Rond 1840 brak er een typetjesrage uit in de Europese literatuur. Vele bundels met ‘physiologieën’ verschenen in de boekhandel: geestige, realistische, vaak een tikje moralistische beschrijvingen van personen.
De bekendste Nederlandse schrijver van zulke schetsen was de Leidse rechtenstudent Johannes Kneppelhout (1814-1885), die schreef onder het pseudoniem Klikspaan. Kneppelhout legde nooit examen af, maar verbleef toch lang genoeg aan de universiteit om zijn medestudenten en de professoren minutieus te portretteren.
Een herkenbare student: de klaploper. Iedereen maakt zich wel eens schuldig aan klaploperij, zegt Klikspaan, en voorziet zich van tijd tot tijd van een gratis sigaar, een krant, een collegedictaat of wat dan ook. De ware klaploper verheft het bietsen echter tot een verfijnde kunst. Dank zij een arsenaal aan psychologische trucjes leeft hij compleet op de zak van zijn medemensen. Twee klaplopers in actie:
Waar haal jij je cigaren toch?
vraagt Cornelis die de zijne heeft vergeten of er liever geen geld voor
uitgeeft aan Jan die er eene staat te rooken waarvan de damp Cornelis
bijzonder liefelijk tegengeurt. |
|
Klikspaan, Studentenschetsen. Studie-uitgave, verzorgd door A. Kets, M. Lenders en O. Praamstra. Deel I Teksten, Deel II Commentaar. Constantijn Huygensinstituut. Den Haag 2002. Monumenta Literaria Neerlandica XIII. p. I, 37-38. Tevens gebruik gemaakt van de annotaties: p. II, 97-98.
Deze met vlotte pen en veel humor beschreven klaplopers zijn afkomstig uit Studententypen, een reeks van twaalf schetsen die in de periode 1839-1841 in losse afleveringen verschenen. In de jaren daarna zou Kneppelhout twee vervolgen schrijven: Studentenleven en De studenten en hun bijloop. De drie bundels staan bekend onder de verzamelnaam Studentenschetsen. Ze werden geïllustreerd door een andere Leidse student: Alexander Ver Huell.
Klikspaan beschreef een kleine gemeenschap van circa 500 studenten, allemaal mannen en voor de overgrote meerderheid rijkeluiszoontjes. Veel van Kneppelhouts tijdgenoten meenden zich in een van de personages uit Studentenschetsen te herkennen. Maar de schrijver heeft altijd benadrukt dat hij slechts typetjes beschreef en geen levende personen.
Naast de klaploper voerde Klikspaan studenten ten tonele als de ‘aflegger’ die een luizenleventje leidde op de zak van een rijke pipa, de arrogante ‘diplomaat’ die meer geld bezat dan verstand en de ‘college-hengst’, die maar studeerde en studeerde en daardoor feitelijk de essentie miste van het studentenbestaan. Zijn ‘student-Leidenaar’ was het meest beklagenswaardige wezen aan de Leidse universiteit. Gehinderd door de priemende blikken van ouders, tantes, ooms, grootouders, broers, zusters, dominees en huisvrienden kon hij niet onbeperkt genieten van de meer aangename kanten van het studentenbestaan.
Johannes Kneppelhout behoorde zelf tot de categorie van student-Leidenaars. In zijn studietijd bewoonde hij met zijn moeder een riant grachtenpand aan het Rapenburg. Hij was geboren als telg van een aanzienlijke, zeer rijke Leidse familie. Van jongs af aan was hij voorbeschikt om het familiekapitaal te beheren; nooit zou hij een dag in zijn leven hoeven te werken.
Na de vroege dood van zijn vader bezocht Kneppelhout in zijn puberteit de gerenommeerde kostschool Noorthey in Veur (tegenwoordig: Leidschendam). Daar kregen zijn ideeën over opvoeding vorm. Kneppelhout zag zowel de kostschool als de universiteit als een hechte gemeenschap van mannenbroeders. De ervaren ouderejaarsstudenten zouden de jongeren moeten inwijden in de geheimen van het leven.
Aan de hoogleraren hadden de studenten niet veel. Evenals Huygens in de zedeprint De professor, was Kneppelhout zeer kritisch over de kwaliteit van het onderwijs. Klikspaan schetste de professoren als ongeïnspireerde lesboeren, die in de collegezalen tientallen jaren lang hetzelfde dictaat afdraaiden.
Ook de studentenbevolking voldeed niet altijd aan Klikspaans ideaalbeeld. Studenten mochten van hem best eens uit de band springen, als het maar niet ontaardde in een leven vol drinkgelagen. Ook moesten ze zich verre houden van de bordelen, die hij in bedekte termen aanduidde.
De Studentenschetsen hielden een waarschuwing in. Maar Klikspaan lijkt een wat dubbelhartige moralist. Zijn verslagen van studentenjolen waren zo gedetailleerd en zijn met zoveel zichtbaar plezier opgeschreven, dat de lezer in Klikspaan eerder de eeuwige student herkent dan de oudere en wijzere opvoeder van de groentjes. Daarmee was Kneppelhout toch een heel ander studententype dan de bloedserieuze ‘college-hengst’ Constantijn Huygens 220 jaar eerder (zie deze pagina over Huygens’ studietijd).
Johannes Kneppelhout 1814-1885 (Auteurspagina DBNL)
Alexander Ver Huell, tekenaar. Collecties. Het geheugen van Nederland.
Klikspaan, Studentenschetsen.
Studie-uitgave, verzorgd door A. Kets, M. Lenders en O. Praamstra. Deel
I Teksten, Deel II Commentaar. Constantijn Huygensinstituut. Den Haag
2002. Monumenta Literaria Neerlandica XIII.
Webversie Deel I (DBNL)
J. Dane, ‘”Meer en meer pedagoog geworden”. Opvoeding rondom Johannes Kneppelhout.’ In: De Negentiende Eeuw. Documentatieblad Werkgroep 19e eeuw (…). 26 (2002) nr. 3-4, p.198-217.
A. Kets, ‘”Het myriorama onzer studenten dwaasheden”. Klikspaans Studentenschtsen als historische bron.’ In: De Negentiende Eeuw. Documentatieblad Werkgroep 19e eeuw (…). 26 (2002) nr. 3-4, p.179-188.
W. Otterspeer, ‘Kneppelhout en het universitaire ideaal.’ In: De Negentiende Eeuw. Documentatieblad Werkgroep 19e eeuw (…). 26 (2002) nr. 3-4, p.189-197.