Pas op! Snelle treinen! Hanzelijn in gebruik genomen

Dronten

Natuurlijk vereerde ik de nieuwe, pas geopende Hanzelijn (Lelystad – Zwolle) met een bezoek. Ik wachtte daarbij wel tot de eerste werkelijk serieuze dag in zijn bestaan, maandag 10 december 2012.

Voor de officiële opening op de donderdag daarvoor, door de koningin, met koninklijke trein, was De digitale reiziger tot zijn verdriet niet uitgenodigd. En voor het massale volksgebeuren een dag later, gratis in een propvolle Hanzetrein tussen Hans met de Pet, voelde ik me te verheven; ik die gerekend had op een plaatsje tegenover de Majesteit! De prinsesjes waren er ook niet bij; die drie kids van de achterbankgeneratie hadden ze ook wel eens een treinreisje mogen gunnen, vind ik.

Zondag ging ik natuurlijk ook niet;  dan had ik slechts betalende pretreizigers als ikzelf gezien. Nee, ik koos de eerste werk- en schooldag in het bestaan van de lijn, waarop hij echt moest laten zien, waarvoor hij in het leven was geroepen: mensen vervoeren die ergens heen moeten, en misschien helemaal niet erg van treinen houden.

Hieronder veel tekst over dienstregelingen, aansluitingen en dat soort dingen. En veel plaatjes van treinen,  reizigers op tochtige, winderige perrons, en bussen in troosteloze vlakten daarbeneden. Liefhebbers van mijn culturele-, culinaire- en wandelverslagen kunnen dit artikel beter overslaan. De Hanzelijn voert niet langs de meest interessante en knusse hoekjes van ons koninkrijk.

Oh ja: bij wijze van voorpret schreef ik al twee keer eerder over de lijn die ik al vaak ten onrechte ‘Hanzenlijn’ genoemd heb zien worden (alsof mensen die Hans heten, gratis zouden mogen reizen, of zo). 21 maanden geleden deed ik het traject van de toen in aanbouw zijnde lijn per bus. En afgelopen zomer was ik bij de mega-buitendienststelling rond station Zwolle, dat uitgebreid werd met een nu half af vierde perron.




Het heeft wel niets met treinen te maken, maar ik word er als reizende Leidenaar natuurlijk wel  meteen mee geconfronteerd. Zondag 9 december 2012 maakte in de wijde regio rond Leiden het donkergroen van Connexxion na 13,5 jaar plaats voor het veel frissere groen van Arriva. Een heel nieuw buspark, behalve dan dat de nieuwe concessiehouder door de Provincie verplicht werd, 24 hybride bussen over te nemen; wellicht omdat de passagiers zo ontevreden waren over het zitcomfort.

Vooral deze provinciale ondingen veroorzaken grote problemen tijdens de eerste dagen dat Arriva de concessie Zuid-Holland Noord rijdt. Deze bussen kunnen onder het Arriva-regime hun lijnnummer en bestemming niet tonen in het display, hetgeen gedeeltelijk wordt opgelost met cijfertjes achter de voorruit. Cijfertjes die in de ochtend- en middagspits, in dit jaargetijde afgewerkt in volledig duister, natuurlijk niet leesbaar zijn. Ook het display met vertrektijden werkt nog voor geen meter. Chaos!

Chaos, waar wel goed op wordt ingespeeld door Arriva; dat moet gezegd. Spoedig na deze maandagmorgen zal er een mannetje verschijnen op het busstation bij Leiden Centraal, die gedurende de spits dingen staat te brullen als: ‘Lijn 4, Leiden Zuid West, perron 4’.
‘Wat doe jij voor de kost?’
‘Nou, ik ben busbruller bij Arriva!’
Informatievoorziening anno 2012…

Natuurlijk logisch, zulke aanloopmoeilijkheden; ze wisten pas acht maanden geleden dat ze deze concessie kregen. Arriva haalt er de landelijke kranten mee, en het vragenuurtje in de Tweede Kamer. De wittebroodsweken van de nieuwe concessiehouder kunnen beter maar heel kort duren; krediet is gauwer verspeeld dan teruggewonnen. Die hybrids rijden overigens rond zonder chiplezers; dat mag van mij dan nog wel weer wat langer duren.


Lelystad (archieffoto 2011)

Het is dus echt waar: je komt van Leiden Centraal nu rechtstreeks in Groningen; iets wat ik vanmorgen in mijn enthousiasme ben vergeten te fotograferen, en pas vanavond bij terugkeer vast zal leggen als bewijs.

Over de Hanzelijn rijden IC’s in halfuurdienst: Den Haag Centraal – Leiden Centraal – Schiphol – Amsterdam Zuid  – Duivendrecht – Almere Centrum – Lelystad Centrum – Zwolle, en daarna eens per uur door als boemel naar Meppel, Steenwijk, Wolvega (…) Leeuwarden, en een half uur later naar Groningen, met alleen een stop in Assen. Een ritje Leiden - Groningen duurt 2:30, tegen beurtelings 2:55 of 3:05 tot voor kort, via Amersfoort; een half uur winst.

Maar de doorsnee-Leidenaar moet vaker in Den Haag wezen dan Groningen, en juist richting Den Haag is de dienstregeling lichtelijk achteruit gegaan. Had je in 2012 zowel per stoptrein als met de IC een strakke kwartierdienst naar Den Haag CS; nu vertrekken beide treintypen in een 10-20 patroon.

Hoe erg is dat? Als ik de nieuwe vertrekstaten bestudeer, vind ik dat de reiziger die instapt op Leiden Centraal toch niet erg veel te klagen heeft. Een strakke 10-minutendienst naar Den Haag CS is prima. Om 15 en 45 vertrekken er zelfs twee treinen tegelijk, waarvan de een de Hanzelijn is, en waarvan je de ander niet moet nemen, omdat het de boemel Haarlem - Den Haag CS is, die er langer over doet. Die geven nu dus cross-platformaansluiting, terwijl de Sprinter Haarlem - Den Haag in de vorige editie van de dienstregeling net wegreed voor de komst van de IC naar Dordrecht.

Ook een crossplatformoverstap is er om 05 en 35 van de nieuwe IC Amsterdam – Den Haag CS via Haarlem op de IC die van Lelystad helemaal naar Vlissingen rijdt, via Amsterdam CS en Schiphol. Die aansluiting wordt in de andere richting gegeven om 27 en 57.

Naar Amsterdam via Haarlem heb je vanuit Leiden een strakke kwartierdienst; idem-dito naar Den Haag HS, Rotterdam en verder. De laatste treinen gaan beurtelings tot Vlissingen en Dordrecht. Naar Schiphol vertrek je ongeveer om de tien minuten, en in de spits zelfs acht keer per uur; prima verbindingen dus in alle richtingen.

Meer reden tot sipheid hebben de reizigers die vertrekken van de stations De Vink (wat ik ook wel eens doe), Voorschoten en Den Haag Mariahoeve. Hun zuivere kwartierdienst met Sprinters naar Den Haag en Leiden veranderde in een scheef 20-10-geval, met belabberde aansluitingen naar Den Haag HS en verder.

Op weg, dan. Tot Lelystad is het een gewoon ritje, hoewel heel bijzonder. Want we zitten weliswaar op de al 25 jaar bestaande Flevolijn, maar dat dan als aanloop naar de nieuwe Hanzelijn, en Lelystad is niet meer het eindstation. Op Almere Buiten zie ik in het voorbijgaan in een flits in het halfduister geloof ik een vuistschuddende menigte, omdat de IC’s er niet meer stoppen en het station tot Sprinterstation is gedegradeerd. Op de toendra’s tussen Almere en Lelystad zijn grote beesten (wat het ook maar zijn) vredig aan het grazen.

Zowel op heen- als terugweg vergeet ik in Lelystad uit te stappen om het nieuwe oostelijke perron te fotograferen. De foto hierboven dateert van maart 2011, toen het nog in aanbouw was.

Bij opening van de Flevolijn in 1988 werd voorbij Lelystad een 6 kilometer lang opstelspoor aangelegd, met wasmachines en zo. De Hanzelijn rijdt daar aan de zuidzijde langs op geheel nieuw aangelegd spoor.

Het uitzicht vanuit de Hanzelijn op het trajectgedeelte door Oostelijk Flevoland bestaat uit: windmolenparken; hoogspanningsmasten met hun dradenslierten; zompig, kleiig, donkergrijs akkerland; eenzame hoeven te midden van plukjes bomen; stukjes weinig beduidend bos… Asfaltwegen kruisen de spoorbaan loodrecht via bruggen of tunnels; spoorwegovergangen kent deze moderne lijn niet.

Misschien ziet het er hier straks op de zomerdag wat appetijtelijker uit. Formaties zwarte vogels doorklieven het zwerk, in verwarring: komt de zon nu eindelijk nog op, of gaat hij alweer onder? Een dag in een poolnacht.

Dronten schiet langs; ik ga het zo bekijken. Dan de 800 meter lange Drontermeertunnel, ongeveer halverwege de Hanzelijn. De onderdoorgang duurt 24 seconden. Zoeff! Door de drukverplaatsing slaan mijn oren dicht. Of hebben ze op het Oude Land een ander soort lucht dan in de Flevopolders? Feit is, dat de zwarte akkers plaats maken voor grazige weiden.

Kampen Zuid, nu moeten we de IJsselbrug naderen. Die komt er ook, niets bijzonders meer, hij ging vorig jaar al open voor de treinen van en naar de Veluweroute via Amersfoort.

 




Zwolle. De treinen van de Hanzelijn geven op perron 6 / 7 een crossplatformoverstap op de IC vanuit Rotterdam. In omgekeerde richting gebeurt dat tegelijkertijd op spoor 3 / 4. De Hanzetreinen Den Haag CS – Groningen zijn de koninklijke treinen van de dienstregeling 2013. In Zwolle krijgen ze vrije doortocht; ze staan slechts 2 minuten stil, en de rest moet erop wachten. De IC’s Groningen / Leeuwarden – Rotterdam hebben hier zodoende erg lang stationnement. Toch zijn de IC’s via de Veluwelijn populairder dan die over de Hanze-, zal ik vandaag zien.

Hoeveel Amsterdammers weten al, dat je via de Hanzelijn sneller bent? Veel scheelt het ook weer niet met vroeger; zo ongeveer een kwartiertje, en voor Amsterdam CS moet je dan ook nog overstappen op Lelystad Centrum of Almere Centrum.

Tussen de IC naar Groningen en de IC naar Leeuwarden  door, moeten ook de treinen van de Vechtdallijn naar Emmen nog vertrekken. Die zijn naar voren gehaald om op Mariënberg aansluiting te kunnen geven naar Almelo. En pas als die naar Leeuwarden weg is, komt de stoptrein naar Groningen in beweging. Wie er ook tevreden zijn over de nieuwe dienstregeling; de reizigers voor Beilen, Hoogeveen en Haren zullen in ieder geval niet tot die groep behoren. Hun reistijd naar de Randstad neemt flink toe.

De Hanzelijn is slechts 50 kilometer lang - maar telt toch 57 tariefkilometers, zodat een rit Amsterdam – Zwolle via Lelystad even duur is als via Amersfoort. De vorig jaar ingevoerde dienstregeling op de Oude-, Schiphol- en Flevolijn, waar we net een beetje aan gewend waren, is voor die halfhonderd kilometer helemaal op de schop gegaan.

Maar de gevolgen van de Hanzelijn strekken zich uit tot in alle uithoeken van het land. Zo wordt de vertrektijd van de IC uit Vlissingen gedicteerd door de noodzaak om in Lelystad aan te sluiten op de treinen van de Hanzelijn. En zo is de IC-dienstregeling op Enschede – Amersfoort een kwartier gekanteld, waardoor diverse aansluitingen versjteerd werden.  Dat is overigens mede het gevolg van het beleid van NS, af te zien van het onderweg splitsen en combineren van IC’s, dat altijd een grote bron van vertraging was.

Alles hangt met alles samen op zo’n dichtvertakt spoorwegnet als het onze, en wat voor de een gunstig is, is voor de ander een ramp. Te klagen blijft er dus gelukkig altijd wel wat.

 



Het nieuwe perron 9 / 10 is gebouwd in verband met de Hanzelijn. Maar die treinen stoppen er niet. Hier vertrekken alleen de dieseltreinen naar Nijverdal West en de IC’s naar Roosendaal via Deventer en Nijmegen.

De nieuwe, brede onderdoorgang onder station Zwolle is nog niet klaar; hij wordt aangelegd onder het getimmerte op de foto. Van spoor 1, waar zovelen zovele gelukkige uren hebben doorgebracht in die mooie stationsrestauratie, met uitzicht op bussen en treinen, van dat spoor vertrekken nu de stoptreinen naar Amsterdam via de Hanzenlijn en Utrecht via Amersfoort. Gedegradeerd tot boemel-perron!

 




Zwolle – Emmen heet nu ineens de Vechtdallijn, en is per 9 december 2012 door Arriva overgenomen van NS. Arriva-directeur Hettinga was bijna in tranen toen een van zijn marineblauwe GTW’s door een team van graffitispuiters onder handen was genomen, en overgespoten was in NS-kleuren. Heel overtuigend; een knap stukje nachtwerk, al mag je dat natuurlijk niet zeggen van vandalisme.

Mooie treinen, ook van binnen, met comfortabele zitbanken,  ruime werktafeltjes, en een soort bar, toonbank of conducteurshok. Voldoende personeel ook; elke krantensnipper wordt zonder pardon uit de trein verwijderd, voordat deze de reis naar Emmen mag aanvaarden. 

Even kom ik in de verleiding, zo’n Vechtdalttrein te nemen, en het gedoe met het omchippen dan maar voor lief te nemen. Maar nee, het is vandaag louter de Hanzelijn, en die Vechtdaltreinen rijden nog minstens tot 2027, dus tijd zat, nog. Ik deed hun voorgangers in de lente van 2011, toen Emmen Zuid pas geopend was.


Nu maar op weg naar Kampen, dat sinds zondag, naast zeven kerken, de zeldzame luxe kent van twee spoorwegstations aan twee verschillende lijnen. Hoeveel kleinere plaatsen in Nederland kunnen Kampen dat nazeggen?  (Nijverdal  en Eygelshoven, in ieder geval, maar de eerste slechts tijdelijk).

In de zomer van 2011 deed ik het toen met vertramming bedreigde boemeltje Zwolle-Kampen, dat geen andere stations kent dan de twee genoemde. Er moest lightrail komen; het moest elektriek in plaats van op diesel, er moesten dringend nieuwe haltes geopend worden. De ombouw tot lightrail zou zijn beslag krijgen in de periode 2012-2014, tijdens welke er helemaal geen railverbinding geboden zou worden op dit spoortje.

 

Station Kampen-zonder-meer; archieffoto 2011

Maar het noodlot beschikte anders, of misschien eerder: het gezond verstand en de crisis. Het lijntje werd in 2011 apart aanbesteed; niet als deel van een grotere concessie. Arriva en Alstom wilden wel bieden op deze concessie, die gebaseerd was op een verhaal dat dat mij erg optimistisch leek. Naar het oordeel van Overijssel voldeed geen van beide biedingen echter aan de gestelde eisen. De provincie besloot nu, in ieder geval tot 2016 gewoon het ouwe dieseltje te laten rijden. Deze spoorlijn gaat dus in 2015 gewoon zijn anderhalve-eeuwfeest vieren.

Terecht; hij bedient een geheel andere markt dan de Hanzelijn: het stadshart van Kampen, in plaats van de nieuwe buitenwijken. Bovendien biedt station Kampen overstap op streekbuslijnen naar o.a. Emmeloord. In Kampen staat dan ook de grote menigte wachtenden klaar die ik straks op Kampen Zuid niet zal zien.

Ik had willen wandelen van Kampen naar Kampen Zuid, een klein uurtje, door het centrum en langs de IJssel. Maar een kil gordijn van regen doet mij ervan afzien. Ik pak de stadsbus. Lijn 12, via de kortste route van Kampen langs het centrum naar Kampen Zuid, doet er 10 minuten over en geeft aansluiting op de trein naar Zwolle; lijn 11, via alle Kampense buitenwijken, doet er 25 minuten over en geeft aansluiting op de treinen naar Lelystad.

Ten zuiden van het centrum moet ergens het vorige station Kampen Zuid gestaan hebben. Het was van 1913-1934 eindpunt van een zijtak van de Baronnenlijn; ook toen kende Kampen twee stations zonder onderlinge verbinding.

Die wijk waar ik vorig jaar liep, Buitendijks, heeft nog steeds alleen maar een bushalte aan de rand. De gemeente had in Kampen Zuid een stationsomgeving beloofd. Die is er nog niet, maar staat wel op de billboards: woningen, scholen, kantoren en winkels. Wat een troosteloze boel, nu nog; blij dat ik van de wandeling heb afgezien! De postertentoonstelling bij de bushalte kan de zaak hier nauwelijks opfleuren. De bus wacht te midden van akelige sprietboompjes leeg op zijn vertrekuur.










Ik hoor het gedruis van een passerende sneltrein. Het houdt onnatuurlijk lang aan, minuten en minuten lang, een trein van drie kilometer lengte? Het houdt ook weer ineens op, zonder weg te sterven.

Het station ziet er wel redelijk aardig uit, zonder echter een architectuurprijs tegemoet te kunnen zien.  De passeersnelheden waarvoor gewaarschuwd wordt, vallen wel mee, of liever tegen. De Hanzelijn is ontworpen voor 200 kilometer per uur. NS heeft geen vloot treinen beschikbaar die zo hard rijden. Dus het werd 160. Maar daar is het seinensysteem niet op afgesteld, dus voorlopig gaan we slechts 140. Ooit schalen we hopelijk op naar 160 of 200, en dan moet de hele dienstregeling natuurlijk weer omgegooid worden.

 


Daar begint dat mysterieuze treingeluid weer, oorverdovend, zonder dat er binnen kilometers in de omtrek een trein te bekennen is. Het komt uit de microfoons. Een absurd tafereel: treingedruis uit de microfoon, en een geeljas die het staat op te meten met een geluidsmeter. Nu buigt hij zich over de reling om het autolawaai te meten op de snelweg parallel aan het spoor. Afregelen van de geluidsinstallatie, twitterde iemand. Komt de omroepjuffrouw echt wel boven de auto’s uit? Omroepberichten schijnen te kunnen worden uitgesteld als er teveel omgevingslawaai is van treinen of wat ook.

Nu komen er twee echte treinen tegelijk aanstormen. Aan de overkant raast de IC naar Den Haag CS langs. Op mijn perron stopt de SLT Amsterdam – Zwolle. Die doet 1:25 uur over zijn rit en stopt onder meer op Amsterdam Science Park, het nieuwe station Almere Poort waar ik voor donker nog heen wil, en Almere Buiten, dat met ingang van deze nieuwe dienstregeling verstoken is van IC-verkeer.








Op naar Dronten! Hier kruisen de SLT’s rond kwart vóór en kwart óver. Er liggen, niet langs een perron, twee inhaalsporen die in de reguliere dienstregeling niet gebruikt worden. Dit station trekt iets meer volk dan Kampen Zuid. Dat mag ook wel, want schreef ik de vorige keer niet, dat het miljard voor de Hanzenlijn vooral is uitgegeven voor de inwoners van dit dorp?

Het station ligt ook iets minder ver buiten de bewoonde wereld. Dronten kent bovendien sinds afgelopen zondag een heuse stadsdienst, bus 21 / 22. Beide lijnen rijden in 24 minuten een rondje Dronten; de een linksom, de ander rechtsom. Ze bieden aansluiting op de treinen in beide richtingen.

Waar ik daarnet in Kampen maar één medepassagier had, is deze bus toch aardig bezet met studerenden. We houden vooral de ringwegen aan; niet elk woonerf kan een halte krijgen, natuurlijk; dan is de aansluiting niet haalbaar.

Ik zit in de bus die eerst een grote slinger maakt in de westelijke en zuidelijke wijken, en zich daarna pas begeeft naar het bruisend hart van dit uitgestrekte polderdorp. Het boegbeeld van Dronten, De Meerpaal, heb ik vorige keer genoegzaam behandeld en bewandeld. Eetcafé Moellies ook, maar ik keer toch nog een keer terug, want ik heb het koud, en er is in het grote winkelcentrum verder niet veel open op maandag. Even een break; toch nog een culinaire break in dit artikel.

 


Ze gebruiken bij Moellies allemaal natuurlijke spullen, liefst spullen die gedijen in Flevoland zelf. ‘Proef de aandacht’, is hun slogan. Maar die was vermoedelijk net even verslapt toen ze me 648 dagen geleden een enigszins taaie kroket voorzetten. Kroketten groeien niet aan de struiken, zelfs niet in het wonderbaarlijke stuk wereld dat Flevoland is, niet door enigerlei god geschapen, maar door de Nederlanders ontstolen aan de zee.

Ik neem deze keer iets anders; een broodje met een buitenlandse naam, waarvan de grondstoffen desondanks in de polder gekweekt zijn. Een redelijk geslaagde herkansing.

Toch best gezellig, hier. De haard is al even echt als het eten, met echt vuur en echte vonken en echte rook, afgevoerd door een echt rookkanaal. Niet zo’n kitscherige elektrische open haard. Ik blader in het boekje ‘Uit in Flevoland’, en zal niet zo flauw zijn, op te merken dat het een verdraaid dun boekje is. ‘Let it snow [3x]’, doet de luidspreker, maar nee, dank je feestelijk! Ik vond die ene dag met ijsgang op straat laatst al meer dan genoeg. En iedere keer dat gemauw van NS en ProRail dat ze dienstregeling echt moeten uitdunnen. Laat het alsjeblieft niet meer sneeuwen, deze winter!

Het busstation bij De Meerpaal is als OV-knooppunt in de schaduw gesteld door het nieuwe station. Ik neem lijn 22 weer. Hij sluit net aan op de treinen, het is allemaal erg krap. Doordat ik het station nog wil fotograferen, mis ik de trein naar Lelystad. Maar die naar Zwolle kan ik nog halen, met een sprint de trap op. Vooruit, een extra slag over de Hanzelijn. Ik ga vandaag dus in totaal vier keer door de Drontermeertunnel en drie keer over de IJsselbrug.

 


Die laatste is een beetje een bottleneck. De aanleg van de Hanzelijn kostte een miljard, zoals gezegd. Ze hielden enkele tientallen miljoenen over. Dat is mooi, maar feitelijk hadden ze daar best een viersporige IJsselbrug van kunnen betalen.

Nu is het ding dubbelsporig. De treinen kunnen er slechts in de ganzenpas overheen; vier per halfuur per richting. Vanuit Zwolle vertrekt eerst om 15 en 45 de Hanzetrein naar Den Haag CS. 3 minuten daarna gaat de IC naar Rotterdam, die over Amersfoort rijdt. 3 minuten daar weer na de Sprinter naar Utrecht, die eveneens via Amersfoort koerst, en daarna tenslotte om pas 25 en 55 de SLT-Sprinter die via de Hanzelijn en Almere naar Amsterdam CS rijdt.

Terug vanuit Zwolle naar Almere Centrum. Dat verkeert in dezelfde positie als Leiden. Je hebt er zoveel treinen, naar zoveel richtingen, dat niemand erover valt dat de dienstregeling een beetje scheef in elkaar zit. Vroeger reden de IC’s naar Schiphol en Amsterdam CS met een interval van een kwartier. Nu is dat 6-24. Maar als je naar Schiphol wilt, maakt het niet uit, hoe laat die naar Amsterdam gaat, en vice versa.

 








Lekker duidelijk!


De stoptreinen naar knooppunt Weesp rijden hier nog wel in min of meer een kwartierdienst. Ik neem er een naar Almere Poort. Dit nieuwe station ligt in de meest zuidelijke wijk van Almere, de eerste die je binnenkomt vanuit Holland.

Aan de westzijde van het spoor is de bebouwing opgerukt tot nabij het station; aan de andere kant liggen voorlopig nog wijde vlakten met bouwland. Ik had gehoopt en min of meer gerekend op een patattent aan de voet van deze treinenhalte; daar heb ik echt wel behoefte aan, op zo’n gure dag. Maar die is er niet, en moet er nog komen. In het bebouwde gedeelte van deze wijk liep ik vorig jaar al eens rond, in de reeks artikelen over de chipkaart.

Almere Poort is het zesde station van Almere. De opening ervan betekent het definitieve einde voor het gelegenheidsstation Almere Strand, alleen open tijdens de Libelle Zomerweken. Nooit geweest, uiteraard; mannen worden daar geweerd, en niet getolereerd.

Ook dit station is geen architectonisch hoogstandje. Maar het ís er, en het heeft, dank zij overvloedige busaansluitingen, ook al een hele massa passagiers. Hier stopt onder meer stadslijn 4, en lijn 322, Almere - Amsterdam Amstel, van R-Net, die ik begin dit jaar nam.

Eigenlijk is er nu, nog voor 16:00, al onvoldoende licht om te fotograferen. Ik ga terug naar Almere Centrum, en pak de IC naar Leiden. Tot zover de eerste werkdag van de Hanzelijn. Ik heb geen ernstige vertraging meegemaakt en geen echt overvolle treinen gezien, zeg ik tot slot, met de nadruk op het feit, dat dit een spreekwoordelijke momentopname is, en er op andere dagen ook daarover vast wel iets valt te klagen.

Frans Mensonides
15 december 2012
Er geweest: maandag 10 december 2012

 


© Frans Mensonides, Leiden, 2012.


<< naar thuispagina Frans Mensonides