LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
305. 'WAKE,
SLEEP, DREAM, REPEAT'; KORTSLAPER DOET TENTOONSTELLING 'SLAAP' IN AMERSFOORT
(20/10/2024)
304. CORONA,
COVID EN COPILOT (20/08/2024)
303. PAARDENBILLEN
EN -TRAMS; BREITNER IN SINGER (04/08/2024)
302. SPAGHETTIFICATIE
(2): DICHTER BIJ HET ZWARTE GAT IN LEIDEN (09/04/2024)
301. HET BESTE, HET ALLER-, ALLER-,
ALLERBESTE UIT 99 FHM's A-VIERTJES (31/03/2024)
300. FRISSE
WIND IN LAREN; IMPRESSIONISTEN VANHET NOORDEN (25/02/2024)
Museum
No Hero vanuit de beeldentuin
Eén dag voor mijn bezoek aan No Hero
had ik nog nooit van dat
museum gehoord. Die avond zocht ik op het web naar een geschikte
tentoonstelling
voor de aftrap van de 29e jaargang van mijn Thuispagina. Toen viel mijn
oog op
dit museum in Delden. Het mini-stadje in Twente kende ik al van het
Zoutmuseum,
alias: de totale
zout-experience, die ik onderging in 2014.
Het aan beeldende kunst
gewijde Museum No Hero bleek een ‘pareltje
in de provincie’, zoals ik het noem, een interessant museum, diep in de
buitengewesten
van het land, buiten de grootste toeristenstromen. Het bezit een
indrukwekkende
vaste collectie kunst uit verschillende landen en eeuwen. Momenteel is
er onder
meer de tentoonstelling ‘Chinese vrijheid’ te zien.
Het museum is het levenswerk van
Geert Steinmeijer,
ondernemer. Hij verzamelt al meer dan 30 jaar kunst. China heeft zijn
speciale
interesse. Hij bouwde contacten op met avant-gardistische kunstenaars
uit dat
voor ons westerlingen altijd wat ondoorgrondelijke land, en kocht er
kunst in talloze
galerieën.
Steinmeijer werd in 2012 getroffen
door een hartaanval en
besloot, het kalmer aan te gaan doen in het zakenleven. Hij koos naar
zijn eigen
zeggen voor kunst boven geld, en vatte het plan op om een museum te
stichten.
Zijn oog viel op een statig, bijna
300 jaar oud pand in
Delden, met een grote tuin; een rijksmonument. Het ligt even buiten de
historische
kern van het stadje, aan de rand van het landgoed Twickel. Het pand was
gedurende
lange tijd, van 1840 tot 1993, de rentmeesterswoning die behoorde bij
het landgoed.
In andere perioden deed het dienst als rechtbank, hotel en
gemeentehuis.
Steinmeijer liet het verbouwen om het
geschikt te maken als
museum. Helaas brak er brand uit in het pand, waarna de restauratie
bijna
geheel opnieuw uitgevoerd moest worden. De brand bleek aangestoken; de
schuldige is nooit gevonden. Op 15 april 2018 ging het museum dan toch
nog
open.
De expositie ‘Chinese vrijheid’ is gewijd aan
Chinese kunst
uit de periode 1995-2010. China is een land dat je niet in de eerste
plaats met
vrijheid associeert. Nog steeds zuchten de 1,4 miljard Chinezen onder
het juk
van het communisme. Maar tegenwoordig evenzeer onder dat van het
kapitalisme.
China werd een consumptiemaatschappij met miljoenensteden vol
wolkenkrabbers,
waarvoor veel traditionele wijken werden afgebroken.
In de periode die de tentoonstelling
omvat, leken de teugels
iets gevierd. Meer vrijheid, maar dan wel een heel beperkte vrijheid.
Onder Xi
Jinping, die sinds 2013 de leiding heeft over de communistische partij
en
daarmee over het land, kwam daar bovendien snel een einde aan.
De werken op de tentoonstelling
‘Chinese vrijheid’ stralen
weinig levensvreugde uit, maar veeleer angst, woede, agressie en
somberheid. Ik
schreef ooit, dat een tentoonstelling ook moet ‘schuren’, en dat doet
‘Chinese
vrijheid’ in hoge mate.
Ook Steinmeijer zelf kan deze Chinese
kunst niet voor 100%
doorgronden, zegt hij. In deze korte podcast geeft hij een toelichting
op de
tentoonstelling.
Ik doe zoals gewoonlijk een greep uit
de werken die mij het
meest opvielen.
Zonder
titel, Li Changlong, 2007 (linksboven)
Waarover spreken zij, die 4 mannen?
Vast en zeker niet over
een vrolijk onderwerp. Ze zoeken geen contact met ons, kijkers. Slechts
een van
de 4 kijkt ons vanuit zijn ooghoeken aan; de anderen zien we alleen op
de rug. Ze
zoeken mot, zegt mijn intuďtie. Ze kiezen een slachtoffer, zoiets.
Onheilspellend!
Angry
young men, Luo Jie, 2007 (rechts boven)
Nog meer boze jonge mannen, gemaakt
van touw - eigenlijk van
verf; het is geen 3-dimensionaal werk, al lijkt het net zo. Deze
touw-wezens lijken
zelf verstrikt in het touw waaruit ze zijn opgebouwd, wat ze mateloos
frustreert.
Volgens de toelichting in het museum
staat het touw symbool ‘voor
het leven in een minutieus vastgelegd bestaan in een
vercommercialiseerde
samenleving. Een gesloten wereld die voelt als een gevangenschap en
weinig
ruimte geeft aan individuele ontplooiing’.
Luo Jie schildert voornamelijk dit
soort touwmensen; zie ook deze aan hem gewijde pagina.
Yang
Shaobin, Police Series no 63, 1996 (linksonder)
Shaobin is gespecialiseerd in
gruwelijk verwrongen gezichten
van door het leven getekende mensen. Deze politieagent heeft er flink
van langs
gehad, maar zijn blik verraadt ook sadisme. Dader en slachtoffer
tegelijk?
Xiao
Ping, Zonder titel, 2007 (rechtsonder)
Ook dit is niet echt een vrolijk
stel. En ook hier blijft in
het ongewisse, wat er precies aan de hand is. Die rode vlekken:
uitgeschoten
met lippenstift en rouge, of tot bloedens toe mishandeld?
Bij het drieluik op de bovenste
afbeelding is er iets fout
gegaan met mijn administratie, waaruit ik naam, titel en jaartal niet
meer
tevoorschijn kan brengen. Verrekte slordig is dit, excuses voor het
ongemak!
Ik heb dit schilderij toch maar
opgenomen in mijn top-6,
want het is zo tekenend: de recente geschiedenis van China in één
plaatje, of
feitelijk 3 plaatjes.
In het middelste luik zie je op de
voorgrond traditionele lage
huizen. Ze staan op het punt, afgebroken te worden om plaats te maken
voor naar
de hemel reikende hoogbouw. Die zien de nogal schaars geklede dames op
het linker-
en rechterluik ook door het raam van hun appartement.
Ja, bouwen kunnen ze wel in China, en
slopen ook! Als OV-adept
lees ik wel eens met een soort bewondering Wikipedia-pagina’s over Chinese
metro-systemen.
Die zijn honderden kilometers lang, en zijn binnen 10, 20 jaar tijd
aangelegd, maar
er zijn wel de nodige oude woonwijken voor afgebroken.
Tu
Feng, Cry, 2005 (onder)
Op de foto slechts een fragment; HIER het complete werk, een
beeldengroep van
32 mannen. Tu Feng beeldde het ziekteproces uit van zijn vader, een
stevige roker,
die leed aan longkanker en daaraan is overleden. De beeldjes, een
droevig
terracottaleger, tonen mannen die happen naar adem en in toenemende
mate uitgehold
raken. ‘Roken als een schoorsteen’, zoals de toelichting het puntig
samenvat.
Nou, dit kunstwerk komt wel bínnen, zeg! Iedereen kent wel iemand die
aan longkanker
ten gronde is gegaan. Ik denk nu aan mijn opa, die er ook aan is
overleden.
Zijn geliefde, dunne Ritmeester Cocarde-sigaartjes konden absoluut geen
kwaad, zei
hij altijd. Kanker kon je alleen krijgen van dikke, vette bolknakken.
Enfin, over rook gesproken: tegelijk
met ‘Chinese Vrijheid’
is in No Hero de tentoonstelling ‘Als de rook om je hoofd is
verdwenen’, te
zien, met Nederlandse naoorlogse kunst. Beide exposities lopen tot/ met
7
februari 2025.
Ik zit nog met een vraag over het
museum – dat zich tussen
haakjes zelf bedruipt zonder subsidie, en louter bemenst wordt door
vrijwilligers. Waarom heet het No Hero? Die vraag had ik gemakkelijk
kunnen stellen
aan de gastvrouw, maar heb er niet aan gedacht.
Maar ik vermoed dat Steinmeier met
die niet-held in alle bescheidenheid
zichzelf bedoelt. De kunstenaars zouden in zijn opvatting de ware
helden kunnen
zijn, en niet zozeer de verzamelaars. Maar dat is míjn interpretatie…
FHM
10 november 2024
Er geweest: vrijdag 1 november 2024