Zoals beloofd in het foto-overzicht van 2007 een korte update over twee migrainedossiers waarover in 2007 veel is geschreven op mijn site: de OV-chipkaart en de RijnGouwelijn (RGL). Dat ik het migrainedossiers noem, wil niet zeggen dat ik er zelf koppijn van krijg. Integendeel: ik heb er met plezier over geschreven, en die stukken worden nog goed gelezen ook; verkeersrampen veroorzaken nu eenmaal een kijkfile aan de andere kant; dat is altijd zo.
De foto’s bij dit artikel zijn oudbakken: zij werden al eerder gepubliceerd op deze site.
Voor de chipkaart wordt het in 2008: erop of eronder. Het streek- en stadsvervoer streeft nog steeds naar totale invoering van de chipkaart vóór 1 januari 2009, met afschaffing van de strippenkaart op die datum. Maar NS heeft alvast maar weer eens een half jaar uitstel aangekondigd; Bert Meerstad schijnt daarvan de schuldige te zijn.
Of het er überhaupt nog van komt, is onzekerder dan ooit. Het jaar 2008 was nog geen week oud of er verschenen verhalen in de pers over de onveiligheid van het chipkaartsysteem. Duitse hackers waren er in geslaagd, de code van de chipkaart te kraken (Nederlandse studenten hadden dat overigens al eerder gedaan voor de wegwerpkaart). Het zou volgens hun verhalen een koud kunstje zijn, gratis te reizen met zo’n ding, of pasfraude te plegen door je vrolijk te laten vervoeren op het saldo van een andere reiziger.
TNO gaat dit nu onderzoeken; de Tweede Kamer gaat erover debatteren. In gespannen afwachting van de resultaten daarvan, blik ik terug en ook een beetje vooruit.
Ik berichtte van de zomer voor het laatst uitgebreid over het stukje plastic waarvan zoveel wonderen verwacht worden. Kort daarvoor was de chipkaart geïntroduceerd op de trams en bussen van de RET, nadat anderhalf jaar was gebroddeld op de RET-metro en de streekbussen van Connexxion in de regio Rotterdam.
De invoering van de kaart op RET-tram en bus verliep faliekant. Een meteen door Groen Links Rotterdam opgerichte site Chipklacht kreeg binnen enkele weken duizenden klachten te verwerken.
Er trad stagnatie in. Dat is gebruikelijk bij een koppijnproject. Een proefproject of eerste fase is rampzalig verlopen. Nu durft men het project niet verder uit te rollen, om er niet nog meer geld aan stuk te smijten. Maar men durft ook niet toe te geven dat het project mislukt is, omdat je dan je investeringen definitief kwijt bent, en ook nog flinke imagoschade oploopt.
Wat doet men dan wel? Kraaien dat alles goed gaat, en tegelijkertijd de zaak uitstellen in de hoop dat de oplossingen voor de problemen uit de hemel komen vallen.
Voor zover mij bekend, kun je, behalve rond Rotterdam, momenteel alleen op de Amsterdamse metro met de chipkaart reizen. Twente was de enige vervoersregio die toegaf, een introductie voorlopig niet aan te durven. De overige regio’s zijn vast van plan, ‘in de loop van 2008’ met de chipkaart te beginnen, en hopen stiekem dat het project voordien definitief crasht. Misschien dienen de recente beveiligingsproblemen wel als genadeschot, dat dankbaar aanvaard wordt, omdat er toch eens een eind aan moest komen.
Tot de meest fanatieke optimisten-tegen-beter-weten-in behoort RET-bobo Pedro Peters. Hij beweerde ijskoud dat er slechts bij 1 op 1000 chipkaarttransacties iets fout gaat. Dat maakte hij op uit die duizenden klachten bij Groen Links; er waren tenslotte vele miljoenen ritten gemaakt die niet tot een klacht hadden geleid…
Peters beweerde in de herfst ook, dat de kinderziekten langzamerhand verholpen waren. Om de juistheid van die bewering te onderzoeken, heb ik gedurende de laatste zes weken van 2007 opnieuw een aantal chipkaartritjes gemaakt. Zoals gebruikelijk hopte ik van bus op tram op metro op bus en vice versa – en combineerde dat met winkelen, museumbezoek, stadswandelen en fotograferen, om niet alleen voor die rotkaart naar Rotterdam te hoeven. Ik onderzocht maar één ding: of bij elke rit het juiste bedrag werd afgeschreven van mijn reissaldo dat door de kaart wordt bijgehouden.
Daarbij moet je je natuurlijk realiseren, dat het tarief van ritten-op-saldo bestaat uit twee onderdelen: het basistarief van 70 cent en een prijs voor de met het vervoermiddel afgelegde hectometers. In de tabellen van de OV-reisplanner worden deze twee bedragen voor het gemak bij elkaar opgeteld. Stap je echter over binnen 35 minuten, dan mag het basistarief van 70 cent niet opnieuw berekend worden, en komt dat dus in mindering op het bedrag, genoemd in de reisplanner.
Hoe verliepen die testritjes? Welnu: ik heb in totaal 39 ritten gemaakt, waarvan 14 per metro en 25 per bus/tram. Van die laatste 23 ritten met de RET en 2 met Connexxion.
Eerst: de ritprijs, afgezien van overstapperikelen. Bij de 14 metroritten werd in één geval een verkeerde ritprijs berekend: een bedrag voor een ritje van Spijkenisse naar Vijfsluizen, dat niet overeenkwam met dat in de tabel van de reisplanner.
Bij de 25 bus- en tramritten moest ik het systeem betrappen op maar liefst 8 fouten, bijna 1 op 3. Een keer, op een streekrit van Spijkenisse naar Geervliet, was de chipkaartapparatuur defect, waardoor ik gratis kon reizen; 7 keer werd een onjuist bedrag van mijn rekening afgetrokken. Meestal scheelde het minder dan een dubbeltje, maar fout is fout, vind ik. Als je in de supermarkt een blik bruine bonen koopt, weet je ook van te voren op de cent hoeveel je moet betalen.
Dan hadden we het alleen nog maar over de prijs voor het afleggen van een afstand. Nu het basistarief, de prijs die je betaalt voor het instappen sec. Ik ben bij die 39 ritten in 29 gevallen meteen overgestapt, ruim binnen de marge van 35 minuten. In 6 van die gevallen (ca. 1 op 5) is me daarbij ten onrechte opnieuw het instaptarief van 70 cent berekend. Dat komt door chipkaartlezers die een onjuiste tijd aangeven; RET en connexxion hebben de grootste moeite, de duizenden chipkaartlezers synchroon te houden, en daar staat of valt dat overstapsysteem mee. Bij een lange tramrit bleek ik zelfs een keer teruggereisd te zijn in de tijd. Ik was eerder uitgestapt dan ingestapt, iets wat ze zelfs in ruimteschip Enterprise niet in iedere aflevering voor elkaar kregen.
In totaal had ik dus 15 fouten op 39 ritten; 9 tariefs- en 6 overstapfouten. Bij ruim 1 op de 3 ritten ging iets fout, een tikje meer dan de 1 op 1000 die Peters noemt. Volstrekt onacceptabel, natuurlijk. Er is nauwelijks sprake van het oplossen van kinderziekten. Dit systeem is tot beter wellicht niet in staat, en is dan tot mislukken gedoemd, zelfs al zouden de hackers eraf blijven.
Wel kan ik melden dat het aantal storingen met poortjes in de metrostations duidelijk is afgenomen ten opzichte van 2006; ik kwam meestal bij de eerste poging het station al binnen of uit, en raakte niet meer beklemd tussen die twee kunststof kaken.
De storingen in tram en bus zijn echter legio. Bijna altijd hapert de chipkaartlezer als je in– of uitcheckt. Je krijgt eerst een aantal malen te zien: PROBEER OPNIEUW en daarna: U BENT AL INGECHECKT. Je verkeert dan in onzekerheid over de juiste verwerking van je transactie, en kunt pas bij het printen van een overzicht zien of de rit goed verlopen is.
Nog een groepering die in onzekerheid verkeert: de controleurs. De al meerdere malen aangekondigde chipkaartlezers heb ik ze nog niet zien gebruiken. Het tonen van een chipkaart is voldoende; de controleurs kunnen nog niet nagaan of ik daadwerkelijk ingecheckt ben.
Een wonder, dat er nog mensen (afgezien van bewuste zwartrijders) zijn die dit systeem willen gebruiken, nu er nog een keuzemogelijkheid bestaat. Van Peters mocht de strippenkaart per 1 oktober 2007 wel afgeschaft worden. Dat ging uiteindelijk niet door.
Na felle publiciteitscampagnes van de RET hebben honderdduizenden Rijnmonders zo’n chipkaart aangeschaft, maar velen laten hem voorlopig thuis liggen. Ouderen kregen gratis OV aangeboden, als ze dat ding maar wilden gebruiken. Het marktaandeel van de chipkaart stijgt ondanks dat alles maar heel langzaam. Het aantal gebruikers cirkelde eind 2007 rond de 20% van het totale reizigersaanbod (zoals ik steekproefsgewijze heb vastgesteld in tram en bus en op metrostations).
Wat vindt onze dappere consumentenvereniging ROVER van dat alles? Men heeft in augustus 2007 zelf een onderzoekje gedaan, mede op mijn aanraden, en daarover reeds in december een rapportje afgescheiden. De reizigersvereniging stuurde vooral abonnementhouders op reis, en maakte slechts 10 ritjes op saldo, veel minder dan ik in mijn uppie. Van die 10 ritten ging er bij 2 iets mis, wat ROVER deed concluderen tot een betrouwbaarheidspercentage van 80%.
De reizigersvereniging kraait verder even hard als Peters dat men een voorstander is van de chipkaart. Men wil wel dat de strippenkaart daarnaast blijft bestaan, zodat de reiziger een keuzemogelijkheid houdt.
Een onzinnig standpunt. Ik ben in de supermarkt altijd dolblij dat ik kan kiezen uit 28 soorten bruine bonen. Maar ik verwacht niet dat ik die kan betalen met Britse Ponden, Japanse Yen of Mongoolse Tugrik. Er moet één betaalsysteem zijn, en als men daarbinnen aantrekkelijke aanbiedingen heeft, diverse voordelige producten waaruit men kan kiezen, en er desnoods zegeltjes bijgeeft, prima!
Ik ben gaarne bereid te juichen voor elk digitaal betaalmiddel dat werkt zonder je leven nodeloos duur, ingewikkeld en riskant te maken. Zodra dat het geval is, moet je dat ouderwetse, achterlijke systeem met kartonnen kaartjes natuurlijk subiet afschaffen. Maar als het niet aan die eenvoudige voorwaarden kan voldoen: kappen met die hap, en het niet in stand houden en geld laten kosten en het imago van het OV ermee blijven versjteren. Werken met twee systemen naast elkaar is inefficiënt en verwarrend.
Het nieuws over het hacken van de chipkaart heeft ROVER uit haar winterslaap gewekt. De reizigersvereniging keert zich nog steeds niet van de kaart af, maar vindt nu wel dat het gebruik ervan opgeschort moet worden totdat zeker is dat de reiziger veilig is voor fraudeurs.
Wordt vast nog wel vervolgd, al lijkt het einde van de chipkaart nu toch ineens heel erg nabij.
dat DACHT ik! Lees het vervolg! >>>
Onder de naam RijnGouwelijn proberen de magistraten van de Provincie Zuid-Holland het publiek al een kleine 20 jaar een lightrailverbinding Gouda – Leiden – kust door de strot te rammen. Daarbij heeft men nooit aannemelijk kunnen maken dat de files in onze regio er ook maar een meter korter door zullen worden.
In de periode november 2006 – maart 2007 schreef ik dit groeidocument over het naderende referendum in de gemeente Leiden over de RGL-Oost. Dit plan beoogde een sneltram te laten rijden van Gouda naar Leiden Lammenschans via de spoorbaan, en daarvandaan dwars door de binnenstand (Breestraat) en via Leiden Centraal naar de McDonalds langs de A-zoveel. Het busverkeer in en om Leiden zou gedeeltelijk opgeofferd worden aan deze interregionale tram, zoals bleek uit een uitgelekt busplan.
De RGL werd op 7 maart 2007 met overgrote meerderheid (69%-31%) weggestemd door het Leidse electoraat. Maar de kiezer had helaas niet het laatste woord over dit plan. De provincie besloot haar ‘doorzetmacht’ te gebruiken. Voor Leiden dreigde een ‘aanwijzing’ om de provinciale tram toe te laten in haar binnenstad.
De stad kreeg tot oktober 2007 de tijd om een alternatief te bedenken voor de RGL-Oost. De gemeente kwam met een busbanenplan, een soort Zuidtangent, maar dan op zijn Zuid-Hollands. Dit werd door de provincie afgewezen; het moest per se op stalen wielen rijden, want op rubber kun je natuurlijk geen mensen vervoeren.
De kwestie kwam in de Provinciale Staten. Daar bogen onder andere een aantal gereformeerde ouderlingen van Goeree-Overflakkee zich over de kwestie. De Staten konden Gouda en Leiden niet uit elkaar houden, zo bleek uit de vragen en opmerkingen van enkele leden. Die tram door het centrum van Leida moest koetkiekoet doorgezet worden. Dat zijn dan de Staten van Holland, die ooit 22 jaar lang ons hele land geregeerd hebben – maar dat liep ook verkeerd af.
Ergens in de nazomer brak in de Leidse magistraat een epidemie uit van slappe knieën. Luider en luider werd de roep om maar toe te geven aan het machtige Den Haag. Het was rond die tijd dat de SP uit het Leidse college stapte, met als argument dat zij de enige waren met een rechte rug. Met diezelfde rechte rug zitten ze nu op de harde oppositiebanken, net als in de landelijke politiek. Het brave CDA trad tot het college toe; die partij was altijd al een warm voorstander geweest van de RGL door de Leidse binnenstad.
Nog wel kreeg de stad een jaar gelegenheid om een alternatief uit te werken voor het Breestraattracé. Dat alternatief mocht dan niet de buitenomvariant zijn, een viaduct langs de spoorbaan van Lammenschans naar Leiden Centraal, waarmee reizigers uit Gouda en Alphen a/d Rijn ca. 7 minuten eerder op hun bestemming zouden zijn. Dat plan was te duur, en vermoedelijk ook te logisch, te mooi en te aantrekkelijk. Alleen de Hooigrachtvariant was bespreekbaar, een alternatieve route door de binnenstad.
De Hooigrachtroute is iets minder beroerd dan die over de Breestraat. De tram kan er dubbelsporig rijden, en dat met een acceptabele snelheid. Verder kleven er precies dezelfde nadelen aan als aan de Breestraatvariant.
Dit achterhoedegevecht tegen de files in deze regio zal in 2008 ongetwijfeld doorgaan. Inmiddels is ook, onvermijdelijk, een tunnelvariant opgedoken en bespreekbaar geworden. Boor een tunnel van 2 kilometer lengte, zo zeggen stemmen die zijn opgegaan, van de Lammenschansweg naar Leiden Centraal. Graaf op het Stadhuisplein een kuil naar die tunnel en maak daar een station. In drie minuten onder de stad door, terwijl je toch ook in het midden ervan kunt uitstappen. En dat zonder dat boven de grond iemand er last van heeft.
Een plan dat minder krankzinnig is dan je op het eerste gehoor zou kunnen denken. Ook in een vergelijkbare Hollandse provinciestad, Haarlem, wordt de laatste maanden weer volop gesproken over een geboorde tunnel onder het centrum door, voor de Zuidtangent. Ik heb jaren geleden al beweerd: als Leiden in het Ruhrgebiet had gelegen, zou er al tientallen jaren een U-bahn rijden: een ondergrondse tram. Daar in Duitsland dóen ze zoiets gewoon. Het equivalent voor NIMBY is in de Duitse taal onbekend. Wie zich daar uit egocentrische motieven durft te verzetten tegen een plan dat het algemeen belang dient, wordt zonder pardon erschossen.
Een tramtunnel onder Leiden door, en Leiden wordt weer het middelpunt van een wijdvertakt tramnet, net als in de eerste helft van de 20ste eeuw. Maar hoeveel van de omliggende dorpen zitten te wachten op de tram? Ik vind nog steeds, dat plaatsen als Kat- en Noordwijk het meest gebaat zijn bij een snelbusnet naar Purmerends model. Laat die tramtunnel van Leiden dus maar een bustunnel worden, net als die van Haarlem!
Terwijl de discussies over RGL-Oost al met al nog wel een poosje door zullen gaan, slijpen ze in Katwijk en Noordwijk de messen voor de RGL-West, de door de provincie beoogde lijn van McDonalds naar zee. Zodra in die kustdorpen het definitieve tracé bekend gemaakt wordt (een moment waar we al bijna 20 jaar op wachten) zullen de tegenstanders wel van zich laten horen. Op Internet doen ze dat nu al.
Er staan hier toch al de nodige beren op de weg, zo niet: op de rails. De grootste beer heet: Geld. Het rijk houdt voorshands de hand op de knip; de RGL komt een slordige honderd miljoen euro tekort. Daardoor is het voorlopig een open vraag of de tram het zilte nat wel zal halen. Men praat al over een eindpunt op de Katwijks/Noordwijkse grens, bij ruimtevaartorganisatie ESA / ESTEC en het ruimtevaartmuseum Space Expo. Daarvandaan is het een ruim kwartiertje lopen naar de strandgenoegens van Katwijk, maar een klein uur naar het toeristenhart van Noordwijk. Ik zou me kunnen voorstellen dat voor de laatste gemeente deze ku(s)ttram helemaal niet meer hoeft, als hij slechts de concurrent in de kaart speelt – Katwijk en Noordwijk is toch al water en vuur.
Dan ten slotte nog even een blik in ROVER’s clubblad De reiziger. Daar ik mijn lidmaatschap van ROVER heb opgezegd, krijg ik het niet meer in de bus, maar hun artikel over de RGL uit nummer 1 van 2008 is ook op hun website te lezen. Een mijlpaal: voor het eerst in 15 jaar komt de landelijke organisatie van ROVER uit de kast over de RGL, waarvan de plaatselijke afdeling al die tijd consequent een tegenstander geweest is.
Uit de kast? Nee, ze blijven erin, maar zetten de deur wel even op een kier. Hans van Dam van ROVER-Leiden mag eindelijk uitleggen waarom de afdeling tegen dit tramproject is. Dit verhaal wordt echter ingeleid door een tekst in rood en begeleid door een in marineblauw waarin ROVER benadrukt, dat men over het algemeen juist vóór de tram is, dat de tram talloze - in extenso opgesomde - voordelen heeft en dat het echt een grote uitzondering is dat ROVER zich tegen een railproject uitspreekt. Ook al weer een blad dat de nuance zoekt...
Ooit zal er toch een oplossing moeten komen voor het OV in en om Leiden. Ik zal erover berichten. Bij leven en welzijn, natuurlijk, maar ik ben van plan om 88 jaar oud te worden, en aan mijn geduld zal het niet liggen.
Frans Mensonides
10 januari 2008
daarna nog lichtelijk aangevuld en gewijzigd; dat voor het laatst op 26 februari 2008, maar hieronder opnieuw geüpdated:
Op zaterdag 8 maart 2008, een jaar en een dag na het RGL-referendum, organiseerden SP en D66 een protestactie op het Leidse Stadhuisplein tegen het negeren van de uitslag ervan. D66 verscheurde het referendum symbolisch; SP deelde citroentaart uit aan voorbijgangers.
Nu verbaast dat niet van de SP, want zij waren er al heel lang tegen en zijn trouwens overal tegen. Met D66 ligt het anders. D66 heeft de RGL dan weliswaar niet uitgevonden, maar is sinds jaar en dag de meest fanatieke voorstander ervan geweest.
In de jaren 90 wilde D66-verkeerswethouder Pex Langenberg de bussen alvast uit de Breestraat hebben om ruim baan te maken voor de tram. Wij van ROVER dreigden hem toen al met een referendum over die kwestie. De afsluiting van de Breestraat is nooit doorgegaan; Langenberg wist geen antwoord op de vraag, waar die bussen dan heen moesten.
In 2002 drukte alweer een D66-verkeerswethouder, Alex Pechtold, de RGL door de gemeenteraad. Hij weigerde in te gaan op de suggestie, er een referendum over te houden.
Maar nu D66 in de oppositie zit, is het ineens tegen de tram en vóór het respecteren van de uitslag van een referendum waar ze eerst geen zin in hadden. Kunnen we stellen dat deze partij toch nog het licht heeft gezien over de OV-problematiek van Leiden en omstreken? Of zijn het een stelletje doortrapte, cynische klootzakken, die in de oppositie opeens munt slaan uit het verwerpen van datgene waarvoor ze jarenlang gestreden hebben toen ze aan de macht waren? Het publiek hield het op het laatste; de bijeenkomst op het stadhuisplein was zeer slecht bezocht.
Pechtold komt tegenwoordig in de landelijke politiek heel goed over, en zegt soms verstandige dingen, als zelfverklaarde oppositieleider. Demagogen 66 doet het in de oppositie toch altijd beter dan als ze aan de macht zijn; dat ze dus maar zo lang mogelijk in de oppositie mogen blijven, zowel landelijk als in Leiden, is de wens van
Frans Mensonides
21-03-2008
En terwijl Leiden dus nog naruziet over het referendum over de RGL-Oost, heeft de RGL-West (Leiden – Katwijk – Noordwijk) nu ook te kampen met zware tegenwind. Wat ik in pakweg 1993 al voorzag, is waarheid geworden: er is geen goed tracé te vinden door de bebouwde kom van Katwijk en Noordwijk. Zelf hebben de tramfans dat vermoedelijk ook al voorzien; vandaar dat men de discussie erover maar een jaar of 15 heeft uitgesteld. Velen vonden dat er een tram moest komen door deze twee kustdorpen, maar niemand kon vertellen waar en hoe.
De gemeente Noordwijk had al verklaard dat de tram wat haar betreft wel mocht eindigen bij de gemeentegrens. Maar Katwijk worstelt nu ook met de tram. Het tracé door de Tramstraat(!) is afgekeurd als volkomen ongeschikt. In de Tramstraat was tot 1961 het eindpunt van de blauwe trams, die toen die hele smalle straat van gevel tot gevel vulden. Dat beeld zal dus niet terugkeren. Maar er gaan in Katwijk ook luide stemmen op om de tram helemaal maar te vergeten.
Wat gaat de provincie nu doen? Krijgen Katwijk en Noordwijk net als Leiden een aanwijzing om de tram toe te laten op hun grondgebied? Of gaat de provincie eindelijk eens nadenken over betere alternatieven? Het laatste, nadenken, behoort niet tot de gewoonten van provinciale ambtenaren en politici, maar we mogen het toch ook weer niet helemaal uitsluiten.
FM 28-03-08
© Frans Mensonides, Leiden, 2008