Het hoofd van Einstein misbruikt voor nonsensicale wetenschap. PrintScreen van Youtube-filmpje Universiteit Leiden
LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
----
148. NATIONAAL SCHANDAAL:
CARMIGGELT LEEK NIET OP ZICHZELF (27/10/2013)
147. GEJEREMIEER TEGEN SJERREMIE /
CLUSTERENDE LIFTEN (20/10/2013)
Zoek de overeenkomsten.
*1*
Uit psychologisch onderzoek aan de Tilburg University is gebleken dat
vleeseters - gemiddeld en statistisch, de
goeden niet te na gesproken - tot een hufterachtiger slag mensen behoren dan
vegetariërs.
*2*
In Leiden, bij Neêrlands op één na de beste academie, ontdekten psychologen dat
het chemische goedje, genaamd: Tryptofaan, een grote invloed heeft op het vertrouwen
in de medemens. Op dit YouTube-filmpje wordt
het allemaal uiteengezet door een onderzoekster.
*3*
Uit persoonlijkheidsonderzoek helemaal in Sydney kwam naar voren dat
avondmensen en nachtbrakers hoger scoren op ‘duistere’ persoonlijkheidstrekken als
narcisme, psychopathie en ‘machiavellisme’ (manipulatie).
Vaak lees je in kwaliteitskranten, serieuzige tijdschriften
of op Internet artikelen over dit soort onderzoeken. Het laatste, dat uit
Sydney, daar twitterde ik laatst over, om kwart voor drie in de nacht, duistere
nachtbraker als ik ben. Overigens: als het hier nacht is, is het in Sydney dag;
een kanttekening die me wel op zijn plaats lijkt.
Door dat geval *3* voelde ik me persoonlijk aangesproken. Ik
ben een extreem avondmens. Maar ik scoor volgens mij beslist niet hoger op die
drie genoemde duistere eigenschappen dan de brave burger die keurig om tien
voor half elf het dekbed over zijn afgepeigerde lijf trekt. Ik moet wel een
slag om de arm houden. Psychopaten, narcisten en manipulerende rioolratten denken
altijd van zichzelf dat zij dat niet zijn, en hebben so wie so al weinig
neiging tot introspectie. Dus het zou kunnen, dat mijn duistere trekken ook
voor mezelf in het duister blijven, en mijn omgeving een boekje over me open
zou kunnen doen waar de honden geen brood van lusten.
Wel wonderlijk dat al die duisterheid dan niet geldt voor
mijn tegenhanger, de extreme ochtendmens, die bij wijze van spreken de haan wakker
schudt als die moet gaan kraaien. Die persoon springt al blijmoedig uit de
veren als ik net begin te overwegen of ik niet eens naar bed zou gaan. Zodoende
brengt ook hij een groot deel van zijn bestaan door in het donker.
Nu heeft vroeg opstaan natuurlijk positieve connotaties:
wakkerheid, de dag plukken, arbeidslust, arcadische herders en landbouwers, dauwtrappen,
de frisse moed waarmee aan allerlei nuttigs begonnen wordt. De late nachtbraker
heeft daarentegen toch iets heel erg shady’s over zich: kroegbezoek, hoerenloperij,
inbreken; studeren bij kwalijk lamplicht, in plaats van je handjes te laten
wapperen.
Zo is het ook gesteld met die andere twee onderzoeken. Een hufter.
Wie zou dat willen zijn, of er zelfs maar op willen lijken? En iemand die geen vertrouwen heeft in zijn
medemens; is een verachtelijker wezen denkbaar?
Nu zag ik dat filmpje over Tryptofaan, dat het vertrouwen
zou bevorderen, exact op het verkeerde tijdstip, namelijk toen ik net een
aflevering had gezien van het TROS-tv-programma ‘Opgelicht!?’ Daarin zat iemand
die zijn dakgoot voor een zacht prijsje had laten reinigen door twee louche
Ieren. Vanzelfsprekend ontdekten die de klassieke losliggende dakpan, die ze
ook best even wilden vervangen. De lezer voelt hem al aankomen: daaronder bleek
schimmel en houtrot te zitten, daaronder weer een gat, en enfin, uiteindelijk
hebben die twee Ieren het halve huis gesloopt en daarvoor een rekening gepresenteerd
van vele tienduizenden euro’s.
Die truc heeft een baard van kilometers lang. Het slaat je
toch met stomheid, dat daar nog mensen intuinen! Ik jaag per jaar zeker vier,
vijf duo’s gootreinigers van mijn deur. Je zou een streng verbod op het
verwerken van Tryptofaan in voedsel moeten uitvaardigen, om dit soort misère te
helpen voorkomen!
Maar daar zal je de uitvoerders van psychosociaal onderzoek
niet voor horen pleiten. De onderzoekster in het filmpje staat minutenlang te
Brave-Hendrikken over het noodzakelijke wederzijdse vertrouwen tussen mensen. Ze
haalt er ook nog een échte geleerde bij: Einstein.
Zulke experimenten lijken in de eerste plaats bedoeld om een
positief, zoetsappig mensbeeld te propageren: de vriendelijke vegetariër, de
wakkere knaap wiens morgenstond goud in de mond heeft, de goeiige sukkel die
Jan en alleman vertrouwt op zijn blauwe ogen.
Over het wetenschappelijk niveau van dergelijke onderzoeken
kunnen we heel kort zijn. De zaken die onderzocht worden: hufterigheid van
gedrag, duisterheid van persoon en mate van vertrouwen, zijn al niet eens goed
definieerbaar, laat staan dat je ze kunt meten. Je hoeft aan mensen niet te
vragen of ze een hufter zijn, want dan zeggen ze toch nee. Ze een jaar lang
schaduwen om hun hufterachtigheid vast te stellen, is ook ondoenlijk.
De onderzoekers van Sydney (geval *3*) hebben zich er vanaf gemaakt door ochtend- en
avondmensen een persoonlijkheidstest te laten invullen. Vooral psychopaten en machiavellisten
zullen dat vast en zeker wel eerlijk doen!
In het geval van het Leidse Tryptofaan-onderzoek (*2*) werd
zo’n raar laboratoriumexperimentje gehouden met menselijke proefkonijnen. Die
kregen Tryptofaan of een placebo in hun sinaasappelsap, en vervolgens werd hun
gedrag geobserveerd tijdens een samenwerkingsspel. Wat alles zegt over hun
gedrag in de praktijk van alledag, zeker wel! Iemand die in dat Leidse lab goed
van vertrouwen is, zal dat in de wijde wereld ook wel 365 dagen per jaar zijn…
Hoe zouden ze dan in casus *1* het verband tussen vleeseten
en hufterachtigheid vastgesteld hebben? Welnu, dat hebben ze helemaal niet
gedaan. Dat onderzoek is door Diederik Stapel, indertijd wereldvermaard
professor in de sociale psychologie, van A tot Z verzonnen. Het veroorzaakte
een enorm schandaal, toen dat in 2011 aan het licht kwam.
Maar – en dit de vraag, waarom het draait - als Stapel zijn
onderzoek wel echt had uitgevoerd; waren de resultaten dan wél geloofwaardig
geweest?
Eigenlijk heeft Stapel de wetenschap een grote dienst
bewezen, of liever: het in wetenschap geïnteresseerde publiek, bij het schiften
van zin en onzin. Ik weet niet hoe het met de lezer gesteld is, maar sinds het
demasqué van Stapel zie ik overal in kranten- en webkolommen Diederikjes. Ze
hebben drie vaste kenmerken: de openingszin die de titel van dit FHM’etje vormt,
de onmeetbare menselijke eigenschap die onderzocht is, en het sausje van mierzoete
braafheid dat er de moraal van is.
Allemaal dure, zinloze uitingen van pseudowetenschap, die
alleen indruk maken op iemand die ze propvol gestopt hebben met Tryptofaan;
hoed je voor dat goedje!
FHM
1 december 2013
© Frans Mensonides, Leiden, 2013