HOV-Velsen naar IJmuiden strand

  
Ik ben een bekommerde socialist
Ik wou dat ik er iets meer van wist
Ik wou dat ik er meer kijk op had
Op de regering en weet ik wat
Op de regering en weet ik wat

Heel hoop dingen zijn moeilijk hoor
Daar heb ik de hersenen echt niet voor
En als ik het dan niet meer vatten kan
Dan doe ik de televisie maar an
Dan doe ik de televisie maar an

Geboren IJmuidenaar Cornelis Vreeswijk



Dit is het allerlaatste artikel in de reeks over de Zuidtangent. Die naam houdt namelijk per 11 december 2011 op te bestaan. De rode bussen van lijn 300 (Amsterdam ZO – Haarlem) en 310 (Nieuw Vennep – Amsterdam Zuid) gaan dan op in R-net. Dat bestaat uit eveneens rode (snel)bussen die in de wijde omgeving van Amsterdam langs eveneens rode abri’s rijden. Even wennen, maar niet erg: ‘Zuidtangent’ was van begin af aan een rare rotnaam.

In de gemeente Velsen zullen dus nooit Zuidtangenten rijden. Desondanks ging ik er eens kijken hoe het stond met het project HOV-Velsen. Dat staat voor een omstreden busbaan door de gemeente van die naam naar het Kennemer Gasthuis in Haarlem Noord. Hij loopt van IJmuiden Strand via IJmuiden Centrum, langs Velsen Zuid, langs Driehuis en door Santpoort Noord (de gele lijn op het kaartje hieronder).

Het project heeft een mooie PowerPoint-presentatie, en is door mij een jaar geleden uitvoerig besproken. Of en hoe de bussen op lijn 300 ooit vanuit Amsterdam ZO naar Velsen zullen doorrijden, is nog een volkomen open vraag. De vorige keer schetste ik allerlei zachte tot halfzachte ideeën die bestonden over het overbruggen van de 4 kilometer tussen Haarlem NS en het hospitaal in Noord. Het afgelopen jaar heb ik er niets nieuws meer over gehoord of gelezen.

Ik heb geen idee, of en waar er al gewerkt wordt aan HOV-Velsen, en loop gewoon de route, vanaf het oude station Driehuis-Westerveld, waarvan ik het vervallen perron vorige keer fotografeerde met sneeuwbedekking. De sneeuw is gesmolten, en nog niet teruggekeerd. Maar verder is er het afgelopen jaar niets veranderd aan het spoor van het ‘Vislijntje’, waarover over een jaar of drie à vier bussen moeten gaan rijden; het is nog steeds overwoekerd met struikgewas.

Ik ben hier vanaf Haarlem NS gekomen met bus 75 (Haarlem Schalkwijk - IJmuiden Dennekoplaan, de rode lijn op het kaartje) die op zaterdagmiddag elk kwartier zijn baantjes trekt. Op de Rijksstraatweg door Haarlem Noord zat de doorstroming er deze keer aardig in.

Tussen het Gasthuis en Santpoort zal een vrije busbaan worden aangelegd langs de A208. Die busbaan gaat de Slaperdijk ongelijkvloers kruisen en zal een einde vinden op de Broekbergenlaan in het hart van Santpoort. Daar moet de bus weer achteraansluiten in de file.

Die staat er zelfs op zaterdagmiddag. Het langzaam rijdend verkeer wordt veroorzaakt door de rotonde op de hoek van de Hagelingerweg en de Santpoortse Dreef. Volgens de hierboven gelinkte presentatie wordt nog gestudeerd op doorstromingsmaatregelen. Maar ruimte voor een extra busstrook is er zo te zien niet. Ik ben nieuwsgierig naar wat men gaat doen om te voorkomen dat de titel van mijn vorige stukje wordt waargemaakt: ‘Hoogwaardig doodlopend vervoer’. Dit zou niet het eerste HOV-project zijn waarbij tientallen miljoenen wordt uitgegeven voor een minuut tijdwinst, die een paar hectometer verder dubbel en dwars te niet wordt gedaan in een file voor een verkeerslicht.

Lijn 75 mag zich straks ook tooien met R-net-rood. Dat mogen vanaf december 2011 alle hoogwaardige verbindingen in de Noordvleugel van de Randstad, die voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen qua frequentie, snelheid, aansluitingen en nog een paar dingen. Maar de kwaliteiten van lijn 75 springen niet echt in het oog: een rijtijd van 30 minuten op het traject Haarlem NS – IJmuiden Dennekoplaan, over een afstand van zo’n 12,5 km, levert een niet indrukwekkend gemiddelde op van 25 km/uur.

Terug naar mijn wandeling. Het voormalige spoortje dient in Velsen als de grens tussen twee werelden ‘that never shall meet’. Ten oosten ervan de villaparken van Driehuis en Velsen Zuid, ten westen de wat sombere wijken van IJmuiden, dat altijd een arbeidersstad zal blijven, onder de permanente rookpluimen van Tata Steel; Tata. ‘Tata’, dat klinkt vast leuker dan het is om in zo’n heet, rokend inferno te werken.

Ik wandel aan de Driehuizer kant van het spoor, door kronkelstraatjes met kasten van huizen die alleen maar de aandacht kunnen trekken van het gilde dat niet opziet tegen nachtwerk. Voor één van die huizen stopt een politieauto; de agent die uitstapt draagt een map Woninginbraak. Mensen kijken toe in hun deuropeningen, met een mengsel van opluchting (zij, niet wij) en vrees (wanneer zijn wij zelf aan de beurt)?

Een paar straten verder fotografeer ik een slecht Sinterklaasrijm tegen HOV Velsen. Daarbij zwaai ik vriendelijk naar de NIMBY die aan tafel zijn lunch zit te verorberen, om hem duidelijk te maken dat ik louter eerzame bedoelingen heb. De bedoelingen van die NIMBY’s, daar twijfel ik aan. In Santpoort zijn zij, voor zover ik het snap, tegen de busbaan omdat die dwars door het dorp loopt, en in Driehuis juist omdat hij er langsheen rijdt.


Luguber, anders kun je het opgeheven station IJmuiden Zeeweg niet omschrijven; het onkruid-overwoekerde perron, de bemoste betonnen abri in een model dat in mijn jeugd gangbaar was voor bus, tram en soms ook trein. Ook hier wijst nog niets erop dat er over een paar jaar rode bussen zullen rijden. En niet eens stoppen; hier is geen halte gepland. Er loopt een soort schouwpad langs de verroeste spoorbaan, dat wel goede diensten zal bewijzen aan mensen met honden met hoge nood.

Verder langs een verkeersweg, De Minister van Houtenlaan, die parallel loopt aan het Vislijntje. Hij wordt geflankeerd door hockeyvelden. Als ik het eerste veld passeer, valt er net een doelpunt in de goal die het dichtst bij de weg ligt. Op het tweede veld wordt ook net gescoord als ik langsloop. Vroeger, in mijn Sturm-und-Drangperiode, zou ik dit opgevat hebben als bewijs van mijn uitverkorenheid. Tot wát, was me nog niet geheel duidelijk, maar het legde in ieder geval best wel een grote druk op me.

Tegenwoordig ben ik eerder geneigd, zulke dingen af te doen met de dooddoener: ‘gewoon toeval’. Anders zouden ze me als magische goalgetter kunnen inhuren bij Telstar, wiens stadionnetje ik even later passeer. Dat is zo’n club die min-of-meer-betaald voetbal speelt, en waarvan alle spelers er een krantenwijk of een postronde bij moeten hebben. Ze zijn metterwoon gevestigd in de onderste helft van het rechterrijtje van de Jupiler League. 

Even verder komt wel een bushalte, de halte Ver Loren van Themaatlaan, tenzij ze de iets kortere Cederstraat op de rode abri zullen vermelden. Ver Loren van Themaat, typische naam, die tot associëren uitlokt: waar blijft een mens als hij de thee-maat uit het oog verliest; als hij zelfs met thee geen maat kan houden.

Ik kruis de barrière tussen rijk en arm. Veel dingen in IJmuiden zijn opvallend lelijk: de pijp van Tata in de verte (‘Tata fume une pipe’), de hoekige, stenige schouwburg, de saaie, grijze flatjes uit de jaren 60 en de school die ik vorige keer karakteriseerde als een puber-hel. Een wanstaltig groot turnpaard voor een sporthal doorbreekt de misère, maar accentueert haar tevens.

In het hart van IJmuiden loop ik de HEMA maar weer eens binnen voor de inwendige mens. Thee wordt het deze keer; die thee-maat spookt me nog door mijn hoofd.


Vorig jaar om deze tijd nam ik me voor, ooit eens te gaan kijken op het strand van IJmuiden; wat zou daar te doen zijn dat aanleg van een busbaan ernaartoe rechtvaardigt? Maar voordat ik het wist, hadden we alweer drie seizoenswisselingen achter de rug en zat de winter er opnieuw aan te komen. Dan maar een strandwandeling op een novembernamiddag, gelukkig zonder sneeuw en met nog een redelijke temperatuur.

Ik stel me op bij de halte Markt op de LNS (Lange Nieuwstraat). Twee lijnen rijden helemaal tot het strand: 4(vanuit Heemstede) en 82 (vanaf Amsterdam Marnixstraat). Ze hebben een gecombineerde kwartierdienst, maar ik sta er dik 20 minuten op te wachten. Ondertussen jengelt een orgel sinterklaasmelodieën; waarom kom ik in deze streek alleen in sinterklaastijd? Het orgel speelt met zware accenten: rammel-rammel-rammel op de trom, klets-a-klets-a-klets op de cymbaal. Straatorgels, speeldozen en pianola’s waren feitelijk de eerste digitale, programmeerbare apparaten op de wereld. Dat sta ik te overdenken, omdat ik in die 20 minuten toch érgens over moet denken.

Dan verschijnt toch nog bus 4. We rijden met een haardspeldbocht door Zeewijk, waar torenhoge woondozen uitzicht bieden op duin, strand en zeewater. Daarna begint de tocht langs de uitgebreide (vissers)haven, die de derde van Nederland wil wezen, een status die ook wel geclaimd wordt door Delfzijl en Terneuzen.

Langs de Kromhoutstraat is op een strook verloren niemandsland een stuk van de busbaan HOV Velsen in aanleg. Ik neem me voor, er op de terugweg even te gaan fotograferen, maar tegen die tijd is het bijna donker. Bovendien trekt die haven me niet zo; het zal er tochten en naar vis stinken. De lezer moet het maar doen met deze bewogen foto, gemaakt door een bewogen mens, gezeten in een bewegende bus.

We worden gedropt op zo’n halve kilometer van het strand. Een plukje strandlustigen op dit late middagtijdstip verlaat de bus; een ander plukje stapt in voor de terugrit. De uitgestrekte parkeerplaats is vrijwel leeg. Normaal kom je met de bus bijna tot óp het strand, maar de buslijn is ingekort omdat ook hier gewerkt gaat worden aan HOV-Velsen.

Het strand van IJmuiden had dat van Zandvoort naar de kroon moeten steken, maar dat is nooit helemaal gelukt. Ja, er is een luxe jachthaven aangelegd voor zeewaardige schepen, de Marina Seaport. Maar die wordt of werd vooral gefrequenteerd door Amsterdamse penozejongens, die hun zwarte geld wit hebben gewassen bij de botendealer, en hier op zo aangenaam mogelijke wijze hun liquidatie afwachten. Dat verzin ik niet, en het is geen veronderstelling; het staat in de Wikipedia, en is daarmee feit. Die encyclopedie heeft echt gezag. Laatst heb ik de liederlijke onzin die ik er zelf in een melige bui had ingeschreven over een hier niet te noemen onderwerp, in alle kwaliteitskranten teruggevonden. Toch laten ze wel eens steekjes vallen; R-Net staat er nog niet in. Dat stelt ook niet veel voor: nieuwe huisstijl voor bestaande verbindingen.

Het is een nogal luxueuze boel bij het IJmuider Strand, met rijen dure appartementen. Maar de zon schijnt voor iedereen, zoals de oude Romeinen al zeiden, de wind blaast voor iedere beurs, en eettenten zijn er in de meest uiteenlopende prijsklassen. Verder heb je casino’s waar je misschien een kans van een op honderdduizend hebt om zo’n jacht of zo’n appartement bij elkaar te gokken.

De bebaarde bard Cornelis Vreeswijk, geboren in IJmuiden, groot geworden in Zweden en één-hits-wonder in Nederland, denkt er in brons het zijne van. Hij is minder dik dan ik me herinner.

De boulevard leidt naar een plezierig breed strand bij de Zuidpier, waar op deze zaterdagnamiddag veel mensen hun hond en kinderen laten uitrennen. De anderhalve kilometer lange pier zelf is helaas gesloten wegens onderhoud, maar als dat niet zo is, zit hij ook vaak dicht. Bij een windkracht van meer dan vijf Beaufort, die al gauw bereikt wordt aan zee, is pierewaaien te gevaarlijk.

Al het zilt van de Noordzee kan niet wegwissen dat dit een wat zouteloos verhaal is. Maar die in de zee zakkende zon levert een fraaie foto op.

 


Ik keer terug en neem bus 4, die het rood van R-net nooit zal dragen. Hij rijdt in 1:20 uur naar Heemstede, en bereikt pas na 50 minuten station Haarlem, via op de kaart niet te reconstrueren slingers door Driehuis, Velserbroek en langs het Spaarne.

Een lijn voor relaxte mensen. In het stukje van vorig jaar meldde ik een hoop prikkelbaarheid bij rijdend personeel en passagiers. Maar in deze bus zit ik met de chauffeur en een medepassagiere te kouten, tegen mijn gewoonte in. We speculeren over de vraag of we onze busritten over een jaar of twee, drie misschien weer betalen met guldens.

‘Maar dan wordt het wel oppassen dat we niet genaaid worden’, vindt de busbestuurder. ‘De mensen rekenden voor het gemak 1 op 2, maar de koers was 2,20, en voor 2 gulden 20 kreeg je één euro in plaats van 1,10, oftewel dus maar 90 cent in plaats van een euro. Maar straks doen ze natuurlijk gewoon voor het gemak 2 gulden voor 1 euro, heb je dus 1,80 in je handjes in plaats van de 2,20 waar je recht op hebt; 40 cent verlies, maar dat zijn guldenscenten, en daar komt de inflatie nog eens bovenop’.

Ik weet niet; dit is wat te subtiel voor een alfa. Dit moet ik thuis vanavond eens grondig narekenen met pen op papier. Beter zullen we er in ieder geval niet van worden; daar zijn we het wel over eens.

Haarlem NS, met dat prachtige busstation. Het had, heel innovatief, vaste bushaltes van staal en verf, in plaats van dynamische displays. Maar die laatste zijn ze nu toch aan het aanbrengen, omdat dat voorschrift is onder R-net.

Zo komt ook aan een rit met lijn 4 een einde, na een stuk of 35 krappe bochten; die chauffeur mag wel zeeziek zijn aan het eind van zijn dienst. Ik heb HOV-Velsen in aanleg nu wel gezien, en kom pas weer terug als er echt een rode bus over rijdt.

Frans Mensonides
1 december 2011
Er geweest: zaterdag 19 november 2011.


Meer over de Zuidtangent, toen die nog zo heette:

De Zuidtangent: met een bloedvaart naar morgen (september 2007) - Zuidtangent Nieuw-Vennep - Amsterdam Zuid WTC (juli 2008) - Tunnelvisie in Haarlem; een stoutmoedig HOV-plan (december 2008) -Hoogwaardig doodlopend vervoer; vijftien jaar worstelen met Zuidtangent-tracé Haarlem - IJmuiden (december 2010) - Tangent-toegift: Busstation Haarlem, Driver Jack, KPMG en Bollenstreek (december 2010) Oosttak Zuidtangent (De Hoek - Uithoorn) (september 2011)



 Busstation Haarlem kort na de opening in 2010


© Frans Mensonides, Leiden, 2011.