Station Boskoop Snijdelwijk, lang gewacht ... toch gekregen!
Nou, ProRail weet echt wel hoe
zij
een Keuzedag van een
senior moeten verzieken, zeg! Ik had woensdag 13 december al maanden
van
tevoren gereserveerd in mijn agenda, me verkneukelend van voorpret. Die
Keuzedag zou ik besteden aan een rit langs de belangrijkste wijzigingen
in het
spoorboekje voor 2018 – afgezien van de ‘tienminutentrein’ die ik al
gedaan
had op 6 september van dit jaar, tijdens de testfase.
Aan de R-netspoorlijn Alphen
a/d Rijn
– Gouda van Abellio is
op zondag 10 december 2017 station Boskoop Snijdelwijk in gebruik
genomen. De inlossing
van een belofte uit 1990, en daarmee alle reden tot feestvreugde, al
werd het door
de weersomstandigheden een kil partijtje. Met Snijdelwijk is verder
niets mis;
daar kan ik gewoon heen.
Maar wat een kolossale zeperd
met dat
andere te openen
station, Zwolle Stadshagen! Dat ging niet door, dank zij gepruts van
PrutsRail.
De nieuwe concessiehouder, Keolis (v/h Syntus), kan er weinig aan doen,
evenmin
als aan de sof met de IC Zwolle – Enschede die zij sinds zondag ook
exploiteren.
Die rijdt voorlopig niet tussen Zwolle en Raalte.
Enfin, we komen het allemaal
wel
tegen in de loop van deze
dag, want ik laat me door wat kleine teleurstellingen echt niet
weerhouden van
mijn reis, die uiteindelijk in Enschede zal moeten eindigen. Ook niet
door tegenvallend
weer; deze woensdag is mijn laatste gelegenheid om die Keuzedag op te
maken, en
ik laat hem niet verlopen.
P.P.S.: Stadshagen; het vervolg (januari 2018)
P.P.P.S.: Waddinxveen Triangel (februari 2018)
P.P.P.P.S: De Stadshagen-soap gaat door (juni 2018)
Zwenzwoka in de herkansing - Succesverhaal in het veen - Heino - InterciTIE van KeoLIE - Stokhorst uit het dal - Heftan tattat - Kramperlijntje (september 2018)
Toch nog Zwolle Stadshagen (tijdelijk, weliswaar) (juni 2019)
Dan zal ik maar beginnen met Boskoop
Snijdelwijk. Ik was een
paar maanden geleden ook al op de lijn Alphen –
Gouda en ik vlecht een
paar
zinnen uit dat stukje tussen dat van vandaag. Waarom zou je het wiel
opnieuw
uitvinden als je ook autoplagiaat kunt plegen, eigen-Diekstra?
Boskoop Snijdelwijk ligt tussen
Boskoop Sec en Waddinxveen
Noord; niet veel verder dan een kilometer van beide stations. Het is de
inlossing van een oude belofte, zoals gezegd. Die werd niet gedaan door
een
trein maar door een tram. Snijdelwijk had een tramhalte moeten zijn op
de RijnGouweLijn,
die niet doorging. Het verhaal daarvan is te bekend om nog op te
rakelen, maar
linken kan geen kwaad, voor degenen die het naadje van de kous erover
nog nooit
gehoord hebben.
In 2011, tijdens de laatste
stuiptrekkingen van het RijnGouweLijn-plan,
werd er op de plek waar nu het nieuwe station ligt, een
lagevloers-tramperronnetje aangelegd. Dat is later weer met de grond
gelijk
gemaakt. Pure kapitaalvernietiging, 20 jaar discussie over die tram;
wat er
alleen al over verluld is, en uitgegeven aan rapporten! Dat perronnetje
kon er
ook nog wel bij.
Nu dus een heus station. De treinen
naar Gouda passeren op
de hele kwartieren hun tegenligger op het al sinds 1934 bestaande
station Boskoop
en halteren 2 minuten later op Snijdelwijk. De treinen de andere kant
op, richting
Alphen a/d Rijn, doen het nieuwe station aan om 3 minuten vóór elk
kwartier.
Boskoop
Snijdelwijk in 1999 en 2011
Ik
vertrek niet echt scherp op tijd; niet met de eerste trein na negenen.
Eerst heb ik gewacht tot het licht
werd, toen tot de regen ging liggen en daarna ben ik onder een paraplu
toch
maar over sneeuwresten door drenzerige regen naar de bushalte gegleden.
Waarom eigenlijk
niet binnengebleven, vandaag? Ja, maar als je om zoiets thuisblijft,
dan was de
jaargang ´17 van De digitale reiziger een heel korte geworden.
´Wij gaan sneller dan de vrachtwagens en de draaimolens´, zegt een
jongetje in
de trein naar Alphen a/d Rijn.
‘Nee, joh, dat zijn windmolens!’, voedt zijn moeder op.
De overstap in Alphen is gemakkelijk haalbaar. Ik stap in de
Abellio-FLIRT naar
Gouda. De trein passeert, ook exact op tijd, een tegenligger op het
oude
station Boskoop en begeeft zich daarna op een sukkeldrafje van zo´n 50
km/ uur richting
Snijdelwijk.
Op de afstand van 1100 meter tussen de twee Boskoopse stations is het
de moeite
niet waard om de trein echt de sporen te geven.
Tegelijk met mij stappen 3 passagiers uit die misschien echt in
Snijdelwijk
moeten wezen. Het nieuwe station bestaat uit één perron langs één
spoor. Het
heeft een kleine abri met nog wel een zitbank erin. Beneden, als je de
trap of de
hellingbaan afloopt, vind je een ruime fietsenstalling. Er staan een
stuk of 30
karretjes te wachten op de terugkeer van hun forens of scholier;
Boskoop
Snijdelwijk wordt meteen al aardig gebruikt.
Het
schenkt toch voldoening om dit station te zien! Dit is een beetje een
feestdag, al leek het daar vanochtend nog niet op toen ik de
slaapkamergordijnen opendeed en de grauwheid zag. Onze strijd was niet
vergeefs.
Toen ik
in 1990 mede-heroprichter was van de ROVER-afdeling Leiden en
omstreken, was dit veenlijntje een hot item. Het stond op de nominatie
om
opgedoekt te worden. Toen kwam dat halfzachte tramplan, de RGL.
Oh ja, ik
zou het bijna vergeten zijn, maar er heeft nog een hele tijd
daadwerkelijk een tram gereden tussen Alphen en Gouda. Dat was tussen
2003 en
2009, een rammelend pieremachochel. En die kreeg niet eens een halte
bij
Snijdelwijk.
Wij
stonden altijd op het standpunt dat er een trein moest blijven rijden
en dat Snijdelwijk een station moest krijgen. En nu, na 27 jaar, is het
er. Als
je tijd van leven hebt, krijg je als OV-voorvechter soms toch nog je
zin.
Het nieuwe station is maandagmorgen
feestelijk geopend (zie
in hier in de krant en hier op You Tube). Helaas gebeurde
dat op een
weinig
feestelijke zwarte dag in de vaderlandse railgeschiedenis: vrijwel het
hele
spoorverkeer in Nederland lag lam na een sneeuwbuitje. Het lag aan de
wisselverwarmingen. Het schijnt dat ze die testen in augustus, als het
plus-25
is, en er dan verder niet meer naar omkijken.
Klik d´r op voor een vergroting
Natuurlijk wil ik ook het achterland
verkennen, de wijk
waarnaar het station genoemd is. Daar is het vandaag geen weer voor,
dus ik doe
dat as. zaterdag pas. Het onderstaande stuk zou eigenlijk in
de
toekomende
tijd moeten staan.
Deze zaterdag staat er een aarzelend zonnetje aan de hemel, van tijd tot tijd verduisterd door inktzwarte wolken. De straten zijn glad door eerder vanmorgen gevallen hagelkorrels. Van tijd tot tijd daalt er een felle, ijskoude regenbui neer. Een regenboog fleurt de hemel op, waar Snijdelwijk zelf weinig kleurigs heeft.
Er is feitelijk weinig aan te zien. Het is net zo´n buurt als mijn eigen Leiden Fortuinwijk, met rijtjes huizen en verlaten speelplekken. Men doet zijn boodschappen bij Hoogvliet, net als ik.
Snijdelwijk dateert zo te zien van eind jaren ’60, begin jaren 70, het tijdperk van de hoeken van 90 graden; blokkige huizen, rechte hoeken op de plattegrond. Hier en daar zijn doorkijkjes op de polder. Ten westen van het spoor hebben de straten namen als Weegbree, Rietkraag en Beemd, ten oosten ervan heten ze naar beroemde plantkundigen. Je kunt er naar de Brede School; zo breed dat hij niet in een foto van 400x300 pixels past. En naar het Coenecoop College dat alles biedt, tot en met gymnasium.
Voor de buurtbewoners zal het even
wennen zijn, treinvervoer.
Ze
horen de treinen al een jaar of 45 langs hun huis denderen, maar sinds
zondag
kunnen ze ook echt instappen.
Ook wennen wordt de afkalving van het
busvervoer die hier op
dezelfde dag als de opening van het station zijn beslag kreeg. Lijn
187, Oegstgeest
– Leiden – Zoeterwoude Rijndijk – Hazerswoude – Boskoop – Waddinxveen –
Gouda
werd ingekort tot station Boskoop. Snijdelwijk is daarmee verstoken van
doorgaand busverkeer. Al vaker geconstateerd, maar het blijft jammer:
goed
trein- PLUS goed busvervoer is meestal een illusie.
Ter compensatie hebben de Snijdelwijkers wel een buurtbus gekregen die echter niet buiten de enge grenzen van Boskoop opereert. Hij rijdt in een ongebruikelijke frequentie van 90 minuten. Verder rijdt nog steeds in de spits lijn 382, de snelbus naar Den Haag.
Vanaf station Snijdelwijk ben je ook
snel in de grote stad. Zo duurt bijvoorbeeld de rit naar
Leiden
Centraal, met overstap in Alphen, slechts 25 minuten, tegen tot voor
kort drie
kwartier met die slome lijn 187. Met de RGL zou het zeker 35 minuten
geduurd
hebben, door de krochten en stegen van de Leidse binnenstad.
Ik keer terug naar het perron; het is
nu weer woensdag tegen
de middag. 3
man stappen in de trein naar Alphen en maar liefst 10 in die naar
Gouda,
waaronder ik.
Het
station haalt op den duur wel ruim 1000 passagiers per dag, schat ik,
meer dan
het
lelijke eendje op deze lijn, Waddinxveen Noord (slechts 900 in- plus
uitstappers
per dag). Boskoop
doet er 1500 en Waddinxveen 1700. Maar dat was in
2016; met
die kwartierdienst zal het hele
lijntje wel
opgekrikt worden. Verdubbeling van de frequentie betekent 30% meer
passagiers; dat was in mijn ROVER-tijd tenminste een
vuistregel.
Binnenkort wordt ook nog station
Waddinxveen Triangel
geopend, tussen Waddinxveen en Gouda. Dat
zal gebeuren op
maandag 12 februari 2018 en ik ben dan op de avond van die dag al ter
plaatse;
zie onderaan deze pagina.
Oh ja, de dienstregeling
van de lijn Alphen -
Gouda heeft opvallende afwijkingen, waar dan wel weer een systeem in
zit, in het half uur na alle even uren. De trein uit Alphen staat dan 8
minuten stil op Waddinxveen, kruist de trein naar Gouda dan om 8:30,
10:30, 12:30, etc. in plaats van :22, en die laatste trein
blijft
dan ook nog eens 8 minuten staan. Diverse aansluitingen gaan daardoor
vanzelfsprekend verloren. Ik dacht eerst dat het te maken
had met
een pad
voor een passerende goederentrein bij Gouda. Maar dat is niet zo; een
lezer meldde dat eens per twee uur de Gouwebruggen open gaan voor het
scheepsverkeer.
Van Gouda nu rechtstreeks naar
Zwolle. Die zeperd met Zwolle
Stadshagen, ik kan me niet voorstellen dat er ook maar één lezer van
dit
magazine is die dat nog niet gehoord heeft. Het was vorige week zelfs
op het
journaal.
Desondanks het verhaal, heel in het
kort. De provincie
Overijssel stak 50 miljoen euro in een opknapbeurt van het
diesellijntje Zwolle
– Kampen. De spoorbaan werd opnieuw aangelegd en er werd een
bovenleiding boven
gehangen. In plaats van diesels zouden er elektrische treinen gaan
rijden, en
dat met een snelheid van 140 km/uur (was: 100). Hierdoor zou een extra
stop
mogelijk zijn in de buitenwijken van Zwolle, die zich heel ver naar het
noordwesten
hebben uitgebreid. Het station werd aangelegd, Zwolle Stadshagen is de
naam.
Van de zomer vond de ombouwoperatie
plaats en ik ging
kijken per vervangende bus en op de fiets.
Toen ze vorige maand met de
elektrische FLIRT’s van Keolis
gingen proefrijden over het traject, kwam er ellende aan het licht. De
baan in
die slappe veengrond was te gammel voor die zware treinen en de
stroomvoorziening was niet toereikend, of zoiets technisch. Het is toch
niet te
filmen; hoe lang worden er in Nederland al spoorlijnen aangelegd door
veenstreken?
De FLIRTs’ rijden nu met aangepaste
snelheid en daardoor is
er geen tijd in de krappe dienstregeling om te stoppen op het nieuwe
station
Zwolle Stadshagen; het ene treintje op deze lijn moet binnen een half
uur heen
en weer kunnen rijden.
Rikus natuurlijk des duivels! De
voorman van de Mij voor
Beter Openbaar Vervoer stelde per Twitter meteen voor om een
pendeltrein Zwolle
– Stadshagen in te voeren. Die zou elk halfuur op gepaste afstand
achter de
trein naar Kampen aanrijden, stoppen op Stadshagen, rechtsomkeert maken
en ruim
voor de terugkerende trein uit Kampen arriveren in Zwolle.
‘Kan niet!’, twitterde bijna de
complete spoorsector in
koor.
‘Kan niet?’, riposteerde ik, een trein heeft twee neuzen, net als de
Romeinse
god Janus, en kan in beide richtingen rijden. Kan-niet ligt op het
kerkhof,
naast Wil-niet en Interesseert-me-niet.
´Ja, maar je kunt op een enkelsporig traject niet zo maar achteruit
gaan rijden´,
wierp men tegen, ´dan moet je een seinpaal neerzetten!´
´Aha, het kán dus toch!’
´Ja, maar zo’n seinpaal, dat kost geld, en dat kost tijd, en dat…´
Ik vat een record aantal
‘notifications’ in mijn
Twitter-timeline maar even kort samen.
Ik ging er trouwens vanuit dat
station Stadshagen een
passeermogelijkheid zou krijgen, om een kwartierdienst mogelijk te
maken. Maar
dit station heeft dezelfde opzet als Snijdelwijk: één perron, één
spoor. Dat
kwartierplan dateerde nog uit het tijd dat het Kamperlijntje een
tramverbinding
zou worden. Met dat passeerspoor had een pendeldienst wel eenvoudig
uitgevoerd
kunnen worden, maar hadden en hebben…
Dat ritje met 80 km/uur naar Kampen,
dat geloof ik wel. In
september ging ik er een keer per Buffel heen. Op Open
Monumentendag,
was dat.
Toen tikte de snelheidsmeter op mijn telefoon 141 km/uur aan. Lekker
hard, maar
een stuk sneller dan de FLIRT nu mag. Had er niet een Buffel kunnen
ontsporen
bij die snelheid? Niet persé die Buffel waar ik in zat, maar toch? Zijn
we niet
ontsnapt aan een ramp?
In ieder geval wil ik een foto van
dat voltooide station;
dan maar zonder reizigers, hoewel die het altijd aardig doen op
OV-foto´s. Hoe
kom ik daar? NS raadt ons op hun site aan te doen wat ik zelf al
bedacht had:
de bus nemen. Stadsbus lijn 1 rijdt elk kwartier naar de grote nieuwe
wijk Stadshagen,
ten noordoosten van het spoor; bus 5 om het half uur naar de kleinere,
oudere
wijk Westenholte, aan de andere kant. Gelukkig bestaat er ook nog
zoiets als OV
op rubberen banden.
Ik stap ergens in Westenholte uit en glibber door de sneeuw in de
richting van
het station. Het is nu nagenoeg droog. Héé, daar heb je dat rijtje
opvallende
huizen waar ik van de zomer langsfietste!
Aan het
stationsplein wordt nog volop gewerkt. Als het station geopend
was, had je er nu je auto nog niet kunnen parkeren. Kan er in het
OV-derdewereldland
dat Nederland heet, nou nooit eens iets op tijd áf zijn?
Op het
spoorviaduct over het fietspad staan kreten die het midden houden
tussen losse dichtregels en aforistische spreuken, zoals: ‘Echo op
doorreis’,
‘Verte slijt nooit’ en ‘Terug is dubbel weg.’ Dat laatste lijkt wel wat
op mijn
favoriete uitsmijter: ‘De rest is terugweg’. Ja, doordenkertjes, maar
ik had
liever een station zonder spreuken en mét treinen.
Ik beklim
een gladde helling op weg naar de ingang. Die is met hekken
afgesloten en er hangt een lullig briefje over het niet doorgaan van de
openingsfestiviteiten op maandag 11 december. Daaronder een achteloze
mededeling waaruit blijkt dat niet alleen het openingsfeest, maar ook
de
opening zelf is gecanceld.
Vandaag
zie ik op diverse plekken grijze railmannen met fotocamera’s,
zoals ik zelf. Maar hier staat een voortvarende jongeman die meteen op
me
afstapt en zich voorstelt als fotograaf voor NRC en NRC-Next. Of hij
een foto
mag maken van mij, terwijl ik een foto maak van het station. En of hij
mijn
naam mag weten.
Nou, mijn
URL mag hij ook weten. Ja, er zijn mensen die gillend wegrennen
zodra de media zich vertonen. Maar ik ben altijd tuk op
naamsbekendheid. In
mijn ROVER-tijd stond ik wekelijks in de krant, dat kan ik toch
moeilijker
missen dan ROVER zelf.
Ik spel
mijn naam, hij noteert hem, maar kan niet garanderen dat hij ook
in de krant komt; daar gaat de redactie over. Wat ben ik; een
railspotter?
Nee, driewerf nee, een OV-kenner!
Dan weet ik vast ook wel of er nu gauw een trein aankomt die hij zou
kunnen
fotograferen.
Jazeker, daarom ben ik ook met gevaar voor eigen benen tegen die
besneeuwde helling
opgekropen. Nog een minuut of twee, drie gaat dat duren, als-ie op tijd
is.
‘En waar gaat hij dan vandaan komen?’
‘Uit Kampen.’
‘Oh. En komt hij dan van DEZE kant of van DIE kant?’
Ik wijs. Nou, nou, ik dacht dat IK een gebrekkig oriëntatievermogen
had...
Die foto
is mislukt; de mijne dan, en hopelijk niet die van de beroepsfotograaf.
Die trein is bewogen. Maar daardoor is hij juist gelukt. Want nou ziet
iedereen
dat hij doorrijdt en niet stopt, en daar gaat het juist om.
Nog meer over het Kamperlijntje onderaan dit artikel; ik kwam in
januari terug om alsnog de elektrische
trein naar Kampen te nemen.
Ik neem
afscheid van de fotograaf en loop verder richting Stadshagen,
totdat ik ergens een halte van lijn 1 tegenkom. Die bus terug naar het
station
rijdt langs
het monstrueuze Deltion-college, of liever erdoorheen; de school welft
helemaal
over de weg heen, meen ik te zien in het alreeds ingevallen tweeduister.
Het
Deltion College, en het busvervoer erheen, daar las ik laatst iets
over.
Mensonterende
toestanden ’s morgens om halfnegen, erger dan lijn 12 naar de Uithof in
Utrecht; veel te veel scholieren gepropt in veel te weinig gelede
bussen op lijn 9 die pendelt van Zwolle station naar het Deltion. De
ongelede bus waar ik in zit, rijdt dan ook maar door bij de halte
Deltion.
Ze hebben
lijn 9 goed
verstopt op het stationsplein. Hij vertrekt volgens het elektronische
scorebord
van perron A8, maar de halteperrons lopen maar tot A7.
Dan die andere zeperd, die van de IC
Zwolle – Enschede. Ook
de spoorlijn Zwolle – Wierden is de afgelopen jaren voorzien van een
bovenleiding. De maximum snelheid is opgekrikt van 100 naar 130 km/uur.
Ook op
dit traject heeft vorige week voor het laatst een NS-Buffel gereden en
gaat het
nu met de Keolis-FLIRT. De stoptrein Zwolle – Enschede doet nu nog maar
1:04
uur over zijn rit, tegen 1:09 vroeger.
Naast die stoptrein, die elk half uur
rijdt, is een IC
Zwolle - Enschede ingevoerd met uurdienst. Die stopt alleen in Heino,
Raalte,
Nijverdal, Almelo en Hengelo. Althans, dat was de bedoeling. Maar
daarvoor
hadden aanpassingen moeten plaatsvinden op station Zwolle, en dat was
men even
vergeten. Deze IC´s keren nu vanuit Enschede om in Raalte.
De
gelukkigste van hen hebben een plekje weten te veroveren in de stilte-
alias werkcoupé met klaptafeltjes en aansluitingen voor elektronische
apparaten. Erg krap is het gangetje naast de WC. Ikzelf moet me
behelpen met
een vierkante decimeter staanplaats op het balkon. Niemand staat op
voor zo’n
senior die eigenlijk toch nergens echt heen hoeft, en alleen maar
ruimte
inneemt.
Deze
afgeladen Keolis-FLIRT is maar een drietje, terwijl ze ook viertjes
hebben.
Een IC is geen overbodige luxe, gezien de drukte. Maar die rijdt, ook
als hij
volgend jaar in Zwolle begint, maar één keer per uur en dat is toch
weer half werk.
Met 2 IC’s had je een strakke kwartierdienst.
Ik breng
mijn 45 minuten wachttijd door in de HEMA-koffiecorner in het
centrum van Nijverdal.
Dit dorp, groot geworden door de nijverheid die
in de
naam besloten ligt, ex-goudzoekersoord ook nog, het Klondike van
Twente,
bezocht ik voor het laatst in 2013. Het nieuwe station, gelegen in een
uitgraving, was toen net geopend.
De IC
naar Enschede is ook een FLIRT-drietje. De Keolis-lijnen
Zwolle-Kampen en Zwolle-Enschede heten ook wel: Zwenzwoka-lijnen. Ik
log in op
de Zwenzwoka Wi-Fi en lees dat Rikus over enkele minuten onthullingen
gaat
doen over het debacle met de wisselverwarmingen. En ook nog
een leuk
nieuwtje:
De Hoekse
Lijn
gaat niet in februari, maar pas in december 2018 open.
Een
feestdag, noemde ik deze dag? Een rampdag, had ik beter kunnen zeggen!
Je verwacht zoiets in een bananenrepubliek, maar niet in het land dat
zichzelf het beste ter wereld vindt.
In inktzwart duister rijden we
Enschede binnen. Vandaag is
de dag met de vroegste zonsondergang. En in Enschede gaat hij nog eens
ongeveer
tien minuten eerder onder dan in Leiden. De rest is, in het donker,
terugweg.
Frans Mensonides
17 december 2017
Er geweest: woensdag 13 december 2017 en in Snijdelwijk opnieuw op
zaterdag 16 december
Laatste aanvulling: 19 december 2017.
Donderdag de 14e verscheen het artikel over Zwolle Stadshagen
in NRC Handelsblad, NRC Next en ook nog op het web, niet eens achter
een betaalmuur. Er staan drie foto’s bij, waaronder een van
een op
de rug
geziene
fotograaf. Dat ben ik. Dat mijn gezicht niet te zien is, is iets waar
ik niet
echt rouwig om ben. Maar die naam. Er staan er een hoop in: Annette
Toonen, die
het artikel schreef; René de Heer, wethouder van Zwolle; Ulbe Tolner,
een
buurtbewoner; Arriën Kruyt, die er namens ROVER ook een plasje over mag
doen;
de Overijsselse gedeputeerde, om niet te zeggen: gedupeerde: Bert
Boerman; Bram
Petraeus die als maker van de foto’s vermeld staat. Maar helaas niet
die van
Frans – De digitale reiziger –
Mensonides.
Nijverdal
Zwolle Stadshagen in het voorbijgaan
Op maandag 8 januari 2018 besloot ik
mijn tocht naar de dubbeldeksbussen
tussen Groningen en Emmen even te onderbreken voor een slag
naar Kampen. Ik
wilde het trajectje Zwolle – Kampen toch een keer afleggen met
elektrische
treinen.
Een gotspe: op de CTA staat vermeld
dat de trein rijdt via
Zwolle Stadshagen. Jazeker, hij rijdt erlángs, maar stopt er nog steeds
niet.
Als ik in de Keolis FLIRT zit, zie ik
mijn snelheidsmeter
snel klimmen naar 100 km/uur om op dat punt stokstijf stil te blijven
staan.
Harder mogen we niet, gezien de conditie van de fonkelnieuwe baan.
Ik probeer station Stadshagen te
fotograferen in
het voorbijgaan. De eerste keer mislukt dat en op de terugweg wordt de
foto ook niet
groots. De beste stationsfoto’s maak je toch bij stilstand.
De Kamperlijn heeft door de
ombouwperiode van
afgelopen zomer
en alle antireclame van de laatste tijd beslist niet aan populariteit
ingeboet; ook
midden op de dag is de trein flink druk. En dan te bedenken dat er aan
het begin van de jaren '10 stemmen opgingen om het lijntje maar op te
doeken bij opening van station Kampen Zuid aan de Hanzelijn!
Ik breng een half uur door in het
dorp IJsselmuiden dat aan Kampen
grenst en twee stappen voorbij het station begint. Maar ik kom in die
tijd nog
niet eens tot de dorpskerk. Groter dan ik dacht! En het is snijdend
koud,
vandaag. Voor de rest van IJsselmuiden kom ik nog een keer terug.
Misschien wel
nadat station Stadshagen echt geopend is, hoe lang dat ook nog mag
duren.
ProRail was aanvankelijk weinig
spraakzaam over de vraag die
iedereen op de lippen brandde: ‘Hoelang nog?’ Ze hadden op hun site
een compleet
nietszeggend verhaal geplaatst. Daaruit bleek dat we zelfs
nog blij mochten zijn
dat er überhaupt treinen ‘heen en weer rijden’ op de Kamperlijn, iets
wat al
het geval was anderhalve eeuw voordat ProRail zich ermee ging bemoeien.
Het geduld van de provincie
Overijssel en de gemeenten
Zwolle en Kampen begon op te raken: wanneer kon ProRail een
tijdsplanning laten
zien voor het verhelpen van de euvelen? Op de woensdagavond dat ik dit
stukje
getypt heb, 10 januari, kwamen ze dan eindelijk met een plan naar buiten.
Op korte termijn probeert men iets te
schuiven met de aankomst-
en vertrektijden van de trein, zodat een stop op Stadshagen ingepast
kan
worden. Ik vrees het ergste voor de aansluitingen in Zwolle, die nu al
zeer
krap zijn. Ook wordt gewerkt aan het opvoeren van de snelheid tot de
140 km/uur
waarvoor de provincie betaald heeft. Daarover horen we over een paar
maanden
meer.
Dit artikel krijgt nog wel een P.P.P.S en een P.P.P.P.S in de toekomst.
Inderdaad: zie hieronder > >
> >
Frans Mensonides
11 januari 2018
Er geweest: maandag 8 januari 2018.
Rustiek IJsselmuiden
En hier
is dan het
post-post-postscriptum. Twee maanden plus twee dagen na Boskoop
Snijdelwijk
werd ook station Waddinxveen Triangel geopend: maandag 12 februari
2018.
Bij dat
station ligt
ten oosten van de spoorbaan het bedrijventerrein Coenecoop. Aan de
westzijde is
de woonwijk Park Triangel in aanbouw.
De
opening van het
station geeft hetzelfde gevoel van triomf als die van Snijdelwijk: wij
van
ROVER vonden 25 jaar geleden al dat het er moest komen, en dan als
station en niet
als tramhalte.
Ik ga dan ook meteen op de eerste dag
al kijken. Maar zal
eerst een werkdag door moeten brengen boven het Noordzeekanaal. Na mijn
terugkeer op Leiden Centraal aan het begin van de avond, reis ik meteen
door
naar de veenstreek.
Die rit verloopt niet zonder
strubbelingen. De IC naar
Utrecht komt ter hoogte van Heinekens bierfabrieken tot stilstand bij
het rode
sein voor het enkelspoor. Daar blijven we een heel dik kwartier staan.
De
omroep murmelt iets halfverstaanbaars over een tegentrein. Maar er
passeren er
twee, met grote tussenpozen. Ik kon mijn aansluiting in Alphen op de
trein naar
Gouda van 18:39 meteen al vergeten, en die van 18:54 zo langzamerhand
ook wel.
Alweer een goede spoordag, vandaag;
naar mijn werk en op de
terugweg had ik ook al vertraging. Ik schreef het hierboven al ergens:
de
spoorsector weet je lol van het treinreizen vaak echt aardig te
verzieken.
In Alphen aangekomen en wachtend op
de Abellio-R-Net-trein van
19:09, begin ik verder ook te twijfelen aan de zin van deze avondlijke
aanvulling
op mijn artikel. Het is donker, het is kil, er staat een straffe bries
en ik
heb nog niks gegeten, vanavond. Wat doe ik hier in de kou?
De R-net-trein moet het vooral hebben
van overstappers uit
Leiden. We zetten koers naar Gouda. Na Boskoop, Boskoop Snijdelwijk,
Waddinxveen Noord en Waddinxveen Centrum dan uiteindelijk de
langverbeide stop
bij Waddinxveen Triangel; vijf tussenstations nu op het 18 km lange
spoorlijntje.
Triangel ligt op 2 km van station
Waddinxveen Centrum en op
6 km van eindbestemming Gouda. Er stond ooit nog een station Goudse
Poort op de
wensenlijst, maar daar hoor ik niets meer van.
Ik ben de enige uitstapper. As.
donderdag is het officiële
openingsfeest; vanmorgen was de
pers
aanwezig, maar vanavond staat er geen ontvangstcomité klaar. Enfin, het
station
ís open, en dat is mooi genoeg. In mijn jonge jaren hebben we ervoor
gepleit en
gestreden, en nu is het er. Je moet wat geduld hebben met dat soort
dingen, en ook
voldoende tijd van leven.
Het station, met één perron langs
enkelspoor, lijkt sterk op
Boskoop Snijdelwijk. Een heel opvallende afwijking daarvan wordt wel
gevormd
door de enorme, huizenhoge fietsenstalling. Het moet het ontwerp zijn
van een architect die de
avond daarvoor wat al te bourgondisch getafeld had. Dat rare gevaarte
moet ik overdags
toch een keer wat beter gaan bekijken.
Evenals de wijk Park Triangel. Ik had
hier langs de
huizenrijtjes willen lopen en hongerig naar binnen willen kijken bij de
gezinnen aan de avondpap. Misschien zou iemand dan zeggen: ‘Hee, kijk
nou eens
wie daar loopt! Daar heb je warempel De digitale reiziger! Ja, die komt
natuurlijk op dat nieuwe station af! Zou hij misschien een bord
griesmeelpap
lusten?
Maar het station ziet uit op een
onbebouwde kleivlakte waar
grijpers en bouwketen wachten op de werkmannen, morgenochtend. Met het
onverwoestbare humeur dat ik vandaag ondanks tegenslagen heb, vind ik
dat
eigenlijk wel prima. Triangel is nu eens een voorbeeld van een wijk die
al goed
OV heeft voordat hij bestaat. De lichtjes heel in de verte horen geloof
ik bij
de al bestaande wijk Zuidplas. Er zullen wel wegen of eventueel
modderpaden
heenlopen, want er staan tenslotte fietsen in die rare stalling, en die
moeten
hier toch op een of andere wijze gekomen zijn.
Uit de trein uit Gouda komt één
eenzame, verlate forens. Hij
kijkt niet op of om naar zijn nieuwe station, begeeft zich naar de
stalling en
maakt zich uit de wielen.
Ik wil nog een paar treinen
afwachten, en een paar foto’s
maken. Het is nu na halfacht en het is nu halfuurdienst. Een echtpaar
plus hond
komt op het perron, werpt wat blikken in de rondte en wandelt weer weg;
kijkers, geen reizigers.
Om warm te blijven loop ik een rondje
over het
bedrijventerrein Coenecoop. Het station had ooit als werktitel:
Waddinxveen
Coenecoop en heeft ook wel op de planning gestaan als Waddinxveen Zuid.
Orion, klimmend aan de zuidoostelijke hemel, houdt zoals zo vaak toezicht op mijn winterwandelingen. Ik fotografeer het sterrenbeeld. Dat kan gewoon, met een simpele compactcamera.
De trein uit Alphen komt en gaat vergeefs; niemand wil er in
of uit. Op het pleintje voor het station is het inmiddels vol leven en
beweeg.
Een groepje trimmers is in de weer onder leiding van een
sportinstructeur wiens
commando’s door de winternacht schallen. Telkens maakt zich een van de
sporters
los uit de groep, rent puffend en steunend met een zware ijzeren bol in
de hand
de trap naar het perron op – en kijkt mij dan verbijsterd aan, wat doet
die kerel
hier?
Die staan hier vast wel twee à drie
keer per week onder
Orion te trainen, echte die hards
in
de winter, en nu voegt zich ineens een reiziger bij hen als
toeschouwer. Ja,
wat doet hij op het perron? Op de trein wachten. Ik stap in die van
20:03 naar
Alphen a/d Rijn, maar keer al 44 uur later terug naar Waddinxveen,
midden op de
woensdagmiddag.
Het is alweer een ongewone dag in
spoorwegland. Alhoewel: er
is weer eens een ernstige storing, dus what’s
new? Vanmorgen reed een trein tussen Woerden en Gouda de
bovenleiding
kapot. De reizigers moesten 4 uur wachten in die Sprinter zonder plee
voordat
ze eruit mochten. Het spoorverkeer ligt nog steeds plat en er rijden
bussen van
Woerden naar Goverwelle. Geen problemen voor de R-net-lijn Alphen –
Gouda.
Die
fietsenstalling valt wel op, dat in
ieder geval. Bij nader inzien vind ik hem wel aardig. Hij lijkt op een
klassiek station, met hoge overkapping en met grandeur. Dat perronnetje
van Triangel zinkt erbij in het
niet. De blikvanger van de buurt. Er staan een stuk of 50 fietsen.
Mocht het hier echt storm gaan lopen,
dat kunnen er in die stalling zeker nog drie verdiepingen worden
aangebracht.
Over modderige wegen loop ik naar
Park Triangel in wording.
De wijk moet 2700 woningen gaan tellen. 300 daarvan zijn nu voltooid,
een paar
rijtjes die ik gisteren niet zag omdat ze zich achter de huizen in
aanbouw
bevinden.
Er komt nog een winkelcentrum, er komen nog scholen, er komt nog een spannend park met junglebos, speelweiden en een waterspeelplaats waar jongens nog echte jongens kunnen zijn, en meisjes misschien ook wel echte meisjes, wie weet.
Ik loop naar Waddinxveen Zuidplas. In
tegenstelling tot
Boskoop Snijdelwijk kent die buurt nog de luxe van interlokaal
busvervoer. Bus
175 brengt je eens per uur in Rotterdam Alexander; lijn 186 om de 60
minuten in
Gouda. Van die lijn, die eens van Oegstgeest naar Gouda liep, is nu
alleen
Boskoop – Gouda nog over.
Ik neem bus 186 bij de Cirkelflats,
die inderdaad rond zijn
en de blokkerigheid van de Waddinxveense nieuwbouw staan te doorbreken.
De bus
kruist het spoor een kleine kilometer ten zuiden van station Triangel
en rijdt over
eindeloze Waddinxveense en Goudse bedrijventerreinen, waar zo nu en dan
een plukje forenzen
in een abri staat.
De rit Waddinxveen – Gouda NS duurt
een klein halfuur. De
Abellio-trein doet er 6 minuten over, wat ook alweer een reden is om
blij te
zijn met station Waddinxveen Triangel.
Frans Mensonides
15 februari 2018
Er geweest: maandag 12 en woensdag 14 februari 2018
Na verschijnen van bovenstaand stuk over de Stadshagen-zeperd heeft de zon 5
tekens van de zodiac doorlopen en heeft de
gure noordooster winterwind plaatsgemaakt voor een broeierige
zomerbries. Zoals
hierboven al beloofd, doe ik de rit met de Blauwnet-trein Zwolle-Kampen
nog een
keer over en ook de wandeling door IJsselmuiden.
En dat gebeurt dan op dinsdag 5 juni
2018, in de eerste
plaats ter gelegenheid van de zoveelste busstaking, maar ook
omdat er pas weer
nieuws is gekomen over die verrekte spoorlijn. En dan geen nieuws dat
we graag
gehoord hadden, helaas.
Vrijdagochtend 1 juni was er een
persconferentie van de
provincie Overijssel en de gemeenten Zwolle en Kampen over de problemen
met het
lijntje. Een paar uur later was er een van ProRail, dat de gang naar
Canossa niet
wilde maken en niet verscheen op die andere persconferentie.
PrutsRail, sorry: ProRail staat
namelijk in het
beklaagdenbankje. De andere drie partijen hekelen de spoorwegbouwer.
Die zou verzuimd
hebben, de slappe veengrond eerst goed te onderzoeken alvorens het
spoor om te
bouwen voor elektrische treinen die 140 km/uur hadden moeten kunnen
rijden.
ProRail brengt daartegenin dat ze de
grond wel degelijk
onderzocht hebben. Maar de uitkomst van dat onderzoek was niet
verontrustend.
Pas toen de eerste proeftreinen reden, bleek de hele boel heen en weer
te
zwieberen en te zwabberen. De ingenieurs zouden vermoedelijk het liefst
van
schaamte wegzinken in slappe veengrond. Maar naar de media toe houdt
ProRail zich
groot en doen ze net of het helemaal hun schuld niet is.
De oplossingen die de strijdende
partijen aandragen,
verschillen hemelsbreed van elkaar. De gemeenten en de provincie vinden
dat
ProRail gewoon moet zorgen voor een spoorbaan met een goede ondergrond,
zoals
overeengekomen. Maar het opnieuw aanleggen van dat spoor kost volgens
ProRail,
schrik niet, 35 à 100 miljoen euro en het spoor moet er 4 tot 6 jaar
voor
buiten dienst worden gesteld.
Nee, ProRail weet wel wat beters. Zet
2 machinisten in die
trein, in elke cabine een. Dan kan de trein in Kampen snel keren –
hopelijk wel
na de reizigers de gelegenheid gegeven te hebben om uit en in te
stappen. En
dan een minuutje later aankomen in Zwolle en daarvandaan een minuutje
eerder
vertrekken. Dan wordt er voldoende tijd gewonnen om een stop mogelijk
te maken
op Zwolle Stadshagen. Dan kan daar in december 2018 toch nog de eerste
trein
stoppen, met een vertraging van ongeveer 525.000 minuten.
Mooi verzonnen, maar zo wentelt
ProRail de kosten van hun
eigen falen af op de provincie, die onder meer een extra
machinistensalaris
moet ophoesten. En komen de aansluitingen in Zwolle in gevaar, die nu
al aan de
krappe kant zijn. ProRail kan de gedeputeerde, Bert Boerman, zo
langzamerhand wel
de bout hachelen.
Een patstelling. Hoe loopt deze soap
af? Ik weet niet of ik
erom moet lachen of huilen. Ik was als zuigeling al geen huilbaby, en
pleeg het
meeste leed van de wereld weg te lachen. Maar niemand met enige liefde
voor het
OV passeert station Zwolle Stadshagen zonder brok in de keel.
Voordeel van dat station is wel dat
het maar één perron
heeft, zodat je bij de passage lafjes naar de andere kant kunt kijken;
dan zie
je het niet.
In IJsselmuiden liep ik van de winter
te verrekken van de
kou en nu te puffen in de zon. Hieronder de kerk en het tuinhuis op de
foto. De
toren van de kerk dateert uit de 12e en 13e eeuw, het tuinhuis op het
landgoed
uit de late 19e, en ze zijn ze de twee meest opvallende monumenten van
dit
dorp.
Frans Mensonides
10 juni 2018
Er geweest: dinsdag 5 juni 2018
Deze pagina is wel een bijzondere. Ik begon in december 2017 aan dit groei-artikel om aandacht te besteden aan enkele wijzigingen in het spoorboekje. Nu is het al bijna opnieuw december en zit er alweer een nieuw spoorboekje aan te komen, en nu zitten we er nog steeds mee.
Het spoorboekje 2018 had een paar zaken in petto die aanvankelijk niet meer waren dan beloften: ingebruikname van station Waddinxveen Triangel in het Zuid-Hollandse veen, opening van station Zwolle Stadshagen aan het lijntje naar Kampen, introductie van een Intercity Zwolle – Enschede.
Dat station aan de spoorlijn Alphen a/d Rijn – Gouda ging open in de loop van winter 2018 en dat aan de spoorlijn naar Kampen gaat vermoedelijk nooit open. Ik schreef er hierboven over in de vorm van een p.s., een p.p.s, een p.p.p.s, etc.
Wel is op maandag 27 augustus dan eindelijk de Blauwnet / Keolis-Intercity Zwolle–Enschede werkelijkheid geworden. Reden om Zwenzwoka (Zwolle-Enschede, Zwolle-Kampen) in de herkansing te gooien en mijn hele Keuzedag van december 2017 (Gouda – Kampen – Enschede) dunnetjes, en in iets andere volgorde over te doen. Ik deed dat op dinsdag 25 september 2018.
Alphen aan den Rijn in den middagspits, gefotografeerd op een andere dag dan deze
Eerst naar Gouda, met het lijntje Alphen – Gouda dat onder de
R-net-vlag geëxploiteerd wordt door NS-dochter Abellio, in opdracht van
de Provincie Zuid-Holland. In september 2017 werd de frequentie
opgekrikt van halfuurs- naar kwartierdienst. Verder werd in december
2017 station Boskoop Snijdelwijk geopend en in februari 2018 alsnog
Waddinxveen Triangel.
Dit is nu eens een succesverhaal in spoorwegland! Ik neem deze trein
wel vaker; een aardig en niet al te tijdrovend ommetje, op weg van
Leiden naar Utrecht of omgekeerd.
En ik merkte dat de ooit zorgwekkende vervoerscijfers van het
lijntje, zo’n 5000 passagiers per dag, aardig gestegen zijn.
Statistieken kon ik niet vinden op het web, maar een verdubbeling tot
10.000 zou me niets verbazen. Vandaag neem ik in Alphen de trein op een
tijdstip ruim na de ochtendspits. Maar in Gouda stapt toch een drom
reizigers uit van een man of 50.
Het kan dus best, een succes maken van regionaal spoor!
Bemoedigd door deze ervaring reis ik naar Zwolle. Vorig jaar kon de IC
Zwolle – Enschede nog niet volledig in gebruik worden genomen en reed
hij slechts het traject Raalte – Enschede. Dat lag aan te weinig spoor-
en perronruimte op station Zwolle.
Dit is rechtgezet, o.a. tijdens die grote buitendienststelling van de
zomer: de 16-daagse van Zwolle, zie deze link en deze. Nu is spoor 9,
waar de stoptreinen Zwolle – Enschede hun keerpunt hebben, omgebouwd
tot een kopspoor. Het perron heeft bovendien voorbij het stookjuk en
langs spoor 8 een uitstulping gekregen waarlangs de IC’s kunnen keren.
De IC stopt onderweg alleen in Raalte, Nijverdal, Almelo en Hengelo, en
dus niet in Heino, Wierden, Almelo De Riet, Borne en Enschede
Kennispark.
Hij vertrekt elk uur om .39 uit Zwolle. En je mist hem net als je aankomt met de IC uit de richting Utrecht. Nu een uur wachten? Dan maak ik er liever twee uur van, en pak intussen de stoptrein even naar Heino. Nooit eerder geweest. Ja, wel een keer uitgestapt. Maar het station ligt een kilometer van Heino’s bebouwde kom en ik liep toen de andere kant op, naar Museum De Fundatie in kasteel Nijenhuis.
Precies op het noenuur stap ik uit op station Heino, waar de stoptrein Zwolle – Enschede zijn tegenligger kruist. Ik neem een beboomde laan langs landouwen, in de richting van het dorp. Ik wil in een uur heen en weer, en alles zien, dus dat wordt: stevig doorstappen.
Na een kleine10 minuten bereik ik de eerste nieuwbouwhuizen van het ca. 7000 inwoners tellende dorp, en iets verder ook de dorpskern. Aardig plaatsje wel, waar modernismen - rijtjeshuizen en een fonkelnieuw dorpshuis - niet vloeken met de oudgedienden onder de gebouwen. ‘Mooi’ is de naam van een winkel, maar het dorp is dat ook wel, bij een bleek herfstzonnetje.
De voornaamste bezienswaardigheid heb ik helaas niet op de foto, want ik las het pas toen ik alweer thuis was. Dat is de Leugenpomp. Nee, dat is niet het plaatselijke sufferdje, en dat is ook geen website die dorpsroddels en nepnieuws verspreidt, maar een dorpspomp op het plein voor de kerk. Volgens een sage geeft die alleen water aan mensen met een zuiver geweten.
Maar goed dat ik hem niet geprobeerd heb. Hij schijnt echt zelden water
te geven; niet alleen omdat je, zoals Diogenes, met een lantaarntje
naar rechtschapen mensen moet zoeken, maar ook doordat de pomp defect
is.
In Heino kun je helaas niet rondlopen zonder dat er liedjes bij je te
binnen schieten van de volkomen foute Duitse Schlagerzanger Heino, die
ik nog geen druppel uit die pomp zie persen, al stond hij een hele
middag te zwengelen. Ter compensatie van die ellende heb je bij het
station een weggetje parallel aan het spoor, dat Centsweg heet, wat
natuurlijk een vertaling is van Penny Lane, waar ik eerder deze maand
nog liep. En binnenkort zullen hier optreden: Not the Rolling Stones,
wat me ook gunstig stemt over Heino.
Dat verder Wovoka, een hit van Redbone van 45 herfsten geleden, zich vandaag regelmatig nestelt onder mijn schedeldak, komt doordat dat rijmt op Zwenzwoka.
Snel terug naar Zwolle, met de Zwenzwoka-trein van Keolis (keoLIE, moet je zeggen; daar kwam ik kortgeleden pas achter).
Nu een kop koffie en een broodje bij de HEMA; het kan nog net. Jawel, NS heeft het voor elkaar: ze hebben het HEMA-filiaal weggepest, met die uitgang naar het perron die vorig jaar ineens werd afgesloten. Deze HEMA sluit op de laatste dag van september. Dat pand was ooit een goeie, gezellige, drukke stationsrestauratie, en straks een leegstaand gebouw.
Een halfuurtje later neem ik de Intercity naar Enschede. Die doet er 50
minuten over, tegen de stoptrein 64. Toch is hij niet druk; het publiek
moet er nog aan wennen. Ja, je mist hem natuurlijk vanuit alle treinen
die in Zwolle aankomen rond kwart vóór. Maar je zou toch denken dat
studenten van de vele onderwijsinstellingen in Zwolle juist deze trein
nemen, met alle mogelijkheden om rustig te studeren of te slapen in de
stilte- werkcoupés.
Vorig jaar december vroeg ik me af, waarom deze IC maar eens per uur rijdt. Met een halfuursdienst zou je, in combinatie met de stoptreinen, elk kwartier naar o.a. Raalte en Nijverdal kunnen. Maar vandaag duik ik er wat dieper in, en kom erachter dat kwartierdienst helemaal niet mogelijk is op het grotendeels enkelsporige traject tussen Zwolle en Wierden. Wie dat zonder nadere uitleg wel gelooft, kan 4 alinea´s overslaan.
De trein vertrekt nu zoals gezegd om 39 uit Zwolle, waarbij hij moet wachten op de stoptrein uit Enschede, die volgens dienstregeling om 38 binnenkomt. Rond 46 rijdt hij met een matig gangetje over de wissels bij station Heino. Om 51 stopt hij in Raalte, waar hij de volgende stoptrein naar Zwolle kruist. Rond het hele uur kruist hij in Nijverdal zijn tegentrein, de sneltrein Enschede-Zwolle. Luttele minuten later passeert hij Wierden, waar de stoptrein naar Zwolle al klaarstaat langs het perron.
Daarna is het tot Enschede dubbelspoor, en zijn er geen kruisingsconflicten meer. Maar als je twee IC’s per uur zou laten rijden, zou er een levensgroot conflict ontstaan op Heino, waar de IC’s elkaar dan rond kwart voor en kwart over zouden moeten passeren. Dan zal minstens een van de treinen moeten stoppen, wat het sneltreinkarakter aan zou tasten. En dan wordt een al krappe dienstregeling nog krapper.
4 treinen per uur is op deze regionale lijn dus niet mogelijk zonder uitbreiding van de infrastructuur. Maar er zijn dunbevolkte landen, Wales en Schotland bijvoorbeeld, waar op zulke lijnen hooguit 4 treinen per DAG rijden. Laten we onze zegeningen tellen in dit volgens sommigen te volle land…
De Intercity komt om 29 aan in Enschede, 3 minuten na de stoptrein Zwolle-Enschede, die om 30 terugrijdt als Intercity. Terwijl de aangekomen Intercity daar 5 minuten later achteraan rijdt als stoptrein; het kan allemaal net, het past precies.
Enschede; Nederland is alweer bijna afgelopen. Van de zomer heb ik een
paar dagen met de trein getoerd in Duitsland en Engeland. Daardoor valt
me nu ineens weer op, hoe verdomd klein ons land feitelijk is.
Nu ik hier toch ben, kon ik het winkelcentrum Stokhorst, in het oosten
van de stad, ook wel even een herkansing gunnen. Dat was in 2012
uitgeroepen tot de lelijkste plek van Nederland, door een jury waarvan
de leden blijkbaar nog nooit in Maarssenbroek waren geweest. Er waren
plannen om het vervallen winkelcentrum en de omgeving op te knappen tot
iets moois. Die liepen ernstige vertraging op, door allerlei vervelend
gesteggel tussen diverse stakeholders.
Maar laatst las ik dat het vernieuwde winkelcentrum geopend was. Je komt er nog steeds met lijn 6, een wat ondergeschoven lijn in het Enschedese stadsnet. Waar bijna alle andere stadsbussen in de spits om de 10 minuten rijden en in de dal-uren om het kwartier, rijdt lijn 6 de hele dag in halfuursdienst.
Die lijn rijdt met een lus door de wijk, met veel bochtenwerk door smalle straten. Ik slaag erin, uit te stappen bij de goede halte, hoewel ik de omgeving helemaal niet meer herken.
Nou, inderdaad zeg, winkelcentrum Stokhorst is echt picobello opgeknapt! De bakker zit al 25 jaar op Stokhorst en heeft de magere jaren overleefd. Ook de snackbar Liberty is er nog, en frituurt ongetwijfeld nog even verantwoord als vroeger. Maar de omgeving riekt nu niet meer naar verschaalde mayonaise, in combinatie met gronderige bouwgrond die te lang onbebouwd was gebleven; het is allemaal slechts herinnering aan een boze tijd.
Maar Stokhorst is nu ook weer niet doorgeschoten naar de andere kant van de schaal. Het is niet ineens het mooiste winkelcentrum van het land geworden; eerder het meest-doorsnee, na het Wagnerplein in de Fortuinwijk in Leiden.
Bij Westbound Travel kun je reizen boeken. Ik travel nu ook maar weer
eens Westbound. Eerst terug naar station Enschede. Het halfuur is nog
lang niet om en ik besluit, niet te wachten op de volgende bus 6.
Lopend terug, met de zon als kompas, in combinatie met mijn onfeilloos
oriëntatievermogen. Gewoon westzuidwest aanhouden met de middagzon dus
zoveel mogelijk schuin links voor me, dan hoef ik niet om de hectometer
op mijn telefoon te kijken of ik nog in Enschede ben.
Ik zie zo wijken die niet boeiender zijn dan Stokhorst, met soms wel opvallende straatnamen, en voetbalclubs; zat Sparta niet in Rotterdam, eigenlijk?
Nee, ik kom niet uit bij het station, dat zou ook te mooi geweest zijn, maar stuit wel op de busbaan op het oude Lonnekerspoor, en daarvandaan ken ik de weg wel.
De IC naar Zwolle is nu natuurlijk al lang weg, dus ik loop nog een rondje door het centrum. Dat heb ik tijdens vorige bezoeken, zoals in 2015, al uitentreuren gefotografeerd; wat er dan te fotograferen valt in deze stad. Een bejaarde heer ziet me in de weer met fototoestel en gaat staan opsommen wat er in het centrum allemaal gesloopt is in de loop der decennia. Ik steek de camera maar in mijn zak. Ze moesten eens een tijdmachinecamera uitvinden, waarmee je een foto kunt maken van hoe het er 50, 100, 200… jaar geleden uitzag.
Nieuw zijn de gedichten in het Hollands en in het Twents, die overal in de stad te lezen zijn. Zoals dit ‘Heftan tattat’ van Willem Wilmink. Zo’n Twents gedicht is een stuk eenvoudiger te begrijpen dan Homerus of Ovidius. Gewoon hardop lezen, en je taalgevoel aanspreken, dan snap je wel waar Heftan tattat over gaat.
Aan het eind van zo’n Keuzedag wil ik nog wel eens een patatzaak binnenlopen. Maar na dat gedicht? Een gewaarschuwd man telt voor twee. Ik weet nog wel een leuke pannenkoekentent in Kampen, een paar stappen nog maar als je daar van de brug af komt, een paar hoeken om, in een zijstraat van een zijstraat. Pannenkoeken zullen trouwens ook wel ergens slecht voor zijn.
Op naar Kampen, dus. De IC Enschede–Zwolle is in de avondspits wat populairder. Hij vertrekt vlak voor de stoptrein, maar je bent er wel een kwartier eerder mee in Nijverdal of Raalte.
In Zwolle overstappen voor Kampen. Hoe is het toch met dat station Zwolle Stadshagen? 4 maanden geleden reisde ik voor het laatst op dit lijntje, zie hierboven. Sindsdien heb ik er weinig meer over gehoord. Het station wordt nog steeds voorbij gereden.
Er is nog geen doorkijkje op een oplossing. De partijen staan nog altijd lijnrecht tegenover elkaar: de provincie en de gemeenten Zwolle en Kampen aan de ene kant en die waardeloze, amateuristische klotenklappers van ProRail anderzijds.
Ja, en als ze zoeken naar een oplossing die niet nog meer geld gaat kosten dan dat er al is ingestoken, dan kunnen ze echt nog eeuwen zoeken. Een goedkope oplossing is er niet. Wat mij het beste lijkt: een oud idee nog eens uit de archieven halen dat een paar jaar geleden geopperd werd.
Dat hield in dat er naast Stadshagen nog een tweede tussenstation geopend zou worden: Kampen Oost, bij de wijk IJsselmuiden Oosterholt, 1 km ten oosten van het eindpunt Kampen. Beide nieuwe stations zouden dan voorzien worden van een passeerspoor. De frequentie zou verdubbelen naar kwartierdienst. Waardoor je voor het lijntje 3 treinen nodig zou hebben in plaats van 1. Ik zei toch al dat het duiten zou gaan kosten?
In het Zuid-Hollandse veen werkt dat perfect: twee extra stations, twee extra treinen en een enorme toeloop van reizigers. Waarom zou het in Overijssel dan niet werken?
De zon gaat onder in de IJssel, en zeer binnenkort zal de volle
herfstmaan er aan de andere kant uit oprijzen. Ik ga eens op huis aan,
via Zwolle en de Hanzelijn. Om de tien minuten schieten de woorden
‘Heftan tattat’ me weer te binnen. En natuurlijk: Zwenzwoka. Wordt het
ooit nog wat met het Kramperlijntje?
Frans Mensonides
7 oktober 2018
Er geweest: dinsdag 25 september 2018
Dan is daar in juni 2019 ineens het bericht dat station
Zwolle Stadshagen (zie vrijwel alle hoofdstukken hierboven) toch open gaat.
Sterker nog: het is al open op maandag de 3e, de dag dat ik dat lees. Op 2
juni, zondagmorgen vroeg, stopte er de eerste Keolis-Blauwnet-trein Zwolle-Kampen,
met een vertraging van 776.160 minuten, ofwel: 77 zondagen.
Maar die stop op Stadshagen is helaas maar tijdelijk, op
proef; 2 weken lang, tot en met zaterdag de 15e. En dat om te bepalen of het
nieuwe station per december 2019 definitief in het spoorboekje kan worden
opgenomen.
Daarmee lijkt een eind te komen aan een slepende discussie
en vingerwijspartij van anderhalf jaar tussen de provincie Overijssel en de
gemeenten Zwolle en Kampen enerzijds en ProRail anderzijds. Nogmaals: het staat
allemaal hierboven. Maar voor wie er midden invalt: het probleem was, en is,
dat de door ProRail vernielde vernieuwde baan niet geschikt is voor
snelheden van 140 km/uur, doch slechts voor 100. Daardoor leek een tussenstop
op Stadshagen aanvankelijk niet mogelijk binnen de al krappe rijtijd van dat ene
treintje dat elk halfuur pendelt op dit traject.
Wat hebben ze nu besloten? Het te fiksen zonder dat het veel
geld extra kost. De stroomvoorziening zal wat worden opgekrikt, zodat de
treinen sneller kunnen accelereren. En de trein vertrekt 2 minuten eerder uit
Zwolle, 17 en 47 minuten na het hele uur, in plaats van 19 en 49. De aankomst
in Kampen wordt, na die extra stop op Stadshagen, verrassenderwijze ook vroeger:
28 / 58, was: 29 / 59. Vertrek uit Kampen ook één minuut eerder: 1 en 31 tegen 2 en 32.
Aankomst in Zwolle: 13 / 43 tegen vroeger 12 / 42. De rijtijd wordt dus zowel
heen als terug 11 minuten in plaats van 10.
Dat betekent dan allemaal wel dat de aansluitingen in Zwolle
nog krapper worden dan ze al waren. Die van / op de Hanze-IC’s uit / naar Den
Haag en Groningen zijn feitelijk niet meer haalbaar; je kunt er in ieder geval echt
niet meer op rekenen. Alle andere moet je nog wel kunnen redden, als de trein precies
op tijd aankomt en je een kwiek looptempo weet te ontwikkelen.
Een ander nadeel: de keertijden in Zwolle worden nog iets
krapper: 4 minuten (was: 7). In Kampen blijft het echter 3 minuten, en als de
meester in die tijd in Kampen naar de andere kant van de trein kan lopen, kan
het in Zwolle ook in 4.
Ja, wat moet ik ervan zeggen? Het is beter dan helemaal
niks. Het kost ook vrijwel niks. Er zijn de afgelopen 18 maanden 43 voorstellen
de revue gepasseerd om het door ProRail veroorzaakte probleem op te lossen. Maar
als vooropstond dat het met gesloten beurs moest, had men beter meteen voor
deze goedkope oplossing kunnen kiezen en de overige 42 buiten beschouwing
laten.
Het blijft toch een tragikomische soap, deze zeperd. Het
opperhoofd van ProRail, Grutte Pier Eringa, reageert altijd erg snauwerig (zoals
hier in de Stentor) als hij er in de media op wordt aangesproken, waar deemoedigheid
en schuldbewustzijn meer zouden passen. Ja, we steken per jaar 2 miljard euro
in het spoor; mag er dan eens een keertje een fooi van 50 miljoen door het
putje spoelen? Op zoiets komt zijn apologie meestal neer. En: maken
journalisten nooit fouten, jij-bakt hij dan ook nog. De lul.
Dit alles lost voor mij wel een klein luxeprobleempje op. Ik
heb een ‘moetje’ op dinsdag 4 juni; een Albert Heijn-treindalurendagkaart die vóór
Pinksteren op moet. Dinsdag is deze week de enige doordeweekse dag dat ik me
vrij kan maken. Wat te doen op een dag die te heet begint en in een infernaal onweer
zal eindigen? Nu heb ik het antwoord: naar Stadshagen, natuurlijk!
Daar de overstap vanuit de Hanze-IC niet haalbaar is,
benader ik Zwolle met de IC uit Rotterdam, via Amersfoort. Ter hoogte van
Amersfoort Vathorst rijden we een tijd stapvoets, in verband met ‘een mogelijk
suïcidaal persoon op het perron’, zoals later in de trein wordt omgeroepen.
Nu komen we 5 minuten te laat aan in Zwolle. Ik zie de Blauwnet-trein
naar Kampen wel klaarstaan, maar kan hem nooit meer halen, of ik zou Usain Bolt
moeten heten. Maar gezien de oorzaak van de vertraging zal ik de laatste zijn
om erover te klagen.
De volgende trein uit Kampen komt om 12:11:40 (hh:mm:ss) aan
in Zwolle. Dat is maar liefst 80 seconden te vroeg; er zit zelfs in deze
dienstregeling nog wat rek. Op Stadshagen stoppen de treinen naar Kampen om 20
en 50 en die naar Zwolle om 08 en 38. Treinen? Er rijdt er maar één, feitelijk.
Deze trein van Keolis (‘KéoLIE’) trekt nu ook al aardig
kittig op, ook zonder die extra stroomvoorziening. Hij komt om 12:20:40 aan op
Stadshagen. Een geschikt achtergrondmuziekje bij dit artikel is de Minutenwals
van Chopin.
Een goede zaak dat Stadshagen nu, al is het maar voor 2
weken, spookstation-af is. Ik ben de enige uitstapper. Maar in de spits is dat
wel anders. Er staan 126 fietsen in de stalling van evenzovele mensen die hier vanochtend
vertrokken zijn. En volgens Stentor stapten er maandagmorgen 50 leerlingen van
Deltion College uit de trein uit Kampen. In de ochtendspits rijden er
rechtstreekse bussen van station Stadshagen naar dat college, waardoor in de
overbelaste bussen vanaf station Zwolle wat meer lucht ontstaat. Station
Stadshagen is echt niet tevergeefs aangelegd.
De enige andere persoon die hier aanwezig is, draagt een
geel hesje. Ik houd hem voor een official die alles rond dit experiment moet
registreren. Maar achterop zijn jasje staat: ‘Treinspotter’.
De trein keert terug om 12:37:40, stopt, en vertrekt weer om
12:38:10; behoorlijk scherp op tijd. Nimby’s onder de omwonenden hebben al
geklaagd over geluidsoverlast; als de trein remt, hoor je gepiep. Ja, dan koop
je een huis met een wurghypotheek, lekker dicht bij het station, en dan hoor je
ineens treingeluiden voor je centen; wie had dat kunnen bedenken?
Ik hoor niks, het gaat verloren in het frenetieke gekrijs en
gegil dat klinkt vanaf het speelplein van OBS De Schatkamer; de schatjes van de
Schatkamer. Wat zou daar aan de hand zijn? Worden er kinderen levend gevild of
worden er kinderen levend geroosterd? Dient de Kinderbescherming gewaarschuwd? Goeiedag
zeg, wij kregen vroegah al een uitbrander als we onze stem verhieven tot meer
dan fluistervolume – van het continu overspannen schoolhoofd, die ons allemaal ruimschoots
overstemde met zijn woedende en lang
aanhoudende donderspeeches.
Soit, de trein naar Kampen komt eraan en ik stap in,
tegelijk met 3 anderen. Hij vertrekt, 70 seconden te laat. Onderweg zie ik op
mijn snelheidsmeter-app wat ik vandaag vaker zal zien: er wordt een klein
beetje gesmokkeld met die 100 km/uur. De meter klimt meestal naar 101 of zelfs
102; scheelt zo weer een paar seconden. Dan kan niet verklaren dat de trein,
die net nog 70 seconden te laat was, 10 seconden te vroeg in Kampen arriveert.
Wat was het probleem nu eigenlijk??
De meester, met een grijze profetenbaard, sjokt naar de
cabine aan de andere kant. Zijn gelaat verraadt hoe diep hij verlangt naar een
gunstige pensioenregeling.
Ik haak vooral naar een broodje en een verkwikkend glas
gazeuse, en ga dat nuttigen op een terras aan de overkant van die brede, lange brug
over de IJssel.
Wat de rest van deze middag te doen? Heen en weer rijden naar
Stadshagen met dat boemeltje, totdat om 16:00 de spits ingaat, of totdat Stadshagense
buurtbewoners de politie gaan bellen wegens zich verdacht ophouden? Nee, liever
pak ik op station Kampen de OV-fiets.
Hierboven was sprake van een al lang verlaten plan om op het
traject Zwolle-Kampen een tram te laten rijden en tussen Stadshagen en Kampen
nog een extra stopplaats toe te voegen: IJsselmuiden of Kampen Oost. Daar wil ik
eens heen.
De locatie voor dat station / die halte ligt 1500 meter ten
oosten van station Kampen. Aan de ene kant van het spoor is er een bedrijventerrein
en aan de andere kant een nog groeiende nieuwbouwwijk. Die
tram was geen slecht idee geweest, zeker niet gezien het feit dat er dan een extra
passeermogelijkheid bij die halte aangelegd had moeten worden en er een kwartierdienst
geboden zou zijn. Maar ja, het mocht niks kosten…
Ik verken ook de nog wat wijdere omgeving en kom terecht in
Grafhorst, waarvan ik nog nooit gehoord had toen ik vanmorgen uit bed kwam. Dit
stadje (ja, een heuse stad; stadsrechten in 1333!) telt ca. 1000 inwoners en
ligt grotendeels op de dijk langs het Ganzendiep, een zijriviertje van de
IJssel.
Het NH-kerkje lijkt op, en ís misschien wel een gewone
woning, waar ze een torentje opgezet hebben. In de smalle straten van de stad
heeft het alziende oog van Google Streetview niet kunnen doordringen.
Het ministadje is redelijk fotogeniek. Maar de lichtval is vandaag
wat problematisch, hoe moet ik het zeggen: een bruinige, groenige, viezige
floers over alles. Maar iemand die geen fotocamera bij zich heeft, zou het niet
opvallen. Het wijst er wel op dat er boos weer in aantocht is. NS heeft alvast de
dienstregeling in grote delen van het land al uitgedund, nog voordat de eerste
bliksemschicht het zwerk doorkliefd heeft.
In Brunnepe werden in 1859 de ‘Schokkers’ ondergebracht, de
inwoners van het Zuiderzee-eiland Schokland dat door de golven verzwolgen
dreigde te worden. Dat lot wacht de helft van Nederland zo rond 2100, volgens
alarmisten in mijn timeline, de afgelopen week. Maar dat dondert dan ook niet
meer, want ik had een paar dagen eerder al gelezen dat in 2050 de gehele aarde compleet
onleefbaar zal zijn geworden, volgens andere apocalyptische ruiters.
Dat zeiden ze in 1970 voor 2005; laten we daar moed uit
putten! Ik vraag me geregeld af of er ook een Derde Weg bestaat tussen
klimaatontkenners en –hysterici. Maar de gedachte: Mijn tijd zal het wel
uitduren, komt ook steeds vaker bij me op.
De Schokkers, hier uitgebeeld in brons, vormden een groepje
van een paarhonderd mensen die op dat eiland leefden, generatie na generatie.
Het kan geen verbazing wekken dat in zo’n geïsoleerde gemeenschap de inteelt
genadeloos toesloeg. Dat bleef zo in Brunnepe, want ze werden door de
autochtonen als melaatsen behandeld en bleven dus trouwen met neven en nichten.
Brunnepe is nog altijd een wat somber stuk Kampen, met smalle, donkere
straatjes en dito huisjes.
Ik ben ver afgedwaald van het spoor, meer in onderwerpskeuze
dan in kilometers. Ik ga de fiets terugzetten en nog een halfuurtje ijsberen op
station Stadshagen. Het is nu spits, en dat betekent dat er toch wat plukken
reizigers in – en uitstappen, zij het niet de massa van 50 die de journalist
van Stentor maandagmorgen zag.
Het betekent ook dat ik nu de beurs, of liever: de chipkaart
heb moet trekken voor mijn rit. Het Albert Heijkaartje geldt niet tussen 06:30
en 09:00 uur (waar ik mee kan leven), noch tussen 16:00 en 18:30. Het is ook
niet meer zo dat je je reis nog mag afmaken als je vóór 16:00 uur incheckt. Gelukkig
denk ik eraan, in te checken met mijn chipkaart; dit is de enige rit vandaag
dat ik een conducteur zie.
Ook in de spits vertrekken de treinen (nagenoeg) op tijd van
station Stadshagen. En nu: hopen dat ik nog thuiskom, vanavond…
Frans Mensonides
9 juni 2019
Er geweest: dinsdag 4 juni 2019
©
Frans Mensonides, Leiden, 2017 / 2018 / 2019