Tramweg tot de wetenschap: de Uithoflijn (2018?)


Kaartje overgenomen van Gemeente Utrecht

 

De huidige Utrechtse studenten zullen er slechts ten koste van een langstudeerboete gebruik van kunnen maken. Spijtig, maar het voornaamste is, dat hij in 2018 gaat rijden: de langverbeide tram van Utrecht Centraal naar De Uithof. Onderweg zul je kunnen genieten van een gevarieerd uitzicht: treinen, huis- en slaapkamers (van onbehoorlijk dichtbij), kerkhoven, forten, sportvelden, een stadion en tenslotte een Weg tot de Wetenschap.

De Uithof bestaat al een halve eeuw als onderwijscentrum en kampt al een kwart eeuw met een prangend openbaar vervoersprobleem. Ik ga de toekomstige tramroute van een kleine 8 kilometer lengte befotowandelen, van zo dichtbij mogelijk. Maar eerst een diepe duik in de geschiedenis.

Eens was De Uithof een agrarisch gebied op de grens van de gemeenten Utrecht, Bunnik, De Bilt en Zeist. Het lag in het schootsveld van de forten Hoofddijk  en Rhijnauwen, (beide door mij bewandeld in 2007), en daarmee in de ‘verboden kringen’ waarbinnen geen permanente bouwwerken opgericht mochten worden. Daar heeft men nog heel lang de hand aan gehouden, ook toen de forten hun militaire functie al lang verloren hadden.

Eind jaren 50 werd het terrein, ver gelegen van auto- en spoorwegen, gepromoveerd tot nieuwe locatie voor de Universiteit Utrecht. In 1967 vestigde Diergeneeskunde zich, toepasselijk, als eerste faculteit tussen de koeien en schapen. Verder waren er toen alleen nog maar een paar laboratoria.

Een paar jaar later werden de transistoria, c.q. ‘doorgangshuizen’ geopend waar het academische leven zich afspeelde en zich nog steeds afspeelt. Ik was er op die fortentocht. In de jaren 70 werd het weiland snel volgebouwd met de architectonische blikvangers die tot de dag van heden het handelsmerk zouden blijven van dit universiteitsterrein.

Steeds meer faculteiten namen de wijk naar de uithoek De Uithof. Aan het eind van dat decennium telde De Uithof 20.000 studenten. Die hoefden niet allemaal meer op de fiets naar collegezaal en lab; het plaatselijke vervoersbedrijf GVU had een busdienst geopend.

Intussen werd hard gewerkt aan de sneltramverbinding Utrecht CS – Nieuwegein – IJsselstein (SUNIJ), die in 1983 in gebruik zou worden genomen. Deze tramlijn had het begin moeten worden van een uitgebreid railnet met takken naar de wijken Zuilen en Overvecht, naar de toekomstige nieuwbouwlocatie Leids(ch)e Rijn, naar Zeist en lest best naar De Uithof.

De laatste lijn zou lopen via het centrum, maar dat leverde protesten op van winkeliers, die blijkbaar weinig interesse hadden in dagelijks tienduizenden klanten langs hun etalage. De lijn ging niet door, net als de rest van al die mooie railplannen, natuurlijk. Maar die plannen bestaan nog steeds. Uitstel is geen afstel: in 2028 is het allemaal klaar.

In 1989 verhuisde het AZU (Academisch Ziekenhuis Utrecht, thans: UMC) van vlakbij het Centraal Station naar De Uithof. Het GVU nam gelede bussen in gebruik op lijn 11 (CS – Biltstraat – De Uithof), om de extra toevloed van studenten, personeel en patiënten op te kunnen vangen.

Met de introductie van de OV-studentenkaart in 1991 begonnen ook die bussen zo langzamerhand te krap te worden. Er werd, ik weet niet meer precies wanneer, een nieuwe verbinding tussen het station en De Uithof geopend, lijn 12, en een nieuwe kreet geïntroduceerd: de Route om de Zuid. Die aanduiding doet me, zoals ik al eens eerder schreef, denken aan de VOC, zeilschepen, J.P. Coen, specerijen en scheurbuik. Maar hij heet zo omdat lijn 12 ten zuiden van het centrum rijdt. Daarna bereikt hij via stadion Galgenwaard De Uithof. Maar ook die lijn begon snel last te krijgen van capaciteitsproblemen, omdat hij iets minder langzaam was dan lijn 11, en daarom snel populair werd.

Toen kwam het tunnelplan, een onvermijdelijk bedrijf in dit soort tragedies. Een bus- of tramtunnel van CS naar verkeersplein de Berekuil, onder het centrum door, ongeveer volgens de route van lijn 11. Dit plan stuitte –behalve op bezwaren van winkeliers die geen graafmachines voor hun deur wilden hebben – af op de pecunia. Die tunnel zou het ronde bedrag kosten van 1 miljard gulden, terwijl het rijk niet meer dan 600 miljoen over had voor het complete OV in de Domstad.

In de jaren 90 vestigden zich ook nog vijf faculteiten van de Hogeschool van Utrecht op De Uithof. En was er alweer een nieuw plan: geen ondergrondse tram- maar een bovengrondse busbaan door het centrum. Die HOV-baan kwam er uiteindelijk, nieuwe protesten van kruieniers ten spijt, en niettegenstaande het feit dat de populistische, doorgaans beschonken gemeentepoliticus Henk Westbroek bralde, dat hij die busbaan hoogstpersoonlijk met beide handen uit de grond zou rukken.

In 2001 was de feesteloze opening van deze baan (hier op archieffoto de Biltstraat). Naast lijn 11 maakte een hele bundel andere stadslijnen er gebruik van, plus diverse streeklijnen naar o.a. Zeist, Bilthoven en verder. Ik schreef er in de zomer van dat jaar een allesbehalve positief stukje over.

Die HOV-baan hielp dan ook niet. Lijn 12 was nog steeds iets sneller op het traject CS-Uithof. Daarom kreeg die lijn ook een stukje vrije busbaan, de Adama van Scheltemabaan, zodat hij nog sneller werd en nog drukker en nog voller. En daarom weer werden er in 2002 dubbelgelede bussen in gebruik genomen, die toen de langste waren van heel Europa. Die reden in de spits om de 2 à 3 minuten, maar puilden dan toch nog uit. Ik nam ze in de decemberdagen van 2002.

Er kwamen voor deze ‘Route om de zuid’ plannen voor een eigen HOV-busbaan. Luide protesten weerklonken van de bewoners van de Vaartsestraat en de Pelikaanstraat, langs het spoor richting Arnhem /’s Hertogenbosch. Zij zouden de busbaan op een viaduct voor hun deur krijgen. De verdere route zou voeren via de Lunetten, sportpark Maarschalkerweerd en stadion Galgenwaard naar De Uithof. Het eindpunt was voorzien op een aan te leggen P&R-terrein achter het Wilhelmina Kinderziekenhuis.

We hebben toen ook nog een tijdje een halfgaar plan gehad om een aftakking van de spoorlijn Utrecht – Arnhem / Rhenen aan te leggen naar De Uithof. Althans: zoiets herinner ik me; ik heb er niets meer over kunnen vinden.

In 2006 overwoog de gemeente, de HOV-baan om de Zuid meteen uit te voeren als trambaan. Tot dat plan werd uiteindelijk ook besloten door het BRU (Bestuur Regio Utrecht), dat erover gaat. Op mijn fortentocht van 2007 ging ik uit van een oplevering binnen een jaar of vijf, maar die in inmiddels uitgesteld tot 2018.

Het bestemmingsplan voor de Uithoflijn, zoals hij nu officieel heet, is in 2011 definitief vastgesteld. Eerder dit jaar verscheen het Voorontwerp, dit mooie plaatwerk vol gedetailleerde kaarten van de 8 km lange route. Ook de website van de gemeente Utrecht over het project is bekijkenswaardig.

Daarna ging het rijk ineens moeilijk doen over de financiering van het project. Den Haag zou 110 miljoen euro moeten ophoesten, een verwaarloosbaar bedrag, vergeleken met wat een ondergrondse verbinding gekost zou hebben.  Maar die betaling werd opgeschort in afwachting van een nieuw kabinet (zie dit nieuwsbericht).

Ondanks dat de Uithoflijn daarmee feitelijk op losse schroeven, zo niet losse bielzen, kwam te staan, heeft men toch de spade in de grond gestoken voor het project. Er is deze maand  een aanvang gemaakt met grondwerkzaamheden op de Koningsweg. En toevallig op de dag van mijn wandeling werd in de vroegte, onder passend feestgedruis, een symbolisch eerste stukje spoor gelegd, zie

Er zullen voor deze lijn brede lagevloertrams besteld worden met een lengte van 38 meter (tegen de 29 meter van de huidige SUNIJ-trams). Het is de bedoeling dat de trams twee-aan-twee gekoppeld gaan rijden, en dat op drukke uren gaan doen in een alleszins acceptabele frequentie van 16 per uur, ofwel een 3-minuten-en-45-secondendienst. De tram zal op trajectgedeelten met vrije baan en zonder wegkruisingen maximaal 70 km/uur mogen rijden. Een rit van begin- tot  eindpunt zal ongeveer een kwartier duren. Per schooldag verwacht men in eerste instantie 36.000 en op termijn 45.000 passagiers te vervoeren. 





Aan de wandel nu! Hier het eindpunt van de SUNIJ aan het Moreelsepark. Het voormalige eindpunt, moet ik zeggen, want sinds 2010 wordt dit spoortje alleen nog gebruikt als keerpunt en kun je niet meer instappen. De lijn is 500 meter ingekort tot het Stadsbusstation, en zal tijdens de verbouwing van het station nog verder ingekort worden tot de Jaarbeurszijde. Die kant stond ooit ook op de nominatie als beginpunt van de Uithoflijn. De tram had dan aan de zuidwestzijde van het treinspoor zullen rijden, maar komt nu aan de noordoostzijde.

De SUNIJ, thans nog geëxploiteerd met hoge-vloertrams, zal gekoppeld worden aan de Uithoflijn, die met lage-vloermaterieel gereden gaat worden. Die koppeling zal pas tot stand komen als de 30 jaar oude SUNIJ-trams vervangen moeten worden, omdat ze echt uitelkaar vallen van ouderdom. En dat zal nog wel een poosje duren, want ze hebben net hun tweede (!) midlife-revisie achter de rug.




Na 2018 zullen beide tramlijnen hun eindpunt krijgen waar nu het Streekbusstation is. Ook na de koppeling van beide lijnen blijven een aantal trams hier keren. De frequentie van de lijn naar de Uithof wordt op drukke uren twee keer zo hoog als die in de richting van Nieuwegein.




De Adama van Scheltemabaan krijgt tramsporen, verzonken in asfalt, maar dat laatste alleen voor hulpdiensten. De bussen zullen moeten uitwijken naar de zuidwestzijde van de spoorbaan. Het zijn er dan natuurlijk een stuk minder dan de huidige 1 per minuut per richting; lijnen 12, 12S en 13 zullen verdwijnen bij de komst van de tram.




De Adama van Scheltemabaan kent helaas geen trottoir voor busfotografen en -hobbyisten. Ik loop een parallelle route over de Laan van Puntenburg, waarlangs de hoofdgebouwen van NS staan, benevens moderne woningen en kantoorpanden. Ook is er nog een rijtje overgebleven van de oude huizen die hier stonden voor de grote opknapbeurt / slooppartij in de jaren 80. En zo nu en dan wordt je een blik gegund op die dubbelgelede, 25 meter lange jetsers.
 





Aan het eind van de ca. 1250 meter lange busbaan komt de tramhalte Vaartsche Rijn, en ligt thans de bushalte Bleekstraat, waar nu een kleine 20 buslijnen halteren.

Lijn 12 stopt hier om de drie minuten, althans op maandag t/m vrijdag overdag. Maar die wordt in het hartje van de spits vervangen door lijn 12S, die een paar haltes overslaat, waaronder de Bleekstraat. Tijdens die uren rijdt spitslijn 13 (Utrecht Centraal – Galgenwaard) die hier wel stopt.

Schuin achter mijn rug is het spoorwegstation Vaartsche Rijn in aanbouw, dat in 2015 geopend wordt. Er is nog niet veel van te zien.




Hier splitsen zich de wegen. De tram zal verder rijden met het spoor aan de ene kant en de Vaartsestraat en de Pelikaanstraat aan de andere. Bus 12(S) en 13 wringen zich over het Ledig Erf (What’s in a name?) naar de Venuslaan, een route die eigenlijk volkomen ongeschikt is voor de 60 bussen per spitsuur die er nu doorheen kruipen.




Pelikaanstraten schijnen een goede voedingsbodem te vormen voor HOV-plannen, want die in Leiden is ook al kandidaat voor HOV-verkeer (de HoLa-busroute, waar ik het laatst over had). Er komt langs die van Utrecht een betonnen tramviaduct, links van de spoorbaan, op de plek waar nu auto’s en fietsen geparkeerd staan. Ik kan me de bezwaren van de bewoners wel plaatsen. Maar aan de andere kant: in 2002 hingen hier protestborden tegen 1500 bussen per dag, en nu komen er uiteindelijk hooguit 400 trams per dag langs.

Alweer scheiden de wegen. De tram gaat rechtdoor langs het spoor, kruipt door tussen Lunet II en III en neemt bij het naderen van de A27 een grote bocht richting Sportpark Maarschalkerweerd. Je hebt het beste zicht op deze route als je in Bunnik de trein naar Utrecht neemt neemt en uit het rechter raampje kijkt. 

Ik zou dat doen op 12 oktober 2012 met een camera in de hand (klik op het icoontje op het filmpje te zien)

Als wandelaar moet ik omlopen via de Gansstraat en de Koningsweg, wegen met onaangenaam druk autoverkeer. De bewoners van begraafplaatsen Soestbergen en Kovelswade wordt weinig rust gegund met die autozee aan de ene, en het spoor en straks die trams aan de andere kant. De trambaan snijdt ook nog een strookje van Kovelswade af.








De Koningsweg loopt door tussen Lunet I en II. In Lunet I bezocht ik in 2007 een voormalige atoombunker uit het tijdperk van de Koude Oorlog. Tegenwoordig is het Fort van de Democratie er gevestigd. Nou ja, dan zit de democratie tenminste nog érgens, in dit land, ondergronds, in een muf, bedompt fort dat zijn functie verloren heeft; kan het symbolischer?

Hadden we de verkiezingsuitslagen al besproken, op deze site? Rutte en Samsom hebben met hun tweestrijd hun potentiële coalitiepartners allemaal leeggezogen en zitten daardoor nu aan elkaar vast. Beide moeten sloten water bij de wijn doen, tijdens een formatie die voornamelijk radiostilte zal laten horen. Uiteindelijk komen ze terecht op een compromis dat aardig zal lijken op de verkiezingsprogramma’s van D66 en CDA.

Er moest toch eens iets beters uitgevonden worden dan onze coalitiecratie. Mijn eigen partij, hier vertegenwoordigd met een levensgrote sticker, is in wezen de grote overwinnaar van de TK 2012. Ze hebben hun aantal stemmen verdrievoudigd ten opzichte van 2010, en hebben meer stemmen dan alle andere Overige Partijen tezamen. Ik ben niet ontevreden.




Dat is allemaal maar uitweiding over zijpaden. Op de Laan van Maarschalkerweerd, langs onder andere Hockeyclub Kampong, zijn we weer terug op de tramroute. De tram krijgt een vrije baan aan de westzijde van de weg, dus van mijn standpunt gezien, aan de overkant. Volgens het Voorontwerp dan; op het kaartje boven dit artikel staat hij juist aan de oostkant.  

Tegenwoordig rijden op deze laan de bussen naar Wijk bij Duurstede. Ik hoop dat die gewoon naar Utrecht Centraal door blijven rijden na 2018, en niet bij Galgenwaard aantakken op de tram, want daar doe je een busreiziger echt geen plezier mee.

De tram zal hier niet stoppen. Hij overbrugt de 3,3 kilometer tussen Vaartsche Rijn en Stadion Galgenwaard non-stop. Utrecht koos voor de buitenomvariant, louter uit angst voor de NIMBY’s in het centrum. Maar de vaart komt er daardoor wel lekker in. Groningen ging voor een route door het centrum, waardoor er bij een rit naar de academie geen tijdwinst ten opzichte van de bus geboekt wordt. Maar in Groningen gaat de tram vermoedelijk helemaal niet door. Het college zal komende week struikelen over de tramrails.




Dit plaatje krijgen tramreizigers niet te zien; de halte komt achter het stadion. F.C. Utrecht speelt hier. Zo’n modern stadion heeft meer functies dan eens per 14 dagen zondags voetbalplezier te leveren. Bedrijven die een sportief, jong, kwiek imago willen uitstralen, vestigen zich graag in en om zo’n voetbaltempel.

Zelf heb ik hier in een afgeladen zaal een paar jaar geleden een lezing bijgewoond over het zogeheten ‘zaakgericht werken’, door de absolute goeroe op dat gebied, niemand minder dan Zeger Heijblock. Hij herkende me nog van vorige gelegenheden dat ik tot zijn auditorium behoorde, en daar was ik best trots op, zo’n knikje van de meester, tijdens het koffiedrinken in de pauze. Ik kan in twee, drie alinea’s uitleggen wat zaakgericht werken inhoudt. Maar dat ga ik niet doen.




Deze saaie laan loopt van De Galgenwaard naar De Uithof en heet uiterst pretentieus: Weg tot de Wetenschap, hoewel hij net zo goed Laan van Koning Voetbal had kunnen heten. De tram krijgt hier een vrije baan aan de noordwestzijde van de weg, aan de overzijde van waar ik sta. Er komt een halte bij zwembad De Kromme Rijn.




En dan zijn we ineens op De Uithof. In 1974 kwam het opvallende F.A.F.C. Wentgebouw gereed, genoemd naar een botanicus. Het gebouw, een kubus met een ribbe van 50 meter, werd aanvankelijk bijgenaamd: De Ponskaart, maar heet tegenwoordig: De Rotte Kies of ook wel: Kubus Cariës. En dat terwijl je in Utrecht geeneens tandheelkunde meer kunt studeren…

Niemand van de huidige studenten weet nog wat een ponskaart was. En het gebouw is er inderdaad niet op vooruit gegaan in een kleine 40 jaar tijd. Het went misschien ook nooit, het Wentgebouw.

Maar het hoeft ook niet meer te wennen: het gebouw is ontruimd, en wordt binnenkort ´duurzaam gesloopt´ (wat klinkt als een contradictio in terminis). Deze kies wordt dus getrokken. In 2018 vestigt het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) zich op deze plek en brengt 1450 potentiële tramreizigers mee uit Bilthoven. 

Sinds vorig jaar wil De Uithof overigens ineens ‘Utrecht Science Park’ (USP) genoemd worden. Oh, ik kan het me wel voorstellen, hoor. Als havo’s tegenwoordig al ‘college’ worden genoemd, en vmbo’s ‘campus’, dan moet je als universiteit en hogeschool weer wat nieuws bedenken om jezelf te onderscheiden. Maar de nieuwe naam is nog niet erg ingeburgerd, en ik heb hem in dit stukje dan ook niet gebruikt.




Dit ziet er beter uit. Maar hoe staat dit kleurige gebouw erbij over een jaar of 40?




Op dit punt komen de routes van bussen 11 en 12(S) weer bij elkaar. De tram gaat straks met gematigd tempo rijden over deze busbaan. Hier ongeveer komt de eerste tramhalte, Kruytgebouw. Op De Uithof komen vijf haltes, op geringe onderlinge afstanden.

Tramreizigers bereiken dit punt hooguit 10 minuten na instappen op Utrecht Centraal. Tegenwoordig kun je in de middagspits elke 3 minuten lijn 12 nemen en elke 5 lijn 11; 32 bussen per uur, dus.

Vrijdagmiddagdrukte bij de haltes. Vandaag is er iets bijzonders aan de hand. Ik ben hier op de dag van het FaceBoek-feestje in Haren, van dat meisje dat per ongeluk alle 800 miljoen Feestboekgebruikers voor haar verjaardagspartijtje uitnodigde – zeg ik erbij voor degenen die dit stukje pas in 2018 lezen, anders snappen ze niet waarover het gaat. Als zo’n lijn eindelijk gaat rijden, worden die oude stukjes ook ineens weer gegoogle’d en gelezen.

Het gonst door de rijen der studenten: Haren, Haren! Gaan we vanavond nog naar Haren? Dat feestje gaat toch niet door? Nee, maar daarom kunnen we toch nog wel naar Haren? Zou die sweet sixteen wel een groot-genoege verjaardagstaart gebakken hebben? Zou het daar niet gigantisch uit de klauwen gaan lopen?

Ik had als kind een repeterende nachtmerrie dat er door hoort-zegt-het-voort honderden kinderen op mijn verjaardag kwamen, en er onvoldoende taart voorhanden was. Tegenwoordig kan zoiets echt gebeuren.







Hier ongeveer komt de tweede tramhalte, Heidelberglaan, bij de transistoria en de nieuwe universiteitsbibliotheek.

Ik ben al uren onderweg. Fotowandelen gaat niet snel. Ik moet nodig plassen, en loop daartoe een willekeurig gebouw van de UU binnen. Dat mag ik, ik ben alumnus van de universiteit, ik heb zelfs een pasje bij me dat dat bewijst. Dan mag je je hele leven gratis plassen in alle universiteitsgebouwen.

Als alumnus krijg je ook elk kwartaal een blad in de bus. Daar staat altijd een interview in met een ex-student van de UU die het nog ver geschopt heeft in de maatschappij, en één met een professor van deze universiteit. Die vertelt dan vaak op ouwe-jongens-krentenbrood-toon dat hij in zijn studententijd bierdrinken interessanter vond dan studeren, altijd zesjes haalde voor tentamens, regelmatig beknord werd om een studieachterstand…

Met zo’n zesjesmentaliteit zullen we vast stijgen op die roemruchte internationale hitlijsten van topuniversiteiten! Nee, extra punten voor bereikbaarheid per tram worden op zulke lijsten niet toegekend, al zou de spastische reactie van de Leidse rector magnificus op het niet doorgaan van de RijnGouweLijn anders kunnen doen vermoeden. Opvallend aan die lijsten is het feit dat Amerikaanse universiteiten de mondiale top-10 sterk domineren, terwijl Amerikanen toch door de bank genomen knap dom zijn. Dit allemaal weer terzijde. Ik moest zelf ook eens zaakgericht leren werken, met die uitzwaaiingen.

Wat altijd wel van belang is in de relatie universiteit – tram: bovenleidingen kunnen de gevoelige instrumenten in laboratoria ontregelen. Dat was voor de Universiteit Groningen aanleiding te pleiten voor een eindhalte van de tram helemaal aan de rand van het universiteitsterrein.

Op De Uithof worden technische maatregelen genomen tegen dergelijke zwerfstromen. Dat verhaal zou ik misschien begrepen hebben als ik hier een bètavak had gestudeerd. Maar ik studeerde in de Geestige Wetenschappen in de binnenstad, en kwam hooguit twee keer per jaar op De Uithof voor een tentamen.




UMC, eindpunt lijn 12(S). Archieffoto 2009.




Op twee manieren kun je binnenkomen bij het UMC: met de ziekenauto de helling op, of te voet via een steile trap en een loopbrug. Liften heb ik niet gezien: hoe zou dat nou moeten als je slecht ter been bent, maar niet ziek genoeg voor de ambulance?

Uitzicht vanuit het UMC op het universiteitsterrein. De toekomstige tramhalte is aan de voet van dit gebouw, waar nu het eindpunt is van lijn 12(S).




Er rijden vanuit de Uithof rechtstreekse spitsbussen naar alle plaatsen van betekenis in de wijde omgeving, die lijn 11 en 12S tenminste wat ontlasten. Deze scheurt als een bezetene; hij is bijna te snel voor de sluiter van mijn camera.

Ik ben op weg naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis, eindpunt van lijn 11. Maar hekken versperren me de toegang; het is hier weer verboden voor voetgaande pottenkijkers.




Daarom deze archieffoto uit 2005 van de halte WKZ. De tram krijgt zijn eindhalte nog een paarhonderd meter verderop, bij het aan te leggen P&R-terrein aan de Universiteitsweg. Wat een stuk minder ronkend klinkt dan de Weg tot de Wetenschap die ik bewandeld heb.

Hoe het ook zij, bij leven en welzijn ben ik erbij, in 2018, als de Uithoflijn rijdt.

Frans Mensonides
4 oktober 2012
Laatste aanvulling: 9 oktober 2012
Er geweest: vrijdag 21 september 2012



© Frans Mensonides, Leiden, 2012.