Nr. 115 - zondag 4 november 2012
Sunday Bloody Sunday: 04/11/1956



LAATSTE ZES AFLEVERINGEN
114. STEDELIJK ZONDER STENDHAL (28/10/2012)
113a. EINDE VAN DEZE JAARGANG! HOE KOMEN WE NU DE ZOMER DOOR?
113.  BEELDEN IN LEIDEN; BOODSCHAP HEBBEN AAN EEN PLEK (21/06/2012)
112. [] ONGESCHIKT: LERAREN VAN VROEGER (08/06/2012)
111a. RIJNGOUWELIJN NAAR HISTORISCH ARCHIEF (28/05/2012)
111. REIZIGERS I.P.V. RAILS; INFORMATIEAVOND HOV-PLANNEN KOP VAN ZUID-HOLLAND (26/05/2012)
110. 'SLOTAPOTHEOSE' VAN DE COMPETITIE: CALCULEREND VOETBAL (19/05/2012)
109. DE 'MEIDAGEN': FEESTELOOS HERDENKEN (10/05/2012)






Het zal je geboortedag wezen!

Foto overgenomen van IS Geschiedenis

Een week lang heb ik deze pen laten rusten – tot uw en tot mijn eigen opluchting. Want ik vond het geen tijd
voor cursieve babbeltjes. Dat is het nòg niet. Eigenlijk is het er nóóit tijd voor. Maar je kunt meestal wel leven
vanuit deze gedachte: “Er valt op de wereld niets te lachen, doch als je daar nu maar van uit gaat, valt er nog
een hoop te lachen”. ’t Klinkt wel aardig, vind ik, maar tegen zo’n week als we gehad hebben, is het toch niet
bestand. Ik heb mijn baas dus maar om schrijfverlof gevraagd en mij, net als u, uitsluitend beziggehouden met
de walglijke wereld, die – we weten het – helaas geen wachtkamer heeft’
.

Simon Carmiggelt, 12 november 1956, geciteerd in Henk van Gelder,
Carmiggelt. 2000. p 187.

 

‘Wie geheel normaal is, werpe de eerste steen. Ik buk wel’ is een uitspraak van de befaamde columnist Simon Carmiggelt (1913-1987). Toch wierp hij ooit zelf de eerste steen. Ja, en of het een steen was, dat is dan nog niet eens zeker, en of hij hem echt wel gooide, ook niet. Getuigenissen spreken van: ‘een ruit inslaan’ of  ‘een ruit ingooien’, en laten het voorwerp waarmee dat gebeurde, ongenoemd.

De ruit die het moest ontgelden was een vitrine bij gebouw Felix Meritis aan de Keizersgracht in Amsterdam. Felix Meritis was indertijd het hoofdkwartier van de Communistische Partij Nederland (CPN) en van hun leugenkrant De Waarheid. Het gebeurde op zondag 4 november 1956, vandaag 56 jaar geleden.

De import-Amsterdammer Carmiggelt was naar dit gebouw getogen met zijn vrouw, zijn twee kinderen en Mance Post, een huisgenote en tevens min of meer kinderoppas. Die ruit zou ingeslagen kunnen zijn (de historie vermeldt het tijdstip niet) precies op het moment van mijn geboorte. Die vond namelijk plaats op diezelfde zondag, even na 13:00 uur.

Maar Carmiggelts gram kende natuurlijk een andere oorzaak. Die morgen vroeg waren Russische troepen Hongarije binnengevallen, waar al enkele weken de revolutie gistte. De radio had er in emotionele termen over bericht. Daar kwam bij dat een paar dagen eerder de Suezcrisis was uitgebroken. Velen vreesden een atoomoorlog tussen de twee grootmachten USA en USSR. ‘Je vader sprak met de dokter die je kwam “halen” over Hongarije’, vertelt mijn moeder elk jaar op mijn verjaardag, ‘en ik was als de dood dat we zouden moeten vluchten, met een pasgeboren baby’.

Achter de door Carmiggelt vernielde ruit hing een recent exemplaar van De Waarheid, waarin de ‘reactionaire’ Hongaren veroordeeld werden. Carmiggelt, een even overtuigde sociaaldemocraat als communistenhater, kon dat niet verkroppen en sloeg in koelbloedige drift die ruit in. Daarna liet hij zich kalm arresteren door de politie, die hem na een kort verhoor heenzond. Het proces-verbaal is later geseponeerd; de populaire stukjesschrijver is nooit gestraft voor zijn daad.

Die avond verzamelde zich een woedende menigte voor Felix Meritis; alle ruiten die Carmiggelt heel had gelaten, gingen er nu ook aan. De politie voorkwam, met onverholen tegenzin, een complete lynchpartij; de CPN was allesbehalve populair.

Op deze pagina een angstwekkend sfeerbeeld van een Sunday Bloody Sunday. Het zal je geboortedag wezen! Harry Mulisch liet zich er graag op voorstaan dat tijdens zijn geboorte de Vesuvius rommelde. Ik vind dat niks bijzonders; tijdens de mijne rommelde de hele vulkaan die ‘wereld’ genoemd wordt. Maar het feit frappeert me, meer ook niet; net zo goed als het feit me frappeert dat één van mijn latere favoriete schrijvers een ruit ingooide rond mijn geboortetijdstip. Het is niets anders dan een kwestie van toevallige gelijktijdigheid.

Carmiggelt schreef zes keer per week onder de door iedereen gekende schuilnaam Kronkel een column in het Parool; hij deed dat al sinds 1946 en zou pas in 1978 langzaam gaan afbouwen. De columnist was zo kapot van de Russische inval in Hongarije, dat hij daarna een week lang weigerde te schrijven, en pas op maandag 12 november 1956 de pen weer opnam met de woorden die in hoofde van dit FHM-etje geciteerd zijn.

In de tussentijd had hij zelf ook de kolommen van de kranten gehaald. Hij stapte met een grote groep medestanders uit de PEN-club, een organisatie van schrijvers en journalisten die zich inzette en nog altijd inzet voor de vrijheid van meningsuiting. De PEN-club nam naar Carmiggelts mening te weinig afstand van leden die te weinig afstand namen van de onderdrukking van de schrijvende pers in Hongarije. November 1956 was echt een maand om op barricaden te klimmen, niet alleen in Boedapest.

Waarover had Carmiggelt zelf zoal geschreven in de aanloop naar die bloedzondag? Nieuwsgierig draaide ik de film van die roerige weken terug, of liever: ik raadpleegde bij de KB in Den Haag de doos met microfiches van Het Parool uit die tijd. Het was Hongarije, Hongarije, Hongarije wat de kranten kopten.

De columns van Carmiggelt gingen echter zelden over de wereldellende waarmee de rest van de krant al vol stond. Zijn hoekje op pagina 3 vulde hij meer dan 30 jaar lang met levendige Amsterdamse straattaferelen, met verhalen over kinderen en katten, over kunstenaars en schrijvers, over (jazz)muziek, over gedesillusioneerde grijze mannen in bruine kroegen, over mensen in trams en treinen, over jeugdherinneringen uit Den Haag, over grappige belevenisjes van de ‘ik’, die vaak wat sullig en schlemielig overkwam.

De columns vóór de inval in Hongarije maken daar geen uitzondering op. Op zaterdag 27 oktober behandelde hij een andere latere favoriet van mij, Elsschot; de zaterdag daarop een op de platenmarkt verschenen elpee met liedjes uit de populaire radioserie De familie Doorsnee. Het aardigst vond ik het verhaal van dinsdag de 30ste over een visboer die in de kroeg demonstreerde hoe je een aal pijnloos kon onthoofden, en aan de angstige ‘ik’ de rol van aal toebedeelde. Ook typisch Carmiggelt is het verhaal van vrijdag 2 over een copieuze, ruim met alcohol besprenkelde lunch met een zakenman, en de daarop volgende zware dip.

Slechts één verwijzing naar het leed in Hongarije en het Midden-Oosten, en wel op 1 november aan het begin van een anekdote over zijn biologielerares op de middelbare school: ‘Ik zeg dit los van het wereldgebeuren, dat ratelt als een machinegeweer en dat mij voortdurend tracht te overtuigen van de volstrekte zinloosheid van mijn werkzaamheden’.

Werkzaamheden die de columnist in de week van 12 november hervatte met enkele columns over Hongarije en aanverwante zaken, alvorens zijn normale routine weer op te pakken.

Het leven ging door, zoals het cliché wil, en het mijne ging niet eens door, maar het BEGON hooguit.

FHM
4 november 2012
Laatste aanvulling: 7 november 2012

 

PS: De laatste dag van deze maand is de 25ste sterfdag van Simon Carmiggelt, en 7 oktober 2013 wordt zijn
100ste geboortedag. Al met al voldoende reden voor een Carmiggelt-revival. Die heb ik nog niet groots in de
media aangekondigd gezien, dus begin ik er zelf maar mee. De naam Carmiggelt zal deze winter een aantal
keren in mijn kolommen opduiken.

PPS: Deze zondag vier ik niet alleen mijn 56ste verjaardag, maar ook de 16e van mijn Thuispagina, die sinds
november 1996 onafgebroken, zij het onder verschillende namen en URL’s, te zien is op het WWW.

PPPS: In het Gelderse dorp De Steeg, Carmiggelts favoriete binnenlandse vakantiebestemming, zullen zijn
jubilea in ieder geval niet ongemerkt voorbij gaan. Er wordt geld opgehaald voor herplaatsing van het vernielde
standbeeld van Carmiggelt en zijn vrouw
. Verder wordt op 30 november as. het boek De Steeg en Carmiggelt
ten doop gehouden, hetgeen gepaard gaat met een cabaretvoorstelling en een diner rond Carmiggelt. Ook wist
met mij vanuit De Steeg te melden dat de Openbare Bibliotheek Amsterdam volgend jaar groot gaat uitpakken
rond de 100e sterfdag van de schrijver.

 

VOLGENDE AFLEVERING:
BLAUW GRAS; WAAROM HOCKEY BOEIENDER IS DAN VOETBAL 11/11/2012



© Frans Mensonides, Leiden, 2012


<< naar thuispagina Frans Mensonides