terug te lopen naar het dorp, waar ik op de heenweg een "De Lijn"-halte heb gezien.
Zwijndrecht ligt op de route van streeklijnen 81 t/m 86, die Antwerpen verbinden met o.a. Beveren, Doel en St. Gillis-Waas. In de dal-uren rijden deze lijnen een gecombineerde kwartierdienst; in de spits kan de frequentie oplopen tot eens per vijf minuten.
Ik stap in bus 82, richting Antwerpen. De bus wordt omgeleid via de villaparken aan de Zuidrand van Zwijnrecht. We bereiken de Schelde, en de bus raast langs de linkeroever. De bus kruist de Blanchefleurlaan. Ik stap over op de tram; de streekbussen maken eerst nog een hele lus over de linkeroever, alvorens koers te zetten naar het centrum.
Op de terrasjes rond de Groenplaats is het goed toeven. Ik ben bepaald de enige niet, die op deze lentedag een terrasje komt pikken. Obers rijden af en aan op rolschaatsen om alle klanten te kunnen voorzien.
Ik ben ook in de lente te dynamisch om hier lang te kunnen blijven zitten. Verder met de tram. De avondspits verloopt chaotisch in Antwerpen; de PCC's komen hopeloos vast te zitten in de verkeersstroom. Dan maar weer onder de grond.
In mijn artikel van september 1996 sprak ik mijn verbazing uit over de ondergrondse trambaan van lijn 3 (Linkeroever - Merksem), waar eens per tien minuten een enkele PCC-wagen rijdt. De vervoerscijfers op de lijn zijn sedertdien wat aangetrokken, maar het perron van station Elizabeth ligt er, in het hartje van de avondspits, nog steeds verlaten bij. Ik bedoel: vergelijk dit nou eens met station Rotterdam-Beurs, om halfzes in de avond.
Een uur later passeert mijn bus naar
Bergen op Zoom het "Punt aan de lijn", de stelplaats. Ik wil er een foto van maken, maar de
batterij is leeg, dus die houden jullie nog van me tegoed. Immers: Antwerpen is een stad waar
je graag terugkomt, al is het alleen al voor de PCC's.
Frans Mensonides
opgetekend op maandag 15 maart 1999.
Terrasje pakken op de Groenplaats
tram 15 7072+7063 vertrek ca. 13.50 Opera - Linkeroever aankomst ca. 13.55
bus 82 2331 vertrek 14.53 Zwijndrecht-Dorp - Halewijnlaan aankomst 15.05
tram 15 7089+7092 vertrek 15.12 Halewijnlaan - Groenplaats aankomst 15.16
tram 7 7126 vertrek 16.03 St. Pietersvliet - Frankrijklei aankomst 16.12
tram 12 7163 vertrek 16.17 Nationale Bank - Deurne Snellingstraat aankomst 16.46
tram 12 7051 vertrek 16.57 Deurne Schneiderlaan - Schijnpoort aankomst 17.05
tram 3 7084 vertrek 17.12 Schijnpoort - Merksem aankomst 17.23
tram 3 7084 vertrek 17.29 Merksem - Elizabeth aankomst 17.42
tram 3 7071 vertrek 17.57 Elizabeth - Opera 18.01