Dronten
Natuurlijk
vereerde
ik de nieuwe, pas geopende Hanzelijn (Lelystad – Zwolle) met een
bezoek. Ik
wachtte daarbij wel tot de eerste werkelijk serieuze dag in zijn
bestaan,
maandag 10 december 2012.
Voor
de officiële
opening op de donderdag daarvoor, door de koningin, met koninklijke
trein, was De
digitale reiziger tot zijn verdriet niet uitgenodigd. En voor het
massale
volksgebeuren een dag later, gratis in een propvolle Hanzetrein tussen
Hans met
de Pet, voelde ik me te verheven; ik die gerekend had op een plaatsje
tegenover
de Majesteit! De prinsesjes waren er ook niet bij; die drie kids van de
achterbankgeneratie hadden ze ook wel eens een treinreisje mogen
gunnen, vind
ik.
Zondag
ging ik
natuurlijk ook niet; dan
had ik slechts
betalende pretreizigers als ikzelf gezien. Nee, ik koos de eerste werk-
en
schooldag in het bestaan van de lijn, waarop hij echt moest laten zien,
waarvoor hij in het leven was geroepen: mensen vervoeren die ergens
heen
moeten, en misschien helemaal niet erg van treinen houden.
Hieronder
veel tekst
over dienstregelingen, aansluitingen en dat soort dingen. En veel
plaatjes van
treinen, reizigers
op tochtige,
winderige perrons, en bussen in troosteloze vlakten daarbeneden.
Liefhebbers
van mijn culturele-, culinaire- en wandelverslagen kunnen dit artikel
beter
overslaan. De Hanzelijn voert niet langs de meest interessante en
knusse
hoekjes van ons koninkrijk.
Oh ja: bij wijze van voorpret schreef ik al twee keer eerder over de lijn die ik al vaak ten onrechte ‘Hanzenlijn’ genoemd heb zien worden (alsof mensen die Hans heten, gratis zouden mogen reizen, of zo). 21 maanden geleden deed ik het traject van de toen in aanbouw zijnde lijn per bus. En afgelopen zomer was ik bij de mega-buitendienststelling rond station Zwolle, dat uitgebreid werd met een nu half af vierde perron.
Het heeft wel niets met treinen te maken, maar ik word er
als reizende Leidenaar natuurlijk wel
meteen mee geconfronteerd. Zondag 9 december 2012 maakte
in de wijde regio
rond Leiden het donkergroen van Connexxion na 13,5 jaar plaats voor het
veel
frissere groen van Arriva. Een heel nieuw buspark, behalve dan dat de
nieuwe
concessiehouder door de Provincie verplicht werd, 24 hybride bussen over te
nemen; wellicht omdat de passagiers zo ontevreden waren over het
zitcomfort.
Vooral deze provinciale ondingen
veroorzaken grote problemen
tijdens de eerste dagen dat Arriva de concessie Zuid-Holland Noord
rijdt. Deze
bussen kunnen onder het Arriva-regime hun lijnnummer en bestemming niet
tonen
in het display, hetgeen gedeeltelijk wordt opgelost met cijfertjes
achter de
voorruit. Cijfertjes die in de ochtend- en middagspits, in dit
jaargetijde
afgewerkt in volledig duister, natuurlijk niet leesbaar zijn. Ook het
display
met vertrektijden werkt nog voor geen meter. Chaos!
‘Wat doe jij voor de kost?’
‘Nou, ik ben busbruller bij Arriva!’
Informatievoorziening anno 2012…
Natuurlijk logisch, zulke aanloopmoeilijkheden; ze wisten pas acht maanden geleden dat ze deze concessie kregen. Arriva haalt er de landelijke kranten mee, en het vragenuurtje in de Tweede Kamer. De wittebroodsweken van de nieuwe concessiehouder kunnen beter maar heel kort duren; krediet is gauwer verspeeld dan teruggewonnen. Die hybrids rijden overigens rond zonder chiplezers; dat mag van mij dan nog wel weer wat langer duren.
Lelystad
(archieffoto 2011)
Over de
Hanzelijn rijden IC’s in halfuurdienst: Den Haag Centraal – Leiden
Centraal –
Schiphol – Amsterdam Zuid –
Duivendrecht
– Almere Centrum – Lelystad Centrum – Zwolle, en daarna eens per uur
door als
boemel naar Meppel, Steenwijk, Wolvega (…) Leeuwarden, en een half uur
later
naar Groningen, met alleen een stop in Assen. Een ritje
Leiden -
Groningen duurt 2:30, tegen beurtelings 2:55 of 3:05 tot voor kort, via
Amersfoort; een half uur winst.
Maar de doorsnee-Leidenaar moet vaker
in Den Haag wezen dan
Groningen, en juist richting Den Haag is de dienstregeling lichtelijk
achteruit
gegaan. Had je in 2012 zowel per stoptrein als met de IC een strakke
kwartierdienst naar Den Haag CS; nu vertrekken beide treintypen in een
10-20
patroon.
Hoe erg is dat? Als ik de nieuwe
vertrekstaten bestudeer,
vind ik dat de reiziger die instapt op Leiden Centraal toch niet erg
veel te
klagen heeft. Een strakke 10-minutendienst naar Den Haag CS is prima.
Om 15 en
45 vertrekken er zelfs twee treinen tegelijk, waarvan de een de
Hanzelijn is,
en waarvan je de ander niet moet nemen, omdat het de boemel Haarlem -
Den Haag
CS is, die er langer over doet. Die geven nu dus
cross-platformaansluiting,
terwijl de Sprinter Haarlem - Den Haag in de vorige editie van de
dienstregeling
net wegreed voor de komst van de IC naar Dordrecht.
Ook een crossplatformoverstap is er
om 05 en 35 van de
nieuwe IC Amsterdam – Den Haag CS via Haarlem op de IC die van Lelystad
helemaal naar Vlissingen rijdt, via Amsterdam CS en Schiphol. Die
aansluiting
wordt in de andere richting gegeven om 27 en 57.
Naar Amsterdam via Haarlem heb je vanuit Leiden een strakke kwartierdienst; idem-dito naar Den Haag HS, Rotterdam en verder. De laatste treinen gaan beurtelings tot Vlissingen en Dordrecht. Naar Schiphol vertrek je ongeveer om de tien minuten, en in de spits zelfs acht keer per uur; prima verbindingen dus in alle richtingen.
Meer reden tot sipheid hebben de
reizigers die vertrekken van
de stations De Vink (wat ik ook wel eens doe), Voorschoten en Den Haag
Mariahoeve. Hun zuivere kwartierdienst met Sprinters naar Den Haag en
Leiden
veranderde in een scheef 20-10-geval, met belabberde aansluitingen naar
Den
Haag HS en verder.
Zowel op heen- als terugweg vergeet ik in Lelystad uit te stappen om het nieuwe oostelijke perron te fotograferen. De foto hierboven dateert van maart 2011, toen het nog in aanbouw was.
Bij opening van de Flevolijn in 1988
werd voorbij Lelystad
een 6 kilometer lang opstelspoor aangelegd, met wasmachines en zo. De
Hanzelijn
rijdt daar aan de zuidzijde langs op geheel nieuw aangelegd spoor.
Het uitzicht vanuit de Hanzelijn op
het trajectgedeelte door
Oostelijk Flevoland bestaat uit: windmolenparken; hoogspanningsmasten
met hun
dradenslierten; zompig, kleiig, donkergrijs akkerland; eenzame hoeven
te midden
van plukjes bomen; stukjes weinig beduidend bos… Asfaltwegen kruisen de
spoorbaan loodrecht via bruggen of tunnels; spoorwegovergangen kent
deze
moderne lijn niet.
Misschien ziet het er hier straks op
de zomerdag wat
appetijtelijker uit. Formaties zwarte vogels doorklieven het zwerk, in
verwarring: komt de zon nu eindelijk nog op, of gaat hij alweer onder?
Een dag
in een poolnacht.
Zwolle. De treinen van de Hanzelijn geven op perron 6 / 7 een
crossplatformoverstap op de IC vanuit Rotterdam. In omgekeerde richting
gebeurt
dat tegelijkertijd op spoor 3 / 4. De Hanzetreinen Den Haag CS –
Groningen zijn
de koninklijke treinen van de dienstregeling 2013. In Zwolle krijgen ze
vrije
doortocht; ze staan slechts 2 minuten stil, en de rest moet erop
wachten. De
IC’s Groningen / Leeuwarden – Rotterdam hebben hier zodoende erg lang
stationnement. Toch zijn de IC’s via de Veluwelijn populairder dan die
over de
Hanze-, zal ik vandaag zien.
Hoeveel Amsterdammers weten al, dat
je via de Hanzelijn
sneller bent? Veel scheelt het ook weer niet met vroeger; zo ongeveer
een
kwartiertje, en voor Amsterdam CS moet je dan ook nog overstappen op
Lelystad
Centrum of Almere Centrum.
De Hanzelijn is slechts 50 kilometer
lang - maar telt toch
57 tariefkilometers, zodat een rit Amsterdam – Zwolle via Lelystad even
duur is
als via Amersfoort. De vorig jaar
ingevoerde dienstregeling op de Oude-, Schiphol- en Flevolijn,
waar we net een beetje aan gewend waren, is
voor die
halfhonderd kilometer helemaal op de schop gegaan.
Maar de
gevolgen van de Hanzelijn strekken zich uit tot in alle uithoeken van
het land.
Zo wordt de vertrektijd van de IC uit Vlissingen gedicteerd door de
noodzaak om
in Lelystad aan te sluiten op de treinen van de Hanzelijn. En zo is de
IC-dienstregeling op Enschede – Amersfoort een kwartier gekanteld,
waardoor
diverse aansluitingen versjteerd werden. Dat
is overigens mede het gevolg van het beleid
van NS, af te zien van het onderweg splitsen en combineren van IC’s,
dat altijd
een grote bron van vertraging was.
Alles hangt met alles samen op zo’n
dichtvertakt spoorwegnet
als het onze, en wat voor de een gunstig is, is voor de ander een ramp.
Te
klagen blijft er dus gelukkig altijd wel wat.
Het nieuwe perron 9 / 10 is gebouwd in verband met de
Hanzelijn. Maar die treinen stoppen er niet. Hier vertrekken alleen de
dieseltreinen naar Nijverdal
West en de IC’s naar Roosendaal via Deventer en
Nijmegen.
De nieuwe, brede onderdoorgang onder
station Zwolle is nog
niet klaar; hij wordt aangelegd onder het getimmerte op de foto. Van
spoor 1,
waar zovelen zovele gelukkige uren hebben doorgebracht in die mooie
stationsrestauratie, met uitzicht op bussen en treinen, van dat spoor
vertrekken nu de stoptreinen naar Amsterdam via de Hanzenlijn en
Utrecht via
Amersfoort. Gedegradeerd tot boemel-perron!
Zwolle – Emmen heet nu ineens de Vechtdallijn, en is per 9
december 2012 door Arriva overgenomen van NS. Arriva-directeur Hettinga
was
bijna in tranen toen een van zijn marineblauwe GTW’s door een team van
graffitispuiters
onder handen was genomen, en overgespoten was in NS-kleuren. Heel
overtuigend;
een knap stukje nachtwerk, al mag je dat natuurlijk niet zeggen van
vandalisme.
Mooie treinen, ook van binnen, met
comfortabele zitbanken, ruime
werktafeltjes, en een soort bar, toonbank
of conducteurshok. Voldoende personeel ook; elke krantensnipper wordt
zonder
pardon uit de trein verwijderd, voordat deze de reis naar Emmen mag
aanvaarden.
Even kom ik in de verleiding, zo’n Vechtdalttrein te nemen, en het gedoe met het omchippen dan maar voor lief te nemen. Maar nee, het is vandaag louter de Hanzelijn, en die Vechtdaltreinen rijden nog minstens tot 2027, dus tijd zat, nog. Ik deed hun voorgangers in de lente van 2011, toen Emmen Zuid pas geopend was.
Nu maar op weg naar Kampen, dat sinds
zondag, naast zeven
kerken, de zeldzame luxe kent van twee spoorwegstations aan twee
verschillende
lijnen. Hoeveel kleinere plaatsen in Nederland kunnen Kampen dat
nazeggen? (Nijverdal
en Eygelshoven,
in ieder geval, maar de eerste slechts tijdelijk).
In de zomer van 2011 deed ik het
toen met vertramming
bedreigde boemeltje Zwolle-Kampen, dat geen andere stations
kent dan de twee
genoemde. Er moest lightrail komen; het moest elektriek in plaats van
op
diesel, er moesten dringend nieuwe haltes geopend worden. De ombouw tot
lightrail zou zijn beslag krijgen in de periode 2012-2014, tijdens
welke er
helemaal geen railverbinding geboden zou worden op dit spoortje.
Station Kampen-zonder-meer; archieffoto 2011
Maar het noodlot beschikte anders, of
misschien eerder: het
gezond verstand en de crisis. Het lijntje werd in 2011 apart
aanbesteed; niet als deel van een grotere concessie. Arriva en Alstom
wilden wel bieden op deze
concessie, die gebaseerd was op een verhaal dat dat
mij erg optimistisch leek.
Naar het oordeel van Overijssel voldeed geen van beide biedingen echter
aan de gestelde eisen. De provincie besloot nu, in ieder geval tot 2016
gewoon het ouwe dieseltje
te
laten rijden. Deze spoorlijn gaat dus in 2015 gewoon zijn
anderhalve-eeuwfeest
vieren.
Terecht; hij bedient een geheel
andere markt dan de
Hanzelijn: het stadshart van Kampen, in plaats van de nieuwe
buitenwijken.
Bovendien biedt station Kampen overstap op streekbuslijnen naar o.a.
Emmeloord.
In Kampen staat dan ook de grote menigte wachtenden klaar die ik straks
op
Kampen Zuid niet zal zien.
Ik had willen wandelen van Kampen
naar Kampen Zuid, een
klein uurtje, door het centrum en langs de IJssel. Maar een kil gordijn
van
regen doet mij ervan afzien. Ik pak de stadsbus. Lijn 12, via de
kortste route
van Kampen langs het centrum naar Kampen Zuid, doet er 10 minuten over
en geeft
aansluiting op de trein naar Zwolle; lijn 11, via alle Kampense
buitenwijken, doet
er 25 minuten over en geeft aansluiting op de treinen naar Lelystad.
Ten zuiden van het centrum moet
ergens het vorige station
Kampen Zuid gestaan hebben. Het was van 1913-1934 eindpunt van een
zijtak van
de Baronnenlijn; ook
toen kende Kampen twee stations zonder onderlinge
verbinding.
Die wijk waar ik vorig jaar liep,
Buitendijks, heeft nog
steeds alleen maar een bushalte aan de rand. De gemeente had in Kampen
Zuid een
stationsomgeving beloofd. Die is er nog niet, maar staat wel op de
billboards:
woningen, scholen, kantoren en winkels. Wat een troosteloze boel, nu
nog; blij
dat ik van de wandeling heb afgezien! De postertentoonstelling bij de
bushalte
kan de zaak hier nauwelijks opfleuren. De bus wacht te midden van
akelige
sprietboompjes leeg op zijn vertrekuur.
Ik hoor het gedruis van een
passerende sneltrein. Het houdt
onnatuurlijk lang aan, minuten en minuten lang, een trein van drie
kilometer
lengte? Het houdt ook weer ineens op, zonder weg te sterven.
Het station ziet er wel redelijk
aardig uit, zonder echter
een architectuurprijs tegemoet te kunnen zien.
De passeersnelheden waarvoor gewaarschuwd wordt, vallen
wel mee, of
liever tegen. De Hanzelijn is ontworpen voor 200 kilometer per uur. NS
heeft
geen vloot treinen beschikbaar die zo hard rijden. Dus het werd 160.
Maar daar
is het seinensysteem niet op afgesteld, dus voorlopig gaan we slechts
140. Ooit
schalen we hopelijk op naar 160 of 200, en dan moet de hele
dienstregeling natuurlijk
weer omgegooid worden.
Daar begint dat mysterieuze treingeluid weer, oorverdovend, zonder
dat er binnen kilometers in de omtrek een trein te bekennen is. Het
komt uit de
microfoons. Een absurd tafereel: treingedruis uit de microfoon, en een
geeljas
die het staat op te meten met een geluidsmeter. Nu buigt hij zich over
de
reling om het autolawaai te meten op de snelweg parallel aan het spoor.
Afregelen
van de geluidsinstallatie, twitterde iemand. Komt de omroepjuffrouw
echt wel boven
de auto’s uit? Omroepberichten schijnen te kunnen worden uitgesteld als er teveel omgevingslawaai is van treinen of wat ook.
Nu komen er twee echte treinen
tegelijk aanstormen. Aan de
overkant raast de IC naar Den Haag CS
langs. Op mijn perron stopt de SLT Amsterdam – Zwolle. Die doet 1:25
uur over zijn rit
en stopt onder meer op Amsterdam
Science Park, het nieuwe station Almere Poort
waar ik voor donker nog heen wil, en Almere Buiten, dat met ingang van
deze
nieuwe dienstregeling verstoken is van IC-verkeer.
Op naar Dronten! Hier kruisen de SLT’s rond kwart vóór en
kwart óver. Er liggen, niet langs een perron, twee inhaalsporen die in de reguliere dienstregeling niet gebruikt worden. Dit
station trekt iets meer
volk dan Kampen Zuid. Dat mag ook wel, want schreef ik de vorige keer
niet, dat
het miljard voor de Hanzenlijn vooral is uitgegeven voor de inwoners
van dit
dorp?
Het station ligt ook iets minder ver
buiten de bewoonde
wereld. Dronten kent bovendien sinds afgelopen zondag een heuse
stadsdienst,
bus 21 / 22. Beide lijnen rijden in 24 minuten een rondje Dronten; de
een
linksom, de ander rechtsom. Ze bieden aansluiting op de treinen in
beide
richtingen.
Waar ik daarnet in Kampen maar één
medepassagier had, is
deze bus toch aardig bezet met studerenden. We houden vooral de
ringwegen aan;
niet elk woonerf kan een halte krijgen, natuurlijk; dan is de aansluiting niet haalbaar.
Ik zit in de bus die eerst een grote
slinger maakt in de
westelijke en zuidelijke wijken, en zich daarna pas begeeft naar het
bruisend
hart van dit uitgestrekte polderdorp. Het boegbeeld van Dronten, De
Meerpaal,
heb ik vorige keer genoegzaam behandeld en bewandeld. Eetcafé Moellies
ook,
maar ik keer toch nog een keer terug, want ik heb het koud, en er is in
het
grote winkelcentrum verder niet veel open op maandag. Even een break;
toch nog
een culinaire break in dit artikel.
Ze gebruiken bij Moellies allemaal
natuurlijke spullen,
liefst spullen die gedijen in Flevoland zelf. ‘Proef de aandacht’, is
hun slogan.
Maar die was vermoedelijk net even verslapt toen ze me 648 dagen
geleden een
enigszins taaie kroket voorzetten. Kroketten groeien niet aan de
struiken,
zelfs niet in het wonderbaarlijke stuk wereld dat Flevoland is, niet
door enigerlei
god geschapen, maar door de Nederlanders ontstolen aan de zee.
Ik neem deze keer iets anders; een
broodje met een
buitenlandse naam, waarvan de grondstoffen desondanks in de polder
gekweekt zijn.
Een redelijk geslaagde herkansing.
Toch best gezellig, hier. De haard is
al even echt als het
eten, met echt vuur en echte vonken en echte rook, afgevoerd door een
echt
rookkanaal. Niet zo’n kitscherige elektrische open haard. Ik blader in
het
boekje ‘Uit in Flevoland’, en zal niet zo flauw zijn, op te merken dat
het een
verdraaid dun boekje is. ‘Let it snow [3x]’, doet de luidspreker, maar
nee,
dank je feestelijk! Ik vond die ene dag met ijsgang op straat laatst al
meer
dan genoeg. En iedere keer dat gemauw van NS en ProRail dat ze
dienstregeling
echt moeten uitdunnen. Laat het alsjeblieft niet meer sneeuwen, deze
winter!
Het busstation bij De Meerpaal is als
OV-knooppunt in de
schaduw gesteld door het nieuwe station. Ik neem lijn 22 weer. Hij
sluit net
aan op de treinen, het is allemaal erg krap. Doordat ik het station nog
wil
fotograferen, mis ik de trein naar Lelystad. Maar die naar Zwolle kan
ik nog
halen, met een sprint de trap op. Vooruit, een extra slag over de
Hanzelijn. Ik
ga vandaag dus in totaal vier keer door de Drontermeertunnel en drie
keer over
de IJsselbrug.
Die laatste is een beetje een bottleneck. De aanleg van de
Hanzelijn kostte een miljard, zoals gezegd. Ze hielden enkele
tientallen
miljoenen over. Dat is mooi, maar feitelijk hadden ze daar best een
viersporige
IJsselbrug van kunnen betalen.
Nu is het ding dubbelsporig. De
treinen kunnen er slechts in
de ganzenpas overheen; vier per halfuur per richting. Vanuit Zwolle
vertrekt
eerst om 15 en 45 de Hanzetrein naar Den Haag CS. 3 minuten daarna gaat
de IC
naar Rotterdam, die over Amersfoort rijdt. 3 minuten daar weer na de
Sprinter naar
Utrecht, die eveneens via Amersfoort koerst, en daarna tenslotte om pas
25 en
55 de SLT-Sprinter die via de Hanzelijn en Almere naar Amsterdam CS
rijdt.
Terug vanuit Zwolle naar Almere
Centrum. Dat verkeert in
dezelfde positie als Leiden. Je hebt er zoveel treinen, naar zoveel
richtingen,
dat niemand erover valt dat de dienstregeling een beetje scheef in
elkaar zit.
Vroeger reden de IC’s naar Schiphol en Amsterdam CS met een interval
van een
kwartier. Nu is dat 6-24. Maar als je naar Schiphol wilt, maakt het
niet uit, hoe
laat die naar Amsterdam gaat, en vice versa.
Lekker duidelijk!
De stoptreinen naar knooppunt Weesp rijden hier nog wel in
min of meer een kwartierdienst. Ik neem er een naar Almere Poort. Dit
nieuwe
station ligt in de meest zuidelijke wijk van Almere, de eerste die je
binnenkomt vanuit Holland.
Aan de westzijde van het spoor is de
bebouwing opgerukt tot
nabij het station; aan de andere kant liggen voorlopig nog wijde
vlakten met
bouwland. Ik had gehoopt en min of meer
gerekend op een patattent aan de voet van deze treinenhalte; daar heb
ik echt
wel behoefte aan, op zo’n gure dag. Maar die is er niet, en moet er nog
komen.
In het bebouwde gedeelte van deze wijk liep ik vorig jaar al eens rond,
in de
reeks artikelen over de chipkaart.
Almere Poort is het zesde station van Almere. De
opening ervan betekent het definitieve einde voor het
gelegenheidsstation
Almere Strand, alleen open tijdens de Libelle Zomerweken. Nooit
geweest,
uiteraard; mannen worden daar geweerd, en niet getolereerd.
Ook dit station is geen architectonisch hoogstandje. Maar het ís er, en het heeft, dank zij overvloedige busaansluitingen, ook al een hele massa passagiers. Hier stopt onder meer stadslijn 4, en lijn 322, Almere - Amsterdam Amstel, van R-Net, die ik begin dit jaar nam.
Eigenlijk is er nu, nog voor 16:00,
al onvoldoende licht om
te fotograferen. Ik ga terug naar Almere Centrum, en pak de IC naar
Leiden. Tot
zover de eerste werkdag van de Hanzelijn. Ik heb geen ernstige
vertraging
meegemaakt en geen echt overvolle treinen gezien, zeg ik tot slot, met
de
nadruk op het feit, dat dit een spreekwoordelijke momentopname is, en
er op
andere dagen ook daarover vast wel iets valt te klagen.
Frans Mensonides
15 december 2012
Er geweest: maandag 10 december 2012
© Frans Mensonides, Leiden, 2012.