Dit voorjaar staat de rivier de Rijn centraal in De digitale reiziger. In een eerdere aflevering reisden wij van Alphen aan den Rijn naar Kesteren, waarbij we de kronkelingen van deze rivier zo goed mogelijk volgden. Ook het traject van Arnhem tot de grens met Duitsland is al verkend. Hieronder het verslag van een busreis langs de eerste 30 kilometer, of liever gezegd: de laatste 30 kilometer van de Rijn.
Aan de boorden van deze rivier is heel wat aan de hand op OV-gebied. We passeren straks het nog nauwelijks voltooide transferium 't Schouw / A44 in Leiden en brengen een bezoek aan één van de opmerkelijkste plattelandsgemeenten van Nederland, waar sinds kort tenminste weer acceptabel openbaar vervoer is.
Transferium 't Schouw / A44 is nog volop in aanbouw. Hier wordt de abri afgeleverd.
Bij het beginpunt, aan de voet van de vuurtoren, ben ik de enige passagier. In de loop van de meanderende rit door Katwijk loopt dat aantal op tot tien. Katwijk is een typische slaap- gemeente: bij zonsopgang verlaat men haar; tegen de avond keert men in haar terug ("haar", want "gemeente" is vrouwelijk (immers eindigend op -e); verder moet men er niets achter zoeken. Ik schrijf dit speciaal op voor die heel vage kennis, die zich met dit soort taalweetjes "van het plebs probeert te onderscheiden", zoals hij dat zelf uitdrukt).
De bus verlaat het vissersdorp via de Tjalmaweg, de kortste verbinding tussen Leiden en de kust. Langs deze weg loopt één van de vele potentiele tracés voor de Rijn-Gouwelijn. We passeren Valkenburg.
Een opvallende witte loopbrug in de verte kondigt Transferium 't Schouw / A 44 aan, dat vorige week officieel is geopend door staatssecretaris De Vries. Transferium 't Schouw ligt op het kruispunt van de A 44 en de Ir. Tjalmaweg. Hier kan de automobilist overstappen op de bus. Ook kan hij een bezoek brengen aan het hamburgerrestaurant Mc-drive, om aldaar zijn ongezonde levensgewoonten voort te zetten. De klant hoeft daarvoor zijn voertuig niet eens te verlaten; hij krijgt zijn dagelijkse injectie vet door het portierraampje aangereikt.
Wat betreft de bus: niet minder dan vijf lijnen staan de van zijn geloof gevallen automobilist ten dienste:
Nu mikken al deze lijnen heel sterk op spitsvervoer. In de daluren is de binnenstad van Leiden vanaf het transferium slechts twee keer per uur bereikbaar (lijnen 32 en 89). Na 19.00 uur houden ook die twee lijnen er onherroepelijk mee op.
Het was de bedoeling dat er een hoogfrequent pendelbusje zou gaan rijden tussen het transferium en het hart van Leiden. Dit busje heb ik nog niet gesignaleerd, al beweert een trouwe DDR-lezer, aan wiens waarnemingsvermogen wij niet twijfelen, het jongstleden zaterdag gezien te hebben.
Het busje stond wel vermeld in de conceptdienstregeling van ZWN, die ik in april onder ogen heb gekregen, maar heeft de definitieve versie van het busboekje niet gehaald. Leiden bezit nu dus de primeur van het bezit van een transferium zonder frequente OV-verbinding met het stadshart.
Op het transferium is plaats voor krap 300 auto's; een druppel op de gloeiende plaat van de file. Die 300 auto's staan er nog niet. Nauwelijks twintig tel ik er, als mijn bus 't Schouw passeert. Vermoedelijk allen auto's van werklieden: een week na de officiële opening wordt nog hard gewerkt aan de voltooiing.
Ter hoogte van museum Naturalis komt bus 35 klem te zitten in een file. Dat "snel-" in "snelbus" is zeker satirisch bedoeld. We zitten echt te springen om die Rijn-Gouwelijn, maar daar hoor ik de laatste maanden helemaal niets meer over. Het is zo'n project waarvan zelfs de uitgeklede varianten niet van de grond komen.
De bus bereikt Leiden Centraal met een vertraging van vier minuten.
Maandag geen woon-werkverkeer; ik mag deze dag nog altijd tot het weekend rekenen. In de ochtend van dinsdag 1 juni stap ik bij Leiden Centraal op bus 182 naar Alphen a/d Rijn. Slechts insiders weten, dat deze bus sinds eergisteren via Ter Aar rijdt. Voor de anderen is dat straks een onaangename verrassing, vrees ik.
Onnodig te zeggen, dat het Leidse DRIS-systeem nog niet is aangepast aan de nieuwe dienstregeling. Afgelopen zondag was het DRIS nog niet op de hoogte van nieuwe lijnnummers als 56 (Leiden - Leimuiden; voorheen 112), 57 (Leiden-Noordwijkerhout, voorheen 60) en 182. Vandaag, dinsdag, verschijnen deze lijnnummers wel op de displays boven de perrons, maar de spraakgenerator wil er nog niets van weten. Al deze nieuwe lijnen vertrekken om "nul UUR nul".
De digitale filmkast van de bus meldt keurig netjes "Alphen a/d Rijn via Ter Aar". Sedert de ingang van de nieuwe dienstregeling rijdt deze bus weer via het centrum van Leiden.
Op de Breestraat stapt een onmogelijke man in; het prototype van de nerd. De blik van de man valt op de tros plukfolders, waarin de voornaamste wijzigingen in de dienstregeling staan opgesomd. De nerd verlangt zo'n folder in zijn bezit te krijgen en geeft er een ferme ruk aan. Het draadje knapt en ruim 250 folders worden in een grote waaier uitgebraakt over de vloer van de bus. Schielijk loopt de man door; dom-neutraal kijkend, met zijn ene foldertje in de hand. Alsof we niet allemaal gezien hebben, dat hij de dader is.
Als de bus de Sleutelstad verlaat, hebben we slechts 6 mensen aan boord. In de loop van de rit zal dit aantal niet veel stijgen.
Hopelijk zullen de passagiersaantallen op lijn 182 nog wat aantrekken, anders hebben we met ingang van de dienstregeling 2000-2001 opnieuw uitzicht op een verslechtering. De verkeersambtenaren van Ter Aar hebben nu al moeten praten als Brugman om de DDR-variantdoorgevoerd te krijgen. Wie in het streekvervoer iets verbeterd wil hebben, moet zowel de Provincie als het vervoerbedrijf in beweging zien te krijgen. Daarbij moet men zich ook de buurgemeenten nog van het lijf houden; onder het huidige bezuinigingsregime pakt een verbetering voor de ene gemeente vaak uit als verslechtering voor een andere. Ter Aar schijnt zich aan de boorden van de Rijn enige vijanden gemaakt te hebben. Rijnwoude en Zoeterwoude zijn er met ingang van de diestregeling 1999-2000 wat op achteruitgegaan.
In Woubrugge vindt overleg plaats tussen enkele passagiers die rechtstreeks naar Alphen willen. De chauffeuse raadt hen aan, over te stappen op lijn 249 (Leiden - Alphen aan den Rijn via Leiderdorp), die al gereed staat bij de halte Kerkweg. Er is aansluiting; blijkbaar is er deze keer aan alles gedacht door de samenstellers van het nieuwe busboekje.
Na Woubrugge gaat het rechtdoor de polder in. Geen omweg meer door de dure buurten van Alphen aan den Rijn. Nu ik eraan denk: de bewoners van deze buurten hadden het afgelopen jaar wat meer reden om te klagen over overlast van bussen, dan de Coebellers in Leiden. De Alphense wijk was echt niet geschikt voor busverkeer.
Voor de inwoners van Langeraar blijft nog wel iets te wensen over. Zij moeten nog steeds tien minuten fietsen om een rechtstreekse bus te kunnen nemen naar Leiden of Alphen a/d Rijn. Hierboven de halte Driesprong, op 2 kilometer van Langeraar. Op de achtergrond, in het verlengde van het fietspad: de terp van Ter Aar.
Ja, dat is natuurlijk wel een nadeel. Ik kanker met de vrouw mee over de onkunde van de mensen die het in het OV-wezen voor het zeggen hebben en laat onvermeld, dat ik de nieuwe route bedacht heb. Alhoewel? Heb ik werkelijk gezegd, dat de bus over de Bruins Slotsingel moest rijden? Volgens mij ging de bus in mijn voorstel wel degelijk langs Meerzicht. Connexxion heeft weer een eigen interpretatie gegeven aan de ideeën van een reiziger; dat is nooit verstandig.
De bus komt om 13.45 aan op het stationsplein van Alphen aan den Rijn. Ik ben mooi op tijd voor mijn trein naar Utrecht.
Bus 182 passeert de terp in Ter Aar