Railloos

Hilversum - Harderwijk per bus, boot, bus, achttax en bus





Vandaag, dinsdag 8 februari 2000, verlaat ik me geheel op Maarten Batenburg. Hij heeft onlangs de reis ondernomen van Almere naar Hilversum, per Aqualiner en aansluitende bus. Deze reis ga ik vanmiddag overdoen; in omgekeerde volgorde, om toch nog iets eigens en origineels toe te voegen.

Daarna staat een busrit van Almere naar Zeewolde op het programma; ook die is me speciaal aanbevolen door Maarten.

Verder verlaat ik me vandaag geheel op het KNMI. Het regent pijpenstelen als ik rond 11.00 mijn huis verlaat, maar het weerbericht heeft me, zowel per krant als via teletekst als op Internet, beloofd dat er in de loop van de dag opklaringen zullen komen vanuit het westen.

(Gadver, alweer boten!, hoor ik een groot aantal trouwe lezers van De digitale reiziger kreunen. De eerste signalen hebben me al bereikt, dat veel mensen genoeg krijgen van die artikelen over langzame snelboten die geen hond neemt. Maar wij kunnen er ook niets aan doen dat in het jaar MM de ene Ferry-verbinding na de andere geopend wordt. Nog een paar maanden geduld; dan worden ze allemaal weer gesloten en verzinnen wij weer wat anders om je wekelijks mee te vervelen).

Hilversum - Huizen (bus)

In Hilversum stap ik om even voor één uur uit de stoptrein Utrecht - Hilversum, een treinserie die per 31 januari 2000 in ere is hersteld (maar dat is weer een apart verhaal, waar ik in de aflevering van 27 februari 2000 verder over zal uitweiden).

Huizen is een grote forenzengemeente aan het Gooimeer; schuin tegenover Almere. Vanuit Hilversum kun je er op drie manieren komen. Je kunt bus 134 nemen; die rijdt via de snelweg A27 naar Huizen en gaat vervolgens door naar Bussum. Lijn 135 is de lijn die ik moet hebben; deze bus rijdt via Bussum naar de bootsteiger van Aqualiner. Lijn 137, tenslotte, bereikt Huizen via Laren, en gaat vervolgens helemaal door naar Amsterdam Zuid-Oost. Daarnaast is er ook nog een vloot spitslijnen; zie het verhaal van Chris Turksma. Buiten de spits rijden er per uur 8 bussen van Hilversum naar Huizen. Ook hier allemaal Connexxion.

Meteen al pech: bus 135 is net vertrokken. Ik moet een uur wachten op de volgende; om 13.20 rijdt er ook een, maar die gaat naar Blaricum-Bijvanck, de woonwijk van Chris, en niet naar die steiger.

Lijn 137 van 13.04 staat op punt van vertrek. Ik besluit deze te nemen, en later op het busstation van Huizen op lijn 135 over te stappen.

De bus (nummer 4109, een wagen uit het Midnet-tijdperk, met purperen bankbekleding) vult zich met scholieren. Dit is het laatste busnummer in dit verslag; de rest ben ik vergeten te noteren. De chauffeuse, een stevige dame van een jaar of vijftig, roept een zojuist ingestapte jongen terug. "Je hield je abonnement op zijn kop, vandaar dat ik zo moeilijk keek". Een precieze tante, en ze zal in de loop van de rit nog veel moeilijker gaan kijken.

In de buurt van Laren kruisen we een snelweg. Bij de volgende halte, de halte "Viaduct Rijksweg A1", staan wel 30 schoolkinderen te wachten. Dit gaat dringen worden. De scholieren zijn opvallend luidruchtig (er komt zeker storm, denk ik, afgezaagd). Er wordt gegooid met boterhammen met kaas; een paar brokstukken belanden op mijn schoot. Honderd jaar geleden was je in zo'n geval als volwassene gerechtigd, de dader een corrigerend pak ransel te geven met je rottinkje, ofwel - als de schuldige zich niet vrijwillig zou melden - een collectieve straf op te leggen door alle verdachten onzacht aan de oren te trekken.

Onder striemende regen bereiken we Laren, een rustiek dorp met veel boerderijen en een soort brink in het midden, die dienst doet als kermisterrein, als er kermis is, Hetgeen niet het geval is. Ook is er het Singer-museum gevestigd; ik ben al tien jaar van plan, er eens heen te gaan. Ik zou ze graag "gelinkt" hebben, maar ze hebben niet eens een website. Dat heet dan moderne kunst.

Er willen nog een paar mensen instappen, maar het gangpad is geblokkeerd met scholieren. Op het korzelige verzoek "doorlopen alsjeblieft" wordt slechts schoorvoetend gereageerd. Ook een herhaling heeft weinig effect. "Doorlopen, anders ga ik niet verder!!" De chauffeuse krijst nu door de microfoon, die piepend rondzingt. Er komt enige beweging in de stroom leerlingen en de wachtenden kunnen zich naar binnen wringen.

We rijden weer, met ca. 85 passagiers aan boord. Ik vraag me, zoals altijd in dergelijke situaties af, waarom een busmaatschappij niet gewoon voldoende materieel inzet; dan worden dit soort onwaardige taferelen voorkomen. Ongetwijfeld is deze bus altijd even druk op dit tijdstip; vijf dagen per week en 40 weken per jaar. Waarom niet even een bijrijder ingezet? Jarenlang ben ik met NZH-lijn 45 van Leiden naar Voorburg gereden. Elke dag puilde de bus uit. Ik heb NZH eens gesuggereerd, een gelede bus in te zetten, maar nee, dit was "om logistieke redenen" niet mogelijk. "Logistiek", volgens mij het enige nieuwe woordje dat je leert tijdens 6 jaar verkeersacademie in Breda, en dat woord wordt dan vooral misbruikt om aan te geven, dat iets logistiek niet mogelijk is.

Overal om me heen tetteren de mobiele telefoons. "Hallo, ik zit in de bus!". Behalve etenswaren vliegen er nu ook complete schooltassen door de volle bus. De chauffeuse heeft geen uitzicht op de achterdeur. Het duurt dan ook niet lang, voordat er iemand klemzit tussen de dichtklappende deuren. "Deur open, kutwijf!", klinkt het, gedempt en gesmoord.

Huizen (railloos)

Huizen, met zo'n 18.000 huizen, is één van de vijf grootste rail-loze gemeenten in Nederland (de andere zijn Katwijk, dat "binnenkort" wordt aangesloten op de Rijn- Gouwetram; Ridderkerk, dat al enige tijd stijf-onderaan staat op de prioriteitenlijst voor een metro-verbinding; Oosterhout in Noord Brabant en tenslotte Smallingerland, ook bekend als Drachten. De laatste gemeente krijgt t.z.t. (te zijner Tineke) een magneetzweeftrein (en blijft dus railloos) maar moet het voorlopig nog doen met de Interliner. Er is toch wel iets verbeterd in het Nederlandse OV. 15 jaar geleden stonden grote forenzensteden als Spijkenisse, Amstelveen en Almere ook nog op de railloze lijst, maar die hebben inmiddels hun metro, sneltram, respectievelijk trein.

Ook voor Huizen zijn er tramplannen geweest. Aan het eind van de jaren tachtig bestond er een "Actiecomité Gooitram" of zoiets, maar daar heb ik de laatste jaren weinig meer van vernomen. Ik kwam ze vroeger wel eens tegen op ROVER-vergaderingen. De leden zijn vermoedelijk inmiddels overleden, zonder dat hun wensdroom in vervulling is gegaan.

De bus bereikt busstation Huizen, tevens het eindpunt. Op lijn 137 rijdt slechts één bus per uur door naar Amsterdam Zuid-Oost. Ik zie de forse chauffeuse, geldlade in de hand, met neerslachtige passen afdruipen naar de kantine.

Een busstation in een grote railloze plaats, daar mag wel een behoorlijke restauratie zijn, vind ik. Even later vind ik hem, een beetje achteraf op het grote plein. Door de ramen kijk ik naar binnen. Het publiek bestaat uit grijsgepermanente dames van 85 jaar, die genoeglijk reepjes pannenkoek om hun vork wikkelen. Allen eten pannenkoek; de pannenkoek van dit restaurant is wereldvermaard in heel Huizen. Dat wil ik proeven! Ik begeef me naar binnen. De entree heeft niets restauranterigs; er hangen een paar honderd brievenbussen, en de menulijst ontbreekt. Even later stuit ik op een receptiebalie met een verpleegster erachter, ook zeer ongebruikelijk. Plotseling begrijp ik, wat de aandachtige lezer al heeft bevroed; er is hier sprake van een geriatrisch wooncentrum, en wat ik gezien heb is de eetzaal. Nu is het mijn beurt om af te druipen.

Er is toch nog heel wat te zien in deze slaapstad: de rustieke oude dorpskern, op nog geen vijf minuten lopen van het busstation, en een eindje verderop de duizelingwekkende Eukenberg, waarvan de top 14 komma 3 meter uittorent boven het peil van de voormalige Zuiderzee. Zuurstofflessen meenemen! Dat alles ga ik niet bekijken; het stortregent.

Het busstation van Huizen is tochtig en klam. Er is een overdekte wachtruimte. Die is donker, en er zit niemand in. Dat belooft niet veel goeds. Inderdaad: de deur is afgesloten. Je zou toch met plezier een paar bakstenen door de ruiten keilen! In het aangezicht van al die smikkelende dames, die dan hun gepermanente hoofd schudden over de jeugd van tegenwoordig.

De meeste bussen vertrekken hier om .42 en .50; veel lijnen geven aansluiting op elkaar, zodat de reiziger weinig tijd hoeft door te brengen in dit tochthol. Ik zie de dikke chauffeuse uit de kantine komen en opnieuw aan boord klimmen van de 4109; weer zo'n rit met van die rotklieren.

Huizen - Almere (bus, boot, bus)

Uiteindelijk arriveert lijn 135 naar Huizen. Iedereen stapt uit en er stapt verder niemand in. Ik vraag voor de zekerheid, of deze bus echt naar de bootsteiger gaat; dit is inderdaad het geval. Eens te meer twijfel ik aan de kunde van de KNMI-medewerkers: het gaat steeds harder regenen. We (d.w.z. de chauffeur en ik) passeren jachthavens en bedrijventerreinen. Tenslotte rijden we een blubberige zandvlakte op, waar kabeltrossen liggen. Dit kan toch nauwelijks het beginpunt zijn van een stuk hoogwaardig OV-te-water! Maar de bus stopt en de deuren klappen open. Inderdaad zie ik ca. 50 meter verderop een vaartuig gereed staan, dat als twee druppels water lijkt op de Waterbus van Dordrecht.

Ik klim aan boord en koop een enkeltje voor de somma van 3 gulden. De prijs kan geen beletsel zijn. Of toch? In januari 2000, toen de boot gratis was, wist reder Aquanet (wiens uiterst beknopte website wij van harte aanbevelen) nog zo'n 400 passagiers per dag te trekken. Nu, anno februari, heb ik slechts één medepassagier, een vrouw van ca. 22. Zij zit uitgebreid toilet te maken, onder aanwending van allerlei poedertjes, zalfjes, tubes en graveerstiften die zij te voorschijn brengt uit een etui. Ze slaat geen acht op haar enige medepassagier, die de boot vanuit alle hoeken loopt te fotograferen.

Een oncomfortabel stoeltje; ook in dat opzicht lijkt de Aqualiner op de waterbus. De conducteur gooit de trossen los. Stapvoets varen we de havenkom van Huizen uit. Zo wil dat overtochtje, over het amper 2 kilometer brede Gooimeer, wel 20 minuten duren. Nee, met die Aqualiner wordt het ook niks. Ik weet iets veel beters. De lightrailverbinding Hilversum - Huizen moet er natuurlijk alsnog komen, ook al is het Actiecomité ter ziele. En dan kan hij meteen doorgetrokken worden naar Almere, via een brug over het Gooimeer. Zo'n brug kost een slordige paar honderd miljoen gulden, maar er wordt ook serieus gepraat over een autotunnel Amsterdam - Almere van drie miljard, Tineke Netelenbos' meest recente zeepbel, dus waarom dan ook niet een paar centen gestoken in het OV?

Voorbij een lichtbaken kiezen we het ruime sop; de snelheid wordt opgevoerd. Ik fotografeer een passerend binnenschip, of liever: een binnenschip dat gepasseerd wordt. Daarna trotseer ik de kou op de achterplecht, maar niet voor lang; het is hier nog guurder dan op het Huizense busstation.

Almere ligt, zoals gezegd, schuin aan de overkant. Rond tien voor drie varen wij de haven van Almere Haven binnen, weer stapvoets. Hier staan enkele flatgebouwen in aanbouw, met duurbetaald uitzicht op het water. Even later zie ik de vrouw op haar fiets wegrijden; haar zorgvuldig ge-onduleerde wenkbrauwen zullen nu wel gauw weer in de war waaien.

Tegen de regen in loop ik naar de bushalte Almere-Haven Centrum; drie minuten van hier. Onderweg zie ik het pendelbusje rijden van Flevo Ferries. Ik kijk de bus na; dan weet ik tenminste waar ik de steiger kan vinden van de Ferry naar Amsterdam. Dat wordt een andere trip; nu gaan we op weg naar Zeewolde.

Bij de halte neem ik lijn 1 van de Almeerder (Almeerse?) stadsdienst; zo'n gelede bus waar ik vorige maand al heb ingezeten, met weinig zitplaatsen en veel uitgangen. Deze bus zit al even vol als daarnet lijn 137. Het is vandaag beslist geen fietsweer, zeker niet in deze polderstad waar je altijd en overal de wind tegen hebt.

Op het busplein onder station Almere Centrum kan ik de halte van bus 159 aanvankelijk niet vinden. Tenslotte ontdek ik in een uithoek het taxibusje naar Zeewolde. Hij vertrekt om 15.36, over een paar minuten, maar ik heb al met al nog steeds niet geluncht, dus ik laat de bus lopen.

In de stationsrestauratie is het lang niet zo gezellig als in dat Huizense bejaardentehuis. Als ik de restauratie uitkom, ligt het stationsplein van Almere plotseling te baden in de zon. Het KNMI heeft toch gelijk gekregen, al moet je deze dag wel betitelen als laatbloeier. Ik koester nog altijd de hoop dat dit ook voor mij geldt, maar dan mag het zo langzamerhand wel eens gaan beginnen.



Almere - Zeewolde (achttax)

Ik stap in de achtpersoons taxibus van de Fa. Woertman, die van 16.06. Er hangt een mededeling. Na protesten en bezwaarschriften van Zeewoldenaren is het aantal ritten op deze lijn uitgebreid van 16 tot 21 per dag (de bus rijdt overigens nog steeds alleen maar in de spits). Bovendien is de aansluiting op andere buslijnen verbeterd.

Alweer een geslaagde actie van busreizigers (die het vandaag laten afweten; ik ben voorlopig de enige passagier). We vertrekken. Bij de halte stadhuis stapt er nog een tweede reiziger in; een jongeman gewapend met OV-studentenkaart (niet Maarten Batenburg). Dit taxibusje mag gebruik maken van de vrije busbanen in Almere, maar de verkeerslichten reageren wat traag. Steeds moet de taxi afremmen; pas daarna springt het sein op veilig.

We passeren Het Oor, het busstation in het niemandsland tussen Almere Stad en Haven, waar ik net met lijn 1 ook ben langsgereden; toen had ik al kunnen overstappen.

De chauffeur heeft de radio afgestemd op zo'n vervelende Nederlandstalige zender; beslist geen Sky Radio. Ik hoor:

Als ik in jouw ogen kijk
Ben ik meteen van slag
Het geeft me zo'n apart gevoel ] bis
Ik zweef de hele dag ]

Poëzie is altijd een optelsom van inspiratie en transpiratie. Levendig is de discussie over de vraag, welke van de twee het meeste gewicht in de schaal legt. Al 2500 jaar duurt dit dispuut voort; elke generatie geeft er zijn eigen antwoord op. Deze tekstdichter had van geen van beide erg veel last, zo op het eerste gehoor. Mijn eigen schrijfinspiratie voor vandaag is ook al enige tijd op, maar we zullen toch verder moeten; dit stukje heeft tenslotte als ondertitel Hilversum - Harderwijk.

De taxi trekt op en rijdt nu een lange polderweg op. Het geronk van de motor overstemt de radio; ik ben daarover niet echt ontstemd.

Er komt maar geen einde aan Almere. We rijden langs de wijk Almere-Hout, een villa-achtig geheel. De bewoners zijn voor hun OV aangewezen op onze lijn 159; de gelede stadsbus met de vele achterdeuren komt hier niet in de buurt.

De volgende 20 minuten zien wij alleen maar akkerland, hier en daar afgewisseld met radiomasten van NOZEMA, windmolens en een enkele boerderij. Hypermoderne boerderijen, natuurlijk: de zeepolder Zuidelijk Flevoland, waarin ook Almere en Zeewolde liggen, is pas in 1968 drooggevallen.



Zeewolde is het kleine zusje van Almere; een plaats die "zijn dorpse karakter zal behouden", herinner ik me eens gelezen te hebben. Het dorp telt nu ca. 16.000 inwoners. Ik ben hier al eens eerder geweest; een jaar of zeven geleden. Was dat nou in 1992 of 1993?

De bus stopt op een dijk. Er stappen twee mensen in. "Hier blijven we twee minuten stilstaan", zegt de chauffeur. De muziek uit de radio wordt weer hoorbaar, maar de tekst van dit nummer is me niet echt bijgebleven.

Op dit punt begint de rondrit door Zeewolde. Drie bussen rijden door het dorp: lijn 103 (Amersfoort - Nijkerk - Zeewolde); 145 (Harderwijk - Zeewolde) en natuurlijk de achttax lijn 159. Alle lijnen rijden in een lus; Zeewolde heeft geen eindpunt.

Ik stap uit in het centrum en loop langs een hectarengrote vijver met huizen langs de oevers. Dorps karakter kun je wel zeggen. Het is hier doodstil. Niets van de drukte en het gewemel van Almere, dat feitelijk een hele grote buitenwijk van Amsterdam is. In Zeewolde vind je rust, lucht en ruimte. Er komen al weer wolken aandrijven en het begint te donkeren. Deze dag was een kortbloeier.

Boven het pleintje in het winkelcentrum hangen allemaal bovenleidingen. Rijdt hier een trolleybus? Nee, de draden dienen om de straatverlichting aan op te hangen. Die bovenleiding heeft een sterk ontsierend effect, maar het pleintje is so wie so al niet veel zaaks. Inmiddels weet ik nog steeds niet, of ik hier nou in 1992 was of in '93. Ik denk er vruchteloos over na. Wat doet het er toe?

Zeewolde - Harderwijk (bus)

Even later sta ik weer bij de halte, voor de bus naar Harderwijk. Ik heb mijn zinnen gezet op de trein van 17.48 naar Utrecht, maar de bus is te laat en ik moet straks ook nog een treinkaartje kopen. De lus door Zeewolde is lang. Dorps karakter me hoela. Overal staan huizen in aanbouw. Als ik hier over een jaar of 50 nog eens terugkom, is heel Zuidelijk Flevoland één enorme steenvlakte. Dan zullen ze alsnog het Markermeer droog moeten malen, om er nieuwe rustige dorpjes te bouwen.

Als we Zeewolde eindelijk hebben verlaten, rijden we langs het Wolderwijd, evenals het Gooimeer één van de restanten van de oude Zuiderzee. Schuin aan de overkant is het silhouet van Harderwijk zichtbaar.

In Harderwijk rijdt de bus eerst nog een heel stuk door het centrum, voordat koers wordt gezet naar het wat excentrisch gelegen station. Ik heb nog drie minuten, en de bus komt vast te zitten achter een vrachtauto. Schiet op, schiet op! Er komt weer beweging. Station Harderwijk: eindpunt. Juist als ik uitstap, gaan de spoorbomen naar beneden. Daar komt de trein al aan, en heb nog geeneens een kaartje. Waar staat hier die verdomde klote-automaat? Ik ren om de restauratie en de fietsenstalling heen, maar niks. Verwoed ruk ik aan de deur van de Wizzl maar de Wizzl is dicht. Zelfs de Wizzl is dicht in Harderwijk. Hoe bestaat het. Die Wizzls moesten toch de hele avond openblijven vanwege de sociale veiligheid? Plotseling zie ik de kaartjesautomaat; hij staat gewoon op het perron. Tegen de reizigersstroom in probeer ik me een weg te banen. Maar het is te laat: daar hoor ik het zware gedreun al van dubbeldekkermotoren. Dag trein!

Ik ga dan maar dineren in de stationsrestauratie, ofschoon het me mishaagt, want ik ben hier een keer bijna letterlijk op de vingers getikt omdat ik me voortijdig vergreep aan de in een vitrine uitgestalde gevulde koeken. Volgens een vinnige juffrouw was het "hier geen zelfbediening". De vinnige juffrouw heeft ATV; het is hier nog steeds geen zelfbediening, maar ik zie van een diner af na een blik op de menukaart: veel meer dan een Kwekkeboomkroket is er niet aan warms te verkrijgen.

Wederom druip ik af. Zo'n soort dag was het dus, 8 februari 2000.


Frans Mensonides
tien dagen daarna