Dubbeldekker-treinstel op station Almere-Buiten
De polderbewoners werkten, winkelden en gingen school in Amsterdam. Het openbaar vervoer werd uitgevoerd met een lange stroom gelede bussen. Op het hoogtepunt van het gelede tijdperk vertrok uit Lelystad in de ochtendspits gemiddeld elke twee minuten een bus naar Amsterdam. 14 of 15 zone's; ROVER heeft jarenlang een verbitterde strijd gevoerd over het juiste aantal af te stempelen strippen.
In 1987 werd dan eindelijk de spoorlijn naar Almere geopend; een jaar later was ook Lelystad, de provinciehoofdstad van Flevoland, per spoor bereikbaar. Sommige Flevo-bewoners waren blij dat zij van de gelede bussen verlost waren; anderen klaagden over het feit, dat de trein minder haltes had dan de bus. Ook de tariefsverhoging was een doorn in het oog: een rit per spoor pakte duurder uit dan een reisje met de aloude gelede bus. Als tegemoetkoming werd op de Flevolijn enkele jaren lang een gereduceerd tarief gehanteerd; het aantal tariefkilometers op het traject Weesp - Lelystad was minder dan de geografische afstand tussen beide plaatsen.
Al sedert 1987 kent de Flevolijn uitbreidingsplannen. Vanaf de wasstraat ten noorden van Lelystad zou de spoorbaan doorgetrokken moeten worden naar Zwolle (via Dronten en Kampen; de Hanzeroute) en / of naar Groningen (via Heerenveen en Drachten; de Zuiderzeelijn); ik schreef erover in februari 1999. Het laatste plan, de Zuiderzeelijn, is alweer verlaten voor een nog spectaculairder ontwerp: de MagNed (Nederlandse magneettrein) Amsterdam - Groningen.
Ook aan de andere kant van de Flevolijn wacht nog steeds een stukje railinfrastructuur op aanleg: de Gooiboog, die een rechtstreekse verbinding Lelystad - Hilversum mogelijk moet maken. Momenteel moeten reizigers op het traject Flevo - Gooi v.v. altijd overstappen in Weesp.
Die overstap is jarenlang een probleemkind geweest. Een keer of vijf, zes is de dienstregeling op de Flevo- en Gooilijn omgegooid, maar de aansluitingen waren nooit echt bevredigend; ook niet na opening van de Zuidtak (Schiphol - Weesp via Duivendrecht) in 1993. Er kwam wel een cross-platformoverstap in Weesp, maar de treinen moesten op dat station tien minuten wachten om twee maal twee Intercities te laten passeren.
In 1998 werd dit knelpunt opgelost met opnieuw een ingrijpende verandering van de dienstregeling. Sedertdien is de situatie op de Flevolijn als volgt:
Eens per half uur rijdt er een stoptrein van Lelystad naar Hoofddorp, via Weesp en Schiphol; deze geeft in Weesp aansluiting op de sneltrein Amersfoort Schothorst - Amsterdam CS, die doorrijdt als stoptrein naar (eveneens) Hoofddorp:
Ook in halfuursdienst rijdt de stoptrein Almere Buiten - Amsterdam CS (die daarna doorrijdt helemaal naar Enkhuizen); deze sluit in Weesp aan op de mega-stoptreinlijn Utrecht - Rotterdam via Hilversum, Weesp, Schiphol en Leiden Centraal.
Hoewel dit een artikel is over stoptreinen, willen wij ook de halfuurlijkse Flevo-sneltrein niet onvermeld laten. Deze verbindt Lelystad met Amsterdam en stopt alleen in Almere Buiten en Almere Centrum.
We gaan op weg, en doen dat op de eerste werkdag van het jaar 2000: maandag 3 januari. Op dezelfde dag blijken twee nieuwe Ferry-verbindingen geopend te zijn: Almere - Amsterdam en Almere - Huizen. Had ik het maar geweten, dan had ik erover kunnen schrijven. Dat wordt nu dus een schone taak voor andere DDR-medewerkers.
De treinen richting Flevo vertrekken als regel van spoor 8 of 10. Om .07 en .37 gaat de sneltrein naar Lelystad; drie minuten later vertrekt de sneltrein naar Amersfoort Schothorst, die in Weesp aansluiting geeft op de stoptrein richting Lelystad. Weer 7 minuten later rijdt de stoptrein naar Almere Buiten; daarna valt er een gat van 20 minuten.
Ik neem de stoptrein van 11.17. Het is een zo'n vierbaks dubbeldekker, die ooit door een locomotief getrokken werd, maar een paar jaar geleden van een eigen motor werd voorzien en daarmee promoveerde tot treinstel. Dit is een ingewikkelde omschrijving voor een afkorting die ik vergeten ben. Vrijwel de hele dienst op de Flevolijn wordt uitgevoerd met deze plompe bakken: de lelijkste treinen van Nederland en wijde omgeving. Deze trein zit pal achter die van 11.07 en 11.10, en het wekt daarom geen verbazing, dat hij vrijwel leeg is.
We vertrekken en rijden langs de IJ-oever, waar oude schepen te bewonderen zijn, evenals nieuwe huizen. Door deze wijken zal over een paar jaar de tram naar IJburg moeten gaan rijden. De IJ-tram zal over een afstand van ruim een kilometer, totaan de Stadsrietlanden, parallel rijden aan de spoorbaan Amsterdam CS - Weesp.
We passeren uitgestrekte rangeerterreinen met treinen vol graffiti. De enige twee andere passagiers bovendeks zijn een jonge Amerikaan en een vergrijsde Nederlander. De eerste vertelt, dat hij al zijn schepen achter zich verbrand heeft. Zijn laatste geld spendeerde hij aan een ticket naar Europe. Voortaan doet hij alles alleen; geen mens op de wereld heeft hij meer nodig. De Nederlander heeft hier weinig weerwoord op. Hij begint in moeizaam Engels een uiteenzetting over de verkeersproblemen waarmee de hoofdstad te kampen heeft ("Normaal, I set my car on the outside of Amsterdam en go further with the trem") en over de winterkou, die de laatste weken is uitgebleven ("Normaal, you can't go the street on witout your ice-muts, but now it's verrie warrem"). De Amerikaan knikt geïnteresseerd, hoewel hij dit verhaal onmogelijk begrepen kan hebben.
Bij Weesp verlaten ze de trein. Er komt een moeder binnen met drie kinderen: een peutermeisje en twee oudere jongens. De laatsten gaan een paar banken verderop zitten en beginnen een hooglopende discussie over iets onbenulligs. Hun schelle stemmen tetteren door de trein. "Jongens, handen thuis!" schreeuwt de moeder preventief, maar nog geen seconde later vallen de eerste stompen en schoppen. "Vuile kankerlij'er, ik héb daar al een blauwe plek zitten, tyfusmongool! Ik ga waarschuwen, hoor! Mam, hij slaat me". De moeder staat op en scheurt de vechtenden uiteen. Er wordt gedreigd met een voortijdige terugkeer naar huis. Op dat moment begint de peuter stilteverscheurend te krijsen. De moeder kijkt alsof zij haar complete gebroed het liefst zonder pardon uit het raam zou gooien.
We takken met een fly-under af van de Gooilijn en rijden via de Hollandse brug Flevoland binnen. Meteen passeren we het recreatiegebied Muiderzand, waar van de zomer een tijdelijk station was ingericht voor een manifestatie van het tijdschrift Libelle, dat de laatste weken opvallend vaak genoemd wordt in mijn kolommen. Te veel eer.
Zo, en hiernaast moet dus straks die MagNed-baan gaan lopen. Het lijkt me een toonbeeld van geldverkwisting, zo'n magneetbaan, die over een afstand van tientallen kliomters parallel loopt aan een bestaande spoorlijn die 700 miljoen gulden (prijspeil 1987) gekost heeft. Dan zag ik meer in het "rondje Randstad".
Almere telt nu vier stations: Muziekbuurt, Centrum, het pas geopende Parkwijk en Almere Buiten, "eindbestemming van deze trein; denkt u bij het verlaten van deze trein om uw persoonlijke eigendommen" (wat betekent toch die gekte, om op alle eindstations om te roepen dat je je persoonlijke eigendommen mee moet nemen? We zijn toch goddorie geen kleine kinderen? En nee, de eigendommen van anderen moet je in ieder geval niet meenemen, zoveel is zeker).
De trein rijdt nu leeg door naar een rangeerterrein bij een niet-bestaand station, enkele kilometers noordelijker. Een kwartier later keert hij aan de overkant terug als stoptrein naar Enkhuizen.
De stadsdienst van Almere is de enige in Nederland, die over de gehele route gebruik maakt van vrije busbanen. Wij schreven hier al over in 1996 en 1997; een stuk bondiger dan thans onze gewoonte is.
Als ik rondloop over het busstation onder station Almere Buiten, zie ik dat er heel wat veranderd is sedert 1996. In de eerste plaats zijn de wat verouderde stadsbusjes met het wapen van Almere, vervangen door hypermoderne gelede exemplaren. Deze rijden om de tien minuten; vroeger was er op de meeste trajecten een 7,5 minutendienst. Verder zijn de nieuwe wijken Seizoensbuurt en Regenboogbuurt, in het uiterste noorden van Almere, nu bereikbaar met bus 5, resp. 1. Die lijnen rijden echter slechts eens per twintig minuten door naar de nieuwe buurten. De overige bussen hebben hun eindpunt op Almere Buiten. Daardoor is de situatie op het busstation voor buitenstaanders als ik nogal verwarrend. In tien minuten tijd mis ik twee bussen naar Almere Centrum. Uiteindelijk zit ik dan in zo'n mooie nieuwe gelede bus op lijn 1.
Even later vraag ik me af, hoe de ontwerpers het voor elkaar gekregen hebben: een gelede bus bouwen met evenveel zitplaatsen als vroeger een standaardbus, en dat met nog minder beenruimte dan voorheen. Sommige bankjes staan achterstevoren, anderen overdwars, weer anderen zijn voorzien van een hardboard plaat om je knieschijven tegen te verpletteren. De kleurstelling is prachtig; laten we ere geven wie ere toekomt.
Er is veel reizigersaanbod met dit vieze weer, en binnen de kortste keren zijn alleen nog staanplaatsen beschikbaar. Nu heeft de stadsbus van Almere het ontegenzeggelijke voordeel dat de gemiddelde snelheid heel hoog is; je hoeft dus maar heel kort te verblijven in die fraaie design-bus met te weinig stoelen. 14 minuten na vertrek van Almere Buiten arriveert hij al op station Centrum. Ik zie nu pas, dat de bus niet minder dan drie brede uitstapdeuren heeft; geen wonder dat er weinig ruimte meer overblijft voor zitbanken.
De stationsrestauratie heeft betere tijden gekend. Het voedsel wordt door een
ongeïnteresseerde ober op je tafel gekwakt; het brood dateert van voor de jaarwisseling; de
kroketten zijn van plastic, de muziek is even hard als slecht. En waar is die gezellige leeshoek
gebleven? Snel weg van hier!
Lijn 6 is doorgetrokken van de Filmwijk via de Danswijk naar station Parkwijk. Hij rijdt nu om de 10 minuten; drie jaar geleden was het nog halfuursdienst. Almere groeit snel. Terwijl Lelystad is blijven steken op 60.000 inwoners, staat Almere nu al op 140.000.
De Filmwijk biedt een staalkaart van hypermoderne architectuur, al is hij inmiddels al bijna aan zijn tweede lustrum toe. Ik ken die wijk van Pasen 1992, toen er een expositie was, waarbij 45 modelwoningen bezichtigd konden worden. Danswijk en Parkwijk zijn wat minder avant-gardistisch, hoewel veel beter te verdragen dan de meeste nieuwbouwwijken.
De bus arriveert om 13.45 op station Parkwijk. De trein naar Lelystad is net weg. Regen stroomt bij bakken uit de lucht; een wandeling kan ik wel vergeten. 25 minuten lang sta ik onder een afdak naar het busverkeer te kijken. Behalve lijn 6, die hier zijn eindpunt heeft, stopt ook lijn 5 aan deze halte. Ik fotografeer enkele bussen, waaronder een HTM-bus, die aan Almere is uitgeleend.
Om 14.10 vertrekt dan eindelijk de stoptrein naar Lelystad. Ook deze trein is bijna leeg.
De woningbouw in het noorden van Almere is bijna opgerukt tot aan het proto-station, dat misschien wel Almere Buiten-Buiten zal gaan heten, of Almere-Buitenst. Ik heb geen idee, wanneer dit station opengaat.
Tussen Almere en Lelystad maakt de trein met een "badkuip-tracé" een bochtje om de Oostvaardersplassen, een vogelbeschermingsgebied. In de jaren tachtig is er nogal wat tumult geweest om deze geringe omweg, die de reiziger nog geen minuut extra rijtijd kost.
Vlak voor het enige station van Lelystad (dat geen Lelystad heet, maar Lelystad-Centrum, ter voorkoming van verwarring) zie ik een ongezellig, bunkerachtig gebouw, met tankgrachten en geschutkoepels eromheen. Als ik me niet heel sterk vergis, is dit een computer-uitwijkcentrum, waar in geval van een atoomoorlog of zoiets akeligs, de computers nog een poosje doorwerken, als de mensen allang zijn overleden.
Het is allemaal nogal meegevallen, met die millennium-buk. We hebben ons er ook heel lang op kunnen voorbereiden. Ik las in 1983 al een boekje, waarin een millenniumramp werd beschreven. Het was een bundel met half-serieuze prognoses over het dagelijks leven in het jaar 2000. Een computerdeskundige voorspelde, dat in dat magische jaar alle software geproduceerd zou worden door een monopolist (ik moet nu natuurlijk onmiddellijk aan Billy Gates denken, die toen nog in korte broek rondliep). Die monopolistische producent had geen rekening gehouden met het jaar 2000, en zie: op maandag 3 januari 2000 (de dag van vandaag, al leek hij me in 1983 nog oneindig ver weg) vielen alle administratieve systemen uit. Ik zou het boekje graag nog eens overlezen, maar het is weggeraakt bij een grote schoonmaak.
Ook in Lelystad regent het. Ik neem meteen de volgende trein terug. Een rit van 58 minuten naar Schiphol, weer in een vrijwel lege trein. Bijna val ik in slaap. Je zou elk jaar tijdens die kerst- en nieuwjaarsellende een winterslaap moeten kunnen houden. Zet de wekker maar op medio februari. Nou moet je niet denken, dat ik zo'n lente-freak ben, die allerlei verheven en lang-vergeten gevoelens ontleent aan het uitbotten van de natuur. De lente kan me feitelijk óók gestolen worden. Zet de wekker dan maar op eind juni, of op the year 2525.
Bij Almere-Centrum stappen twee jonge vrouwen in, die over het immer boeiende onderwerp "mannen" praten. Eén van de twee heeft niet zolang geleden haar relatie verbroken. De ander hoor ik zeggen: "ja, dat is allemaal gepraat achteraf. Je zegt nu: 'hoe heb ik het twee jaar met hem uitgehouden'. Maar twee jaar geleden vond je die gozer het einde. En ook over je vader. Je zegt nu: 'ik had het nooit tegen mijn vader moeten zeggen'. Maar als je het niet tegen je vader gezegd had, dan had je nou misschien tegen mij gezegd: 'waarom heb ik het nou niet tegen mijn vader gezegd?' Dat is allemaal gewoon maar gelul achteraf".
Dilemma's. Ik denk weer aan de millenniumramp, die niet doorging, omdat een ramp nou eenmaal altijd onverwacht komt, en nooit gebeurt op een van te voren vastgelegd tijdstip. Wat hadden we moeten doen? De boel de boel laten, zodat we nu met de brokken zouden zitten? Of miljarden guldens spenderen, zoals we gedaan hebben, en ons op 3 januari grotelijks belazerd voelen omdat er geen ramp gebeurd is? En zo ja, of zo nee: moet je de dijken dan ook maar verwaarlozen omdat er toch nooit een overstroming komt?
Ik ben, nu ik het er toch over heb, in de millenniumnacht niet als reserve opgeroepen door mijn werkgever; de branden en ongeregeldheden in Ter Aar waren niet van dien aard, dat assistentie noodzakelijk was. Zonde van dat mooie, waterdichte en vuurvaste rampenpasje dat ik gekregen heb.
Via onder andere Weesp en Duivendrecht bereiken we uiteindelijk Schiphol. Op spoor 6 staat een Benelux-trein met óók een hele mooie kleurstelling; afwasbaar, naar ik hoop.
"Haai, ma!!", hoor ik op het perron een jongen door zijn mobieltje brullen; "ik ben geland, hoor!!!". [...] ja, hartstikke gaaf, héé!!!. [...] Nee, niks gebroken!! Warm de oliebollen maar vast op, ma!!"
Opgewarmde oliebollen. Dat is wel een toepasselijk slot van deze DDR-aflevering. Ik sluit dus
af, na vermeld te hebben dat ik om halfvijf nat thuiskwam; anderhalf uur eerder dan begroot.
Frans Mensonides
V januari MM.
Stations | Lelystad centrum - Almere Buiten -
Almere Parkwijk - Almere Centrum -
Almere Muziekbuurt - Weesp
(- Diemen Zuid - Duivendrecht - Amsterdam RAI - Amsterdam Zuid WTC - Schiphol - Hoofddorp) (- Diemen - Amsterdam Muiderpoort - Amsterdam CS - Amsterdam Sloterdijk - Zaandam - Zaandam Kogerveld - Purmerend - Purmerend Overwhere - Hoorn - Hoorn-Kersenbogerd - Hoogkarspel - Bovenkarspel-Grootebroek - Bovenkarspel-Flora - Enkhuizen) |
Openingsjaar | 1987-1988 |
Lengte | 39 kilometer (Lelystad - Weesp) |
Ritduur | 31 minuten (Lelystad - Weesp) |
Materieel | Dubbeldekkers |
Frequentie | 30' (Lelystad - Hoofddorp) 30' (Almere Buiten - Enkhuizen) |
Bijzonderheden dienstregeling | Naast de stoptreinen rijdt op het traject Lelystad - Amsterdam CS eens per 30' een sneltrein. |
Strippen en sterren geldig? | Nee |
Dagretour voltarief | f 19,75 (Lelystad - Weesp) f 26,00 (Lelystad - Amsterdam) f 29,25 (Lelystad - Schiphol) |
eerste trein | 4:38 (Lelystad - Hoofddorp) |
laatste trein | 0:20 (Hoofddorp - Lelystad) |
passagiers per dag (grove schatting van DDR) | 25.000 (Flevolijn Lelystad plus Almere; inclusief sneltreinen) |
Toekomst i.v.m. regionale aanbesteding | De Flevolijn wordt gerekend tot het kern-net van NS, dat niet wordt aanbesteed. |