Trier in foto's en onderschriften


Tijdens onze eclipsreis per spoor gebruikten Wim Scherpenisse en ik Trier als standplaats. Trier staat bekend als de oudste, en één van de mooiste steden van Duitsland. Terecht, zoals wij merkten tijdens ons verblijf van drie dagen. Het stadsschoon van Trier leverde me een "album" op van ca. dertig inmiddels dierbare foto's, waarvan de beste 9 hieronder in beeld verschijnen. Maar vanzelfsprekend eerst een korte inleiding.

Trier, gelegen aan de Moezel, niet ver van de Luxemburgse grens, is in het jaar 16 voor Christus gesticht door de Romeinen en heeft zijn tweede millenniumfeest dus al weer 15 jaar achter de rug. De oorspronkelijke naam van de nederzetting luidde Augusta Trevorum. De stad was genoemd naar keizer Augustus en de Germaanse stam de Treveri, die dit gebied al eeuwenlang bewoond hadden voordat de Romeinen er binnen kwamen vallen.

Trier kende tijdens de pax Romana een bloeiperiode van drie eeuwen. De stad werd in 275 door de barbaren verwoest en niet lang daarna door de Romeinen weer opgebouwd.

In de 4e eeuw werd het Romenise rijk gevierendeeld. Trier werd de hoofdstad van het West-Romeinse Rijk, dat bijna geheel Europa omvatte. De stad werd in die tijd ook wel "het tweede Rome" genoemd. Trier telde in die dagen 70.000 inwoners; niet veel minder dan de huidige 100.000.

Met het verval van het Romeinse Rijk kwam ook een eind aan de bloei van Trier. Rond 500 werd de stad door de Franken verwoest. Niet al te grondig, blijkbaar, want tot de dag van heden zijn er nog Romeinse monumenten te bewonderen.

Na wat eeuwen gesukkeld te hebben onder de Karolingers en de Lotharingers, werd de stad onderdeel van het Duitse keizerrijk. Al sedert de Romeinse tijd is Trier de zetel van een (aarts)bisschop. Nog altijd trekt Trier veel bedevaartgangers die zich vergapen aan het graf van de apostel Mattheus en aan de "heilige rok", waarvan goedgelovigen beweren dat hij afkomstig is uit de garderobe van Jezus Christus himself.

Het moderne Trier is een centrum van handel en industrie, zoals dat vaak gaat met grote steden. Sedert 1970 heeft de stad weer een universiteit (de vorige bestond van 1473 tot 1798). Ook voor congressen ben je volgens de Kosmos-reisgids in Trier aan het goede adres.

De historische attracties van Trier, zoals de Porta Nigra, de beide thermen en het amfitheater zijn toegankelijk tegen betaling van DM 4,00. Informatie wordt verstrekt door het soort "vertelautomaten" dat ik voor het eerst tegenkwam tijdens mijn beklimming van de Drachenfels. Het apparaat spreekt Deutsch, Francais, English en Nederlands. De laatste mogelijkheid was voor ons een voortdurende bron van hilariteit: de Trierse VVV had een struise Duitse ingehuurd om de voor haar ondoorgrondelijke Hollandse tekst voor te lezen. Op zich bracht dit al een moordaanslag op onze taal met zich mee, maar ook de vertaling bevatte enige komische missers. Zo valt er ook tijdens een serieuze excursie nog wel eens wat te lachen.

Frans Mensonides
22 augustus 1999


De Porta Nigra is gebouwd in de 2e eeuw en bestaat uit enorme blokken zandsteen, die vele slaven een gebroken rug opgeleverd moeten hebben. Hoe de stenen in elkaar gepast werden, begrijp ik niet, maar in ieder geval goed genoeg om een tijdvak van 18 eeuwen te overleven. De naam Porta Nigra (zwarte poort) dateert van later tijden; oorspronkelijk was de kleur van het gebouw geelgrijs.






Interieur van de Porta Nigra.

Vanaf de Porta Nigra heb je een mooi uitzicht over de heuvels langs de Moezel. Op de voorgrond het Simeonstift, de kerk gesticht ter nagedachtenis aan de kluizenaar Simeon, die zich op deze plaats in 1028 liet inmetselen. Simeon werd, als we de Nederlandssprekende VVV-juffrouw mogen geloven, "heiliggesproken". Dit gebeurde "om 11.50"; men wilde niet wachten tot het middaguur.






Binnenplaats van de St. Petrusdom (10e eeuw, met enkele restanten van een 4e eeuwse voorganger) en van de aanpalende Liebfrauenkirche (13e eeuw). De Petrusdom is de kapittelkerk van het bisdom Trier.






Het marktplein

In een mooi beeldenpark aan de rand van de stad staat het Kurfürsterliches Palais, in de rug gedekt door de wanstaltig grote Basiliek. Het laatste gebouw wekt de indruk dat de bouwlieden verkeerd op de tekening hebben gekeken: de maten stonden opgegeven in centimeters, maar werden als inches gelezen.

Onzin natuurlijk: in die tijd dat de basiliek gebouwd werd, rekende men nog in duimen en voeten. In zijn tijd (de 4e eeuw) was dit gebouw het op één na het grootste ter wereld, na het Pantheon in Rome. Het deed achtereenvolgens dienst als troonzaal van keizer Constantijn, Karolingische palts, aartsbisschoppelijke burcht, zijvleugel van het Palais en - tot in de huidige tijd - als hervormde kerk.


Het amfitheater is het alleroudste gebouw van Trier en is gebouwd rond het jaar 100. 20.000 toeschouwers konden er een plaatsje vinden.

In Griekenland bood een amfitheater zang, toneel en snarenspel. De Romeinen waren wat minder cultureel aangelegd. Een amfitheatervoorstelling kende drie hoofdattracties: gladiatorengevechten op leven en dood, gevechten tussen wilde dieren, ook op leven en dood, en het voor de leeuwen gooien van Christenen, eveneens met voorspelbaar resultaat.

Onder het amfitheater bevinden zich nog steeds de gladiatorencellen, de verblijven voor de leeuwen en die van de Christenen waarmee zij gevoederd werden.


Thermen hadden in de Romeinse tijd wel een wat bredere functie dan de vertaling "badhuis" zou doen vermoeden. Terwijl de slaven het huishouden deden, kon de rijkere Romein hier sporten, winkelen, gemasseerd worden, uitrusten en onder het genot van een amphora goede Moezelwijn de politiek bespreken.

De Kaiserthermen zijn, zoals zoveel gebouwen in Trier, gebouwd in de 3e en 4e eeuw. Ook hier weer: groot, groter, grootst. De Trierse thermen stonden nummer drie op de wereldranglijst en waren de grootste buiten Rome. De keizer liet deze thermen bouwen omdat hij de Barbarathermen aan de Moezel (ook nog te bezichtigen) wel wat bekrompen vond.

Alleen het caldarium (warmwaterbad) steekt nog boven de grond uit. Dit is het topje van een archeologische ijsberg. De bezoeker kan nog steeds een lange ondergrondse wandeling maken door onder andere het verwarmingsstelsel en de waterbuizen.


Tenslotte de Alter Kran, een hijskraan die gebruikt werd voor het laden en lossen van schepen in de Moezel. Het apparaat werd aangedreven met menskracht: in het gebouwtje bevinden zich twee tredmolens.