Dronten
Zondag 11 december 2022: dienstregelingsnieuwjaarsdag. 10
jaar geleden werd op de 2e zondag van december de Hanzelijn Lelystad –
Zwolle
in gebruik genomen. De maandag daarna maakte ik mijn eerste rit
al op die
lijn.
Dit jaar wordt de
Hanzelijn op die 2e zondag heropend, na
meer dan 3 maanden stremming, vervangend busvervoer en overvolle
treinen op de
alternatieve route naar Noord-Nederland via Amersfoort. Dit alles was
het
gevolg van kortsluiting tussen het elektriciteitsnet van Tennet en de
bovenleiding van Prorail op vrijdag 2 september 2022.
Lustrum en herstel, 2
redenen om weer eens die trein te
nemen die de reisduur tussen de Randstad en het Noorden met een half
uur bekort
heeft. Op die heuglijke zondag zelf ben ik via de Hanzelijn doorgereisd
naar
Meppel voor het culturele gedeelte van dit artikel: het Stedelijk
museum. 3
dagen later stapte ik uit bij de 2 Sprinterstations aan de Hanzelijn:
Kampen
Zuid en Dronten, in beide gevallen voor een verkwikkende
winterwandeling.
Ik
kan niet wachten om met de nieuwe trein te gaan,
naar de Hanzesteden hier
niet zo ver vandaan.
Ja, ja, er is een nieuwe
trein in Dronten.
Wat zijn we toch een
bofkonten!
Want nu kunnen we vaker
in een stad shoppen.
En horen we steeds meer
mensen op het winkelruitje kloppen.
Nu is er een spoor dat
voor ieder kind,
het oude en het nieuwe
land verbindt.
Maar, even samengevat,
nu kunnen we naar
Zwolle, Kampen of Lelystad.
Bedankt ProRail!
Bedanken jullie voor mij
even het personeel?
Nu is iedereen tevreden.
Want zo verzint iedereen
wel een reden,
om met de trein te gaan
naar een plek hier niet
zo ver vandaan.
Gedicht van basisschoolleerling Luisa
Kamermans uit Dronten,
die
er een gedichtenwedstrijd over de Hanzelijn mee won
en het mocht voorlezen aan koningin Beatrix
bij de opening van de Hanzelijn op 6 december 2012.
Het gedicht is nu te lezen op een plaquette bij station Dronten.
Kampen
Zuid. 10 jaar Hanzelijn, alweer…
Hier
gebeurde het, de kortsluitingsramp bij Swifterbant
Dit stukje, hoe feestelijk ook, is
wel een beetje surrogaat;
uit nood geboren. Het is traditie op deze site dat ik elke winter een
rondreis
door Nederland maak langs de wijzigingen in het spoorboekje. Maar in de
dienstregeling voor 2023: geen nieuw of zelfs maar van naam veranderd
station,
geen nieuwe verbindingen, geen extra treinseries.
Integendeel: er zijn een hoop treinen
geschrapt; de
dienstregeling is flink uitgekleed. Een rondreis langs alle trajecten
met
vervallen treinen (die je immers niet meer kunt nemen) zou niet zo gek
veel zin
hebben.
In het spoorboek-artikel
uit de winter van 2019 / 2020
schreef ik onder meer over een nieuwe IC Dordrecht – Eindhoven, extra
IC’s van
Utrecht Centraal naar Amersfoort Centraal en spitssneltreinen
Amersfoort –
Harderwijk. Die zijn nu allemaal alweer uit het spoorboekje verdwenen.
En mijn artikel over de wijzigingen
van december 2020 en
2021 is nog niet eens af. Ik had van de zomer de nieuwe
Arriva-sneltrein
Groningen – Winschoten nog willen nemen, maar die was toen tijdelijk
geschrapt
wegens personeelsgebrek. Later is het er niet meer van gekomen.
Enfin, dan maar terugblikken op 10
jaar Hanzelijn. Die heeft
zich wel populair gemaakt bij de reizigers. Totdat corona toesloeg,
reisden er
per dag zo’n 25.000 doorgaande reizigers over, die dus het hele traject
Lelystad -Zwolle aflegden. De 2 sprinterstations onderweg, Dronten en
Kampen
Zuid, trokken per dag 3500, respectievelijk 1900 in- plus uitstappers.
In de loop van 10 jaar is er niet
veel veranderd in de
dienstregeling op de Hanzelijn. Nog steeds rijden er 2 IC’s en 2
Sprinters per
uur per richting. Die IC’s verbinden Den Haag via o.a. Leiden Centraal,
Schiphol
Airport, Amsterdam Zuid en Almere Centrum met beurtelings Leeuwarden en
Groningen.
De Sprintersdienstregeling is in die
10 jaar wel gekanteld,
en niet de goede kant op. Aanvankelijk reed er over de Hanzelijn een Sprinter Amsterdam Centraal
– Zwolle, die op dat
laatste station aansluiting gaf op vrijwel alle andere treinen.
Sinds de dienstregeling van 2017 heb
je een wangedrocht: de
Sprinter Leiden Centraal – Amsterdam Centraal - Zwolle; ik
schreef erover in
december 2016. In die tijd begon hij op Den Haag Centraal.
Die Sprinter blijft
in Almere Oostvaarders en Lelystad hinderlijk lang staan langs het
perron, om
in Zwolle aan te komen op een tijdstip dat de andere treinen net
vertrokken
zijn.
Zwolle
Waar niets van terecht is gekomen:
opvoering van de dienstsnelheid
van 140 km/uur naar 160 of 200. Misschien komt dat nog als de nieuwe
ICNG gaat
rijden (IC Nieuwe Generatie, bijgenaamd De Wesp), maar dat gaat nog wel
een
paar jaar duren.
Ik pak op deze kille, donkere
zondagmorgen op Leiden
Centraal de IC naar Groningen van 10:47, een halfuur later dan ik van
plan was (nog
steeds geen ochtendmens, zeker in de winter niet). Daardoor zit ik nu
in het verkeerde halfuur; deze
trein stopt niet in Meppel.
Ik had een volle trein verwacht en
algehele feestvreugde
omdat de Hanzelijn in ere is hersteld en jarig is. Maar in plaats
daarvan zit
ik in een vrijwel lege DDZ-dubbeldekker. De reiziger moet weer langzaam
wennen
aan deze verbinding, zoals we dat in 2012 ook moesten. NS had vandaag
ook best
ergens op mogen trakteren!
Nou ben ik benieuwd of ik vanuit de
trein de plek kan zien
waar op 2 september die kortsluiting heeft plaatsgevonden die nooit had
moeten kunnen
plaatsvinden. De elektriciteitskabel van Tennet was oververhit, was
gaan
lubberen en was te dicht bij de bovenleiding van de trein gekomen,
waardoor
kortsluiting ontstond. Een soort aardlekschakelaar had binnen een
fractie van
een seconde de stroom moeten uitschakelen. Maar die functioneerde niet,
evenmin
als de reserve. Daardoor brandde de hele boel van Prorail door over
kilometers
afstand; bovenleiding, schakelkasten….
Zoiets was het; excuses voor
eventuele technische onzin die
ik uitgekraamd heb in de vorige alinea. Elektriciteit behoort, samen
met het liefdesleven
van de homo sapiens, tot de 2 sterk uiteenlopende dingen waar ik nooit
iets van
zal begrijpen. Maar in ieder geval duurde het herstel 3 maanden.
De ramp geschiedde op het traject
Lelystad – Dronten, niet
ver van het dorp Swifterbant, dat op een kilometer ten noorden van de
spoorbaan
ligt. Ik ben op zoek naar de plek waar een elektriciteitskabel de
spoorlijn
kruist. Die vind ik ook, zo’n kilometer ten oosten van de A6. En ik
krijg hem
as. woensdag zelfs op de foto.
Als dit echt het punt is, ligt dat
nog in Lelystad, en niet
in Swifterbant, gemeente Dronten. Swifterbant zie ik even later in de
verte, of
liever gezegd het bos met magere bomen waar het achter ligt. Het dorp,
op
fietsafstand van de Hanzelijn, heeft nooit aanspraak kunnen maken op
een
station. Het telt 6.000 inwoners, blijkbaar niet voldoende voor een
treinenstopplaats.
Momenteel ligt er nog een nieuwe
spoorverbinding door
Flevoland op de tekentafel: de Lelylijn
(zie de website van de lobbygroep
ervoor). Die geprojecteerde spoorlijn is de opvolger van de in de jaren
00
afgeschoten Zuiderzeelijn, en moet Lelystad verbinden met in ieder
geval
Emmeloord, Heerenveen, Drachten en Groningen.
De Lelylijn lijkt kansrijker dan zijn
voorganger de
Zuiderzeelijn. Er is subsidie voor aangevraagd bij de EU, en hij zou
deel uit
kunnen gaan maken van een nieuwe internationale
hogesnelheids-treinverbinding
Amsterdam – Groningen – Bremen – Hamburg, en eventueel verder naar
Kopenhagen
en nog eventueler nog verder naar Stockholm en / of Oslo. Aan plannen
nooit gebrek
in het spoorwegwezen.
‘Ligt op de tekentafel’ is wat
voorbarig. Zelfs de
Lelylijn-lobby is nog niet veel verder gekomen dan wat potloodlijnen op
de
landkaart. Van een tracéstudie is nog helemaal geen sprake. Maar het
schijnt nu
al een uitgemaakte zaak te zijn dat Swifterbant ook aan de Lelylijn
geen
station krijgt.
Ik krijg mijn zin nog met een
‘traktatie’ van NS. Op deze
eerste dag van de dienstregeling 2023 is de informatievoorziening door
de
knieën gegaan. CTA’s geven onjuiste informatie, wat nog funester is dan
helemaal geen informatie.
Meppel
In Zwolle stap ik over op een
Koploper waar Leeuwarden op
staat en die om 12:18 zou moeten vertrekken. Als hij na 10 minuten nog
steeds
langs het perron staat, en het steeds leger om me heen wordt, ga ik nog
maar
eens kijken op de CTA.
Nu is deze trein ineens de IC van
12:45 naar Groningen. Die
begint momenteel in Zwolle, omdat er een wisselstoring is bij ’t Harde.
Dat
vertroebelt het beeld nog verder. Algehele ontreddering op het perron.
‘Waar is
hier ergens een conductéúr?’, gilt een reizigster, op de rand van
hysterie. Het
gaat echt weer lekker hoor, op het spoor, vandaag!
Ik ga maar een kop koffie drinken, en
neem om 12:48 de trein
die een half uur na mij uit Leiden is vertrokken, en geloof ik echt wel
de IC
naar Leeuwarden is. Het staat erop, en de CTA vermeld het ook. Er wordt
niets
over omgeroepen, en conducteurs zijn inderdaad onzichtbaar, nu er iets
vervelends aan de hand is.
Maar goed, ik beland in Meppel.
Onderweg zagen we Staphorst
langskomen. Ook een plaats waar stemmen opgaan voor opening van een
station,
heropening, er was er al een van 1867-1935. Alleen de Stationsweg
herinnert er
nog aan. En Café Spoorzicht, maar zicht op het spoor heb je er
natuurlijk nog
wel, ook zonder het station, dat in 1970 gesloopt is.
Staphorst telt meer inwoners dan
Swifterbant, nl ruim 10.000.
Maar de plaats ligt aan één kant van het spoor, de zuidwestzijde, en
aan de
overkant heb je vrijwel alleen weiland. En veel wijken liggen op grote
afstand
van het station. NS ziet om die redenen opening van een station niet
zitten. Staphorst
wordt geen Stophorst, wat hun betreft.
Goed, ‘Kan niet’ is bij dit bedrijf
een Pavlov-reactie. Maar
misschien veranderen ze snel van gedachten nu Arriva beweert dat het
wél kan.
Arriva heeft plannen om NS op het hoofdnet te gaan beconcurreren. Ze
willen
stoptreinen Zwolle – Groningen en Zwolle – Leeuwarden exploiteren. En
die laten
stoppen in Staphorst.
Dan Meppel, en daar begint het culturele deel van deze dag.
Het menselijk langetermijngeheugen
werkt ongeveer zoals
Google. Hoor of lees 2, 3 woorden en je geheugen komt met informatie op
de
proppen. Maar niet alleen informatie; het produceert er ook meteen
beeld en
geluid bij, geuren, kleuren en emoties.
Ik zocht zaterdagavond op het Web, of
er op zondagmiddag
iets te doen zou zijn in Meppel. Daarbij stuitte ik op de site van
het Stedelijk
Museum Meppel. De woorden ‘Meppel’, ‘Boerwinkel’ en
‘poppenspeler’ die over
mijn scherm flitsten, brachten mij meteen een voorstelling te binnen
van Boerwinkels
poppentheater, dat Triangel heette.
Stedelijk Museum
Het zal 50 jaar geleden zijn dat ik
die voorstelling gezien
heb. Maar ik herinner me nog hoe Henk Boerwinkel de door hemzelf
vervaardigde marionetten
tot leven bracht. Het was van een heel ander kaliber dan in tv-series
als The
Thunderbirds, waar je overduidelijk de draden zag waaraan de poppen
vastzaten,
en je die monden in hun wezenloze gelaat op en neer zag klappen als ze
aan het
woord waren. Bij Boerwinkel vergat je Boerwinkel; het leek alsof hij de
poppen
had gewekt tot een eigen, zelfstandig leven.
Het was een matineevoorstelling op de
middelbare school. Wij
pubers vonden Triangel veel interessanter dan de lessen die erdoor
vervallen
waren. Het viel in de smaak bij het genadeloze publiek dat wij vormden.
Zo rond
diezelfde tijd hadden we eens een optreden gezien van muziekensemble
dat een
uitprobeervoorstelling kwam geven die nog vol valse noten zat. Die
musici werden
op boegeroep getrakteerd en vertrokken met ons hoongelach in de oren.
Maar Boerwinkel wist ons te
begeesteren. Hij trad op met
assistentie van zijn vrouw Ans. Ze waren – en dat nam me echt helemaal
voor ze
in – met hun loodzware hutkoffer uit Meppel gekomen met de trein; ze
deden
alles met het openbaar vervoer. En dat zonder Hanzelijn, die bestond
nog lang
niet; sterker nog: Almere bestond nog niet eens.
Henk Boerwinkel (1937) stond, toen
hij in onze aula optrad,
nog aan het begin van een indrukwekkende internationale carrière. Hij
is nu een
bekende Meppelaar en de naamgever van een Cultuurprijs die in die stad
elk jaar
uitgereikt wordt. Niemand minder dan Jim Henson, de maker van de
Muppets, wijdde
een documentaire aan hem, die vertoond wordt in het museum (en die ik
helaas
niet op YouTube heb kunnen vinden, maar wel dit interview
uit 2014 door een
lokale tv-zender en deze clip van een voorstelling
in 2013).
Het stedelijk Museum Meppel is voor
een belangrijk deel aan Boerwinkel
gewijd. Veel van
zijn poppen worden
tentoongesteld; ik herken er zelfs gewoonweg nog een paar van die ene
voorstelling die ik zo lang geleden gezien heb.
Het museum is gevestigd in het
voormalige gemeentehuis, ingericht
zoals het er in de 19e eeuw heeft uitgezien. Je verwacht er elk moment
Bromsnor
te zien binnenkomen. Ik, vrijwel de enige bezoeker op deze
zondagmiddag, word
door twee allervriendelijkste vrijwilligers ontvangen in de
burgemeesterskamer.
Ik vertel ze het verhaal over Henk Boerwinkel die weer in mijn geheugen
is
komen bovendrijven, en ze beloven mijn groeten over te brengen aan
Henk, die
regelmatig in het museum komt.
Tot de vaste collectie behoren verder
Meppeler zilver en werken
van de schilderes Stien Eelsingh (1903-1964). Gedurende de laatste 20
jaar van
haar leven woonde en werkte zij in een wat wrakke boerderij in
Staphorst.
De aanvankelijk stroeve contacten met
de stugge, in zichzelf
gekeerde bevolking gaven uiteindelijk een boost aan haar
schildersloopbaan. De
autochtonen wilden zich na ampele aarzeling wel door haar laten
portretteren,
maar dan moesten ze niet al te duidelijk herkenbaar zijn. Een uitdaging
voor
een portretschilder, niet-gelijkende portretten vervaardigen!
Eelsingh, die haar portretten
aanvankelijk heel minutieus geschilderd
had, ging over op een meer schetsmatige stijl, die toch prachtige
Staphorster
koppen heeft opgeleverd.
Linksboven
station Meppel uit 1867
Voor en na mijn bezoek aan het museum
loop ik een rondje
door Meppel. ‘Meppel blijkt het middelpunt van het
stappersgebeuren in
heel Drenthe. Uit alle etablissementen klinkt geschreeuw, gelal en
slechte,
André Hazesachtige zang.’ Dat schreef ik in dit stukje
uit 2018, toen ik hier
op een zaterdagavond beland was, op zoek naar een beetje knap, rustig
restaurant.
Uiteindelijk nam ik genoegen met een snackbar in een stil steegje.
Wat een contrast tussen die zaterdag
van toen met de zondag
van vandaag! Er heerst een serene rust in de lege straten van het
stadje. Het ene
is misschien niet los te zien van het andere. Mogelijk ligt heel Meppel
op
zondag tot diep in de middag brak in bed na het bacchanaal van
zaterdagavond;
ik weet het niet.
Meppel is, zolang de Lelylijn niet
wordt aangelegd, de
flessenhals waar iedere treinreiziger doorheen moet die van het Noorden
naar de
Randstad reist of vice versa. In de 17e eeuw was datzelfde het geval
voor de turf
die van de veenkoloniën op weg was naar de kachels in de steden van
Holland.
Een paar belangrijke vaarten, aanvoerroutes van turf, kwamen in Meppel
tezamen.
Daarna werd deze degelijke, ouderwetse warmtebron via het Meppelerdiep
getransporteerd
naar Zwartsluis aan de Zuiderzee en verder naar het Westen.
Meppel kwam tot economische bloei
door het turftransport. De
stad verwierf in 1644 stadsrechten, als 2e stad in Drenthe, na Coevorden.
Wanneer gaan wij, 21ste-eeuwers, weer
turf stoken? In
Ierland wordt dat in sommige streken weer gedaan. Ja, het veroorzaakt
veel CO2-uitstoot,
dat is wel waar.
Op mijn terugreis via de Hanzelijn
gebeurt er niets opmerkelijks,
of het zou moeten zijn dat de trein op tijd in Leiden aankomt. Woensdag
de 14e pak
ik opnieuw de Hanzelijn.
De dag daarvoor, dinsdag 13, lag
vrijwel het gehele net van
NS lam door een stuk of 15 stremmingen verspreid over het hele land.
Ja, het
vriest een paar graden. En de storingssoftware was getroffen door een
storing; hoe
bedenkt NS toch iedere keer dit soort bizarre smoezen!
Maar deze hele woensdag zal ik
nergens last van hebben. Reizen
met NS, je moet er een beetje geluk mee hebben.
Ik sta deze keer zowaar al voor 10:00
uur op Leiden
Centraal. Over spoor 3, dat niet aan een perron ligt, raast zo’n nieuwe
‘Wesp’
voorbij. Volgens mij de eerste keer dat ik er een zie rijden. Het ging
te snel
om mijn telefoon te trekken voor een foto.
Ik neem de IC naar Lelystad. Die
rijdt sinds de
uitdunning van de dienstregeling alleen nog maar in de brede spits, en
dan
alleen van maandag t/m donderdag. Op andere dagen en tijdstippen buigt
hij na
Amsterdam Zuid af naar Utrecht, Eindhoven en Venlo.
Na koffie
op Almere Centrum stap ik over op die Sprinter die ik hierboven noemde,
die van
Leiden met een slinger via Amsterdam Centraal naar Zwolle rijdt. Een
rit Leiden
– Kampen Zuid met die trein duurt dik 2 uur en je stopt op 18
tussenstations.
Met een overstap van IC op Sprinter, zoals ik nu doe, kan er meer dan
een half
uur vanaf.
In Almere vormt de spoorbaan een lang
slingerend lint langs
huizenblokken, tot waar het oog reikt; blokkige huizenblokken, een
soort legosteentjes,
lijken het wel als je in de verte kijkt.
Op naar Kampen Zuid! 10 jaar geleden
lag het station in een
kale vlakte en bestond de stationsomgeving alleen nog uit artist
impressions.
Maar in de tussentijd is er een nieuwe wijk gebouwd, met de voor de
hand
liggende naam Stationskwartier, waar de straten treinennamen hebben:
Buffel,
Railhopper, Koploper, Blauwe Engel, Wadloper.
Er is een winkelcentrum en tegenover
het station staat de
Hanze Kiosk, een cafetaria. Als je een taxi nodig hebt, kun je Gertie
bellen;
haar 06-nummer staat achter de ramen van de Kiosk. Een bus-aansluiting
is er
ook. De stadsdienst is tot mijn verbazing niet wegbezuinigd, maar rijdt
maandags / zaterdags overdag nog met een achttax onder lijnnummer 510.
Verder
is er een ruim uitgevallen fietsenstalling. Dit is echt wel iets moois
geworden,
deze stationsomgeving.
Met 5 graden onder nul, de middagzon
erbij en afwezigheid
van wind, is het aangenaam wandelweer. Deze weersomstandigheden nodigen
wel uit
tot een flink wandeltempo. Ik ga van hier lopen naar het andere station
van Kampen,
aan een andere spoorlijn, en met een andere maatschappij, Keolis /
Blauwnet. Een
stijf uur wandelen, dat wil zeggen een kleine 2 uur, met oponthoud bij
de HEMA
voor alweer een koffiepauze.
Dat was ook weer zo’n
spoorboekjesdrama, een paar jaar
geleden, de vertraagde opening van station Zwolle
Stadshagen op dit
Kamperlijntje (Kampen – Zwolle). Dat maakte ooit deel uit van de
Centraalspoorweg, Utrecht – Amersfoort – Zwolle – Kampen, aangelegd
rond 1860. De
lijn was van Utrecht tot het stootblok in Kampen precies 100 kilometer
lang.
Nee, niet precies: 100 km plus nog 912 meter.
Nog een korte wandeling door Dronten,
waar
de afgelopen 10 jaar niet zo gek veel veranderd is. Tegenover het
station is
nog wel een groot flatblok in aanbouw; klanten voor de Hanzelijn.
Ik reis vandaag op een Keuzedag.
Daarom wil ik Dronten wel
voor vieren verlaten, met de trein van 15:55, omdat je met een incheck
tussen 16:00
en 18:30 de volle mep betaalt. En ik wil graag thuis zijn als de halve
finale
begint.
Ja, ik kijk naar de WK in Qatar,
schaamteloos, unverfroren
(hoewel vandaag half bevroren). Dat mag niet als je woke wilt zijn -
wat ik met
de dag minder zijn wil. Er heeft mij nog niemand kunnen uitleggen, wie
er
slechter van wordt als Frans Mensonides naar de WK kijkt, en wie er
beter van
wordt als hij daarvan afziet.
Ik ken ook voetballiefhebbers die
heel principieel de tv
uitlaten, maar wel tot in detail op de hoogte zijn van de stand van
zaken op
het WK. Ze kijken dus stiekem toch, of volgen de wedstrijden op de voet
via de
sociale media. Is dat dan woker dan tv kijken? Woke, woker, wookst.
Zoals ik
ertegenaan kijk, is het een loos gebaar, niet veel meer dan streling
van het
eigen ego.
Enfin, het winkelcentrum van Dronten,
een stijve kilometer
van het station. Stonden die mooie beelden er 10 jaar geleden ook al?
Bij vrijwel alle winkels in het
centrum hangt een bordje
achter de deur dat de winkel OPEN is, niettegenstaande het feit dat de
deur gesloten
is. Dat is alleen om de deze winter vrijwel onbetaalbare warmte binnen
te
houden.
Ik fotografeer een paar van die
bordjes als tijdsbeeld. Als
iemand straks in betere tijden die foto ziet, zal hij denken: oh ja,
dat was in
die energiecrisis-winter van 2022 / 2023.
Terug naar het station. De Sprinter
naar Leiden komt
voorrijden, een goed bezette sliert SNG-bakken. Aangezien hij Leiden
Centraal als
eindbestemming heeft, kon ik er net zo goed in blijven zitten, helemaal
via
Amsterdam Centraal, bijna 2 uur lang. Waarom niet? Hier binnen brandt
de
kachel.
Frans Mensonides
18 december 2022
Er geweest: zondag 11 en woensdag 14 december 2022
Nog mooi op tijd uit Dronten
©
Frans Mensonides, Leiden, 2022