Stationsplein Haarlem. Vertrekt de Zuidtangent straks 20 meter onder maaiveld?
Tunnelvisie? En zo ja, bij wie? De gemeente Haarlem koestert een fantastisch plan: een geboorde bustunnel van de Europaweg in Schalkwijk onder het centrum door naar het station. Een tunnel die in de toekomst doorgetrokken zou kunnen worden naar Haarlem Noord (het busknooppunt Delftplein bij het Kennemer Gasthuis). Een tunnel voor de Zuidtangent; meer dan 50.000 buspassagiers per dag zouden van de nieuwe verbinding gaan profiteren. Vertramming van het tunneltraject hoort tot de mogelijkheden.
Het plan is gepubliceerd in december 2007 en in de loop van dit jaar uitgewerkt in een aantal ‘stadsateliers’, waarbij organisaties en burgers er hun zegje over mochten doen. Maar het is nu al vrijwel zeker dat de het rijk en andere partijen het benodigde geld (een dikke driekwart miljard euro) niet kunnen of willen ophoesten.
Deze week de stoutmoedige opinie van De digitale reiziger over een al even stoutmoedig plan. In een volgende aflevering ga ik het hele tunneltracé van Schalkwijk tot Noord bewandelen. Dan zal ik fotograferen wat je straks misschien niet meer ziet, omdat je er op 25 meter diepte onderdoor rijdt.
Kaartje uit de Eindrapportage Tunnelstudie van een jaar geleden. Tijdens de uitwerking ervan bleek er een voorkeur te bestaan voor variant B met haltes op het Houtplein en de Grote Markt. De route naar Noord is nog niet verder uitgewerkt.
Vanwaar dit tunnelplan? Het komt voort uit een aantal in Haarlem levende onvredes, die lang niet allemaal met OV te maken hebben.
Om toch met het laatste te beginnen: De Zuidtangent (Haarlem – Amsterdam ZO; in 2007 beschreven in dit artikel op mijn site), doet het op zich wel aardig met 28.000 passagiers per dag. Op het Haarlemse trajectgedeelte (Haarlem NS – Winkelcentrum Schalkwijk) haalt de rode superbus echter zijn targets niet.
Het zal te wijten zijn aan de lange rijtijd van de bus. 12 minuten over krap 4 kilometer is al niet snel voor een snelbus, maar het wordt nog veel langer als die beruchte brug over het Spaarne weer eens open staat. Haarlem haakt al jarenlang naar een tunnel onder dit knelpunt. Als je dan toch aan het graven bent, waarom dan geen tunnel onder het hele centrum door? Dat blijft toch ook een bottleneck, al hebben de vrije busbanen op de Gedempte Oude Gracht een klein beetje soelaas geboden.
Zo’n tunnel zou ook noodzakelijk zijn voor andere busplannen voor de komende decennia. Ze willen in Haarlem eindelijk een echte sneldienst naar IJmuiden invoeren en wellicht ook naar Heemskerk, aan de andere kant van het Noordzeekanaal.
Tegenwoordig moet het IJmondgebied het doen met de RegioLiners 73 (Haarlem – Uitgeest) en 75 (Haarlem – IJmuiden). Die rijden eerst een slingerslangerroute van winkelcentrum Schalkwijk naar het station, waarbij ze in de chaotische binnenstad van Haarlem doorgaans meteen al een fikse vertraging oplopen. Vervolgens gaan ze als sneldienst via de Rijksstraatweg naar het Delftplein. Maar daar rijden ze gewoon mee met de stroperige verkeersstroom van auto’s en stadsbussen; hooguit hebben ze hier en daar een kort vrij busbaantje. Het sneldienstkarakter bestaat eruit dat ze op dit traject slechts stoppen aan de haltes Julianapark en Minahassastraat. Ze slaan dus de meeste haltes van de stadsbus over – wat dan weer heel vervelend is voor degenen die daar staan te wachten.
Delftplein
Bij het ritje dat ikzelf met lijn 73 maakte van het centrum van Haarlem naar Delftplein, stapte ik in een al vertraagde bus. Die deed ook nog eens ruim 25 minuten over die afstand van amper 5 km; mede dank zij een busopstopping voor het station en een bestelwagen die de smalle Schoterweg versperde. Mijn bus werd uiteindelijk door zijn opvolger ingehaald. Maar je kunt dat stuk ook afleggen in een minuut of 7 à 8 – met een tunnel onder de Rijksstraatweg door.
Ook hoopt Haarlem een snelle busverbinding te realiseren naar de Zuidas van Amsterdam. Die verbinding begint op de Schipholweg aan de zuidoostrand van Haarlem. In de nabijheid daarvan is de ingang van de bustunnel gepland. Dat is dan weer vlakbij ‘023’, een nu nog braakliggend circusterrein, waar Haarlem een nieuw visitekaartje gaat realiseren met woningen, kantoren en recreatievoorzieningen.
Het terrein voor 023, genoemd naar een bijna voorbij verschijnsel: het netnummer.
Maar er is meer aan de hand. Het tunnelplan lijkt vooral voort te komen uit frustratie van Haarlem over de ondergeschoven positie die de stad is toebedeeld. Eens was het niet alleen de hoofdstad van Noord-Holland, maar ook een belangrijke economische motor ervan.
Maar daarvoor moeten we, denk ik, teruggaan tot de tijd dat mijn overgrootvader Johannes (Joop) Gijzen bij staalfabriek Figee zwaaide met zijn voorhamer (en met socialistische manifesten). En de tijd dat zijn schoonzoon, mijn grootvader Henk Lamberts, aardige villaatjes ontwierp in de tuinstad Schoten, weggelegd voor employees die het verder hadden gebracht in de wereld dan de werkvloer van staalfabriek Figee.
Haarlem heeft gedurende de laatste drie decennia de strijd met Schiphol stukje bij beetje verloren. Werkgelegenheid, winkels, wegen, treinen en bussen: ze gingen allemaal naar onze nationale luchthaven. Haarlem verwerd tot een verflenste forenzenplaats, in een uithoek van de Randstad.
Het tunnelrapport schetst het in schrille kleuren; het lijkt De ondergang van het Avondland wel. Haarlem is een stad in verval, hooguit nog een reservaat, dat alleen nog prat kan gaan op zijn monumenten, op Frans Hals en het naar hem genoemde museum.
Een stad met een bedonderd slecht busnet ook nog. Ik schreef in 2002 in een reeksje over Haarlem en omstreken (deel 1, deel 2):
Op vele trajecten waar in de jaren tachtig 10- of zelfs 7,5 minutendienst werd geboden, rijdt nu nog slechts eens per kwartier een bus. Een handvol lijnen verdween. De nummers 1 en 3 (beide Haarlem Noord - Heemstede De Glip) sneuvelden, omdat ze parallel liepen aan andere lijnen. Van de bundel lijnen naar het westen van de stad: 6, 7 en 8, bleef alleen de middelste over. Gelukkig bezit ik geen busboekje meer uit 1987, want het zou droevig zijn om het lijnennet van dat jaar en dat van 2002 naast elkaar te leggen.
(…)
Nee, men heeft er echt alles aan gedaan om het OV in en om Haarlem onaantrekkelijk te maken. Ook de snelheid van de bussen laat in deze drukke en wat chaotische stad veel te wensen over.
Ik zal dus de laatste zijn om me aan te sluiten bij protesten tegen een (bus)tunnel onder heel Haarlem door. Sterker nog: ik herinner me, er ooit zelf al een pleidooi voor gehouden te hebben, al kan ik het even niet meer vinden.
De vrije busbaan op de Gedempte Oude Gracht
De voordelen liggen toch wel voor de hand. In de eerste plaats de snelheid. Het traject Schalkwijk – Delftplein, waarvoor je nu proviand moet meenemen, leg je straks af in een minuut of 12 à 15. Het ritje Haarlem NS –Schiphol per Zuidtangent, thans met 40 minuten veel langer dan men ons ooit beloofd heeft, kan in 34 minuten.
Driekwart miljard is natuurlijk een hoop geld voor 6 minuten winst. Je kunt ook 6 minuten winnen door de Zuidtangent bij verkeerslichten nu eindelijk eens voorrang te geven op het autoverkeer. Maar om het een hoef je ander niet te laten. Als je het allebei doet: in 28 minuten op Schiphol. Dat is aantrekkelijk voor de automobilist. Alleen snelheid kan hem verleiden, zijn vierwieler te laten staan en zo de files wat korter te maken.
Leg je ook de noordelijke tunnel aan, naar Delftplein, dan krijg je ook vanuit IJmuiden een goede snelverbinding met Haarlem. Misschien bijna net zo snel als tot 1983, toen die spitssnuitige, groene treinen er nog reden. Die moesten toen persé opgedoekt worden, mede op instigatie van ROVER, waarvan een bestuurslid werkzaam was bij NZH, de concurrent van NS op dit traject. Sinds dat jaar moet een kandidaat voor het ROVER-bestuur met de hand op het spoorboekje zweren, niet bij een vervoersmaatschappij werkzaam te zijn.
Tegenwoordig doet de forens uit IJmuiden een dik half uur over een rit van amper 10 km; op de fiets doen de meesten het sneller.
Fietsen gaat nu nog sneller. Dan moet je je fiets nog kwijt. Bij Haarlem NS staat een fietsenrek met twee verdiepingen.
Hogere snelheid en een grotere betrouwbaarheid van de dienstregeling leiden tot meer passagiers én tot beperking van de exploitatiekosten. Hoe sneller de rit, hoe minder bussen immers nodig zijn om een lijn te exploiteren! Dat geeft extra financiële ruimte voor het behoud van de klassieke buslijnen, waarmee je op elke straathoek komt, en die mooi kunnen dienen als feeder voor de bussen in de tunnel.
Vergelijk dat eens met die gammele tramplannen die op deze site zo vaak besproken worden. Leiden, Ridderkerk, Arnhem-Nijmegen, (en misschien ook Groningen, waar ik volgend jaar eens ga kijken): aan al die plannen kleeft toch in wezen hetzelfde bezwaar. Er wordt een bustraject door een stad of dorp vertramd. De tram rijdt straks even langzaam als de bus, maar kost meer qua exploitatie. Gevolg: aan weerszijden van de trambaan worden diverse buslijnen opgeheven. Per saldo gaat de reiziger er op achteruit.
De gemeente Haarlem vestigt al haar hoop op de bustunnel. Of die nu meteen een enorme stijging van de werkgelegenheid in Haarlem teweeg zal brengen, waag ik te betwijfelen. Maar de Haarlemmers kunnen hun verpauperde stad straks in ieder geval snel per bus verlaten om het dagelijks brood bijeen te garen op Schiphol en de Zuidas.
Hoe denkt nu de plaatselijke ROVER-afdeling over al deze kwesties? Tot mijn opluchting precies tegenovergesteld als ik. Ik heb mijn lidmaatschap van die club gelukkig niet voor niks opgezegd.
Ze zijn erover geïnterviewd in het Haarlems Dagblad van 10 november 2008. En geven blijk van dezelfde benepen tunnelvisie die mij bij die club heeft weggejaagd.
Bijna een miljard voor een bustunnel? Niet als ROVER het voor het zeggen had. ROVER wil de verkeersproblemen nog met klassieke middelen te lijf: een verfroller om nog een paar extra busbanen op het Haarlemse asfalt aan te brengen. Maar als de bustunnel wordt afgeschoten, komt ook de wegenschilder niet in actie, want een miljard is soms sneller uitgegeven dan een ton. Misschien zijn de ROVER-leden zelf bereid, het door hen genoemde voorwerp te hanteren? Het is tenslotte een vrijwilligersvereniging.
ROVER wil verder een directe treinverbinding tussen Haarlem en Schiphol en de Zuidas, via nog een nieuwe Sloterdijkboog. OK, redelijk idee, nog nooit zo over nagedacht. Maar even afgezien van de haalbaarheid: zulke verbindingen zijn alleen interessant voor degenen die tegenover Haarlem NS wonen. De rest moet eerst met die sukkelende stadsbus naar het station. Zo’n bustunnel, over de lengteas van de stad, wat is er nou aantrekkelijker? En wat zou er beter in kunnen rijden dan die futuristische Zuidtangent?
En natuurlijk, natuurlijk, wat schuift ROVER-Haarlem naar voren als alternatief voor de bereikbaarheid van het centrum? Een tram. Een tram met om de 300 meter een halte, net zoals Haarlem had toen mijn hierboven genoemde voorzaten in die stad woonden.
Net zo’n over maaiveld kruipend trammetje als waarvoor in Leiden niemand warmloopt. Ook de Leidse ROVER-afdeling niet, en volkomen terecht; niet altijd ben ik het met ROVER oneens. Een trammetje waarvan de exploitatiekosten bovendien zwaar uit de klauwen lopen; zie dit recente krantenartikel over de RGL. Twee ongeveer even grote zustersteden met een parallelle geschiedenis, een parallel heden, en naar te vrezen valt, een parallelle toekomst. Waarom zou, wat voor de een slecht is, voor de ander goed zijn?
ROVER-Haarlem beklaagt zich verder over de regendoorlatende abri’s langs de Zuidtangent-route, maar daarvoor biedt zo’n tunnel juist een oplossing, zou ik denken.
De Grote Markt en het Houtplein, met smart wachtend op een Tangenthalte.
Ik ben al jaren voorstander van een geboorde bus- of desnoods tramtunnel dwars onder het centrum van Leiden door. Het idee is door meer partijen geopperd, maar is nooit serieus bediscussieerd. Leiden, net als Haarlem een schildersstad, kent ook ‘ateliers’, maar daar wordt niet naar burgers geluisterd (misschien wordt er wel geschilderd; ik weet het niet).
Maar een tunnel komt er heus wel, hoor, in Leiden. In mijn stad steken ze wél gerust een half miljard of meer in infrastructuur. En daarvoor krijgen ze de centen vast wél bijeen. Wat zeg ik, een tunnel? Er komen er misschien zelfs wel twee. Wat wel jammer is: daar zullen geen trams of bussen doorheen gaan rijden, doch vierwielers.
Aan de oostkant van Leiden is een randweg gepland met een tunnel onder het riviertje de Zijl; ik schreef erover in het meest recente artikel over de RijnGouwelijn. En al heel lang circuleert er een plan voor de ‘Rijnlandroute’, een verbinding tussen de A4 en de A 44. Daar niemand, zelfs geen automobilist, dat ding door zijn wijk wil, is er nu een serieus idee opgekomen om hem maar als (geboorde) tunnel aan te leggen.
Vrijwel al het geld gaat dus naar de auto; we gaan in Leiden verder op de weg van meer asfalt, meer auto’s, meer files en nog meer asfalt. Een weg die in een kring loopt en heilloos is. En zo zal het in Haarlem ook wel gaan als de bustunnel wordt afgeschoten. En ROVER maar blijven mieren over een busstrookje en een abri'tje.
Ja, een bustunnel door Haarlem is natuurlijk een prestigeproject; ze hebben dan iets wat geen stad nog heeft. Maar wees blij, dat het OV tenminste nog een beetje prestige hééft!
Als ik de zaak objectief bekijk – wat overigens nooit de bedoeling is geweest van deze rubriek: De digitale reiziger - heeft ROVER-Haarlem wel gelijk op sommige punten. En hun alternatieven zijn ook niet allemaal even idioot. Maar toen ik dat krantenartikel gelezen had, dacht ik: gadverdamme, wat zijn het toch eigenlijk soms een stel ouwe wijven!
Het bestuur van ROVER Haarlem in vergadering bijeen.
Ouwe wijven, die niet groot kunnen denken. Bereikbaarheid, het is een groot probleem, dat vraagt om grote oplossingen. De bustunnel van Haarlem, dat is een goede grote oplossing, waar een verfroller misschien een goede kleine is. Maar ‘Wie het grote niet eert, is het kleine niet weerd’, dat moet het devies zijn als het om infrastructuur gaat. Dat moet toch een genot zijn: met 80 kilometer per uur of sneller onder Haarlem doorrijden, met de lichtjes van de tunnel die langs je raam suizen! Laten we er op zijn minst nog een jaartje over fantaseren!
Tot zover. Over 2 à 3 weken de aangenaamste helft van dit tweeluik: een fotorapportage van het Haarlem boven de bustunnel.
Frans Mensonides
19 december 2008
Er geweest voor de foto’s: donderdag 20, zaterdag 22 november en dinsdag 2 december 2008, bij regen, hagel, sneeuw, onweer, storm, een te laag staande zon en te vroeg invallend donker; de juiste omstandigheden voor een stad in verval.
Wat een verfroller vermag.
Rijksstraatweg, met busbaantje naar de halte Minahassastraat
en een 'bultrug' (zoals ik die waterstofbussen altijd noem) de andere kant op.
© Frans Mensonides, Leiden, 2008.
Groepsportret ROVER-bestuur geschilderd door Frans Hals en geplukt van Frans Hals - WIkipedia NL