Premetrostation Opera en trams over
de Leien, dan heb ik het natuurlijk over Antwerpen. Op zondag
8
december 2019 ging na een verbouwingsperiode van 2½ jaar het
geheel vernieuwde premetrostation Opera open. Bovendien werd het al zo
dichtvertakte Antwerpse tramnet verrijkt met twee nieuwe tramroutes:
over de noordelijke leien en naar het Havenhuis. Ik
verkende die routes al in september van dit jaar en ging op
zaterdag 14 december 2019 kijken naar het eindresultaat.
Uitgeknipt en overgenomen van De Lijn, Tramnet Antwerpen
Wat is er precies veranderd en wat is er precies bijgekomen? In
de eerste plaats hebben we de
metamorfose van het ondergrondse premetrostation Opera, onder de
Teniersplaats
op de hoek van Keiserlei en Frankrijklei. Het oorspronkelijk uit 1975
daterende
station is bijna niet meer te herkennen. Als vanouds stoppen er de
trams van en
naar de linker Scheldeoever. Maar ze hebben gezelschap gekregen van
lijn 10 (Schoonselhof
– Wijnegem) die daar nu onderdoor loopt, op een meter of 12 onder het
aardoppervlak. Die lijn kruist de rest van de trams onder een hoek van
90
graden, ongelijkvloers.
Lijn 24 uit Silsburg is omgeklapt, en
heeft niet meer de
Melkmarkt als eindpunt. Die tram rijdt nu over de noordelijke Leien een
eindje
op met lijn 1 en slaat op de Noorderplaats linksaf naar het Havenhuis.
Die uitbreidingen gingen helaas wel
ten koste van enkele
andere tramtrajecten. De tijdelijke lijn 70 (P&R Luchtbal –
Eilandje) werd
opgeheven, waarmee deze nog maar heel kort bestaande rechtstreekse
verbinding alweer
kwam te vervallen. En lijn 8 uit Wommelgem onderging een flinke
amputatie. Die reed
tot 8 december over de zuidelijke Leien naar station Zuid, maar is nu
ingekort
tot Astrid bij Antwerpen Centraal. Net als in de begintijd van deze
lijn in
2015 keert hij nu weer via een lus onder de Rooseveltplaats terug naar
de
tramtunnel ´Reuzenpijp´.
Oorspronkelijk had hij, net als lijn 10, de onderste etage van Opera
moeten aandoen.
In de wijk Borgerhout ten oosten van
het centrum zijn ze, mede door die amputatie,
geheel niet content met de veranderingen. Ook kom je vanuit die wijk,
waar De Reuzenpijp onderdoor
loopt, na het omklappen van lijn 24 niet meer in het winkelhart van
de stad. De Melkmarkt wordt nu minimaal bediend met alleen lijn 11.
Ook uit de kringen van TreinTramBus,
de Belgische vereniging
van OV-reizigers, klinkt gemopper, zie dit artikel.
De lengte van het tramnet
in Antwerpen is de laatste jaren flink toegenomen. Maar in Antwerpen
staat voorop dat de exploitatiekosten niet mogen stijgen. De Vlaamse
overheid knijpt De Lijn steeds verder af.
De trams rijden niet vaak genoeg. Op
de zaterdag en gedurende
de dal-uren van doordeweekse dagen is de frequentie op de meeste lijnen
10
minuten. Maar TTB zag liever: 6 minuten.
Tijdens een middag trammen op deze verschrikkelijk gure, donkere, winderige en regenachtige decembermiddag, kan ik de kritiek van TTB helemaal onderschrijven. Ik maak vanmiddag heel wat tramritten – die ik niet allemaal in extenso chronologisch ga beschrijven - op mijn Dagpas van slechts 7 euro. Maar de meeste tijd breng ik toch door op tochtige halteperrons.
Mogelijk is er, ondanks de instroom
de laatste jaren van die lange Albatrossen,
toch ook nog materieelgebrek. Naast de Hermelijnen
van rond de eeuwwisseling zie ik ook nog wel stokoude PCC’tjes rijden.
Verder hoorde ik van een lezer uit Gewest Brussel (die ik hartelijk
dank voor zijn aanvullingen) dat er de komende jaren een herschikking
van het Antwerpse tramnet zal plaatsvinden, zodat er in ieder geval op
de drukste
trajecten meer trams gaan rijden.
De trams zijn over- en overvol op
zaterdag, met complete stambomen
van 3 à 4 generaties die naar de stad willen. Ze zijn in het gezelschap
van
boodschappenkarretjes met een inhoud van vele hectoliters en liefst ook
nog een
tweepersoons, dubbelloops kinderwagen. Vaak is in de tram ‘rechtstaan’,
zoals
dat hier heet, het chapiter. Maar je mag ook wel eens een poosje krom
staan of
scheef staan, daar neemt niemand aanstoot aan.
De doorstroming van het tramverkeer
is ronduit belabberd; de
wagens staan minutenlang stil voor vrijwel elk verkeerslicht. En dan
ben je al
blij dat je tram überhaupt verschenen is.
Een man bij de halte Opera van lijn 1
vat de liefde van de Antwerpenaar
voor het OV in zijn stad kort en goed samen. Hij, paars aangelopen van
de kou, de
handen diep in de zakken, ziet me kijken op het lijstje met
vertrektijden en
zegt schamper: ‘Voor wat ’t waard is, héé’.
De
Dagpas waar ik het daarnet over had, was tussen haakjes 3 maanden
geleden nog
uitgerust met een magneetstrip, maar nu is het een chipkaart. Dat heet
hier een Mobib-kaart, waarmee je bij het begin van elke rit moet
inchecken. Uitchecken
gelukkig niet; nee, ze nemen hier niet álle ellende over uit Holland.
Wat foto’s met een praatje.
Opera is een on-Belgisch mooi station
geworden met
een ronde
toegangshal. Alles heel overzichtelijk, geen nare, donkere hoeken meer,
niet
meer de spelonk die het was. Behalve die ronde hoofdingang heeft Opera
ook nog
een paar zij-ingangen op tactische plaatsen. Het plein voor de
hoofdingang vind ik wat minder: voetgangers delen er hun habitat met
trams, fietsen, steps (waarover straks meer) en pizzakoeriers.
Ook hinderlijk is de rustgevende
zenuwenmuziek op
de perrons: ellendige
muzak, een klassiek strijkje met veel violen. Die klinken op elk
ondergronds
tramstation. Als ik langer dan 5 minuten moet wachten – en dat gebeurt
nogal
eens – gaan mijn ogen wild speuren naar de luidsprekers waaruit die
ellende
voortkomt, en zou ik ze het liefst van de wand rukken. Het dient
allemaal om agressie van o.a hangjongeren te beteugelen, wat in mijn
geval dus averechts werkt.
Ik moet op het allerondergrondste perron een stijf kwartier wachten op
tram 10
naar Wijnegem. Lijn 8 mis ik nu echt. Maar als nr 10 uiteindelijk toch
nog verschijnt, ben ik ineens weer zo
blij als een kind: het achterste stoeltje is nog vrij!! In de
Albatrossen en
de Hermelijnen heb je door de achterruit een riant uitzicht op de
zojuist
afgelegde weg. In de Reuzenpijp liggen nog steeds die twee onafgemaakte
stations, Drink en Carnot.
Lijn 10 rijdt sinds 2017 via Deurne
naar het winkelcentrum in Wijnegem.
Maar daar ben ik toen al eens geweest, en ik pak een tram
terug naar de noordelijke Leien.
Ze zijn van onder andere de fa. Bird,
die actief is in 100 steden ter wereld,
maar bij mijn weten niet in het koninkrijk der Nederlanden. In
Antwerpen kun je
je erop abonneren. Dan krijg je een app op je telefoon waarmee je de
dichtstbijzijnde step kunt vinden; de step-app, zal het wel heten. Bij
Antwerpen Centraal staan ze er altijd wel, in een speciaal vak op de
weg.
Je kunt de step dan activeren met een
pasje, erop wegrijden
en hem achterlaten waar je wezen moet. Je betaalt een bedrag per minuut.
’s Avonds komen ze hem ophalen om hem
’s nachts op te laden.
Wie doen dat? De stepkaboutertjes, misschien. Nee, er zit een hele
organisatie
achter van vrijwilligers die de step onderdak voor de nacht verlenen.
Die stepjes ontwikkelen een flinke
snelheid. 18 km per uur is
de max. Harder dan ik mezelf als jongetje op zo´n voertuig kon
voortbewegen op
spierkracht.
Er staan nieuwe, hoge gebouwen in aanbouw langs de Leien. De wind huilt
en
giert en buldert door de nog raamloze karkassen. Plastic klappert en
flappert. Ik achtervolg mijn tas die me
door de wind van de schouders is gerukt, en weet hem nog in te halen.
Of het ooit nog wat wordt met het
busstation op de
Rooseveltplaas, even ten noorden van Opera? Ik zie alleen een handje
vol oude
perronnetjes, geen foto waard. Het aantal buslijnen dat hier nog zijn
eindpunt heeft, neemt af. Enkele streeklijnen uit het noorden zijn
ingekort tot Luchtbal, waar je dan maar op de tram moet overstappen.
Vlaanderen heeft nu toch het Hollands-zuinige 'aantakken'
ontdekt.
De Noorderplaats is fotogenieker. De routes van lijn 1 en 24 gaan hier uiteen.
Op de Noorderlaan rijdt vandaag,
behalve de lijnen 1 en 6,
ook een antieke kersttram. Die fotografeer ik tijdens ook weer een
klein
kwartier blauwbekken.
De
route naar het
Havenhuis voert
door een oud havengebied waarmee ze geloof ik grote plannen hebben.
Doordeweeks
is de tram gevuld met mensen die tewerkgesteld zijn als bediende
(alweer: zoals
dat hier heet) in het Havenhuis. In het weekend is een vijfbaks tram
echt niet nodig. Nu is de tram leeg, op mij na, en op een
vader
na die ook een pretritje maakt. Hij heeft een slapend kind op zijn
schoot en blijft
bij het eindpunt maar zitten om zijn telg niet wakker te maken.
De
tram verdwijnt uit het zicht en
rijdt schuin achter het Havenhuis een rondje in een soort berenkuil. Ik
schreef
het de vorige keer al: er zijn mensen die het Havenhuis mooi vinden,
suggererend
dat ik zelf niet tot die groep behoor.
De tram komt weer tevoorschijn, ik stap in, en we rijden terug, nog steeds met vader en kind als enige medepassagiers, tot het voertuig in het stadshart weer volloopt.
Ik stap over op lijn 1 en ga mee tot
de voorlaatste halte,
Bolivarplaats, bij opnieuw een architectonisch gedrocht, het
Gerechtsgebouw.
Het daglicht heeft ons inmiddels verlaten en de aanblik van het gebouw
is
daardoor nu bijna draaglijk.
Maar waar gaan die mensenmassa’s in de tram nu allemaal naar toe? Naar
’t stad,
naar het centrum van de Signorenstad. Ik loop in de loop van de dag wat
stukjes
over de Keiserlei en de Meir. Voetje voor voetje schuifelen de mensen
in de
richting van de kerstmarkt. Muzikanten (vrolijkere dan die ingeblikte
in de
premetrostations) brengen hun nummers. Sommige spelen op
zelfgeknutselde
instrumenten. Ik zie er een met een kruising tussen een viool en een
trompet.
Potsenmakers
ook bij de vleet.
Eén, een jongleur, leert twee kleine kinderen jongleren. Ik zeg maar
zo: jong
gejongleerd is oud gedaan, zeg ik altijd maar. Ja, inkoppertjes moet je
inkoppen; nooit een kans op een woordspeling laten lopen.
Twee
jongelieden, Jeroen en Chris,
verkopen energie op straat, via de firma Bolt, ‘Echte energie van echte
mensen’. ??? Het valt me altijd weer op; niet alles in Vlaanderen is
begrijpelijk, ook al laten de woorden niets te raden over. Energie te
koop? Doe
mij maar 100 KWh, dan kan ik weer even vooruit! Nee, ik hoef er geen
tasje bij,
ik neem het zo wel mee.
Premetrostation*) Groenplaats geeft
toegang tot een labyrint
van gangen dat uiteindelijk uitkomt in een hypermodern overdekt
winkelcentrum,
de Grande Bazar. De kerstmarkt dient vermeden te
worden voor wie nog een
restje smaak in d´aderen heeft; ik weet het van die keer in 2000, toen
ik er per ongeluk
belandde. Om de sokkel van Rubens heen wordt momenteel geschaatst.
*)
Oh ja, ik vergat het uit te leggen:
een premetro is gewoon
een tramroute, maar dan in een tunnel.
Nog een sfeervolle tramfoto op de
Frankrijklei, bij de
naamgever van station Opera, de Opera. Hoewel ik nu wel heel erg
verlang naar
de snelle, warme hap in de wokkerij die ik hier om de hoek weet.
Aan beide zijden, richting Luchtbal
en richting Station
Zuid, staat een kluit geërgerde passagiers vernikkeld te reikhalzen
naar waar
de tram vandaan moet komen. Het duurt opnieuw een stijf kwartier
voordat ik die
foto kan schieten. Het is nog maar pas na zessen, en nu al is de
frequentie teruggevallen
naar die van een nachtbus.
Nee, ik weet één ding heel zeker: als
ik in Antwerpen zou
wonen en tewerkgesteld zou zijn, nam ik beslist een abonnement op
die trottinettes.
Frans Mensonides
Xmas 2019, nog aangevuld op zondag 29 december
Er geweest: zaterdag 14 december 2019
©
Frans Mensonides, Leiden, 2019