In een blauw geruite kiel
Draaide hij aan ’t grote wiel,
De … ganse … dag.
Maar Michieltjes jongenshart
Leed ondragelijke smart,
A–ach, a-ach, a-ach, a-ach!
Volledige tekst en bladmuziek: In een blauw geruite kiel (Engelfriet.net)
Niemand die de kleine Michiel de Ruyter kende, had kunnen voorspellen dat de jongen uit Vlissingen het tot admiraal zou brengen. Hij was van lage afkomst; zijn vader was sjouwer van biertonnen. In zijn kinderjaren blonk Michiel alleen uit in vechten en het uithalen van kattenkwaad, zoals op die dag in 1617 dat hij de kerktoren wilde beklimmen:
Naaulyks tien jaaren oudt geworden, was hy, op een tyd dat men aan den hooghen kerktoren te Vlissingen iet hermaakte, boven het paalwerk der stellaadje, tot op den ronden kloot der toorenspitze geklautert: daar hem de luiden, omlaagh staande, met verwonderinge en schrik zaagen zitten, (te meer om dat het arbeidtsvolk de ladders, die tot afklimmen kosten dienen, onverziens hadden weghgenoomen) vreezende dat hy in ’t afdaalen te pletter zou vallen: maar hy diende zich van de hielen zyner schoenen, en brak ‘er etlyke leyen meê, om iet te hebben daar hy zich aan hieldt, en quam met behulp zyner gezwinde leden, armen en beenen, weêr gelukkelyk beneeden. Zoo hoogh klom in zyne kindtsheit, en met zoo veel gevaars, die in zyne manlyke jaaren , langs de trappen van alle scheepsdiensten, en alle de gevaarlykheden der zee en der vyanden, tot de hooghste zeeampten zoude opklimmen. |
Net tien jaar oud klauterde hij, toen er herstelwerkzaamheden werden verricht aan de hoge kerktoren van Vlissingen, via de steigers naar de bol op de torenspits. Op de grond stonden de mensen met ontzetting en angst toe te kijken hoe hij daar zat, temeer daar de werklieden zonder te controleren de ladders hadden weggehaald waarlangs hij naar beneden had kunnen klimmen. Men vreesde dat hij bij het afdalen te pletter zou slaan, maar hij gebruikte de hakken van zijn schoenen om enkele dakpannen te breken. Daardoor verkreeg hij steunpunten voor zijn voeten. En zo kwam hij met behulp van zijn snelle lijf, zijn rappe armen en benen, fortuinlijk weer beneden. Zo hoog, en met zoveel risico klom in zijn jeugd de man die later aan boord alle functies zou doorlopen, alle gevaren der zee en alle vijanden zou trotseren om op te klimmen tot de hoogste rangen van de zeevaart. |
G. Brandt, Het leven en bedryf van den Heere Michiel de Ruiter (…). Amsterdam 1687. Facsimile-uitgave met een ten geleide door A. van der Moer, g.p. 1988, p. 5.
Niet lang na zijn gevaarlijke klimpartij werd Michiel van school gestuurd, omdat hij er toch niets presteerde. Hij ging werken bij de lijnbaan (touwslagerij) van de fabrikant en koopman Lampsing. Zoals het bekende liedje over De Ruyter vertelt, moest hij daar de hele dag draaien aan een groot wiel.
Maar zijn hart lag bij de zee. Tijdens zijn werk droomde hij van een bestaan als zeeman. In 1618, op zijn elfde, mocht hij aanmonsteren als bootsmansjongen op een koopvaardijschip van Lampsing. Het begin van een carrière van 58 jaar, waarin hij zou uitgroeien tot nationale held.
Alleen met onverschrokkenheid en vier jaar lagere school kwam je niet ver op zee. De Ruyter besefte terdege dat hij ijverig moest studeren op de navigatie om de hogere rangen te bereiken. In 1633 zou hij stuurman worden op een walvisvaarderschip.
We weten al deze gegevens over De Ruyters jonge jaren dank zij zijn biograaf, Geeraardt Brandt (1626-1685). Brandt was predikant in achtereenvolgens Nieuwkoop, Hoorn en Amsterdam. In zijn vrije uren was hij geschiedschrijver. Hij schreef biografieën van de bekende dichters Pieter Cornelisz. Hooft (1581-1647) en Joost van den Vondel (1587–1679). Ook publiceerde hij een geschiedenis van de reformatie en een van de stad Enkhuizen.
Nadat De Ruyter in 1676 gesneuveld was, gaven zijn weduwe en zoon opdracht aan Brandt, een biografie samen te stellen. Brandt schreef acht jaar lang aan Het leven van Michiel de Ruyter. Het werd een zeer kloek boekwerk dat meer dan 1000 pagina’s telde.
In de ogen van de huidige historici is de biografie van De Ruyter niet erg objectief. Brandt maakte er vooral een heldenverhaal van, mede om zijn opdrachtgevers tevreden te stellen. Zeevarende lezers uit die tijd hadden een ander bezwaar tegen het werk van Brandt: deze landrot leverde niet al te realistische beschrijvingen van de zeeslagen waarbij De Ruyter betrokken was. Desondanks is Brandts leven van Michiel de Ruyter nog altijd een belangrijke bron over dit Vlissingse straatschoffie dat het tot vlootvoogd schopte.
Biografie Michiel de Ruyter. (Michiel de Ruyter).
Officiële Michiel de Ruyter Portal
Geeraardt Brandt 1626-1685 (DBNL-auteurspagina).
G. Brandt, Het leven en bedryf van den Heere Michiel de Ruiter (…). Amsterdam 1687. Facsimile-uitgave met een ten geleide door A. van der Moer, g.p. 1988.
G. Brandt, Het leven van Michiel de Ruyter. Gekozen, hertaald en ingeleid door V. Roeper en R. Daalder. Amsterdam 2007.