In vervlogen eeuwen waren pamflettisten de – meestal anonieme - opinion leaders die in moeilijke tijden het volk voorgingen. Tegenwoordig plaatsen bekende schrijvers pontificaal hun naam op het kaft van hun vlugschrift om dit het benodigde gezag mee te geven (en ook wel om de verkoopcijfers op te krikken). Maar heeft het pamflet werkelijk nog iets te betekenen in de moderne tijd, met al zijn kranten, al zijn opiniebladen, al zijn actualiteitenrubrieken, alle deskundologische docter-Clavans op de beeldbuis en alle weblogs die vele BN’s en BV’s menen te moeten bijhouden? Worden pamflettisten opnieuw onze leidslieden in een verwarrende tijd? En zo ja, moeten we daar blij mee zijn? Geïnspireerd door deze vragen, en andere die misschien nog bij me zullen opkomen, bouw ik in deze zomervakantie een reeksje van vier à vijf recensies van moderne pamfletten. Dit is deel 4; eerder verschenen recensies van Thomas Rosenbooms Denkend aan Holland, Geert Mak's Gedoemd tot kwetsbaarheid en Monika van Paemel's Te zot of te bot.
Wat is een pamflet? Pamfletonderzoekers zijn het er al meer dan honderd jaar niet over eens; een scherpslijper zou kunnen beweren, dat ze zelf niet eens weten wat ze onderzoeken. Toch bestaat er wel een zekere consensus. George Orwell heeft het pamflet ooit vergeleken met een hond: iedereen weet wat een hond is, maat geef er maar eens een definitie van! Een pamflet is in ieder geval iets wat blaft en / of bijt, lijkt Orwell te suggereren. De overgrote meerderheid van de deskundigen zou zich vast wel kunnen vinden in de volgende grootste gemene deler: Een pamflet is een niet-periodiek geschrift over een actuele kwestie, dat een visie uitdraagt op die kwestie en (mede) tot doel heeft, de lezer van de juistheid van die visie te overtuigen.
Een pamflet is ook een pamflet als er geen ‘pamflet’ opstaat. Maurice de Hond’s recente geschrift Oordeel zelf! Een feitenrelaas over de Deventer moordzaak, in juni 2006 verschenen als bijlage van het mannenweekblad Aktueel Sportief, en met bijlagen en aanvullingen gepubliceerd op de site Geen onschuldigen vast, is in hoge mate een pamflet. Het gaat ergens over, hetgeen niet zonder meer gezegd kan worden van de drie producten die ik tot dusverre in deze reeks besproken heb. Het gaat over de Deventer moordzaak, en daarop wordt een niet mis te verstane visie ten beste gegeven:
Wie alles tot zich neemt, herkent de patronen die ook in het rapport van de commissie Posthumus naar voren komen [die de gerechtelijke dwalingen in de Schiedamse parkzaak onderzocht heeft]. De meest essentiële onderzoeken werden niet of niet goed uitgevoerd. Bepaalde zeer voor de hand liggende conclusies werden niet getrokken. Constructies die zeer onlogisch zijn, en niet door feiten kunnen worden ondersteund, krijgen de kracht van werkelijkheid.
Je mond valt echt open als je alles leest. Een complete belediging van je intelligentie.
De Deventer moordzaak laat zich als volgt samenvatten. Op 25 september 1999 wordt de 59-jarige Jacqueline Wittenberg, woonachtig aan de Zwolseweg in Deventer, dood in haar woning aangetroffen. Deze rijke weduwe van een Deventer psychiater is met messteken om het leven gebracht, waarschijnlijk op de avond van de 23e.
De verdenking valt al snel op messenfetisjist Michaël de J., ooit door Dr. Wittenberg behandeld voor oncontroleerbare driftaanvallen, en daarna uitgegroeid tot klusjesman, maar vooral huisvriend van de Wittenbergs. Mevrouw Wittenberg schonk Michaël De J. na de dood van haar man wekelijks een aanzienlijke som geld, maar is daar kort voor de moord mee opgehouden en heeft in haar testament ook het legaat aan hem drastisch ingekrompen. Logisch, dat de gewezen antiekverkoper en seksindustrieel De J. tot verdachte-nummer-1 wordt gebombardeerd.
Een maand na de dood van de weduwe valt echter plotseling de aandacht op Ernest Louwes, die uiteindelijk voor de moord veroordeeld zal worden. Hij was de accountant en financiële vertrouwensman van de Wittenbergs en is de executeur-testamentair van de weduwe. In de binnenstad van Deventer is een mes gevonden dat met de moord in verband wordt gebracht. Bovendien brengt een speurhond dat mes door middel van geurherkenning weer in verband met Louwes. Volgens de gegevens van zijn telefoonprovider was hij op de bewuste avond in of nabij Deventer (naar eigen zeggen: op de snelweg, minstens 20 kilometer daarvandaan).
Louwes wordt vrijgesproken door de rechtbank in Zwolle, die het bewijs onvoldoende acht, maar draait na een beroepszaak in Arnhem toch voor twaalf jaar de cel in. In 2003 blijkt bij nader onderzoek op last van de Hoge Raad, dat het mes geen DNA-sporen van Louwes, noch van het slachtoffer bevat, maar wel van twee onbekenden. Het mes was blijkbaar niet het moordwapen. En die geurherkenning dan? Ook een speurhond kan zich vergissen.
Louwes, die zijn onschuld altijd heeft volgehouden, wordt vrijgelaten in afwachting van het herzieningsproces in december 2003. Dit neemt een onverwachte wending. Er is nieuw bewijsmateriaal tegen Louwes gezocht - volgens vele wetskenners tegen de regels in – en op de valreep ook gevonden: op de blouse van het slachtoffer bleek DNA van de accountant te zitten. Louwes wordt opnieuw veroordeeld, waarna een scène volgt die vaak is herhaald op TV. Door wanhoop en woede overmand schreeuwt de accountant dat hij onschuldig is; enkele lijvige parketwachters springen hem op de nek.
Volgens de bekende sociaal geograaf, ondernemer, opiniepeiler en –maker Maurice de Hond (1947), en vele anderen die begaan zijn met de kwaliteit van onze rechtsstaat, is bij deze zaak zo ongeveer alles misgegaan wat in strafzaken mis kan gaan. In hun lezing is Louwes het Barbertje dat moest hangen (om Multatuli maar weer eens verkeerd te citeren). Bewijs van zijn onschuld is verdonkeremaand, bewijs van zijn schuld opgesierd; getuigenissen die hem ontlasten of De J. beschuldigen, zijn buiten beschouwing gelaten of gebagatelliseerd.
Het doet denken aan beruchte justitiële blunders zoals die in de Zaanse paskamermoord en de Schiedammer parkmoord, en aan de zaak tegen Lucia B, waar ook altijd wel een luchtje aan zal blijven kleven. Maar De Hond suggereert dat er deze keer meer aan de hand is dan ‘tunnelvisie’, slordigheid en platte onbekwaamheid. Justitie zou deze keer bewust een onschuldige vastgezet hebben om Michaël de J. te sparen, die een paar belastende dingen zou weten over vooraanstaande wetsdienaren.
Als ik het zo opschrijf, klink het allemaal als een volkomen paranoïde complottheorie van iemand met een flinke reeks psychische stoornissen. Toch acht ik ons justitiële apparaat niet verheven boven de verdenking dat het inderdaad zo gegaan is. Maar misschien komt dat alleen door de wijze waarop De Hond het brengt.
Schrijven kan deze pamflettist wel. Zijn relaas is spannender dan de suspenserijkste detectiveroman. Na de dag, vorige week, waarop ik zijn thriller tot me had genomen, ben ik tot diep in de hondenwacht achter mijn PC blijven zitten om op Internet van alles bijeen te garen over deze moordzaak; het liet me niet meer los.
De Hond verdeelt zijn feitendossier in hoofdstukjes, elk met een korte titel: ‘Geld’, ‘Alibi’, ‘Plaats delict’. Daarna volgt een ‘veronderstelling’ van de auteur, die vervolgens heel knap en suggestief onderbouwd wordt; je kunt er niet omheen. Dan komen enkele retorische ‘Vragen aan het Openbaar Ministerie’. Dan wordt de veronderstelling nogmaals herhaald, in iets andere bewoordingen dan eerst: ‘Mijn veronderstelling’. En als klap op de vuurpijl besluit elk hoofdje met de imperatief ‘Oordeel zelf!’. Dat laatste, de lezer te laten oordelen over zijn ‘veronderstellingen’, is natuurlijk best handig. Als het straks toch allemaal niet waar is, heeft De Hond het niet gezegd, en is hij gevrijwaard voor schadeclaims.
Als enige van de tot dusverre behandelde pamflettisten maakt De Hond gebruik van Internet om zijn boodschap kracht bij te zetten. En ook dat doet hij met verve. Naast Geen onschuldigen vast besteedt hij al maanden het gehele weblog op zijn eigen site aan de moordzaak. Commentaar op zijn stukjes wordt geleverd door een claque van medestanders; negatieve reacties krijgt hij niet, of wist hij ogenblikkelijk.
Hij doet verder alles om de spanning nog verder op te voeren. Op de dag dat ik dit schrijf (zaterdag 26 augustus 2006) staat op zijn weblog te lezen:
Ik doe een oproep aan iedereen om vanaf vanavond 24 uur (vrijdag 25 augustus) niets meer op deze site te plaatsen, tot ik zelf weer iets plaats. Vermoedelijk is dat a.s. woensdagavond.
Zie het als een symbolische stilte voor de storm. En een orkaan zal het worden. Als ik het OM, NFI [Nederlands Forensisch Instituut], Deventer politie, M&M&V [Michaël, zijn vriendin Meike die hem een vals alibi zou hebben verschaft, en hun advocaat] zou zijn dan zou ik het hout maar vast voor de ramen timmeren. Maar zelfs dat zal niet helpen.
Vermoedelijk doelt De Hond op het rapport van het Oriënterend Vooronderzoek van het Openbaar Ministerie, op grond waarvan aan Louwes eerder dit jaar een herziening van zijn zaak is geweigerd, maar waarvan de inhoud nooit openbaar is gemaakt. Ook De Hond kent die inhoud niet, maar verwacht blijkbaar binnenkort in het bezit te komen van dat rapport dat alles moet ophelderen.
De J. komt vanzelfsprekend niet aan het woord op Geen onschuldigen vast. Louwes komt uit zijn eigen feitenrelaas op die site naar voren als een opvallend saaie, hardwerkende, doch vaag onbetrouwbare man, aan wie ik mijn vermogen niet zou toevertrouwen. Maar dat is normaal voor een accountant, en maakt hem nog niet tot moordenaar. Als zijn relaas klopt, heeft hij zijn veroordeling indirect te danken aan een pekelzonde. Op de avond van de moord had hij een verplichte bijscholing in de Jaarbeurs van Utrecht, maar verliet die bijeenkomst onmiddellijk na de presentielijst getekend te hebben. Daardoor verspeelde hij – o ironie van het noodlot! – zijn alibi.
Oordeel zelf over De Hond – een overbodige oproep; de lezer oordeelt uiteindelijk altijd zelf. Hebben we te maken met een morbide sensatiezoeker of een oprecht in zijn rechtsgevoel aangetaste burger? Ik weet het niet. Ik heb niet bij die moord gestaan, en kan niet in De Honds hersenpan kijken. En ik kan deze keer ook niet in de geschiedenisboekjes nakijken hoe het is afgelopen; het ís nog niet afgelopen.
Mijn doorgaans behoorlijk betrouwbare intuïtie vertelt me dat het verhaal van De Hond te gek is om waar te zijn, en daardoor dus hoogstwaarschijnlijk wel waar zal zijn.
Als De Hond gelijk heeft, blijkt Nederland weer een stapje verder afgegleden naar de status van bananenrepubliek, en gaat er hopelijk een ongeëvenaard aantal koppen rollen. Als hij geen gelijk heeft… dan niets; opiniepeilers en –makers hebben gemeen met weersvoorspellers, beursgoeroe’s, voetbal-o-logen, paragnosten en pamflettisten, dat zij de plank een ongelimiteerd aantal malen mis kunnen slaan zonder dat hun reputatie er een haarscheurtje door oploopt. De Hond is bezig met een voor hem risicoloze operatie.
Eén ding staat voor mij als een paal boven water: Maurice De Hond is voor mij dé moderne pamflettist. Ik zal naar komende woensdag met veel en veel meer spanning uitkijken dan naar een doorsnee-woensdag, zover heeft hij een zelf oordelende lezer dan toch gekregen.
Frans Mensonides
27 augustus 2006
Die woensdag is gekomen en gegaan, en er zijn er inmiddels nog vier verstreken. De storm is uitgebleven. De media hebben de zaak niet opgepikt. Wie wind zaait, zal storm oogsten, maar wie storm zaait, oogst soms niet meer dan een scheet in een netje. Misschien komt het doordat het door Maurice c.s. aangedragen materiaal minder spectaculair was dan hij gesuggereerd had: geen klokkenluiders, geen onomstotelijke bewijzen, maar allerlei hyper-gedetailleerde informatie over DNA-onderzoeken, de bloes van de vermoorde weduwe, handschriftkundige rapporten, etc. Misschien komt het doordat wij tegenwoordig so wie so niet meer te shockeren zijn, gewend als we zijn aan justitiële blunders en rampen door overheidsfalen. Maurice doet er echt alles aan, met frequente aankondigingen van nieuwe sensationele onthullingen, maar het is niet anders.
Ik heb in de week vóór die cruciale woensdag Maurice een link toegezonden van mijn pamflettenbespreking en hem tijdens een korte mailwisseling gevraagd, of hij niet een tikje op de sensationele toer was. De opiniemaker antwoordde, dat het ‘g.v.d.’ om een onschuldig man ging, die vastzat in de gevangenis. Maurice’s reacties komen vrijwel ogenblikkelijk; hij zit volgens mij de hele dag achter het scherm van zijn weblog.
Inmiddels is er al weer een hoop gebeurd in de wereld. De kop van Donner kan niet meer rollen door de Deventer Moordzaak, want die is al gerold door iets anders. Het deksel is nog op de Deventer beerput – als er al één is. En wie de moord gepleegd heeft, weet nog steeds alleen de moordenaar.
FM
27-09-2006
Ondertussen zijn we niet alleen weer vele weken verder, maar ook een bizar, luguber steekspel op de begraafplaats waar de Deventer weduwe rust. Michaël de J. zou niet lang na de moord de grafrust van mevrouw Wittenberg verstoord hebben door het moordwapen in haar graf te verstoppen. Maurice de H. (inmiddels zelf verdachte, en wel van smaad, zo niet: karaktermoord) meende hetzelfde te moeten doen door permanent een bewaker op de begraafplaats te stationeren. Uit een onderzoek van het Openbaar Ministerie, dat na veel vijven en zessen werd uitgevoerd, bleek uiteindelijk dat zich geen mes in het graf bevond.
Voor de hand lag dat ook niet echt: een beetje moordenaar laat het corpus delicti toch op een iets handigere en minder opvallende wijze verdwijnen, dunkt me. Dat een moordenaar altijd terugkeert naar plaats-delect lees je alleen in slechte detectiveromannetjes – en op de site van De Hond, die zijn geloofwaardigheid met deze episode geen goed heeft gedaan.
Het fanatisme van De Hond en zijn over-enthousiasme om de waarheid boven tafel te krijgen, lijken een averechts effect te hebben: klaarheid in de Deventer Moordzaak is verder weg dan ooit. Het is nu een prestigekwestie geworden. Geen van beide partijen: De Honds Internetgericht en het OM, zullen nu natuurlijk ooit nog toegeven, het bij het foute eind gehad te hebben.
Desondanks is mijn bewondering voor De Hond in zijn hoedanigheid van pamflettist alleen nog maar toegenomen. Zijn weblog werkt verslavend; er gaat geen dagdeel voorbij, of ik lees het bíj. Hij beheerst alle stijlregisters: nuchtere rationaliteit, emotionele gedrevenheid, humor: nadat de advocaat van De J. had gepleit voor een ‘gedeeltelijk spreekverbod’ voor De Hond, schreef de laatste op zijn weblog enkele artikelen met alleen medeklinkers.
Ik denk ook nog altijd dat De Hond gelijk heeft, maar ik denk ook, dat het nu nooit meer een zekerheid zal worden.
FM
12-11-2006
© Frans Mensonides, Leiden, 2006