Uit het oorlogsdagboek van Clara Lamberts-Gijzen

Hieronder fragmenten uit het dagboek dat mijn grootmoeder, Clara Lamberts-Gijzen, bijhield in de zwarte periode die de geschiedenis zou ingaan als de Hongerwinter. Het dagboek begint op 11 september 1944, tijdens operatie Market Garden, en eindigt op 21 mei 1945, als ons land twee weken bevrijd is, de Canadezen hun intocht gemaakt hebben en de foute Nederlanders zijn opgepakt.

Mijn oma hield het dagboek aanvankelijk vooral bij om alle feiten vast te leggen over de strijd tussen de geallieerden en de Duitsers, waarvan zij op de hoogte was via de clandestiene zender Radio Oranje en via illegale krantjes die door het verzet werden verspreid. De door de Duitsers gecontroleerde media gaven vanzelfsprekend geen betrouwbaar beeld van de situatie aan het front. Ik vermoed dat mijn oma die oorlogsfeiten zo nauwgezet optekende om ze door te kunnen geven aan vrienden en kennissen die niet meer in het bezit waren van een radio.

Daarnaast bevat het dagboek meldingen van vliegtuigbewegingen boven haar woonplaats Leiden en bombardementen in de regio. Naarmate de Hongerwinter en het dagboek vorderen, komen we ook steeds meer te weten over de nijpende voedselsituatie in haar gezin. Dat bestond naast haarzelf uit haar man, Henk Lamberts, en hun enige dochter Lia, mijn moeder. De stijl van het dagboek verschuift langzaam van zakelijk en objectief naar emotioneel en wanhopig.

Mijn grootmoeder was in de Hongerwinter 48 jaar oud. Mijn grootvader zou op 27 april 1945, een ruime week voor de bevrijding, Abraham zien, een verjaardag die noodgedwongen op zeer sobere wijze gevierd werd: met één pannenkoekje. Hij was architect, en was in die tijd werkzaam bij de afdeling Gemeentewerken op het Stadhuis van Leiden. Mijn moeder vierde op 2 maart 1945 haar 17e verjaardag, en deed dat tijdens een langdurig verblijf bij haar grootvader en tante in Apeldoorn, waar wél voldoende voedsel voorhanden was. Zij zat in de vierde klas van de Middelbare Meisjesschool (‘Meisjes-HBS’) op de Garenmarkt in Leiden. Het gezin woonde in die stad in de Professorenwijk, op het adres Zeemanlaan 45.

Ik vond het dagboek bij het opruimen van oude paparassen en spullen van mijn moeder, die in het voorjaar van 2013 verhuisd is naar een woonzorgcentrum. Het dagboek bestaat uit drie schoolschriften met elk 36 pagina’s. De tekst is met inkt geschreven in een regelmatig handschrift, met opvallend weinig doorhalingen en verbeteringen. Van het laatste cahier, dat de periode van kort na de bevrijding beschrijft, zijn 10 pagina’s gevuld.

Het papier en de inkt zijn van goede kwaliteit. Mede daarom vermoed ik, dat mijn oma het dagboek na de oorlog heeft overgeschreven in het net. De dagen van maart 1945 staan in de verkeerde volgorde: 23 maart staat vóór 6 en 8 maart. Ook dat duidt erop dat dit dagboek de tweede versie is. Het oorspronkelijke dagboek bestond mogelijk uit slecht papier, bij carbidlamp of oliepitje beschreven met slechte inkt, in een moeilijk leesbaar handschrift.

Ik heb hieronder ruim uit het dagboek geciteerd, en heb daarmee ongeveer 70% van de tekst gepubliceerd. Daarbij heb ik vooral de fragmenten gekozen over de situatie in mijn grootmoeders eigen gezin. Die vormen een aangrijpend egodocument. De feiten over de oorlog, die zij meestal zonder eigen commentaar optekende, kunnen gemakkelijk nageslagen worden in de vele geschiedeniswerken over die periode, en ik heb ze dan ook grotendeels weggelaten.

Aan de spelling van het dagboek heb ik weinig veranderd. Mijn oma gebruikte de spelling van De Vries en Te Winkel, maar niet helemaal consequent; soms schrijft ze ‘mensen’ in plaats van ‘menschen’. Ik heb me er verder maar niet in verdiept, en alleen evidente spelfouten gecorrigeerd.

Hier en daar heb ik voor de leesbaarheid de woordvolgorde wat aangepast, leestekens toegevoegd of verwijderd, of een enkel taalfoutje verbeterd. Daarop valt mijn grootmoeder niet vaak te betrappen. Ze schreef goed verzorgd Nederlands, zeker voor iemand die niet veel meer opleiding genoten had dan zes jaar lagere school. De alineëring heb ik aangepast aan de eisen die het lezen vanaf beeldscherm stelt. De koppen per kalendermaand en de afbeeldingen heb ik zelf toegevoegd.

Ik heb het verslag verder aangevuld met uitspraken en verhalen die ik ooit gehoord heb van mijn moeder of oma (mijn grootvader sprak zelden over vroeger, en helemaal nooit over de oorlog). Deze uitspraken, en andere uitleg en aanvullingen mijnerzijds, staan geschreven in kleinere, blauwe letters.

Nog iets meer over dit oorlogsdocument in mijn rubriek FHM’s A-viertjes

Frans Mensonides
3 november 2013
Laatste aanpassing: 27 februari 2015



Bronnen (o.a):
Alphons Siebelt, Gids voor Leiden in de Tweede Wereldoorlog; beschreven in 650 adressen. Leiden 2011
Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en Omstreken 1946
M.G. Verwey, Leiden in Bezettingstijd. Herinneringen van een gemeentebestuurder. Leiden 1946.




Het leed geleden: mijn grootouders in 1947. De rode kater op oma’s schoot overleefde de Hongerwinter. Dat is meer dan veel van zijn soortgenoten konden zeggen; honden en katten belandden massaal in de kookpot. Mijn oma deed nog haar best om het dier van eten te voorzien, en kocht bijvoorbeeld vis(afval) voor hem, zolang het nog beschikbaar was.

 



September 1944: Slag om Arnhem

 Maandag 11 September

Geallieerde legers staan voor de Nederlandsche grens. Op den dag de geheele dag groote activiteit in de lucht, boven Leiden.

 

Woensdag 13 september

Om 2.30 luchtalarm boven Leiden. Wassenaar gebombardeerd.

 

Dinsdag 19 September

Vanmiddag 12 uur bloedige straatgevechten in de buitenwijken van Eindhoven. Opnieuw overal in Nederland valschermjagers neergelaten. De Duitsers vernielen in groote haast overal de bruggen in Nederland.

Vanavond 7 uur. Het 2de Britse leger heeft Eindhoven bevrijd. Er wordt nu gevochten bij het Wilhelminakanaal.

Richting Arnhem en Nijmegen zijn weer nieuwe valschermjagers neergelaten. Er wordt gesproken over de zinlooze vernielingen die de Duitsers aanrichten.

Vanavond 8 uur. De geallieerde legers staan 4 K.M. vóór Nijmegen. Ze zijn in 5 uur tijd 48 K.M. opgerukt.

Vandaag geen luchtalarm boven Leiden. Rustige dag geweest. De plaatsen Aalst, Simpelveld en Geldrop zijn bevrijd.

 

Vrijdag 22 September

Nijmegen is van Duitsers gezuiverd en bevrijd.

Er woedt een vreeselijke strijd om Arnhem. Sedert drie dagen wordt deze stad beschoten en staat bijna geheel in brand. De toestand is critiek. Wanneer de geallieerden niet spoedig versterkingen krijgen, kunnen de landingstroepen het niet meer houden.

De versterkingen zijn op weg, en wij hoopen dat deze nog op tijd zullen komen. Rustig in Leiden. Geen luchtalarm.

 

Dinsdag 26 September

Nog steeds hevige strijd in Arnhem. Er worden voorlopig geen berichten meer gegeven. Boven Leiden is een vliegtuig in brand geschoten. Wij zagen 6 parachutisten in de lucht. Verder rustig geweest. Helmond is bevrijd.

 

Valschermjagers’; foto overgenomen van Wikipedia – Operatie Market Garden

Woensdag 27 September

In Arnhem en Oosterbeek hebben de geallieerde troepen zich na tien dagen harde strijd terug moeten trekken. Wij zijn allen zeer onder de indruk en het is de menschen aan te zien wat een vreeselijke teleurstelling dat is. De bevrijding is in onze gedachten verder weg dan ooit.

In feite begint op deze dag de Hongerwinter. Voor 4,5 miljoen mensen was een barre tijd in het verschiet, vol ontberingen. Als gevolg van een spoorwegstaking, uitgeroepen tijdens de Slag om Arnhem, kon geen voedsel per trein meer aangevoerd worden. De Duitsers belemmerden het transport over de weg. Infrastructuur werd verwoest door bombardementen. In de winter kwam door strenge vorst ook de binnenvaart stil te liggen. Door toenemende krijgshandelingen in uiteenlopende delen van het land raakte het westen bovendien steeds verder geïsoleerd.

 

Donderdag 28 September

Rustig boven Leiden, geen luchtalarm. Het gasrantsoen is nu maar 1 maal per dag van ’s avonds 5 tot 7 uur. Zondag a.s. den 1ste October moeten wij het eten halen in de gaarkeuken van de gemeente. Het gas wordt dan geheel afgesneden.

De ‘gaarkeuken’ heette officieel de Centrale Keuken, of ook wel: de massavoeding.




Oktober 1944: Toenemend gebrek

De Zeemanlaan in Leiden. Linksboven het rijtje waar mijn grootouders en moeder woonden, rechtsboven het plantsoen, waaronder een schuilkelder was, linksonder het even rijtje, waar dikke Joost, de NSB'er woonde, rechtsonder de bevrijdingsboom op de hoek met de Lammenschansweg (maar niet meer het originele exemplaar; er is ooit een nieuwe geplant).

 

Maandag 2 October

De toestand in ons land is critiek. Er zijn geen brandstoffen meer en de voedselvoorziening wordt steeds nijpender. We eten nu van de stadsgaarkeuken. Morgen wordt het gas afgesneden.


Zaterdag 7 October

Vanmiddag om ongeveer half twee zijn 1400 bommenwerpers over Leiden gevlogen richting Duitsland. Het was zoo’n zwaar gedreun in de lucht dat ramen en deuren van ons huis trilden.

 

Zondag 15 October

De nood in ons land is hoog gestegen. Er wordt vandaag in ons land en ook in Engeland een biddag gehouden voor de groote nood die in ons land is. Wij hebben nu enkel ‘s avonds electra van half zes tot ‘s morgens 7 uur.

 

Overgenomen uit: Alphons Siebelt, Gids voor Leiden in de Tweede Wereldoorlog; beschreven in 650 adressen. Leiden 2011, p. 61

 

Donderdag 19 October

Wij zijn vandaag alle drie ingeënt voor Buiktyphus. Lia is twee dagen ziek geweest.

nl. van de inenting; een verhaal dat mijn moeder nog regelmatig  vertelt. Ze werd onwel op school. Dit stukje is klaarblijkelijk pas een paar dagen later geschreven.

Met het eten en de kolen is het slecht. Wij hebben nog 3 mud kolen *, waarmede wij de winter door moeten komen, en die we ook voor kookdoeleinden moeten gebruiken.  Het eten wordt slecht, uit de centrale keuken. Wij krijgen per week 5 x soep, 1 x pap en ‘s Zondags kool doorelkaar. Het eten wordt nu ½ liter per persoon en per dag. Het was eerst ¾ liter p.p.

Woensdag 24 October

Op 19 October is een groot huis aan de Lammenschansweg de lucht ingeblazen. Er zou een geheime zender in gevonden zijn. Wij hebben in ons huis de ramen nog moeten verzekeren vanwege de luchtdruk.

In deze woning op de hoek van de Lammenschansweg en de Dahliastraat zat de verzetsman Jhr. mr. Robert de Brauw ondergedoken. Hij had een zender geïnstalleerd waarmee hij contact maakte met de regering in ballingschap in Londen. Zijn zender werd uitgepeild door de Duitsers, waarna De Brauw gevangen werd genomen; hij zou de oorlog niet overleven. De Duitsers bliezen het huis op, maar niet voordat zij de buurtbewoners gewaarschuwd hadden voor de luchtdruk.

De aardappelen zijn reeds f 150,= per mud *

70 kilo. In de jaren voor de oorlog kostte een mud aardappelen ongeveer f 5,=.

 

Vrijdag 27 October

Er stijgen weer geregeld V.1.’s op. De startbanen zitten dicht bij Leiden.

De ‘startbanen’ ofwel de lanceerplaatsen van de V1’s en V2’s, waarmee Londen bestookt werd, lagen in Wassenaar, Den Haag / Scheveningen en Hoek van Holland. De onderdelen van de raketten werden per trein aangevoerd in Leiden.

Wij zijn vandaag voor de tweede keer ingeënt. Lia is nu goed, doch ik ben beroerd.

Wij hebben vandaag gelukkig hout kunnen krijgen à 30 cent per kilo. We hebben 400 kilo genomen. Wij hadden nog 4 mud antraciet *, daar moeten wij de winter mee door, dus waren wij erg blij, dat wij dat hout konden krijgen.

*  280 kilo

 

Zaterdag 28 October

Veel V.1 in de lucht. Verschillende ontploften niet in de lucht, maar kwamen hier in de omtrek neer.

Mijn oma was blijkbaar nog niet op de hoogte van het doel van deze 'Vergeltungswaffen': Londen platgooien.



November 1944: Het licht gaat uit

Mijn moeder in baljurk, ruim een half jaar na de bevrijding

 

Zaterdag 4 November

Er wordt zwaar gevochten in Middelburg. Vlissingen is geheel bevrijd.

De plaatsen Fijnaart, Steenbergen en Terheijden zijn bevrijd.

Vandaag erg rumoerig boven Leiden. Veel vliegtuigen en zwaar afweergeschut. Er werden vandaag weer fietsen gestolen; op de Lammenschansweg zijn de Duitsers huis aan huis geweest om fietsen te vorderen.

Lia heeft vandaag 3 uur gefietst en kwam met 1 liter melk thuis waar wij erg blij mee waren.
Wij hebben vandaag gelukkig weer voor f 50.= brandhout gekregen en hebben nu gelukkig brandstof voor ongeveer 4 maanden.

Twee melkdrama’s die me altijd verteld zijn, ontbreken in dit dagboek: de melk die bij gebruik bedorven of in ieder geval ‘geschift’ bleek, en het pannetje dat door een onhandige manoeuvre omviel, waarna de kostbare melk grotendeels wegstroomde in de gootsteen.

De toestand wordt steeds nijpender. We wegen nu dagelijks de aardappelen, om het wat langer te rekken. Wij eten nu 3 kilo per dag maar wij lusten wel 4 kilo per dag. Ons rantsoen is nu 2 kilo per week p.p. Melk ¼ liter per dag, brood 1800 gr. per week p.p., peulvruchten ½ pond per maand, grutterswaren ½ pond per maand. Boter ½ pond per 12 dagen, kaas 1 ons per 14 dagen, jam 175 gram per 14 dagen. Suiker was altijd ½ pond per 14 dagen (nu niets meer). Vleesch 100 gram per week (alles per persoon).

 

Maandag 6 November

Rustig boven Leiden, wel worden er veel V.1.’s opgelaten.

Er zijn vandaag in de stad aanplakbiljetten opgehangen. Wij moeten nu heerenondergoed en -bovengoed inleveren voor een waarde van f 72,50. Als men nagaat dat er voor 1 heerenoverhemd ongeveer f 90 a 100,= betaald wordt en voor een katoenen pullover f 120, kan men nagaan, wat men aan kleedingstukken in moet leveren om aan dat bedrag te komen.

 

Dinsdag 7 November

Rustig boven Leiden.

Vandaag hebben wij in moeten leveren: 1 wollen deken, 1 regenjas, 2 paar wollen sokken en 2 vesten. Voor de kapitale som van f 72,50. Geld moeten we nog krijgen.

Wij hebben met inleveren kans gezien, om onder de handen van de Duitsers door de regenjas nog te redden.

Het officiële vergoedingenlijstje luidde: wollen deken f. 25,--, hemd f 5,--, onderbroek f 5,00, een paar sokken f 2,--, pullover f 10,--, vest f 5,--, jas f 30,-- à f 50,--. De Leidenaars werden gesommeerd, de kledingstukken op 7 november in te komen leveren bij bepaalde inzamelpunten. Veel Leidenaars weigerden dat, terwijl ook vele Leidse ambtenaren weigerden, de inleverpunten te bemannen. Daarom gingen de Duitsers de dag daarop over tot huiszoeking.


Woensdag 8 November

Vandaag hebben wij huiszoeking gehad van Duitsers. Het waren nog al gemoedelijke kerels, ze gingen gauw weer weg.

 

Vrijdag 10 November

Vandaag zijn de nieuwe bonnen uitgekomen, en alle levensmiddelen zijn weer verminderd. Brood minder: 400 gram per week p.p., boter 125 gr. voor 14 dagen. Er is nergens boter of vet te krijgen. Verleden jaar, 1943, hebben wij 1 snoepbon gehad. Nu vandaag kregen wij weer één bon de persoon, maar er is nergens snoep te krijgen.

 

Donderdag 16 November

Rustig boven Leiden. Er kwam vanmiddag een bon uit voor koolzaadolie in plaats van boter of vet. Wij krijgen nu 450 gram olie per p. en wij moeten daar tot 1 Januari mee doen.

 

Vrijdag 17 November

Vanmorgen is Lia om 8 uur de deur uitgegaan om in de rij te staan voor olie. Zij is voor de winkel flauwgevallen en moest de rij uit. Ze kwam om 11 uur thuis en was geheel van streek. Henk is vanmiddag gegaan en heeft twee uur in de rij gestaan voor olie, en hij heeft het gelukkig gekregen.

Volgens een vaak verteld verhaal van mijn moeder: ‘Ik stond in de rij voor een winkel op de Breestraat. Ineens werd ik duizelig. Ik hield me vast aan de vensterbank, maar moest toch de rij uit; ik kon me niet meer staande houden’.

 

Gele tram, gefotografeerd in Haags Openbaar VervoerMuseum, 2011

Zaterdag 18 november

De Engelsen hebben succes en staan 2 K.M. voor Roermond. Veel bombardementen in Nederland op spoorlijnen enzovoort. Wij krijgen ook nare berichten uit Apeldoorn. Luchtgevechten en bombardementen gaan dag en nacht door. Als er vervoer was, kwam de familie naar Leiden, maar de spoorwegen staken nog steeds, en de laatste tram (de gele) die nog van Leiden naar Den Haag. ging, heeft gisteren voor het laatst gereden.

De Gele Tram reed van Leiden naar Den Haag via Wassenaar; de dienst van de Blauwe Tram via Leidschendam was al eerder gestaakt.

 

Maandag 20 november

Vandaag stond overal aangeplakt dat het electra afgesneden wordt. Wij hadden gelukkig vanavond nog licht. Maar morgenavond! Wij hebben nog 2 pakjes kaarsen in huis.

Er zijn hier 12.000 Duitsers aangekomen. Er gaan geruchten dat het Schuttersveld als startbaan van de V.1.’s gebruikt zal worden. Verder is het heel rustig in Leiden. Hedenavond nog licht.

Het Schuttersveld was indertijd een braakliggend terrein op de plek waar nu de gelijknamige kantorenallee ligt. In vrolijker tijden dan hier beschreven, werd de drie-oktoberkermis er gehouden.Over een gebruik ervan als lanceringsplaats voor V1’s of V2’s heb ik niets kunnen vinden. Dat was waarschijnlijk inderdaad niet meer dan een gerucht.

 

V2 na de start in Wassenaar. Overgenomen van Wikipedia V2 (Raket)

Dinsdag 21 November

Vanavond voor het eerst zonder licht. Wij zitten met een oliepitje op tafel. Wij zijn om half negen naar bed gegaan. Wegens het slechte weer (alle dagen regen) geen nieuws aan de fronten.

Door afsnijden van het licht kwam ook een einde aan het luisteren naar Radio Oranje. Het bezit van een radio was illegaal, maar die van mijn grootouders had alle huiszoekingen overleefd. Hij was met riemen bevestigd aan de onderkant van het tafelblad. Mijn oma heeft doodsangsten uitgestaan tijdens de uitzendingen van Radio Oranje. Opa, die erg doof was, zette de radio naar haar smaak veel te hard, waardoor hij misschien op straat te horen zou zijn. ‘Man, zet dat ding toch zachter! Wou je ons alledrie in het gevang hebben?’

 

Woensdag 22 November

Vandaag druk in de lucht met schieten. Viermaal luchtalarm. De Engelsen staan nog 3 K.M. voor Venlo. Wegens afsnijding electra, krijgen we geen betrouwbare berichten binnen. In Den Haag is wegens het vorderen van mannen tussen 17 en 40 jaar alles gesloten. De meeste mannen zijn op de vlucht. Er wordt niet gebakken en er is niets te krijgen.

De toestand in ons heele land is ernstig en er wordt veel geleden. Iedere dag moeten wij, in weer en wind, op de fiets er op uit. Gisteren kregen wij van een boer 25 kilo aardappelen, waar wij erg blij mee waren. Ik heb verschillende kleedingstukken van Lia geruild voor aardappelen en appelen.

Mijn moeder ging naar school in oude lompen en op klompen, en viel daarmee niet uit de toon; iedereen zat in hetzelfde schuitje. Oma maakte veel kleren zelf, maar textiel voor kleding zal ook niet meer verkrijgbaar geweest zijn.

Wij kunnen nu misschien een carbidlamp krijgen voor kleeren en appelen. Wij hopen maar dat dat doorgaat.

Mijn moeder over die carbidlamp: Soms gaf zo’n lamp ineens een plof, zodat iedereen zich een ongeluk schrok. Ik zat ’s avonds ook wel mijn huiswerk te maken bij een oliepitje, zo goed en zo kwaad als het ging. Volgens mij heb ik toen mijn ogen verpest, zodat ik na de oorlog een bril nodig had.

Carbidlamp. Overgenomen van Wikipedia (Engels); Carbide Lamp

Vrijdag 24 November

Wegens de veele regens weinig nieuws van het oorlogstoneel. Vandaag naar de Haarlemmermeer gefietst van ’s morgens 9 uur tot ’s middags 2 uur. Oogst: 10 kilo aardappelen.

 

Woensdag 29 november

Vandaag weer de geheele dag veel afweergeschut in de lucht. Het is mooi weer. Veel Engelsen boven de stad. Verschillende malen luchtalarm. Vandaag weer naar de Haarlemmermeer geweest. Van half tien tot half vier gefietst, oogst: 5 kilo aardappelen.

 


December 1944: Hongertocht; bombardementen

In het begin van deze maand ondernam mijn grootvader met drie of vier anderen een hongertocht naar Heerhugowaard. De schaarse aantekeningen van mijn oma over deze hongertocht roepen veel vragen op over de precieze gang van zaken. Mijn grootvader hield geen dagboek bij en heeft mij er zelf nooit iets over verteld. Hij was een man van weinig woorden, en zal ook bij thuiskomst slechts een zeer beknopt communiqué verstrekt hebben.

Meer over de hongertochten in mijn rubriek 'FHM's' >>>>>

Dinsdag 5 december

Vanmorgen op Sinterklaasdag is Henk om 4 uur met onze buurman op de fiets vertrokken naar Noord-Holland (Alkmaar) om daar te zien aardappelen te krijgen. Ons broodrantsoen is verlaagd tot 1000 gram per week p.p. Melk wordt niet meer gegeven, enkel nog voor kinderen.

Mogelijk zijn de aardappels ook gekocht in Heerhugowaard (toentertijd een zeer miniem plattelandsdorpje), en niet in Alkmaar, zoals in het dagboek vermeld staat. De aardappelen werden, net als al het ‘zwarte’ voedsel dat zij kochten, betaald met spaargeld dat eigenlijk bestemd was voor de oude dag: ‘We hadden na de oorlog niets meer, en konden helemaal overnieuw beginnen’. Maar zoals oma elders in het dagboek opmerkt: ‘Wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen’.

 

Donderdag 7 December

Rustig boven Leiden. Niet veel nieuws van het oorlogstooneel. Vanmiddag om 3 uur is Henk teruggekomen van Alkmaar. De aardappelen zijn besteld, doch moeten met de handwagen gehaald worden. Ze moesten over Amsterdam terug, daar Haarlem afgesloten was en er razzia’s werden gehouden op mannen.

 

Zondag 10 December

Vanmorgen om 4 uur is Henk met nog drie collega’s * met de handwagen naar Alkmaar vertrokken. Het regende ’s morgens maar verder op den dag is het droog gebleven.

* Waarom de buurman er niet meer bij was, of niet meer genoemd wordt, weet ik niet. Hoogstwaarschijnlijk reed opa op zijn fiets voor de troepen uit; hij was al vanaf jonge leeftijd betrekkelijk slecht ter been. Mogelijk liet hij zijn metgezellen bij toerbeurt ook wel stukken fietsen. Ik heb wel eens een vaag verhaal gehoord dat ze om de beurt uitrustten op de kar, getrokken door hun eveneens dodelijk vermoeide kompanen, maar dat lijkt me raar.

Wij hebben vanmorgen om 9 uur ons eerste bombardement meegemaakt. Alles dreunde. De bommen vielen in het Kooikwartier. Veele dooden en gewonden. De bedoeling was het station op de Heerensingel waar de V.1.’s aankomen.

Dit station was het eindpunt van de in 1935 voor reizigersverkeer gesloten Haarlemmermeerlijn. Het lag op 1600 meter hemelsbreed van de Zeemanlaan en werd inderdaad gebruikt voor transporten van V1’s en V2’s. De bommen misten het station, maar kwamen terecht op de Sophiastraat en omgeving in de wijk Leiden Noord, ten westen van De Kooi die mijn oma noemt.

 

Maandag 11 December

Vanmorgen om 12 uur een tweede bombardement, erger dan dat van gisteren. Bij het station staat alles in brand.

Mijn moeder vertelt over dit bombardement dat zij op dat moment op school zat (1300 meter van de plek des onheils). ‘We hadden Engelse les. We hadden maar een paar uur school per dag, met lesuren van 20 minuten. Het was er niet te harden van de kou. En toen ineens dat bombardement. De grond golfde onder onze voeten. De lerares, 'madam' noemden wij haar altijd, zei: "Nou, nou, dat was dichtbij!", en we gingen gewoon verder met de les’ Ook deze bommen misten grotendeels hun doel en troffen een woonwijkje rond de Haverzaklaan, dat geheel verwoest werd. Dit wijkje lag ten noorden van de Rijnsburgersingel en westen van de Stationsweg.

De gehele dag vliegtuigen en veel schieten en afweer. Dikwijls luchtalarm. Lia was vanmiddag melk halen. Ze heeft langs de berm van de weg dekking moeten zoeken vanwege de scherven die onophoudelijk naar beneden kwamen. Het is nu alle dagen erg in de lucht, het is alsof de oorlog nu steeds dichterbij komt. Het is angstig. Kwam er maar een einde aan.

In Nederland zijn nu 1½ miljoen mensen bevrijd. 7½ miljoen mensen zuchten nog in slavernij.

In Apeldoorn zijn weer 30 mensen neergeschoten. 10 mensen werden uit snel rijdende auto’s op den weg geworpen. Duizenden mannen werden uit Apeldoorn naar Duitsland gevoerd.

Op hongertocht. Overgenomen van Clubs. Nederland in Oorlog (in foto’s)


Donderdag 14 December

Vanmorgen half negen is Henk alleen teruggekomen uit Alkmaar. De wagen staat kapot in Uitgeest. Henk heeft voor alle mannen eten gehaald en is te half een weer vertrokken naar Uitgeest.

Vrijdag 15 December

Vanmiddag half vier zijn ze uit Alkmaar aangekomen, geheel uitgeput en na veel tegenspoed, maar gelukkig met 4 mud aardappelen *. De kar stond nauwelijks voor de deur of er kwamen al mensen om te ruilen met wintermantels voor aardappelen. We zijn erg blij met de aardappels want de toestand wordt steeds nijpender.

Volgens een door mijn oma tientallen malen verteld verhaal: ‘Toen wij de aardappels voor de deur stonden uit te laden, kwam er een deftige vrouw langs, en die wilde een heel dure bontmantel die ze aan had, ruilen voor die aardappels. Maar daar zijn we natuurlijk niet op ingegaan. ik zei: “Daar heeft mijn man zijn leven voor gewaagd! En bont kunnen we niet eten!”’

 

Zondag 31 December (Oudejaarsavond)

Van het oorlogstooneel weinig nieuws. Het is erg koud en het vriest hard. Wij zitten vanavond met ons drieën rond de kachel en het eenige wat wij hebben is een klein roggebroodje, waar we al erg blij mee zijn. Wij gaan om 9 uur naar bed, want onze brandstof raakt op. Wij moeten zeer zuinig doen, willen we nog voor één maand brandstof hebben. Er is ons verhooging van de rantsoenen beloofd.

 



Januari 1945: Honger in het westen

Zaterdag 19 Januari

Er komt nu meer activiteit aan de oorlogsfronten. De Russen hebben een groot offensief ingezet richting Duitsland. Volgens Duitsland is de toestand voor hun zeer critiek. Wij hopen dat er nu toch spoedig verandering zal komen.

De toestand voor de burgerbevolking in het Westen is in één woord verschrikkelijk. Alles en iedereen lijdt honger, en de mensen en de kinderen lijden de grootste ontberingen. Lia gaat nu 2 x per week naar de boer voor melk; van 1 uur tot 4 uur is ze weg. Ze heeft van de week van de boer een bord pap gehad.* Als ze nu weer honger heeft, vraagt ze aan de boer om eten.

Ook een verhaal dat nog regelmatig ter sprake komt.

Wegens de vorst en de koude worden de rantsoenen minder in plaats van meer. Wij weten niet meer wat we beginnen moeten. We krijgen per week 2¼ A-bon brood *, 1 kilo aardappelen en ½ ons kaas. Verder niets, en dat moet nu nog verlaagd worden. We hebben al van November af geen vlees of vetten of boter gehad, in 4 maanden geen peulvruchten, grutterswaren, jam of suiker. Melk al in geen 3 maanden.

*  Onduidelijk wat precies bedoeld wordt.

Niets wordt er meer gerepareerd in de winkels, en als er wat gemaakt wordt, is dat tegen inlevering van levensmiddelen. We zijn nu bezig om een zo goed als nieuw colbertcostuum te ruilen voor brandhout. Henk kan het haast niet missen; hij heeft nog maar één pak, maar wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen.

Er is door Nederlandse doktoren een schrijven gericht aan de Rijkscommissaris over de ontzettende voedseltoestand van een groot deel der Nederlandse bevolking, voornamelijk in het Westen van Nederland. Wij krijgen per dag 600 calorieën. Iemand die werkt heeft 2300 calorieën noodig; iemand die niet werkt, 1600 calorieën. Commentaar is overbodig. 

 

Dinsdag 23 Januari

Vandaag hebben wij ons derde bombardement meegemaakt om 11 uur. Het was nog geen 500 M. bij ons vandaan. Wij vluchtten de gang in met vluchtkoffers enz. Henk lag ziek te bed. Hij vloog het bed uit en met enkel een overjas hebben wij beneden gestaan en maar afgewacht. Veel ruiten in de omgeving vernield en daken van huizen beschadigd. Wij zijn de geheele dag erg nerveus, en als we vliegtuigen hooren zijn we al bang.

Dit bombardement was gericht op de spoorbrug over het Rijn-Schiekanaal, op de lijn Leiden – Utrecht. Dit kanaal is ook bekend onder de naam De Vliet, of kortweg: Het Kanaal. De brug is op 3 en 6 februari en 25 maart opnieuw gebombardeerd.

 

Zaterdag 27 Januari

Wij zijn vanwege de brandstoffenschaarste verhuisd naar den bovenkamer. Het is zeer koud, al sinds 14 dagen. De sneeuw ligt 50 cm hoog en het vriest hard.

Vanmiddag ben ik opgebeld uit Haarlem dat mijn vader een beroerte heeft gehad. Het is onmogelijk voor ons om naar Haarlem te gaan. Sinds September gaan er geen treinen meer, en met de fiets kan niet vanwege de sneeuw.

Alle in het dagboek genoemde locaties in Leiden. Kaart overgenomen van GoogleMaps

 


Februari 1945: Alleen achtergebleven

 

Donderdag 1 Februari

Het heeft gelukkig snel gedooid, en ik ga vandaag op de fiets naar Haarlem.

 

Woensdag 7 Februari

Vader vannacht overleden.

 

Zaterdag 10 Februari

Vader vandaag begraven. Wegens de groote hout-nood moest vader in een bordpapieren kist begraven worden.

 

Woensdag 14 Februari

Vandaag hebben wij aanzegging gehad om evacuees op te nemen uit de Melchior Treublaan. Op 6 Februari is hier weer een ernstig bombardement geweest. Alles in deze buurt is stuk. Wij zijn er gelukkig nog goed afgekomen. Lia was alleen thuis en is nadien erg nerveus als er vliegtuigen naderen.

De Melchior Treublaan loopt parallel aan het spoor vanaf waar nu station Leiden Lammenschans is, totaan de brug over het Kanaal (zie 23 januari).

 

Woensdag 21 Februari

Vandaag zijn Henk en Lia op de fiets naar Apeldoorn gegaan met mooi weer. Henk om eten te halen en Lia om een tijdje te blijven vanwege de voedselnood die hier ontzettend is. Veele mensen bezwijmen op de straten en haast iedereen lijdt aan ondervoeding.

Zaterdag 24 Februari

Vandaag via de Politie uit Apeldoorn bericht dat beiden goed zijn aangekomen.

 

Zondag 25 Februari

De strijd herleeft en boven Leiden veel schieten en bommen. Tweemaal de vlucht genomen bij Leeman *.

* Leeman(s): de buren

 

Overgenomen van Wikipedia – Distributiebon

 

Zondagmiddag 25 Februari

Uit een brief aan mijn moeder in Apeldoorn. Deze brief zat los in een van de drie schriften van het dagboek. Hij bestaat uit een aan beide zijden beschreven vel papier.

Lieve Lia,

Jelui zijn Woensdag vertrokken, en zoo ik je beloofd heb, zou ik je Zondag schrijven. Ik heb vandaag de politie aan de deur gehad om te vertellen dat jullie goed zijn overgekomen en gisteren (Zaterdagmiddag) werd ik door de politie in Apeldoorn opgebeld met hetzelfde bericht. Ik schrok wel erg, maar was later toch blij dat jullie goed zijn overgekomen.

Ik zit vlak bij de kachel te schrijven, op mijn schoot; daarom schrijf ik zoo leelijk. Het is erg koud vandaag, het is vijf uur, en ik heb de kachel net aangemaakt om het eten op te warmen. Hij moet om 7 uur weer uit en ik ga om 8 uur naar bed. Zo gauw Pap thuis is, moet hij weer hout sprokkelen, ik kom er van de week met het hout haast niet mee.

Ik ben erg moe, want heb van de week hard gewerkt. Jouw kamer is al schoongemaakt, en ik heb alles gewassen in gewoon koud water, zonder zeep of iets dergelijks. De evacuees zijn op orde en zitten boven, ik heb ontzettend veel werk gehad van de week. Het zijn wel rustige mensen, maar ik vind het toch niet leuk.

Over deze inkwartiering staat verder niets meer vermeld. Ik heb er ook nooit iets over gehoord; misschien duurde hij niet tot het einde van de oorlog, en was hij maar van korte duur.

’s Morgens om 11 uur moet ik uitscheiden met werken, dan moet ik eerst op eten wachten. * Een keer heeft Wil ** het voor me gehaald. Ik had bijna 1 uur gestaan, het eten werd afgekeurd;  *** om 4 uur ’s middags moesten we ander eten halen. Ik kon de kachel niet aanmaken en kreeg ’s middags om 4 uur voor het eerst eten.

* bij de gaarkeuken
** een vriendin van mijn moeder.
***
vaak bleek het eten in de gaarkeuken nauwelijks voor consumptie geschikt, of zelfs ronduit bedorven

Ik heb Zaterdagmorgen de geheele morgen in de rij gestaan voor vlees. Je weet, wij hadden van half December niets meer gehad, en nu kreeg ik een half pond. Nu dat jullie er niet zijn, heb ik van de week gelukkig niet zoo’n honger gehad, en voel ik me weer iets sterker worden. Ik ben nog bij niemand op visite geweest, ik heb het te druk. Ik heb gisteren 1 pond soda gekocht voor f 12,50 (vroeger 5 cent). Nu heb ik gelukkig iets voor de wasch.

(…)

Gisteren is een transport kinderen voor Friesland bij Woerden beschoten, 4 kinderen dood, hoopen gewonden, en twee begeleiders dood. Nu mag Wil niet naar Friesland, tenminste niet met een auto.

Ondervoede kinderen werden in die tijd wel ondergebracht bij pleeggezinnen in uiteenlopende delen van Nederland, om aan te sterken. Kerkelijke organisaties regelden een en ander. Het transport per auto of schip verliep doorgaans chaotisch, en vond vaak plaats na spertijd, met toestemming van de Duitsers.

Mijn moeder stond kort na de bevrijding op de nominatie om uitgezonden te worden naar Zeeland of zelfs Zwitserland. Maar het ging niet door: ‘We werden gewogen op school, bij de gymles. Ik woog nog maar 30 kilo. Maar anderen waren er nóg erger aan toe, en die hadden voorrang’.

Nu lieve Lia, ik hoor van Pap wel over jullie reis. Je moet met het eten wat voorzichtig beginnen, want je maag verdraagt het goede eten niet meer en dan zou je weer last krijgen met je buik.

Hier eindigt de brief zonder ondertekening. Mogelijk ging hij op een ander blad verder voor mijn grootvader.

 

Voedseluitdeling in een gaarkeuken in Den Haag. Overgenomen van pagina van Heddy Kors op Museon Den Haag

 

Maandag 26 Februari

Vandaag nog erger boven Leiden. De Vink opnieuw gebombardeerd.

De Vink was indertijd een buurtschap op de grens van Leiden en Voorschoten, een gebied dat tegenwoordig is opgeslokt door nieuwbouw. Het doelwit van het bombardement was ongetwijfeld: de brug over de Oude Rijn op de spoorlijn naar Den Haag, bij uitspanning De Groote Vink, 500 meter ten noordoosten van het huidige station De Vink. In november 2013, enkele dagen voor het publiceren van dit dagboek, werd  bij graafwerkzaamheden aan de Amphoraweg, weer 500 meter naar het noordoosten, een bom gevonden. In mei 2014 werd op vrijwel dezelfde plek opnieuw een Britse 500-ponder gevonden.

 

Woensdag 28 Februari

Vanaf 9 uur vanmorgen tot 6 uur ’s avonds veel vliegtuigen in den lucht en bommen op Wassenaar. Alles dreunt hier en ik heb alle ramen opengezet vanwege de luchtdruk. In het bevrijde gebied zijn 100.000 woningen beschadigd, waarvan er 20.000 geheel zijn vernield.

 


Maart 1945: Aftocht der Duitsers?

Vrijdag 2 maart

Lia is vandaag jarig, dit is de eerste keer dat zij niet thuis is, en ik heb een eenzame dag. Maar als ik dan weer bedenk dat zij daar voldoende eten heeft, raak ik er weer mee verzoend.

De brandstoffen zij nu zoover op, dat ik de kachel nog aan kan maken om 4 uur tot 7 uur om wat te koken.

 

Zaterdag 3 maart

Er gaan geruchten van een groote chaos in Duitsland. Wij hoopen dat het waar is, want de toestand in het Westen wordt bij de dag erger. Er is bijna niets meer te krijgen, en van de massavoeding is het alle dagen soep van water.

 

Dinsdag 6 maart

Vanmiddag is Henk van zijn reis naar Gelderland teruggekomen. Hij heeft gelukkig heerlijk veel etenswaren mee kunnen nemen, en ik voel mij een ander mens, nadat ik na die verschrikkelijke nood waarin wij verkeerden, weer eens een goed maal eten krijg. Ik ben in de afgeloopen 5 maanden weer 13 pond afgevallen, en weeg nu nog maar 120 pond.

Ik heb mijn grootmoeder, met haar rijzige, forse gestalte, zelf niet anders gekend dan worstelend met diëten. Haar streefgewicht van 140 pond werd daarbij zelden gehaald.

Ze hebben op de reis veel meegemaakt, en Henk heeft met elkaar 500 K.M. gefietst.

Op deze 6e maart begonnen in Leiden de uitdelingen van Zweeds Wittebrood, gebakken van meel dat per schip uit Zweden was aangevoerd. Oma rept hier niet van, misschien omdat deze gebeurtenis in de schaduw stond van opa’s behouden thuiskomst met fietstassen vol voedsel.

Een ander verhaal dat in dit dagboek ontbreekt, is de ‘tulpentaart’, waarover mijn moeder nog wel eens spreekt, maar die misschien in een eerdere fase van de oorlog is geconsumeerd. Volgens mijn moeder was het eten ervan niet voor herhaling vatbaar.


Zondag 25 Maart

Vanmiddag zijn weer de spoorlijnen bij de Vliet * gebombardeerd. Wij waren weer bij de familie Valk op visite en ik ben van angst de kelder in gevlucht.

Dezelfde brug als op 23 januari en 3 en 6 februari.

 

Maandag 26 Maart

Vandaag worden weer mannen en jongens opgepikt en overal  weer fietsen gevorderd. Wij durven niet met de fiets op straat, want Henk moet in het laatst van de week weer naar Apeldoorn.

 

Donderdag 30 Maart

Vandaag een bewogen dag. Er liepen al de geheele week opwindende geruchten, maar er was niets te controleren, wij hebben nog steeds geen electra, en de couranten zijn niet betrouwbaar.

Maar nu eindelijk is de groote dag aangebroken en de schooiers, dieven, moordenaars en plunderaars zijn vertrokken. Op fietsen zonder banden en melkwagentjes enz. vertrokken de heeren, het Herrenvolk, wel een beetje armoediger dan toen ze er in kwamen. Ze hadden alles gecamoufleerd met heele bosschen van groen en tulpen ertussen. De Engelsen konden denken dat er ineens rijdende tulpenvelden in Holland waren gekomen.

Ik kan het me niet begrijpen dat het rapalje weg is en ben bang dat er morgen weer een nieuwe troep plunderaars aan komt zetten.

Iets te vroeg gejuicht; er bleven nog veel Duitsers achter, tot de allerlaatste dag van de oorlog.

 

Susteren, nabij de meest westelijk gelegen grensovergang van Duitsland. Archieffoto 2011


Zaterdag 31 Maart

Henk vanmorgen naar Apeldoorn vertrokken om Lia te halen. Het is wel angstig met het terugtrekken van de Duitsers. Al twee dagen dag en nacht ontploffingen van alles wat de Duitsers in de lucht laten vliegen.

Ook de Hollandsche Constructie Werkplaatsen (HCW) werden gedeeltelijk verwoest, een staalconstructiebedrijf aan de Zoeterwoudseweg, op 700 meter van de Zeemanlaan. De directeur daarvan, Felix Guljé, werd na de oorlog verdacht van collaboratie, maar werd, voordat het onderzoek naar zijn eventuele euveldaden voltooid was, op 1 maart 1946 bij de voordeur van zijn woning doodgeschoten. In 2011 bekende de ex-verzetsstrijdster Atie Ridder-Visser, deze verjaarde moord (die je onmogelijk als verzetsdaad kunt beschouwen) op haar geweten te hebben. Het nieuws bracht grote beroering teweeg in Leiden – maar dat is een ander verhaal.



April 1945: Hongerend naar het einde

 

Dinsdag 3 April

Ik heb vandaag de geheele dag al gewacht of ze terug zouden komen. Er staat veel wind en het weer is slecht.

Mijn grootmoeder over die bange dagen: ‘Ik was óp van de zenuwen. Ik hád het niet meer van ongerustheid. Ik liep maar naar het voorkamerraam, en ik keek maar in de straat, of ze er al aankwamen. Je had geen informatie, niks.’ Telefoonverkeer was op het eind van de oorlog ook niet meer mogelijk.

 

Woensdag 4 April

Vandaag weer de geheele dag uitgekeken of ze niet komen. Het is nu alweer 7 uur en ik vrees dat ze weer niet komen. Ik maak mij al erg ongerust.

 

Donderdag 5 April

Vandaag zijn Henk en Lia thuisgekomen. Zij zijn net bijtijds vertrokken, daar de Engelsen oprukken richting Apeldoorn.

Gisteren zijn de plaatsen Zwolle, Meppel en Groningen gebombardeerd daar zich in deze plaatsen terugtrekkende Duitsers bevinden.

 

Zaterdag 7 April

De nood is zeer hoog. Er sterven tientallen mensen per dag en steeds meer ziekten breken er uit.

 

Maandag 16 April

De Canadeese troepen zijn doorgedrongen tot de Dollard. Teuge en Twello zijn bevrijd. In de buurt van Arnhem is Deelen veroverd.

Seyss-Inquart * is gevlucht en onze leider ** schittert door afwezigheid. Die is nergens te vinden. De grond wordt hem te warm.

* Seyss-Inquart, bijgenaamd: zes-en-een-kwart, was Hitlers rijkscommissaris, en daarmee de hoogste nazi-functionaris in Nederland ** Hitler verscheen aan het eind van de oorlog nauwelijks meer in het openbaar

De berichten zijn over het algemeen erg verward. Ze spreken elkaar herhaaldelijk tegen.

Er is nergens meer telefoon en alle electra is afgesneden, tot zelfs in de ziekenhuizen.

 

Vrijdag 20 April

De voedseltoestand in het Westen is verschrikkelijk. Van de week is ons heele rantsoen 400 gram brood en 1 kilo aardappelen in 7 dagen p.p. De kinderen vragen aan de groenteboer op de weg om een paar slablaadjes.

Boven Leiden nog steeds rust in de lucht.

 

Zaterdag 21 april 

Te Enschede is prof. Snijder gearresteerd, voorzitter van de Nederlandse cultuurkamer.

 

Dinsdag 24 April

De inundaties belemmeren den opmars der Engelsen ten zeerste. Wij hier in het Westen zijn er het ergste aan toe. Wij hebben al zoo’n treurige winter gehad en nu komen wij vanwege het water het laatste aan de bevrijding toe, terwijl de voedseltoestand hier zoo bijzonder treurig is. De Wieringermeer staat geheel blank. Huizen en wegen staan geheel onder water. Een werk van 15 jaar is teniet gegaan.

Over de strijd bij de Grebbelinie is niets naders bekend. Alles staat zoo’n beetje op het doode punt.

 

Woensdag 25 April

Daar de nood in de 3 bezette provincies * zoo hoog is, willen de geallieerden pakketten met levensmiddelen uit bommenwerpers boven deze provincies uitgooien. De Duitsers moeten medewerking verleenen, doch er zullen wel veel moeilijkheden zijn. De geheele bevolking hoopt echter, en heeft weer wat moed gekregen.

*Noord- en Zuid-Holland en Utrecht

 

Vrijdag 27 April

Henk wordt vandaag 50 jaar, en nog is de zoo hevig begeerde vrede er niet. Alles wijst erop dat het niet lang meer duuren zal.

Lia heeft vandaag de geheele middag bij de boer gestaan en heeft een halve liter melk gekregen. Wij hebben nu vanavond nog een kopje koffie en ik heb van nog een klein beetje meel een pannenkoekje gebakken. Daar zijn we momenteel al blijde mee.

De toestand in ons land blijft hetzelfde. In Delfzijl wordt op sommige plaatsen nog gevochten. Van de Grebbelinie geen nieuws. De Duitsers gaan niet accoord met de voedselpakketten uit de lucht; wel als het met schepen aankomt. De mensen zijn over het algemeen zeer terneergedrukt. Wij verwachten redding van de pakketten, en misschien wordt dat nu ook weer niets.

In Berlijn woedt een vreeselijke strijd. Er kan nu alle dagen wat gebeuren.

Een verhaal van mijn moeder dat ik niet terugvind in het dagboek, en vermoedelijk in het voorjaar van 1945 speelt. ‘Op een middag moest ik zo lang in de rij staan voor melk dat ik niet op tijd meer terug was. Ik fietste zo hard als ik kon. Het begon al te schemeren. Het liep tegen spertijd; acht uur, was dat toen geloof ik. Als je daarna nog op straat was, kon je zo maar neergeschoten worden. Ik was vijf minuten te laat binnen. Je oma stond voor het raam naar me uit te kijken en was in alle staten van ongerustheid’. (De avondklok ging doorgaans in om middernacht, maar het tijdstip kon door bijzondere oorlogsomstandigheden vervroegd worden).


Zaterdag 28 April

Hier erg rustig boven Leiden. In dagen geen vliegtuigen gehoord.

 

Zondag 29 April

Vandaag een extra bericht. Het einde is in zicht. Wij kunnen het nog niet begrijpen, na 5 jaar oorlog. De mensen zijn uitgelaten van vreugde.

Vanmiddag precies om 1 uur kwamen de eerste Engelse bommenwerpers boven Leiden, niet met bommen, maar met levensmiddelenpakketten die ze uit de vliegtuigen wierpen. Er zijn veel pakketten uitgegooid, en bij gunstig weer zal er nog meer komen. Het is vandaag erg slecht weer, regen en natte sneeuw, dus wij verwachten ze vandaag niet meer.


Maandag 30 april

Vanochtend om 9 uur kwamen weer groote formaties Engelse en Amerikaanse bommenwerpers om voedsel af te gooien. Het was een prachtig gezicht en de mensen waren opgetogen. Ze vlogen zoo laag, dat wij de piloten zagen. Wij hebben gewuifd en gedanst van blijdschap, en ik moest huilen van aandoening.

Wij leven in een groote spanning, want het eene gerucht na het andere doet de ronde.

Op Zondag 29 April is Mussolini, een van de ergste oorlogsmisdadigers, opgehangen. Hitler, de ergste oorlogsmisdadiger, zou stervende zijn. Dit is echter geen betrouwbaar bericht. Afwachten maar.

 


Mei 1945: Vrij!!

Dinsdag 1 Mei

Vandaag weer enorm veel vliegtuigen om eten te brengen voor het Westen. De mensen zijn waanzinnig van vreugde over al het heerlijke eten dat in de pakketten zit.

Het zou helaas opvallend lang, nog bijna twee weken, duren voordat deze pakketten verdeeld werden onder de hongerende bevolking, zoals blijkt uit het vervolg van het dagboek.

Vanmiddag weer een man in de Breestraat neergevallen van de honger. Er komen hier per dag 10 à 12 mensen aan de deur voor eten. Ik heb zoo lang mogelijk nog gegeven, maar wij hebben zelf ook niets meer. Maar de redding is nu nabij. Wij hebben al zoo lang geleefd op 400 gram brood per dag en 1 kilo aardappelen per week (of ½ liter eten van de keuken) dat wij reikhalzend uitzien naar uitkomst.

 

Woensdag 2 Mei

Officieel is bekend gemaakt dat Hitler gisteren is overleden.

Dat was een van de laatste leugens van Goebbels’ propagandamachine. Hitler zou op 1 mei zijn gesneuveld in de strijd om Berlijn. In werkelijkheid had hij een dag eerder door zelfmoord een roemloos einde gevonden in zijn bunker in Berlijn.

Er is geen strijd meer in Nederland. Weer veel vliegtuigen met eten. Dat gaat bijna de geheele dag door.

De Duitsers hebben goedgevonden dat nu ook eten per boot en per auto aangevoerd mag worden. De haven van Rotterdam is daarvoor vrijgegeven, en ook bepaalde wegen voor autovervoer.

 

Donderdag 3 Mei

Er vliegen de geheele dag weer vliegtuigen met voedsel voor hongerend Nederland. Alles is in spanning en wacht op de dingen die komen zullen.

 

Vrijdag 4 Mei

Hedenavond om kwart over negen wordt er gebeld door onze buurman, meneer Leemans om het groote nieuws te vertellen dat Duitsland de wapens neergelegd heeft en dat de strijd na bijna 5 eindelooze jaren voorbij is.

Wij mochten na 9 uur niet meer op straat, maar de geheele buurt liep uit. Het was een gelach en gejubel, en de menschen waren uitgelaten van vreugde. Morgenochtend (Zaterdag) om 8 uur zal de capitulatie geteekend worden, en mogen weer vrij de vlaggen uit. Wij zijn zoo uitgelaten, en wij hebben bijna niets meer in huis om deze vreugdevolle avond te vieren.

Ik had nog een busje kersen in de kelder en dat hebben wij maar opgemaakt om uiting te geven aan onze blijdschap.

 

Zaterdag 5 Mei 1945

De dag der dagen eindelijk na 5 vreeselijken jaren bezetting en ellende, waarvan de laatste 7 maanden van honger, koude en ontbering in allerlei vorm ten einde.

Vanmorgen om half zeven al in de stad om de Engelsen te begroeten. Zij komen nog niet; het kan nog wel eenige dagen duren. Om 8 uur precies gingen de vlaggen uit en overal klinkt het Wilhelmus. Het is ontroerend om te zien. Een ontzaggelijken drukte in de stad. Het is de mensen aan te zien, dat ze van een zware druk bevrijd zijn. Wij loopen de geheele dag op straat en zijn doodmoe, maar de Canadeezen laten steeds op zich wachten.

Nog steeds daveren de bommenwerpers door de lucht om voedsel af te werpen. Het is een drukte van belang door de stad. De binnenlandse strijdkrachten, die zoolang onder de grond hebben gewerkt, komen nu in actie, maar nu boven den grond en in volle vrijheid.

 

Zondag 6 Mei

Er wordt dag en nacht gewerkt om al het voedsel te deelen en te tellen om de bevolking zoo gauw mogelijk te helpen.

 

Maandag 7 Mei

De eerste Canadeezen gezien. Ik ben zoo veel op de straat dat ik bijna geen tijd heb om te schrijven.

Wij wilden naar Apeldoorn, maar vanwege de ziektes die heersen, mogen wij niet de stad verlaten.

 

Dinsdag 8 mei

Dit is wel de gewichtigste dag. Vannacht om 1 minuut over 12 uur (dus tussen 8 en 9 mei 1945) worden de vijandelijkheden in heel Europa gestaakt. Dan is de slachting van 5 lange jaren voorbij. Wij kunnen het ons niet begrijpen, en steeds als wij een vliegtuig hooren bekruipt ons nog angst.

Vanmiddag om 3 uur begon voor het eerst de distributieradio te spelen. Er zijn kolen aangekomen en verschillende zaken hebben weer stroom. Het was ontroerend toen wij voor het eerst weer de oude omroepstemmen hoorden en weer Radio Oranje uit Engeland. Deze afgeloopen dagen zijn om nooit te vergeten.

Vanavond om half negen zijn hier uit de buurt de N.S.B.ers  uit hun huizen gehaald. Met gejoel en Oranjeliederen werden ze weggebracht. Ook hebben ze hier in de buurt van vrouwen en meisjes die zich met Moffen hebben afgegeven, de koppen kaalgeknipt en ze met de kale koppen in triomf door de straten gedragen. Ik lag met flinke hoofdpijn op de divan, maar ik heb toch nog meegedaan, want dit moment had ik niet graag willen missen. Dit tuig heeft ons zooveel aangedaan dat iedere straf nog te licht voor hun is.

De Canadeezen zijn vanmiddag om 3 uur in Leiden aangekomen. Het was prachtig en wij hebben de stoet op het Levendaal goed kunnen zien. Jonge meisjes en kinderen hadden zij op de wagens en op de motorfietsen en alles was met bloemen en confetti. Het is om nooit te vergeten.

 

Woensdag 9 mei

Vandaag een rustige dag. Het is niet zo druk in de stad en de Canadeezen lopen rustig in de stad en deelen handteekeningen uit aan de meisjes. Het oppakken van N.S.B.ers gaat rustig door en ook het kaalknippen van de koppen gaat z’n gang. Verder geen bijzondere dingen, vandaag.

 

Woensdag 10 Mei

Het is vandaag 5 jaar geleden dat de oorlog begon. Het is nog steeds feestelijk in de stad.

Wij hebben vandaag ons eerste pakje ontvangen van het voedsel, door de vliegtuigen gebracht. Wij waren om 2 uur vanmiddag aan de beurt maar wij konden onze beurt haast niet afwachten. Het werd intussen toch nog 6 uur ’s avonds, wegens vertraging in het vervoer. We kregen allen een pakje bestaande uit een blik bacon, en tablet chocolade van 1½ ons en 1¼ ons eierpoeder. Het was heerlijk en we hebben gesmuld.

 

Vrijdag 11 Mei

Heel veel vliegtuigen met voedsel. Alles gaat nu wat rustiger worden in de stad.

Het is nu 9 uur ’s avonds en juist komt de B.S.* om de N.S.B.ers te arresteeren. Hier aan de overkant wordt Dikke Joost ** weggehaald en meerdere mensen uit de buurt.

* BS: Binnenlandse strijdkrachten. ** ‘Dikke Joost’, een student rechten die lid was van de NSB, bespioneerde zijn buren, althans dat kan opgemaakt worden uit een verhaal dat mijn moeder en oma vaak vertelden. Op een avond betrapte mijn opa Dikke Joost terwijl hij aan het voorkamerraam stond te loeren en te luisteren (de huizen aan de oneven zijde van de Zeemanlaan hebben geen voortuin). Gevraagd wat hij daar deed, antwoordde Dikke Joost dat hij een bepaald schoolboek van mijn moeder wilde lenen, een smoes die niet geloofd werd. Deze NSB-er (waarvan de achternaam mij niet bekend is) hoorde vermoedelijk niet tot de kopstukken; hij staat niet vermeld in het zeer uitgebreide boekwerk Gids voor Leiden in de Tweede Wereldoorlog; beschreven in 650 adressen van Alphons Siebelt.

 

Dinsdag 15 Mei

Vandaag weer extra levensmiddelen gekregen: 800 gram Biskwie per persoon, 1½ ons thee per drie personen, ½ pond knakworst p.p. Iedereen dag komt de geluidswagen, dat er nieuwe heerlijkheden op komst zijn. Het is a.s. zondag Pinkster en wij krijgen dan 1 kilo aardappelen p.p.

Alles wat eetbaar is in huis hebben wij op. Nog enkele flessen weck * heb ik bewaard. Daar moeten wij het mee doen, totdat er weer voedsel komt van de Canadeezen.

* wecken: het inmaken van groente in luchtdicht afgesloten glazen potten, zodat zij in de winter nog geconsumeerd konden worden. Ik zag dat als een verschijnsel uit grootmoeders tijd, maar het schijnt tegenwoordig ook nog wel gedaan te worden.

 

Pagina uit het dagboek

20 en 21 Mei (Pinkster)

Wij hebben dank zij de Canadeezen heerlijke Pinksterdagen gehad. Na vijf jaren geen thee, hebben we nu echte thee gedronken. Na 8 maanden geen koffie en melk hebben wij nu koffie kunnen zetten. Wij hebben een koekje in huis. Wij hebben 1½ pond boter gekregen en 3 kilo aardappels. Wij hebben gesmuld.

Het is nu twee uur ’s middags 2de Pinksterdag en de geluidswagen staat weer in de straat, dat wij morgen 400 gram biskwie krijgen p.p., ter aanvulling van brood. Meel om genoeg brood te bakken, is nog steeds niet voorradig.

Ik ga nu eindigen met mijn dagboek. De couranten zijn nu weer vrij en wie nog radio heeft kan nu vrij luisteren.

Ik heb vanaf September 1944 dit dagboek bijgehouden, omdat onder de Duitse bezetting de couranten niets anders dan Duitse leugens verkondigden. Niemand had haast meer radio, en daar wij zelf clandestien luisterden, wilde ik zelf juist in die laatste 8 maanden voor Nederland zoo belangrijke gebeurtenissen opschrijven.

Heel dikwijls heeft mij de moed ontbroken om nog dit boek verder bij te houden, vooral midden in deze verschrikkelijke winter, met steeds dagelijkse honger en koude. Ik heb dikwijls getwijfeld aan de goede afloop, maar nu gaan we toch de goede kant op.

Ik zal nog wat belangrijke data enz. bijhouden, en sluit hierbij mijn dagboek.

Leiden, Pinkster, 21 mei 1945.

 


Een dag later overleed in Apeldoorn mijn overgrootvader. Mijn opa kreeg van de Canadezen toestemming voor een familiebezoek


© Frans Mensonides, Leiden, 2013, 2014, 2015