Theophrastus’ Charaktères: al 24 eeuwen tijdloos

Zedeprinten Startpagina <<< Zedeprinten (Inleiding) <<< Huygens' Zedeprinten, een sollicitatiebrief <<<


Zwetsen

Zwetsen is het deelnemen aan doelloos en eindeloos gepraat. De zwetser is een man die gaat zitten naast iemand die hij helemaal niet kent en dan begint te praten over wat een fijn mens zijn vrouw is. Daarna vertelt hij de droom die hij afgelopen nacht heeft gehad; vervolgens somt hij in detail op wat hij bij het avondeten gegeten heeft.

Daarna zegt hij dat de mensen tegenwoordig veel gemener zijn dan vroeger, dat het graan erg goedkoop is op de markt, dat er veel buitenlanders in de stad zijn, dat de zeestraat weer open is na de feesten van Dionysus, dat regen goed is voor het land, dat hij volgend jaar een boerderij gaat beginnen, dat het moeilijk is om een boterham te verdienen, dat Damippos de grootste fakkel ter beschikking heeft gesteld voor de processie naar Eleusis.

Hij zegt dingen als: ‘Hoeveel zuilen zouden er eigenlijk staan in het muziektheater? Ik heb gisteren moeten braken. Wat voor dag is het vandaag?’ (…).

Als je met hem meepraat, dan houdt hij helemaal niet meer op. Dit soort mensen, daar moet je hard van wegrennen als je niet doodziek van ze wilt worden. Mensen die je tijd verkletsen, zijn moeilijk te verdragen, of je het nu druk hebt of niet.

Theophrastus, Characters, edited and translated by Jeffrey Rusten. In: Theophrastus, Characters. Herodas, Mimes. Sophron and Other Mime Fragments. Edited and translated by Jeffrey Rusten and I.C. Cunningham. Cambridge (USA) / Londen 2002. The Loeb Classical Library LCL 225. p. 58: Griekse tekst, p. 59-60: Engelse vertaling.


De filosoof Theophrastus (ca. 370 – ca. 285 v. C) was een leerling van Plato en Aristoteles en gaf gedurende 35 jaar leiding aan de door Aristoteles gestichte school van filosofen. Hij schreef meer dan 200 wetenschappelijke verhandelingen, waarin hij onderwerpen behandelde als wijsbegeerte, natuurkunde en plantkunde. Ironisch genoeg is hij vooral bekend gebleven door een klein werkje dat hij louter schreef voor ontspanning: Charaktères.

Charaktères bevat korte schetsen in proza over menselijke zwakheden en ondeugden. Het gaat daarbij vooral om ergerlijke en lachwekkende zaken, zoals gierigheid, achterklap en lompheid. De geportretteerden zijn geen doortrapte slechteriken, eerder doorsnee-mensen met wat hinderlijke karaktereigenschappen. Theophrastus geeft van elke slechte eigenschap enkele korte voorbeelden. In tegenstelling tot in de langere zedeprinten van Huygens blijven zijn typetjes vlakke persoonlijkheden. We zien alleen hun gedrag; Theophrastus laat zich niet uit over hun gedachteleven.

In Theophrastus’ schetsen is er geen expliciete moraal; de schrijver doet ook geen poging om het menselijk gedrag te verklaren. De verhaaltjes zijn vooral humoristisch bedoeld.

Hoe raak de typeringen van Theophrastus zijn, blijkt wel uit het feit dat zijn typetjes tegenwoordig nog steeds zeer herkenbaar zijn. Ook de wereld van nu is nog vol van – om er een paar te noemen – bedriegers, arrogante figuren, lafaards, volkshitsers en mensen die doen alsof ze de eeuwige jeugd hebben. De mens lijkt niet veel veranderd in 24 eeuwen tijd; Theophrastus heeft met Charaktères een tijdloos werkje afgeleverd.


Meer weten?

The Characters of Theophrastus, translated by R.C. Jebb, 1870 (An eudaemonist).

Life of Theophrastus (Peithô’s Web, Classic Rhetoric and Persuasion)

Theophrastus, Characters, edited and translated by Jeffrey Rusten. In: Theophrastus, Characters. Herodas, Mimes. Sophron and Other Mime Fragments. Edited and translated by Jeffrey Rusten and I.C. Cunningham. Cambridge ( USA ) / Londen 2002. The Loeb Classical Library LCL 225. p. 1-175.


© Frans Mensonides, Leiden, 2007.