Stedelijk
Museum De Lakenhal in Leiden wijdt deze herfst een
tentoonstelling aan een schilder(es) uit de Gouden Eeuw, van wie we de
naam niet weten. Hij/zij signeerde zijn/haar werken alleen
met zijn/haar initialen: I.S. (of J.S.; de I en de J werden nogal eens
door elkaar gebruikt) en soms een jaartal.
Deze grote onbekende liet een oeuvre na dat bescheiden is van omvang
maar hoog van kwaliteit. Het bestaat voornamelijk uit ‘tronies’,
portretten in buste-formaat, van modellen van wie we de naam net zomin
kennen als die van de schilder.
Tronies werden meestal niet in opdracht gemaakt. De meester die
onderwerp is van deze tentoonstelling, gaf zijn koppen genadeloos weer
zoals ze waren, met bijna fotografische precisie, met rimpels en soms
knap onsmakelijke bulten en andere afwijkingen. Zoals de man op rechts
op de foto hieronder, met een enorm gezwel op de neus. De man links
heeft een blind oog.
Een pure realist. Die zijn modellen nogal uitheemse hoofddeksels liet
dragen en al even uitheemse kleding. Ze doen kenners denken aan wat in
tijd mode was aan de boorden van de Oostzee. Dus was die schilder
misschien uit die contreien afkomstig??
Omdat ook anonieme kunstenaars bij een naam genoemd moeten worden,
krijgen ze een ‘noodnaam’, een omschrijving in plaats van een echte
naam. Zo staat deze schilder bekend als ‘Meester I.S’.
Alles rond deze man of vrouw is omhuld met nevelen. Zelfs of hij wel
een van beide was, daar kan aan getwijfeld worden. Ik noem
hem in de rest van dit stukje voor het gemak maar hij; ik voel trouwens
intuïtief aan dat het een man was.
En van mijn intuïtie moet ik het, als leek, wel hebben op deze
tentoonstelling. Het museum roept de bezoekers op om mee te denken over
de vele vragen rond deze kunstenaar die nog onbeantwoord gebleven zijn.
Maar dat is toch vooral voer voor kunsthistorici.
Of ze aan mijn expertise veel hebben, waag ik te betwijfelen. Ik heb,
zoals de trouwe lezer weet, doorgeleerd in de taal en literatuur (dooie
dichters, zoals ik het altijd allitererend samenvat), al lees ik nooit
meer een boek en al gaat mijn interesse de laatste jaren vooral uit
naar beeldende kunst. Achteraf (kijk je een koe in de kont, maar) had
ik misschien beter kunstgeschiedenis kunnen gaan doen; daar kun je je
naar verluidt ook voor inschrijven als je zelf geen kwast kunt
vasthouden. Zo kun je ook studeren in dichters als je zelf nooit meer
poëzie hebt afgescheiden dan sinterklaasrijmen.
Naamloze artiesten uit de 17e eeuw zijn erg zeldzaam in hedendaagse
musea. De Wikipedia bevat een heel lange pagina met
noodnamen
van kunstenaars. De overgrote meerderheid daarvan was
werkzaam in de 15e eeuw, een tijdperk waarin blijkbaar erg veel
geschilderd werd, maar lang niet iedereen zijn volledige naam erop
zette.
En onze ‘Meester I.S.’ staat dan niet eens op die Wiki-pagina met
anonymi, ook niet op de Duitse en Engelse versie ervan. Wie ben je nou
eigenlijk helemaal geweest, als je niet eens op de Wiki staat? En wat
weten we nu wél over de Meester I.S.?
In ieder geval dat zijn schilderijen dateren uit de periode 1633-1658.
En dat ze in dezelfde stijl zijn als die van 3 Leidse schilders:
Rembrandt van Rijn (1606-1669), zijn kunstbroeder Jan Lievens
(1607-1674) en zijn leerling Gerard Dou (1613-1675).
Het ligt voor de hand dat ook die mysterieuze I.S. gewerkt heeft in
Leiden. Maar is hij er geboren, heeft hij misschien met Rembrandt,
Lievens of Dou op school gezeten? Of was hij geboren en getogen in
Polen, Litouwen, Zweden of ergens in die contreien, waar de mensen
gekleed waren zoals op zijn schilderijen? En zo ja, wat kwam hij dan
doen in Leiden? Studeerde hij hier? Heeft hij hier ooit gewoond, of was
hij er alleen op studiereis?
Of was hij een koopman? Er vond in die tijd een zeer levendige handel
plaats tussen de Republiek der Nederlanden en het Oostzeegebied. Met
Nederlands kon je je tot in Riga verstaanbaar maken. De Oostzeehandel
werd zelfs de moedernegotie genoemd, de moeder van alle handel. Daar
kwam het grote geld vandaan, niet van de slavenhandel, zoals sommigen
ons in de huidige tijd trachten te doen geloven.
Man met een blind oog
(ca. 1653-1655) - Portret van een oude vrouw (1651) – Man met een
gezwel op zijn neus (1645)
Vragen te over, over die bijzondere kunstenaar I.S.! Maar laten we
liever naar zijn schilderijen kijken. Ze hangen in één zaal, in stemmig
blauw licht. De Lakenhal heeft er slechts 15 bijeen kunnen brengen uit
alle hoeken en gaten van de wereld. Dat is ongeveer de helft van zijn
oeuvre, waarvan bovendien veel verloren is gegaan; werken die ooit
beschreven of gekopieerd zijn, maar nu van de aardbodem verdwenen
lijken te zijn.
Vrij mager voor een tentoonstelling, dus heeft men hem aangevuld met
werken van Rembrandt, Lievens en Dou, die er naadloos tussen passen qua
stijl.
Jonge geleerde halfnaakt (1638)
Dit is wel het merkwaardigste schilderij uit de collectie. Het is een
man met borsten of een vrouw met snor; zeg het maar!
Mannenborsten bestaan wel. Ze zijn soms het gevolg van het slikken van
anabole steroïden, maar die had je niet in de Gouden Eeuw. Maar er
bestaat ook een hormoonaandoening die gynaecomastie heet en
borstvorming veroorzaakt bij mannen. En borstgroei kan ook het gevolg
zijn van obesitas, als het vet zich bij wijze van uitzondering niet
ophoopt als ‘zwembandje’, maar in de borststreek. De
tentoonstellingstekst vermeldt wollig: ‘De borstpartij roept vragen op
over gender en identiteit’.
De student op het schilderij verkeert duidelijk in studiestress. De
pagina’s uit zijn studieboek heeft hij verkreukeld en er ligt een vel
met aantekeningen (?) verfrommeld op de grond tussen ondefinieerbare
troep. Zijn gelaat verraadt moedeloosheid.
Er is wel gesuggereerd dat dit een zelfportret is. Op de
tentoonstelling hangen naast elkaar 3 oude foto’s van schilderijen
waarvan niemand weet waar ze op het ogenblik zijn. Daar staan 3 mannen
op die wel wat op deze student lijken. Maar ik vind de gelijkenis niet
echt 100% overtuigend.
Dan nu maar de conclusie. Wat zeg mijn intuïtie me? Zoals al gezegd dat
Meester I.S. een man was, want dat waren verreweg de meeste schilders
in die tijd. Hij was zeker niet tweeslachtig, of iets in dat spectrum.
Want als je dat indertijd openlijk etaleerde, eindigde je meestal op de
kermis, in de kerker, of op de brandstapel.
Hij kwam niet uit Leiden; dat voel ik intuïtief haarfijn aan, als
Leidenaar die zelf import is. Hij was een rijke man, geboren en getogen
in het Oostzeegebied, en naar Leiden gelokt door zijn interesse in de
schilderkunst. Vermoedelijk geen koopman, want die hebben weinig tijd
om te schilderen; tijd was ook toen al geld. Vast geen student; uit dat
studentenportret blijkt geen groot enthousiasme voor studie.
Een professionele schilder was hij ook niet, anders had hij wel een
groter en veelzijdiger oeuvre nagelaten, en had hij wel in opdracht
geïdealiseerde portretten geschilderd van de rijkaards. Een pure
amateur, dus, met een opvallend talent voor tronies. En als hij geen
professional was en ook geen koopman, dan zal hij wel veel eigen geld
om handen gehad hebben, dus vandaar: ‘een rijke man’.
Dat schilderij van die student, inclusief de mannenborsten: een goeie
grap; niet meer en niet minder.
Zo zit dat, en niet anders! Maar ik verruil mijn mening graag voor een
betere. Dat is trouwens altijd zo, ook als ik het er niet expliciet bij
zeg.
Mijn stukje, door een leek, en de foto’s die ik gemaakt heb op de
tentoonstelling doen beslist geen recht aan deze onbekend gebleven
meester. Je kunt zijn werken beter live komen bekijken in Leiden. Dat
kan nog tot/met zondag 8 maart 2026.
FHM
9 november 2025
Er geweest: dinsdag 28 oktober 2025
Meer op
FHM’s uit de Lakenhal:
Worstelen
met De Stijl van Theo van Doesburg (2010)
Lakenhal
Leiden: tentoonstelling in corona-tijd over Pilgrims (2020)