Met Arriva naar Beijum



Beijum

(uit de reispoëzie van Wim Scherpenisse)

------------------------------------------------------

vanmiddag reed ik tussen groen

over eindeloos slingerende paden

door Kafka City.

alle huizen waren hetzelfde

alle straten heetten eender

op identieke speelplaatsen

bevochten identieke kinderen elkaar.

mechanische mensen

lieten hun strontmachines uit

op parkeerplaatsen

tussen steeds maar nieuwe blokken.

het was geen droom

en dat was nog het ergste.

---------------------------------------------------


Op maandag 5 oktober 1998 heb ik na mijn rit van Emmen naar Groningen nog een paar uurtjes over. Eindelijk ben ik eens in de gelegenheid om kennis te maken met Arriva.

De verhoudingen tussen stads- (Arriva) en streekvervoer (GADO, dat sinds kort om onnaspeurbare redenen ineens Gado-Reisnet heet) lijken niet al te problematisch. Arriva en Gado-Reisnet delen op het Groningse stationsplein een busstation en een informatiekiosk. Bij de laatste koop ik een stadsdienstregeling. Als ik erin blader, flashik plotseling back naar 1993, of zo'n soort jaar, toen ik nog in de ROVER-adviesraad zat. We vergaderden toen in Groningen-Stad, in de kantine van het GVB, en kregen na afloop een rondrit langs een groot deel van het stadsnet, waarvan de dienstregeling kort tevoren grondig was omgegooid. Als ik terugdenk aan deze rit, dringt het woord "Z-bocht" zich onafwendbaar aan me op, maar waar dat op sloeg, kan ik me niet meer te binnen brengen.

De opzet van de dienstregeling is door Vancom/Arriva niet ingrijpend veranderd. Dit betekent dat er nog steeds 9 basislijnen zijn die 18 uur per dag, 7 dagen per week en 12 maanden per jaar ter beschikking staan van de reiziger. De overige lijnen, 10, 11, 13, 15 en 25 rijden al dan niet, afhankelijk van dag en periode. Een handig kalendertje, afgedrukt op het kaft van de dienstregeling, laat het in één oogopslag zien. In de stille uren rijden alle lijnen om het half uur, en komen tegelijk aan op het Stationsplein, zodat er altijd aansluiting is. Verder arriveren op vrijwel alle lijnen de eerste bussen om 6.56 aan bij het station, en vertrekken de laatste bussen om 0.30. Een overzichtelijk concept, dat door Arriva gelukkig is gehandhaafd.

Ik kies voor lijn 6 (Hoornsemeer-Beijum), samen met lijn 3 de meest frequente lijn van het Groningse net. Gedurende de ochtendspits en in de middag rijden de bussen in 10-minutendienst. Ik neem de bus van 16.35 naar Beijum, een nogal afgelegen wijk in het oosten van deze uitgestrekte stad. Een zelfsturende chauffeur stempelt mijn strippenkaart. Geen zelfsturende chauffeur, corrigeer ik mijzelf, want dit concept is in Groningen nooit helemaal van de grond gekomen. Het personeel, lees de vakbonden, hebben dit tegengehouden.

Het hangt voor een belangrijk deel van het personeel af, of het zelfsturende systeem kan slagen. Ik ken een busdistrict in Zuid-Holland, waar de chauffeurs zonder hulp van de passagiers zelfs het eindpunt van de lijn niet weten te bereiken. Laat staan dat ik ze een rooster samen zie stellen, of dat ik ze zie overleggen met een boze wethouder van openbaar vervoer, die sedert de meest recente dienstregelingswijziging ineens geen openbaar vervoer meer in zijn gemeente heeft. Bij Vancom moeten chauffeurs, in geval van terechte klachten, persoonlijk hun excuses komen aanbieden aan de passagier. Daar begin ik in Leiden niet aan, dan kan ik wel spreekuur gaan houden. Deze sneren terzijde.

De chauffeur loodst zijn bus door de smalle straatjes van het Groningse centrum en langs het Academisch Ziekenhuis. Pas daarna komt de vaart erin. Buiten het centrum neemt de bus de "Oosterhamrikbaan", een drie kilometer lange busbaan die gebruikt wordt door lijnen 3 en 6. Deze eindigt bij Kardinge, een "transferium", waar automobilisten hun kar-dingen kunnen parkeren om verder te reizen met de bus. Kardinge is geopend van 07.00 - 24.00, zeven dagen per week. Voor slechts f 2,50 worden alle inzittenden van een auto per "Citybus" (waarmee gewoon een stadsbus bedoeld wordt) naar het centrum vervoerd.

Bij de invoering van dit goedkope kaartje, enkele jaren geleden, klonk jaloers gemurmureer van niet-autobezitters: de vervuiler betaalt niet in Groningen, maar krijgt bijna nog geld toe, als beloning voor het feit dat hij met zijn vervuilende stinkauto naar "Staad" is gekomen. Ik kan deze kritiek wel enigszins onderschrijven. Maar het is een feit, dat de parkeerplaats Kardinge vol staat met auto's die nu in ieder geval in de binnenstad de horizon niet kunnen vervuilen. En de bustarieven zijn zeker niet van dien aard, dat je een gezin met twee kinderen zou aanraden om voor het zaterdagse winkelen de bus van Stadskanaal naar Groningen te nemen. Met 10 van de piepkleine pestzonetjes ben je heen en weer 88 strippen kwijt, ofwel f 66,00. Daar kun je me een sloot benzine van kopen; genoeg om heen en weer te rijden naar Vlissingen.

Kardinge is tijdhalte op de lijnen 3 en 6, en dient als beginpunt voor lijn 4 (Kardinge - Hoogkerk) en lijn 10 (spitslijn naar Vinkhuizen, buiten het centrum om, en via universitair centrum Zernike). Ik besluit de laatste lijn te nemen na mijn bezoek aan Beijum. In deze wijk, die me sterk doet denken aan Maarssenbroek of zo'n soort gribus, neemt de bus enkele Z-bochten door een winkelcentrum. Gewone auto's worden tegengehouden door middel van busssluizen.

Beijum noodt niet tot een lang verblijf. Bovendien regent het alweer. Ik neem bus 10. Deze is bijna leeg en rijdt vlot naar Zernike (Professor Zernike en professor Dingelam zijn de enige Groningse geleerden die ooit een Nobelprijs hebben gewonnen). Complex Zernike is een conglomeraat van afgrijselijke flatgebouwen, gelegen in een rustgevend bedoeld parklandschap vol overbodige vijvers en gazons, die geen andere functie lijken te hebben dan de loopafstanden nodeloos te vergroten. Het maakt niet uit. Op Zernike hebben de bèta-wetenschappers hun domicilie; die hebben toch geen smaak. "Wie op zijn twintigste geen bèta is, heeft geen verstand, maar wie het op zijn veertigste nog steeds is heeft geen hart". Wie zei dat ook alweer? Dingelam?

Van Zernike kun je 5 buslijnen nemen; vrijwel alle wijken van de stad zijn rechtstreeks bereikbaar. ik neem lijn 15. De gelede bus loopt al bij de eerste halte vol. Zo'n kwartiertje later ben ik terug bij het station, waar ik net de stoptrein naar Zwolle van 17.58 mis.

In drie ritjes Arriva heb ik van de zijde van de chauffeurs geen enkele wanklank vernomen; zij hoeven De digitale reiziger niet na te reizen naar Leiden om excuses aan te bieden. Ik verbind er geen verstrekkende conclusies aan; daarvoor was de kennismaking te kort. Arriva moest maar eens gauw doorstoten naar Holland, dan kunnen wij westerlingen met eigen ogen zien of het Arriva-concept in de praktijk ook werkt.

Frans Mensonides
9 oktober 1998


Naar: Arriva: Meer bus voor minder geld