Het openbaar vervoerswezen heeft een paar lessen geleerd van het eerste Nederlandse light- railproject, waarvan de belangrijkste wel was: "laat zoiets voortaan niet meer door NS doen". Nog geen tien jaar na de voltooiing van de Zoetermeerlijn werd al geroepen om exploitatie per (snel)tram of metro. (De digitale reiziger wijdde vorige zomer een column aan dit project, de Randstadrail. Nog eerder, in september 1996 bezocht DDR, dat toen nog niet bestond, de Hofpleinlijn, die van Den Haag CS tot voorbij de werkplaats Leidschendam over hetzelfde spoor rijdt als de Zoetermeerlijn).
Wat zijn de nadelen van inzet van de trein in het agglomeratievervoer? In de eerste plaats het feit, dat je met de trein niet kunt doordringen tot in de stadskern. De Zoetermeerlijn en de Hofpleinlijn eindigen net buiten het centrum van Den Haag, resp. Rotterdam. Integratie met de plaatselijke tramnetten is niet mogelijk; we zien een sprinter nog niet op de Coolsingel of het Spui rijden.
Het tweede nadeel van treinexploitatie is het feit, dat een trein niet het acceleratievermogen heeft van een metro of sneltram. Op stadstrajecten, met onderlinge stationsafstanden van 500 a 1000 meter, is de Sprinter trager dan een metrostel zou zijn. Een nadeel, dat zich binnenkort nog sterker zal laten voelen: het gebied tussen Zoetermeer en Den Haag wordt in ras tempo volgebouwd.
Het derde, en niet het minst belangrijke nadeel
wordt gevormd door de gerichtheid van NS
op zijn core business: het lange afstandsvervoer.
De Zoetermeerlijn heeft tijdenlang moeten
berusten in een wat stiefmoederlijke behandeling door NS, al is daar -
onder de dreiging van
vertramming en exploitatie door ZWN, RET en / of HTM - de laatste jaren
wel wat
verandering in gekomen.
Van Den Haag CS tot voorbij Leidschendam-Voorburg deelt de
Zoetermeerlijn de spoorbaan
met de Hofpleinlijn. Daarna gaan we door niemandsland naar het eerste
station in
Zoetermeer, Voorweg. Wie het kaartje oppervlakkig beschouwt, zou kunnen
denken dat dit
een kruisingsstation is; een voorloper van Duivendrecht en Sloterdijk.
Niets is minder waar.
Wel is er een ongelijkvloerse spoorwegkruising, maar alleen op de
begane grond kun je in-
en uitstappen. Op het traject Leidschendam-Voorburg - Centrum-West
stopt de trein wel op
Voorweg; tussen Buytenwegh en Meerzicht niet.
Dit betekent dat sommige passagiers die van
Zoetermeer onderweg zijn naar Den Haag, dit punt tweemaal passeren,
iets wat bij
OV-reizigers altijd een fikse domper zet op de feestvreugde.
Bij Centrum-West ligt de splitsing. Hiervandaan kun je linksom of rechtsom verder. Als we voor rechtsom kiezen, dan komen we even verderop het station Driemanspolder tegen. Hier kan de reiziger via een luchtburg overstappen op de spoorlijn Den Haag - Gouda - Utrecht, met sinds kort sneltreinen naar Arnhem / Nijmegen. De aansluitingen tussen het stadsspoor en het echte spoor zijn nooit ideaal geweest, al is er bijna van jaar tot jaar aan gesleuteld.
Of je linksom of rechtsom reist: altijd kom je op den duur weer uit bij Centrum-West, waarna de terugreis naar Den Haag wordt aanvaard.
Wie het kaartje van de krakeling bekijkt, zal het opvallen, dat de noordelijke lob (6 stations) groter is dan de zuidelijke (4 stations). De eerste trekt dan ook de meeste reizigers. Vroeger reed de Zoetermeerlijn elke tien minuten; er werd consequent om en om naar links en naar rechts gereden. Gezien het grote aantal reizigers op de noordelijke stations, zaten de rechtsom-treinen in de ochtendspits overvol; 's-middags trof dit lot natuurlijk de linksom-treinen. Daarom is NS rond 1993 in de ochtendspits overgegaan op een 10 - 20 minutenfrequentie rechtsom en een 30-frequentie linksom. ('s-middags natuurlijk andersom). Dat hielp niet echt (de treinen na het gat van 20 minuten zaten nog steeds overvol), dus rijdt sinds kort in de ochtendspits elke 10 minuten een trein rechtsom en daarnaast elk halfuur een extra trein andersom. 's-middags dit alles natuurlijk omgekeerd vice versa.
Nu, met de hijgende adem van RET, HTM en ZWN in de nek, hebben we dus bereikt dat NS op de Zoetermeerlijn in de spits op het traject Den Haag - Centrum-West bijna een metrofrequentie biedt (8 treinen per uur, met interval van 10-10-5-5-10-10-5-5 minuten). Bewoners van bijvoorbeeld het oude dorp hebben echter slechts een halfuursdienst. Hetzelfde geldt in de daluren voor alle stations op de krakeling, want NS heeft de dalfrequentie enkele jaren geleden verlaagd tot 4 treinen per uur; om de beurt linksom en rechtsom.
Ik geef toe: dit is een heel ingewikkeld verhaal, tot dusverre. Het ware eenvoudiger, wanneer NS gewoon alle treinen op station centrum-West zou splitsen. Eén treinstel rechtsom, één treinstel linksom, en dan weer koppelen. Dat hebben ze ooit gedaan, maar ze zijn er om onduidelijke redenen mee opgehouden. De Sprinters waren er speciaal voor uitgerust met snelkoppelingen.
Op één aspect van de krakeling moeten wij nog wijzen. Een lus kan minder gemakkelijk uitgebreid worden dan een lijn met een eindpunt. De krakeling volgt de contouren van de stad Zoetermeer, zoals die erbij lag aan het eind van de jaren 70. De stad is sedertdien gegroeid van 60.000 naar 110.000 inwoners. Vele nieuwe wijken, waaronder Noordhove en het oostelijk gedeelte van Rokkeveen, liggen op grote afstand van de spoorbaan, die nooit is uitgebreid. Oosterheem, de wijk die in het komende decennium gerealiseerd zal worden, moet straks wel een zijtak krijgen. Een andere geplande uitbreiding is het paradepaardje van de Randstadrail-profeten: de ZORO-boog, die moet zorgen voor een rechtstreekse verbinding Rotterdam - Zoetermeer.
Uit gele aanplakbiljetten blijkt dat het weer eens zover is: er wordt de hele week allen maar rechtsom gereden op de krakeling. Vorige week was het devies: linksom; misschien dat de treinen volgende week weer eens in beide richtingen rijden.
Ik stap in de trein van 12.48. De Sprinters zijn enkele jaren gelden omgebouwd tot City-pendels. Het interieur werd gemoderniseerd; tegelijkertijd werd het aantal zitplaatsen teruggebracht, wat deze treinstellen de spotnaam "sta-treinen" opleverde.
Het 12 kilometer lange lusje door Zoetermeer geeft uitzicht op een staalkaart van bouwstijlen uit de jaren zeventig en tachtig: Torenhoge flats, respectievelijk kronkelige woonerven. De stad kent ook wat kleurrijke jaren-negentig wijken, maar nogmaals: die liggen ver buiten het bereik van de Citypendel. Bij enkele stations, waaronder Meerzicht en Buytenwegh, ligt onder de spoorbaan een winkelcentrum. Het sprinterstation vormt zodoende het hart van de wijk; je wordt er bijna automatisch naar toegetrokken.
Het is vrij rustig: iedereen kan zitten in deze sta-trein. Tegenover mij zitten twee zwartharige vrouwen van om-en-nabij 28 lentes. Zij praten op aanstellerige toon; zoals normale mensen denken, dat actrices praten. De ene heeft een bezoek gebracht aan het graf van haar oom en de andere heeft haar daarbij vergezeld. "Dit is mijn eerste graf, weet je", zegt de eerste, op een toon alsof het een pretje betreft. "Ja, van mijn oma natuurlijk ook, maar toen was ik nog niet volwassen". Als je ambitie hebt om absurde toneelstukken te schrijven, dan hoef je maar in de sprinter te gaan zitten en letterlijk te noteren wat je hoort. Het onderwerp "graf" levert verder weinig gespreksstof. Nu gaat het verder over een veel interessanter onderwerp: of je je haar moet verven, wanneer dat grijs dreigt te worden. Ik voor mij ben daar geen voorstander van, want mooi grijs is niet lelijk, maar de dames zien er wel heil in. Nu is dit een volstrekt academische kwestie, want zij zijn nog lang niet grijs. De een begint de ander (die van het graf) door het haar te kroelen. "Jouw haar is mooi zwart; jouw haar wordt niet grijs", zegt ze, weer op zo'n overdreven actrice-toon.
Vol walging wend ik mijn hoofd
af van het tafereel em kijk naar
buiten, waar ik ook niet vrolijker
van word. Ik heb een vreemde
relatie met Zoetermeer: ik ben er
nog niet of ik wil er al weer weg. Hoewel het vlak naast de deur ligt,
kom ik er minder vaak
dan - om maar eens een verre stad te noemen - in Sittard.
Op Centrum-west pak ik de sprinter naar Den Haag. Tussen Voorweg en Leischendam-Voorburg zie ik rechts van de spoorbaan de eerste huizen ontstaan van de nieuwe wijken Nootdorp en Leidschenveen. Over een jaar of vijf moet de Randstadrail hier de HTM-tramlijnen 15 (Leidschendam Leidsenhage - Delft TU) en 19 (Nootdorp - Den Haag Statenkwartier) kruisen. Het is moeilijk voor te stellen, als je die blubbertroep ziet.
In Den Haag breng ik mijn halve middag door in de Openbare bibliotheek, vlak naast het èspalès. Even na vieren neem ik tram 3 richting Leidsenhage. Bij station Voorburg 't Loo stap ik over op de sprinter. We zitten nu in de fase dat de Zoetermeerlijn om de tien minuten linksom zou moeten rijden en om het halfuur rechtsom. Vandaag rijden alle treinen die normaal linksom rijden, rechtsom; de extra treinen voor rechtsom rijden vandaag niet. De forens moet het dus doen met 6, in plaats van 8 treinen per uur. Vandaar misschien, dat het druk is: deze keer moet ik echt staan in de Statrein. Ik rij mee tot Centrum-West.
Ik verlaat Zoetermeer per snelbus naar Leiden (ZWN
204; spitslijn), om drie dagen later met de Interliner terug te keren.
Deze stopt onder de fraaie
Nelson-Mandela-loopbrug. De brug vormt een verbinding tussen de wijken
aan weerszijden
van de A4, en kan ook gebruikt worden door treinreizigers die
overstappen van de krakeling
op de spoorlijn Den Haag - Utrecht en omgekeerd.
Voor de tweede keer deze week maak ik de lus. De Citypendel uit bij elk station een vervaarlijk gesis, vergezeld gaande van knappende geluiden uit het motorblok.
Ik verlaat station Centrum West
via de achteruitgang en loop het
oude dorp in. Ooit was
Zoetermeer een langgerekt
veendorp. Daarvan zijn er
tientallen in Zuid-Holland, en de
meesten zijn bezienswaardiger
dan Zoetermeer. Ook uit het dorp Zoetermeer wil ik weg.
Ook het stadsvervoer naar Noordhove is opgezet volgens het linksom / rechtsom-systeem. Lijn 21 rijdt linksom en vertrekt om 20 en 50 van Centrum-West; lijn 20 doet het rechtsom en vertrekt om 05 en 35, dus in de pas met de streeklijnen.
Mijn bus rijdt langs de industrieterreinen aan de oostkant van de stad. Deze zijn nog niet zo oud. Na enkele decennia louter gefunctioneerd te hebben als slaapstad voor uitgeweken Hagenezen, is Zoetermeer zich de laatste tijd meer gaan profileren als werkstad. Ook de nieuwe industriewijken liggen op grote afstand van de sprinter.
Voorbij Noordhove draait de bus het terrein op van Het Lage Land-ziekenhuis. Ook dit is nog niet zo oud. Tot voor kort kon je in Zoetermeer beter geen ongeluk of hartaanval krijgen. Eer dat de ambulance uit Leidschendam gearriveerd was... Het ziekenhuis is gesitueerd aan het talud van de krakeling, maar er is geen station in de onmiddellijke omgeving; het ligt midden tussen De Leyens en Leidsewallen.
De bus bereikt Centrum-West. Ik stap over op de snelbus naar
Leiden, met het stellige
voornemen om ergens in de 21e eeuw nog eens terug te keren naar
Zoetermeer.
Frans Mensonides
11 maart 1999
Type | Treinen, type City-Pendel ("sprinters") |
Jaar van opening | 1977 |
Exploitant | NS-Reizigers |
Netlengte | Totaal Zoetermeerlijn: 24 km,
waarvan: mede gebruikt door Hofpleinlijn: 7 km; "De Krakeling" (Centrum west - Centrum West) 12 km. |
Ritduur | Den Haag CS - Zoetermeer - Den
Haag: 54 minuten Den Haag CS - Centrum West of omgekeerd: 16 minuten De Zoetermeerse krakeling: 22 minuten |
Gemiddelde rijsnelheid: | 40 km/uur |
Frequentie | Dal: 15 minuten (om de beurt
rechtsom en linksom) Ochtendspits: linksom 30 minuten; rechtsom 10 minuten; Avondspits: linksom 10 minuten; rechtsom 30 minuten. |
Gemiddelde stationsafstand: | 1700 meter |
Aantal stations | 16 |
Uitvoering stations | Als normale NS-stations |
Alle stations | (rechtsom): Den Haag CS - Den Haag Laan van Nieuw Oost Indië - Voorburg 't Loo - Leidschendam=Voorburg - Voorweg - Centrum West - Dorp - Delftsewallen - Driemanspolder - Meerzicht - Buytenwegh - De Leyens - Leidsewallen - Seghwaert - Palenstein - Stadhuis - Centrum West - Voorweg - Leidschendam=Voorburg - Voorburg 't Loo - Den Haag Laan van Nieuw Oost Indië - Den Haag CS |
Aantal passagiers per werkdag | (Naar grove schatting): 35.000 |
Aantal zones | 5 |