Sir Thomas Overbury: karaktermoord

Zedeprinten Startpagina <<< Zedeprinten (Inleiding) <<< Huygens' Zedeprinten, een sollicitatiebrief <<<


Een dronken Hollander in Engeland

is hooguit het boodschappenjongetje van zijn vrouw. Hij stinkt naar boter, alsof hij ermee is ingesmeerd tegen de jeuk. Hoe mager hij ook is als hij hier aankomt, laat hem een maandje naast een brouwerij wonen en hij zwelt op totdat hij zo dik is als een vette haring. Van alle attracties bezoekt hij het liefst een openbaar park. Net als een zwijn moet je hem ringen om hem in toom te houden.

Natuurlijk is hij dol op loterijen. In zijn testament laat hij de hoofdprijs op voorhand aan iemand na; heeft hij dan een niet, dan kost het hem niets. In grote huurkazernes zie je ze bij bosjes. Soms wonen ze met 6 gezinnen op een zolder. Hij heeft de gewoonte (alleen om ons voor gek te zetten), een vossenhuid te kopen voor drie penny´s en de staart te verkopen voor twaalf. Zijn nieuwe tak van industrie, het stoken van sterke drank, maakt een hoop mensen gek.

Hij waardeert een Welshman bijzonder om zijn dieet en spelling, dat wil zeggen: om de overvloed van medeklinkers en kaas. Als een paard moet je hem leiden via de mond; wanneer hij dronken is, kun je zijn hand in zijn zakken steken en ze binnenstebuiten keren als de huid van een paling. Hij pot zijn goud op en zegt dat zijn vrouw er soep van kookt. Hij eert de nagedachtenis van koning Henry VIII, omdat die staat afgebeeld op gouden munten.

Hij snapt niet waarom we ons druk maken over de achteruitgang van het hout. Voor alles, gebouwen en vestingwerken, gebruikt hij alleen maar vaten en duigen. Tot besluit: er zijn maar twee dingen waarvoor hij echt bang is: slap bier en de Spaanse inquisitie.

Vertaling van 'A drunken Dutch-man resident in England', Overbury’s Characters (1615). New characters (drawne to the life) of several persons in several qualities.


Lompe, boerse schrapers met een onlesbare dorst; dat was het beeld dat Engelsen hadden van de laaglandbewoners aan de overkant van de Noordzee. Ook de bazigheid van de Hollandse vrouwen was wijdvermaard in Engeland.

De dichter, essayist en hoveling Sir Thomas Overbury (1581-1613) was een van de navolgers van Joseph Hall, de eerste Engelse character writer. Overbury´s karakterschetsen bestaan uit korte, snel opeenvolgende typeringen en zijn geschreven met vlotte, inventieve en verfijnde humor - al is de hierboven geciteerde schets misschien niet het meest sprekende voorbeeld van dat laatste.

In tegenstelling tot die van Hall zijn Overbury´s karakterschetsen vooral bedoeld als amusement en niet zozeer voor stichting en moralisatie. Overbury beperkte zich niet tot beschrijving van karaktereigenschappen; hij nam ook beroepsbeoefenaren op de hak en was daarmee een inspiratiebron voor Huygens.

Overbury werd slachtoffer van een complot aan het hof van koning James I. Door toedoen van een vroegere vriend en diens aanstaande echtgenote verviel hij in ongenade bij de koning en werd hij gevangen gezet in de Tower. Daar werd hij door huurmoordenaars langzaam en systematisch vergiftigd. Hij overleed in 1613, op 32-jarige leeftijd.

Overbury’s bescheiden verzameling characters werd na zijn dood uitgegeven, vermeerderd met bijdragen die geschreven waren door enkele van zijn geleerde vrienden. De oorspronkelijke verzameling van 22 schetsen breidde zich bij herdrukken uit tot een klein honderdtal. Het is niet bekend, wie precies welke schets geschreven heeft. Daardoor zullen we ook niet weten of Overbury zelf verantwoordelijk was voor het weinig vleiende stukje over Huygens´ landgenoten.


Meer weten?

Overbury’s Characters (1615). New characters (drawne to the life) of several persons in several qualities (An eudaemonist).

Life of sir Thomas Overbury (1581-1613) (Luminarium).


© Frans Mensonides, Leiden, 2007.