Koopvaart en kaapvaart, Michiel-de-rover

Zedeprinten Startpagina <<< De matroos (Inleiding) <<< De matroos (vertaling) <<<


De matroos van Huygens was gepokt en gemazeld op zee, en daardoor dapper en kundig genoeg om uiteindelijk op te klimmen tot bevelhebber. Het gold ook voor Michiel de Ruyter. Voordat hij in 1642 werd benoemd tot schout-bij-nacht, een van de hoogste officiersrangen in de vloot, had hij gevaren op de koopvaardij en de walvisvaart. Zelfs is hij nog enige tijd kaperskapitein geweest.

 

Slaaf

Michiel de Ruyters avonturen op zee laten zich lezen als een spannend boek. In 1622 verliet hij de koopvaart om voor korte tijd bij de vloot te dienen. Bij het enteren van een Spaans schip raakte hij gewond door een piekstoot aan het hoofd.

Later werd hij met enkele collega’s in de Middellandse zee gevangen genomen door zeerovers, die hem aan het werk zetten als galeislaaf. Met zijn medegevangen wist hij echter te ontsnappen. De vluchtelingen liepen van Spanje via Frankrijk en Vlaanderen terug naar Vlissingen, een tocht van vele maanden.

 

Kapers en kapersbrieven

Kapers waren de grootste plaag van de zeeman, een grotere plaag misschien nog wel dan de vijand en stormweer bij elkaar. Zeerovers uit Duinkerken, Nieuwpoort en Oostende (kortweg de Duinkerkse kapers genoemd) veroverden elk jaar tientallen Nederlandse koopvaarders- en visserschepen. Voor de opvarenden werd een hoog losgeld gevraagd.

Minstens even berucht waren de Barbarijse kapers, zeerovers uit Noord-Afrika, waarmee De Ruyter in zijn jeugd al kennis had gemaakt. Zij zetten hun gevangenen aan het werk als slaaf. Familieleden konden hun zeeman terugkopen voor een hoge prijs; het bedrag was afhankelijk van zijn waarde op de slavenmarkt. Het kon oplopen tot boven de 1000 gulden, een veelvoud van wat een matroos per jaar verdiende.

Veel families konden het geld niet bij elkaar krijgen. De overheid en de kerk sprongen soms bij: er werden loterijen en collectes georganiseerd voor alle gevangen zeelieden uit een bepaalde stad of streek. Toch duurde het vaak vele jaren voordat een zeeman teruggekocht kon worden. Velen van hen zagen het vaderland nooit terug; zij stierven in gevangenschap.

Koopvaardijschepen kregen vaak begeleiding van marineschepen om uit handen te kunnen blijven van kapers en de vijand. Maar de overheid had nog een machtiger wapen achter de hand: de kaapvaart.

 

Kaap’ren varen

Kaapvaart was een legale vorm van zeeroverij. Kaperskapiteins kregen een commissie of kapersbrief mee: een vergunning om te kapen. Het bezit daarvan gaf recht, alle schepen die voeren onder de vlag van een vijandige natie, aan te vallen en te veroveren. Kaapvaart was een gevaarlijke, maar zeer lucratieve tak van zeevaart; de kapers mochten een deel van de buit zelf houden.

De bekendste Nederlandse kaper was Piet Hein, die in 1628 de 'zilvervloot' veroverde op Spanje, een enorme schat ter waarde van ongeveer 10 miljoen gulden. Spanje had dit geld hard nodig om de oorlog tegen Nederland te kunnen voortzetten. Dank zij Hein belandde het grotendeels in de krijgskas van de Nederlandse stadhouder Frederik Hendrik.

Michiel de Ruyter werd in 1637 kapitein op een kapersschip dat eigendom was van de koopman en fabrikant Lampsing uit Vlissingen. Volgens sommige historici zou hij de naam De Ruyter pas in die tijd aangenomen hebben; ‘Ruyter’ betekende naast paardrijder in die tijd ook: rover.


Kaperslied

Al die willen te kaap'ren varen
moeten mannen met baarden zijn
Jan Piert Joris en Corneel
die hebben baarden die hebben baarden
Jan Piert Joris en Corneel
die hebben baarden zij varen mee

Al die ranzige tweebak lusten (=scheepsbeschuit)
moeten mannen met baarden zijn

Al die deftige pijpkens smoren (=roken)
moeten mannen met baarden zijn

Al die met ons de walrus killen (=doden)
moeten mannen met baarden zijn

Al die dood en duivel niet duchten
moeten mannen met baarden zijn

Al die willen te kaap'ren varen
moeten mannen met baarden zijn

Een van de vele versies van het Kaperslied door Emmanuel Hiel (1834-1899)
Overgenomen van de website van Fred Piek.

Luister naar geluidsfragment in de uitvoering van de folkrockgroep Fungus (1974). (Website van Fred Piek).

Een andere versie, op muziek gezet door Anton Greefkes (Website van het Poëtisch Liedgenootschap Tot Innerlijke Bloei ).


Meer weten?

Biografie Michiel de Ruyter. (Michiel de Ruyter).

Officiële Michiel de Ruyter Portal

G. Brandt, Het leven en bedryf van den Heere Michiel de Ruiter (…). Amsterdam 1687. Facsimile-uitgave met een ten geleide door A. van der Moer, g.p. 1988.

G. Brandt, Het leven van Michiel de Ruyter. Gekozen, hertaald en ingeleid door V. Roeper en R. Daalder. Amsterdam 2007.

C.A. Davids, ‘De zeeman’. In: H.M. Beliën, A.Th. Van Deursen en G.J. van Setten (red.), Gestalten van de Gouden Eeuw. Een Hollands groepsportret. Amsterdam 1995. p. 94-128.


© Frans Mensonides, Leiden, 2007.