Op dinsdag 15 juli 1997 zomerzwerf ik langs de Maas van 's-Hertogenbosch naar Venlo. Op het programma staan Lith, waar de stuwen bezichtigd kunnen worden; de oude vestingstad Grave, welbekend van de waterstanden, en Afferden (L) met zijn bossen en heidevelden. Het loopt allemaal ietsje anders.
Voor station Lammenschans staan een touringcar en een gelede bus. Dit belooft niet veel
goeds. Inderdaad: stremming tussen Alphen a/d Rijn en Leiden. Mijn reisdoel van vandaag ligt
in een gebied, waar de bewoners van een goede verbinding spreken als er meer dan tien bussen
per richting per dag gaan. Ik heb gemikt op BBA- bus 162 van 's-Hertogenbosch naar Lith van
10.43. Als ik die mis - en dat zit er nu dik in - gaat de volgende om 12.43. Mijn reisschema,
waarvoor ik een klein halfuur bij de OVR aan de modem heb gehangen, is in één klap geen
cent meer waard. Wat zou er nu weer aan de hand zijn? Er is geen sprake van regen, sneeuw,
hagel, ijzel, storm, onweer, vallend gebladerte en extreem hoge of lage temperaturen. Wat de
weersomstandigheden betreft zou de trein dus gewoon kunnen rijden. Of is motregen
tegenwoordig ook al een bezwaar? Kunnen we heel Nederland niet beter overkappen?
Rond station Lammenschans staat een leger van functionarissen, voorzien van pet, uniform en
mobilofoon. Je vraagt je af waar ze zo snel vandaan komen. Volgens mij ligt er op elk station
een blik klaar, dat bij calamiteiten terstond wordt opengetrokken. Dat ze allemaal iets nuttigs
uitvoeren, wil er bij mij niet in. Naar mijn ervaring is de chaos bij ontregelingen recht
evenredig met het aantal officials dat eromheen staat. Het komt door al die mobilofoons,
zakcomputers en andere toeters en bellen. Iedereen is zo druk met die dingen, dat ze vergeten
na te denken.
Door een van de microfoontjes klinkt het verzoek: Hee, kenne jullie effetjes naar Allefuh
bellen, ze staan daar te beweren dat de bussen rechtstreeks naar Leiden Centraal gaan, maar
ze gaan naar Lammenschans. Daar krijgen we straks knok mee!
Ik neem de touringcar. Deze vertrekt naar Alphen a/d Rijn, zowaar op tijd; 8.55. De meest
uiteenlopende bussen komen ons tegemoet, elk voorzien van het NS-vignet. Er rijdt zelfs een
Haagse lijn 4 tussen. De stremming is dus al enige tijd aan de gang. De Duitse reisbus, vol
toeristen, zal wel niet meedoen met het NS-circus.
Uit de mobilofoon hoor ik flarden van gesprekken.
Als je nou dat bruggetje daar neemt, je weet wel, dat bruggetje, daar kun je wel overheen met die bus, en dan na dat bruggetje dat smalle weggetje links op, dan heb je het station van Alphen aan je linkse kant.
Ja, ho effe, daar kun je de draai helemaal niet maken. Daar staat een boom in de weg!
Heb jij die andere bus daar al gezien, dan?
Heb jij misschien de sleutels van Veenstraat 94 in je bezit? Er komen kijkers, de bewoners
zijn op de hoogte. Maar dat is vanmiddag pas, dus als je die sleutel nu in de loop van de
morgen even inlevert!
Het laatste bericht valt een beetje uit de toon.
Er zijn geen files, en we bereiken Alphen a/d Rijn al om 9.45. De trein naar Utrecht van 9.36
staat er nog. Die heeft op ons gewacht, wat aardig. Haastig stappen de ca. 30 passagiers uit,
op weg naar de trein. De snelsten onder ons zijn nog net op tijd om hem weg te zien rijden.
"Was dat nou de trein naar Utrecht die daar wegrijdt?? hoor ik naast me. "Jawel, mevrouw.
Dat was de trein naar Utrecht. Ik kan het zelf ook bijna niet geloven, maar ik heb het met
beide ogen gezien, dus het zal wel."
Een eindje verder staan twee conducteurs interessant te doen met een mobilofoon. En vrolijk
te lachen, want NS is tenslotte pas nog uitgeroepen tot het minst klantvriendelijke bedrijf van
Nederland. Ze noemen zich zelf het meest efficiënte spoorbedrijf van de wereld. Nou ja, de
spoorwegen van Bangla Desh houden ze vast wel achter zich.
Van alle woedende reizigers ben ik het eerst ter plaatse. Wat ik zeg, is niet voor herhaling
vatbaar. Het Internet heeft al zo'n slechte naam
Nu lachen de conducteurs niet meer. Integendeel, ze worden een beetje boos. Ze zijn zelfs
verontwaardigd. Ze kunnen er helemaal niets aan doen. Ze zagen geen bus aankomen, en
bovendien reed die machinist zelf weg. Daar beslist hij zelf over. Ze kunnen er niets aan
veranderen, je moet je niet boos worden op de verkeerde mensen, ze voeren alleen maar
orders uit, ze weten niet wat er aan de hand is, ze doen alleen maar hun werk (welk werk?
vraag ik). Het enige dat ze kunnen doen is ons een gratis koffiebon geven. En als we het er
niet mee eens zijn: Ga maar klagen bij die grote baas! Het wordt niet duidelijk of hij Den
Besten bedoeld of God.
Fout
De reactie op het uitdelen van de koffiebonnen is verschillend. De jongeren pakken ze gretig aan, en verdringen zich rond het buffet in de Alphense stationsrestauratie. De ouderen, die de oorlog nog hebben meegemaakt en alles weten over Goed en Fout en collaboratie, weigeren principieel. "Ik heb deze week al vijf keer vertraging gehad" zegt een oude dame, "en nou rijdt die trein weer voor mijn neus weg. En als iedereen dan kwaad wordt, dan proberen jullie ons om te kopen met zo'n bon. Nou, je drinkt die koffie zelf maar op". "Van mij mag de NS 7 concurrenten krijgen" zegt een man. "Ik hoop dat die ROVER snel groter wordt". Dat hopen er wel meer, maar ik durf te wedden dat we ook dit jaar de 10.000 leden niet halen. Rudy, volgende keer graag een gezelliger restaurant, mocht je de uitdaging accepteren. En geen reprimandes, want die helpen bij mij toch niet. Ik heb echter de indruk dat de verbolgen reiziger Lovers bedoelde, en niet ROVER. "NS heeft een monopolie op wanprestatie" zegt de man nog. Dat is nu echt een sterke tekst, die het wél waard is, op Internet gepubliceerd te worden.
Reizigers, laten we afspreken, dat iedereen die van NS een gratis koffiebon, of erger nog, een
puzzelboekje aanneemt, Fout-na-de-oorlog is.
Na de belegering van reizigers doorstaan te hebben, stellen de conducteurs zich elk op aan het
begin van een perron. De een zegt iets in zijn mobilofoon. De ander grijpt zijn eigen
mobilofoon en zegt iets terug. Dat staat toch wel verrekte interessant, via zo'n mobilofoon
praten als je hemelsbreed 5 meter van elkaar staat. De trein uit Gouda komt binnen. De
conducteur vertelt alle aangekomen reizigers dat de bus naar Leiden klaar staat. En dat hij er
ook niets aan kan doen en dat hij het ook niet weet, etc.
Bedrukt
In Utrecht staat de trein van 10.04 naar Maastricht nog gereed. Met een beetje geluk haal ik die bus in 's-Hertogenbosch toch nog. Dat moet de trein wel meteen vertrekken. Dat doet hij niet. Iemand zegt dat het komt door de blikseminslag van zondag, maar dat lijkt me sterk. Er is geen zitplaats meer vrij in de trein. Ik ga in de fietsenwagen staan. Vandaag rijden er tien fietsen mee. De eigenaars doden de tijd met het oppompen van banden en het verrichten van kleine reparaties.
Ik vraag me af, in welke staat van desorganisatie ik het station van 's-Hertogenbosch zal
aantreffen. Ik ben er meer dan een jaar niet geweest. Bij het binnenrijden, om 10.40, zie ik dat
die gemene gietijzeren trappen vervangen zijn door roltrappen. Het slechte nieuws is dat ik
helemaal aan de verkeerde kant van de trein zit (sta, bedoel ik). Ik moet het hele eind
teruglopen over het perron en haal die bus dus toch niet. De wandeling naar het goed
verscholen busstation duurt bijna 10 minuten. Ik had de bus ook niet gehaald als in Alphen a/d
Rijn de trein nog even op mij gewacht had. Ook in dat geval was ik ook pas om 10.40 in Den
Bosch gearriveerd. Ik heb me dus in Alphen voor niets staan opwinden. Dat zou een mens
eens moeten afleren.
Bij de halte van 162 staan nog meer NS-slachtoffers, die richting Lith hadden gewild.
"Gadverdamme, die rottrein. Nu moet ik een uur wachten". Dat had u gedacht, mevrouw.
Twee uur!
En toen? Alle streekbussen zijn net weg. Ik zou een stukje door 's-Hertogenbosch kunnen
gaan lopen. Mooie stad, Brabants met Hollandse invloeden. En het grote kanon bekijken, dat
al 500 jaar een weiland staat te bewaken, zodat ze daar nooit huizen hebben durven
neerzetten. Maar ik ga aanstaande zondag alweer naar Den Bosch, voor de monumentendag
van de Vereniging Open Monumenten.
Ik heb de Bossche bollen, de bolwoningen in de wijk Maaspoort, nog niet op de foto staan.
Dat kunnen we wel eens even gaan doen. Ik zie dat lijn 161, een sneldienst naar Oss, vertrekt
om 13.10. Dan ben ik ruim op tijd in Oss om daar mijn reisschema weer op te pakken. Lith
kan altijd nog. Het is nog net de moeite om een zomerzwerfkaart te kopen.
De chauffeur van stadsbus lijn 68 heeft zijn zomerzwerfkaarten vergeten, dus ik mag gratis
mee. Zijn radio heeft hij niet vergeten. Die staat afgesteld op orkaankracht. Kunnen ze er
buiten ook van meegenieten. "Wohowooooooh, ik kan hier echt niet meer mee omgaan"
kweelt een bekende zanger wanhopig. Hij is zeker een fervent OV-reiziger.
In de wijk Maaspoort stap ik uit bij Pisastaete. Het gebouw staat niet scheef. Ook aan experimentele architectuur bestaan grenzen. Vanzelfsprekend verdwaal ik in de wijk, die voornamelijk bestaat uit treurige bouwsels en plantsoentjes waar zelfs de honden niet uitgelaten willen worden. Die bolwoningen vind ik dus nooit, ondanks het bezit van een plattegrond. Was ik maar bij moeder thuisgebleven. Wat doet een mens eigenlijk buiten zijn bed in de vakantie? Het is drukkend weer, letterlijk en figuurlijk. Bewolkt en benauwd. De wijk is uitgestorven. Geldt hier een samenscholingsverbod?
Zelfs op deze vakantiedag geen spelende kinderen op straat. Hoe dat komt zie ik om de volgende straathoek. Ze worden nog steeds vastgehouden in zo'n akelig schooltje, in drie dagen uit de grond gestampt met gebruikmaking van prefab-platen. De vakantie is hier nog niet losgebroken.
Ik loop door een straat die Hengmeng heet. Is het nu al zo ver met me dat ik complete straten
verzin, met rare namen? Of heeft NS me vanmorgen voor straf naar een parallel universum
vervoerd? Ik wrijf mijn ogen uit, een raad die ik vanmorgen in iets minder parlementaire vorm
nog aan een conducteur heb gegeven. Er staat nog steeds Hengmeng. Zonder verklaring. Ook
de spellingcorrector wil niets weten van Hengmeng. Hij zet er een hatelijke rode streep onder.
Terecht. Krijg de Hengmeng.
Ik vind die bollen nog, en fotografeer ze. Wonen in
zo'n huis moet gepaard gaan met enkele praktische
problemen. Maar het is wel iets bijzonders. Zoals ze
bijeen staan in dat plantsoen, lijken ze wel wat op een
vloot ruimteschepen. Die op punt van vertrek staan
voor hun reis van de planeet Hengmeng naar de
Aarde. Zou ik nog meemogen?
Warm
De bus naar Oss blijkt geen snelbus te zijn. Hoe kwam
ik daar nu zo bij? Op de halte stond alleen Oss, zonder
tussenliggende plaatsen. Ik trok daaruit de overhaaste
conclusie dat hij non-stop zou rijden. In werkelijkheid
volgt hij een slingerroute door dorpen met enorme
kerken, omringd door weilanden, akkerland en bosschages. Het Brabantse land. Bereikbaar
met de BBA, die hardnekkig Buurtspoorwegen in zijn naam blijft voeren.
De bus bereikt Oss op tijd voor mijn overstap op lijn 93 naar Schaijk. Ik zit nu in
Hermes-land. In Schaijk kan ik een uur blijven wachten op bus 92 naar Grave, of meteen
doorreizen; een overstap van 0 minuten. Ik heb nog niets besloten, maar dan zie ik bus 92 mijn
bus al tegemoet komen. Ik ben de overstaphalte voorbijgereden. Het wordt dus een uur
Schaijk. Ik ga het stadsschoon fotograferen. Daar ben ik heel erg gauw mee klaar. Over een
rustige B-weg loop ik langs boerderijen. De warmte hangt als een deken van mist boven de
velden. Weerkundig misschien niet correct, maar toch is het zo; ik zie het duidelijk.
Terug in Schaijk neem ik bus 92, die verder helemaal leeg is en speciaal voor mij komt
voorrijden. Ik heb er niet eens voor hoeven opbellen.. "Goedemiddag" zeg ik vrolijk, want je
moet de stemming er een beetje inhouden. De chauffeur kan niet praten. Klein gebrek is nooit
een bezwaar in het OV. Fluiten doet hij wel, zij het vals. Gelukkig hoef ik maar een kwartier
met dat stuk chagrijn mee.
Mooi
Grave maakt veel goed. Een vestingstad die in de roerige geschiedenis van deze streek bij
verschillende gelegenheden in de puinpoeier is geschoten, maar altijd weer in de
oorspronkelijke staat is hersteld. Daardoor lijken sommige nieuwe gebouwen oud, en
sommige oude gebouwen nieuw. Heusden is ook zo'n soort stad, maar daar hebben de
gereconstrueerde huizen iets Madurodam-achtigs, iets popperigs dat je na een uurtje flink gaat
tegenstaan. Grave komt veel authentieker over. De Maas maast rustig langs het plaatsje.
Ik blijf hier te lang hangen, en kan na Lith,
ook Afferden uit mijn programma schrappen.
Vanuit Grave neem ik lijn 93 naar Nijmegen.
Ik ben van plan daar iets eten, en vooral
drinken, en daarna in een ruk door te reizen
naar Venlo.
In Nijmegen is vannacht de vierdaagse van
start gegaan. Overal staan tribunes, waar je
plaats kunt nemen om de wandelaars te zien
wandelen. Sportief.
Bij het station staat aangekondigd dat tijdens de vierdaagse vele nachtbussen en -treinen
ingezet worden. Om de feestgangers thuis te brengen, en op de terugweg naar Nijmegen de
vroegste wandelaars mee te nemen. Nijmegen is tijdens de vierdaagse 24 uur in touw. Ik zie
veel mensen die enigszins moeizaam lopen - van het lange wandelen of van het vele zuipen.
Lijn 83 vertrekt om het kwartier, maar alleen de bussen met vertrektijd .55 rijden door naar
Venlo. De overige gaan maar tot Gennep. Ik wil eerst de bus van 17.40 naar Gennep nemen,
maar die komt niet opdagen. Er is vermoedelijk een aparte vakantiedienstregeling, die echter
niet staat aangeplakt bij de halte. Kleine moeite, dus gewoon niet doen.
Niet verwonderlijk dat de bus van 17.55, die rond 18.00 uur toch nog vertrekt, overvol is.
Twee dronken niksnutten maken zogenaamd leuke opmerkingen tegen hun medepassagiers,
maar knijpen af als niemand reageert. In Plasmolen stappen ineens heel erg veel mensen uit.
We krijgen wat meer adem in deze hete bus.
Afferden ligt ongeveer op de helft van de ruim 60 kilometer lange buslijn. Rechts hebben we
uitzicht op de uiterwaarden van de Maas, links liggen bossen waar het goed toeven moet zijn.
Tot ziens Afferden, als ik in de gelegenheid ben, kom ik deze eeuw nog eens terug, en dan
stap ik echt uit.
De rit met lijn 83 is qua landschap het mooiste van de dag, en de reistijd van anderhalf uur schiet dan ook snel voorbij. Eindpunt van een (mid)dag zomerzwerven. Het was een beetje vreemde dag, maar er zat toch een verhaal in.
Frans Mensonides
17 juli 1997
Ik sta zelf ook nog geciteerd in het Leidsch Dagblad. Al die stremmingen jagen de mensen de auto in. Geen originele uitspraak. Geen onjuiste uitspraak, ook. Ik heb verder laten optekenen dat ikzelf nog weinig last heb gehad van de treinellende. Dat interview werd afgenomen op maandagmiddag, toen we het nog niet wisten van dat datacommunicatiekabelje. De afgelopen twee weken was er al genoeg narigheid gebeurd voor een achtergrondartikel in het Leidsch Dagblad. De flapdrol voor de maand juli wordt bij deze unaniem uitgereikt aan NS.