Aflevering: 4
Datum: Donderdag 26 januari 2006
Onderwerp: 'Ga boeven vangen!'


naar thuispagina

Morgenschemering. De twee schoolmeisjes fietsen in de richting van het station, onwetend van het lot dat hen wacht. Ik zie dat al opdoemen; het verschuilt zich achter een boom, in de gedaante van een politieagent.

De man, een jonge kerel met aanleg voor obesitas, is behangen met de symbolen van zijn macht. Als een scepter hangt hem een kort, handzaam knuppeltje op de heupen, waarmee hij weerbarstige burgers een corrigerende lel kan geven, als het stadium van verbale overredingskracht gepasseerd is. De zwarte pistoolholster aan zijn riem ontbreekt evenmin als de batterij communicatieapparatuur. Hij is opgetuigd als een kerstboom; hij moet bij aanvang van zijn dienst wel een half uur bezig zijn om het allemaal aan zijn lijf te hangen. Daar hij zo’n moderne fietsende agent is, draagt hij een sportieve blauwe koersbroek en siert een valhelm zijn schedeldak.

Hij komt te voorschijn, net iets te laat; ze zijn eigenlijk al bijna voorbij. ‘Ja, even stoppen, en afstappen, maar!’De dames hebben geen licht op hun fiets, dat zal zijn probleem wel zijn. ‘Ja, doei’, zegt het ene meisje, ‘daar heb ik nu even echt helemaal geen tijd voor, hoor!’ Ze moeten die ene trein halen om nog op tijd op school te zijn; dat zou ook een agent van politie moeten begrijpen. Haar medereizigster maakt in het halfdonker iets wat verdacht veel lijkt op een tweevingergebaar. Ze negeren het stopteken, kortom, en fietsen door.

‘Héé, héé, ik sommeer jullie te stoppen; jullie moeten stoppen!’, brult de agent ze achterna. Hij is nog maar pas van de academie; jaloers kijkt hij wel eens naar zijn oudere collega’s, die het vanzelfsprekende gezag hebben dat hem nog ontbreekt. Even staart hij de zich verwijderende meisjes na. Ook geen achterlicht, natuurlijk. Dan treedt hij toch in actie. Hij loopt in een halfslachtig sukkeldrafje naar zijn fiets die hij tegen een andere boom had gezet, en neemt plaats op het zadel. Het is zo’n net iets te klein kinderfietsje voor volwassenen, dat ‘in’ raakte toen men het een mountainbike is gaan noemen.

‘Die haal je nooit meer in’, voorspel ik de agent met een sardonische grijns. Zijn acceleratievermogen is in overeenstemming met zijn postuur. Maar nu fietst hij dan toch; wat slingerend komt hij op gang. De meisjes kijken om. Nu worden ze achtervolgd; deze zo gewoontjes begonnen ochtend krijgt plotseling iets avontuurlijks. ‘Rijen, hij komt ons achterna!’, hoor ik enthousiast roepen.

Het heeft iets pervers; een grote, volwassen vent die twee jonge meisjes achterna zit. Je zou er de politie voor bellen, als die al niet ter plaatse was. Amechtig is de agent in de achtervolging; zijn achterstand op de meisjes vermindert niet. Hij ziet ze de stationshal binnenrijden, wat ook wel niet zal mogen.

‘Ga boeven vangen, lul!’, roep ik hem nog net niet achterna. Ik neem het risico niet; met zo’n ijzervreter krijg ik liever geen ruzie.


© Frans Mensonides, Leiden, 2006


20 jan. 2006: Vijftig manieren waarop ik mijn leven verpestte en hoe jij dat kunt voorkomen (recensie)
13 jan. 2006: 'Borrel jij wel genoeg'? Het studentenleven.
5 jan. 2006: Oer-tekstverwerker uit 1984


naar thuispagina