Het complete busvervoer op Rotterdam The Hague Airport
Een 32
kilometer
lange rechtstreekse tramverbinding Scheveningen – Rotterdam Centraal,
via de TU
Delft en de mini-luchthaven Rotterdam The Hague Airport. Dat zou
werkelijkheid
kunnen worden zo tegen 2020. Er hoeft ‘slechts’ een slordige 200
miljoen euro
aan gespendeerd te worden. Zoveel kost de aanleg van ongeveer 10
kilometer
ontbrekend tramspoor tussen Delft Technopolis, binnenkort het eindpunt
van
HTM-tram 19, en het Sint Franciscusziekenhuis in Rotterdam, waar nu
RET-tram 25
rijdt.
Den
Haag en Rotterdam
hebben zin in dit project, zoals blijkt uit krantenartikelen als dit, die
enkele weken geleden verschenen. Rotterdam The Hague Airport, ooit
bekend als
Vliegveld Zestienhoven, ligt al heel lang te wachten op goede
OV-verbindingen,
vooral met zijn tweede naamgever: Den Haag.
Van
het vliegveldje,
gelegen aan de noordrand van Rotterdam, reis je nu per stadsbus
(RET-lijn 33) in
ruim 20 minuten naar Rotterdam Centraal. Dat geschiedt met een complete
toeristische
rondrit door de wijk Overschie, waar weinig luchtreizigers op zitten te
wachten, met alle eerbied voor Overschie. Maar Den Haag is niet
rechtstreeks bereikbaar
vanaf de luchthaven. Eerst moet je met een pendelbusje (RET-lijn 50)
naar metrostation
Meijersplein, om daar over te stappen op RET-metrolijn E, alias
Randstadrail, v/h
de Hofpleinlijn, naar
Den Haag Centraal. Mijl op zeven.
De
stadsregio’s
Haaglanden en Rotterdam gaan nu dus voor een rechtstreekse
tramverbinding. HTM-tram
19 (Leidschendam – Delft) wordt eind 2015 doorgetrokken naar het
terrein van de
Technische Universiteit (TU); een uitbreiding van 3 kilometer lengte.
Daarvandaan
is het zoals gezegd nog maar 10 kilometer tot het punt waar aangetakt
kan
worden op RET-tramlijn 25 (Carnisselande – Rotterdam Centraal – Schiebroek).
Hoe de
nieuwe tramroute
exact gaat lopen, wordt onderwerp van studie. Als ik de stukjes in de
krant
goed lees, zal t.z.t. lijn 1 in plaats van lijn 19 door de TU-wijk gaan
rijden.
Lijn 19 zou dan Delft Tanthof als eindpunt kunnen krijgen.
Ik ging eens
poolshoogte nemen, en wel op de zeer duistere vrijdag 4 april en de zon-overgietende zaterdag 5
april 2014; het verschil tussen beide dagen is op de foto’s duidelijk
te zien. Aan
de hand van 30 plaatjes banen we ons een weg door de regio. Maar eerst
twee
lijnennetkaarten die de zaak hopelijk verduidelijken.
Op de kaartjes, gejat van HTM en RET, staan onder meer de
huidige routes van HTM-tramlijn 19
(Leidschendam MCH – Delft Noord), HTM-tramlijn 1 (Scheveningen – Delft
Tanthof), Veolia-buslijn 69 (Delft NS - Technopolis), RET-bus 40 (Delft
NS – TU-wijk
- Rotterdam Centraal), RET-bus 33 (Rotterdam The Hague
Airport –
Rotterdam Centraal), RET-bus 50 (Rotterdam The Hague Airport –
Metrostation
Meijersplein), RET-Metrolijn E (Rotterdam Slinge - Den Haag Centraal )
en RET-tram
25 (Carnisselande – Rotterdam Centraal – Schiebroek).
Door mij bijgetekend in blauw: de in
aanleg zijnde tram- en
busbaan van Delft NS naar de TU-wijk, die vanaf december 2015 bereden
gaat
worden door tram 19. En in rood: een mogelijke route voor de te
realiseren tramverbinding
Delft – Rotterdam via Rotterdam The Hague Airport. Ik ben uitgegaan van
een tracé
langs de rijksweg voor automobielen A13 en, voorbij het luchthaventje,
langs de
in aanbouw zijnde woonwijk Parc 16Hoven. Maar uit de studie zal
mogelijk iets heel
anders rollen. Of misschien wel, dat een tram helemaal niet rendabel
is, want
daar ben ik zelf een beetje bang voor.
We
beginnen in Voorburg, op Oosteinde, de ondergrondse
tramhalte van lijn 19. Deze lijn verbindt sinds juli 2010 het
winkelcentrum
Leidsenhage in Leidschendam met
Delft
(aanvankelijk Tanthof, en nu nog maar: Delft Noord).
Op zijn route liggen de Haagse VINEX-locaties
Leidschenveen , Nootdorp en Ypenburg.
Ik stap hier wel eens vaker in of
uit. Er ontbreekt niets
aan deze fraaie halte, niets, behalve passagiers. Op de displays zijn
waarschuwingen te lezen tegen zakkenrollers. Daar moet ik wel een
beetje om
lachen. Je ziet het dievengespuis hier toch wel van verre aankomen.
Bovendien:
wat heeft een zakkenroller te zoeken op een plek waar geen zakken te
rollen
zijn omdat er geen reizigers te wachten staan?
Alhoewel: deze keer druk ik mijn
sluiter op een ongewoon
moment in: er is zowaar een medepassagiere zichtbaar in de zoeker. Deze
halte lijkt
op een metrostation in een metropool, maar lijn 19 is en blijft het
zorgenkindje van HTM.
De korte geschiedenis van deze lijn
is geen vrolijke. Ik ga
hem daarom maar niet helemaal oprakelen. Hij staat al grotendeels
geboekstaafd.
In juli 2010 schreef ik over
de opening van de lijn, en vanaf 2006
over de
voorpret, die vooral voor-ergernis was.
Een succes wil lijn 19 maar niet
worden. De afgelopen jaren
trok het vervoer wel wat aan, mede door de groei van het aantal
woningen in die
VINEX-zone. Maar ik heb nog nooit meer mensen in de tram zien zitten
dan
verplaatst hadden kunnen worden met een ongeleed PCC-wagentje uit
het museum,
zoals op de foto.
Vandaar wellicht dat de lijn sinds 7
oktober 2013
geëxploiteerd wordt met die brede, lange, ruime Randstadrailvoertuigen.
Daardoor
was het eindpunt Tanthof niet meer bereikbaar, waar de baan nog niet
geschikt
is voor Randstadrail. Zodat de lijn met ingang van dezelfde dag werd
ingekort
tot Delft Noord. Dit heeft natuurlijk weer desastreus uitgepakt voor de
bezetting op het trajectgedeelte in Delft.
De oorzaak van de geringe
aantrekkingskracht die lijn 19
uitoefent op het reizende publiek? De lijn kwam helaas te laat, toen de
VINEX-zone al bijna was volgebouwd en vrijwel ieder huishouden al twee
auto’s
voor de deur had. Verder heeft men zich misschien verkeken op de
aantrekkingskracht van een lijn die niet door het centrum van Den Haag
voert. Mogelijk
willen de mensen uit VINEX-land juist daar toch heen; tram 15 (Nootdorp
– Den
Haag Centraal) is wél een succes.
Delft Noord, dus, terwijl die halte
eigenlijk Nieuwe
Plantage heet, en ook jaren door het leven is gegaan als Kalverbos. De
tram keert
hier op een derde spoor, langs een derde perron. Wie in de gezellige
binnenstad
van Delft wil zijn, zit hier goed; de scheve toren lonkt. Wil je echter
door
naar Delft NS, dan moet je overstappen op tram 1 of een bus. In de
avonduren is
er aansluiting van tram op tram in beide richtingen. Overdag meestal
niet,
omdat lijn 1 dan in 10-minutenfrequentie rijdt, die dus niet spoort met
de
kwartierdienst van lijn 19.
Ik zie tot mijn leedwezen lijn 1 net wegrijden en ga nu maar
lopen. De wandeling langs de spoorzone van Delft roept de vraag bij me
op,
wanneer die spoortunnel nu eindelijk eens een keertje af is; al sinds
2009
zitten de Delftenaren in het gegraaf en gewroet. Ik heb het nageslagen.
Volgens
de huidige stand van zaken worden eind 2015 twee ondergrondse sporen in
gebruik
genomen. De andere twee volgen in 2017. Voorlopig rijden de treinen nog
over
het viaduct.
In de spoorzone zijn al nieuwe bouwwerken in aanbouw, waaronder het stadskantoor van Delft, dat bijna bovenop het nieuwe station zal komen te staan.
Al jaren zit de OV-gebruiker hier dus
in de rotzooi. Zijn
tram stopt aan de centrumzijde van het station, te midden van een
oceaan van
tweewielers. Wil je bij het station op de bus stappen, dan moet je een
trap op
met ruim een halfhonderd treden. Een lift zie ik nergens.
Delft verguldt je deze bittere pil
met op schuttingen
gekalkte reisgedichten en met borden als deze. De stad is wijdvermaard
om een
heleboel zaken, waaronder de schilderijen van Johannes Vermeer, de
microscoop
waaronder Antoni van Leeuwenhoek als eerste mens op aarde de ‘dierkens’
in zijn
eigen lichaamssappen kon waarnemen, en de alom tegenwoordige
fietsen.
Hier die horror-trap, die uitzicht
geeft op busperrons en
nog meer fietsen. Wie de TU als bestemming heeft, zal deze weg moeten
gaan. Veolia-lijn
69 (Delft NS – Technopolis) rijdt erheen. Een paar streeklijnen doen de
TU-wijk
ook aan. Dat zijn RET-lijn 40 (Delft – Rotterdam), Veolia-lijn 121
(Delft
– Pijnacker – Zoetermeer) en RET-lijn 174 (Delft - Metro Berkel
Westpolder –
Rotterdam Noord NS). Op schooldagen tussen 8:00 en 9:00 doen zich
weliswaar
geen taferelen voor als rond lijn
12 in Utrecht, maar is er toch een
behoorlijk druk busverkeer naar de universiteit. In totaal vertrekken
er in dat
uur 15 bussen naar de TU.
Zo’n mooie foto is een bijvangst; ik
ging er niet voor op
pad, maar kom er toevallig langs: het fraaie Arsenaal, beschenen door
het
strijklicht van een late zaterdagmiddag. Vanuit de tram kun je dit
straks in
een flits zien. Hier op de Zuidwal ligt
al een paar hectometer tramspoor. Dat moet nog verbonden worden met
Delft NS en
met de in aanleg zijnde tram- / busbaan in de TU-wijk.
Bij dit plaatje past weer zo’n
droevig lijn-19-verhaal. Al
in 2010 had deze tram door moeten rijden naar de TU, waardoor
het aantal
passagiers per dag misschien in de buurt was gekomen van de 16.000 die
ooit geraamd
waren. Maar de gammele Sint Sebastiaansbrug was een zwakke schakel. Hij
stond
in 2008 echt op instorten; bussen en vrachtwagens mochten er een poosje
niet
overheen.
Trams zijn zwaarder dan 5 ton. En in
Nederlands
technologiestad-nummer-één studeren ze al jaren op mogelijkheden om de
brug te
vervangen. Laatst is er weer een plan afgekeurd; het mocht ineens geen
basculebrug worden, maar een (…)-brug; ja, de precieze technische
kreten ben ik
vergeten, maar er is in ieder geval opnieuw vertraging ontstaan. Kunnen
ze op die
klus niet een masterstudent zetten van deze wereldvermaarde
knutselacademie? Ik
vraag me echt af of ze het voor eind 2015 nog wel voor elkaar krijgen.
De bus
69, waarin ik zit, gaat er wel overheen, zonder instorten.
De gecombineerde bus- trambaan over de as van de TU-wijk ziet er aardig compleet uit (even afgezien van bovenleiding, die er nog niet boven hangt). Halteperrons zijn er ook al.
Ik heb het altijd fascinerend
gevonden dat een academie met
een faculteit Bouwkunde zulke groteske betonnen mastodonten op zijn
eigen
terrein zet. Techneuten maken
de wereld,
maar ze maken hem niet altijd mooier.
Maar natuurlijk ben ik onbevoegd om erover te oordelen: als schoonheidsminnende alfa met twee linkerhanden heb ik hier helemaal niets te zoeken. Ik zelf heb het makkelijkste vak van de universiteit gestudeerd (niet in Delft): Nederlands. Bijna iedere kleuter in dit land spreek het; feitelijk hoef je er niet voor naar een academie.
Weinig stappen verder word ik toch
nog op mijn wenken
bediend. In het Mekelpark, waarlangs de OV-baan getrokken is, wordt de
estheticus wel degelijk vertroeteld. Aparterige kunstwerken staan hier,
zoals
deze betonnen kuslippen. Die kunstwerken hebben wel weer een technische
achtergrond (‘kunstwerk’ betekent in de techniek ook heel iets anders
dan in de
kunst; zelfs die brug van daarnet is een kunstwerk).
En ja, die technische uitleg, die
doet de begrijpelijkheid
ook weer geen goed; nog wel bij die lippen, maar bij sommige andere
kunstwerken
tast een niet-techneut behoorlijk in het duister. Fanatiek ga ik op
zoek naar
het Nederlandse origineel van de tekst en uitleg, want er is misschien
iets lost in translation. Maar er
ís geen
NL-versie; de voertaal en zelfs enige taal is hier Engels. Niet met
instemming
van iedereen: pas als ik deze foto ontwikkel en fixeer, zie ik die
woedende
letters NL die over de tekst zijn gekrast.
Inderdaad: schrijf je moerstaal! Maar
iemand heeft het me laatst
uitgelegd: vanuit alle taalgebieden van de wereld komen ze hier in
Delft een
master doen. In twee jaar tijd moeten ze zoveel leren, dat ze geen tijd
hebben
om ook nog eens Nederlands te leren.
Ook hier past een geïmponeerd zwijgen mijnerzijds. Ik heb niet alleen het simpelste vak gestudeerd, maar ook het laatste vak dat nog in de Nederlandse taal werd gedoceerd. Maar tegenwoordig zal ook Nederlands wel in het Engels gegeven worden.
Zelfs dat een building ‘gebouw’ heet
in het Nederlands, een
centre ‘centrum’ en een station ‘station’, is teveel gevraagd om te
leren in
die twee jaar.
Dat Mekelpark, met hier een
neergestort vliegtuig
of zoiets,
dat is ook niet echt mooi; net zo recht en hoekig als alles op deze
campus.‘Mekel’ (weinigen weten dit) betekende overigens: ‘reusachtig’
in het Vroegmiddelnederlands.
Dat is dan wel weer een toepasselijke naam, want alles is hier groot.
Eindpunt van de OV-baan bij
Technopolis, het zuidelijke
gedeelte van de TU-wijk.
Lijn 69 rijdt tijdelijk over de
Schoemakerstraat, ten oosten
van het Mekelpark. Hier neem ik lijn 40, die ik helaas niet op de foto
heb. De
RET-bussen op deze lijn zien er net zo uit als die van lijn 33 (zie
hieronder).
Lijn 40, die de stations Delft en
Rotterdam Centraal
verbindt, is een soort voorloper van de beoogde tramlijn. Hij rijdt
alleen
maandag t/m vrijdag overdag, en wel in 15-minutendienst in de
ochtendspits, 20-
in de middag- en 30- in de dal-uren.
Deze bus rijdt een plezierig
gevarieerde route. Je ziet
langs de Rotterdamseweg kassen, scheepswerven, woonboten en gewone
huizen. Bij
het buurtje (De) Zweth rijd je over een hoog bruggetje de gemeente
Rotterdam
binnen. Deze Rotterdamseweg is niet geschikt voor traminfrastructuur;
een route
langs de A13 ligt, zoals gezegd, meer voor de hand.
Er is al eens vaker geopperd, een
tramverbinding
Scheveningen - Delft - Rotterdam
in het
leven te roepen. In de jaren 90 circuleerde er vaag een plan, HTM-lijn
1 vanuit
Delft Tanthof via het talud voor de A4 door te trekken naar Schiedam
Woudhoek,
waar toen ook een lijn 1 eindigde, die van de RET (tegenwoordig lijn
21). Dat had
kunnen leiden tot net zo’n megatramlijn als waar we het nu over hebben.
Maar
daarvan is nooit serieus werk gemaakt. In 2009 werd besloten, de A4
tussen
Delft en Schiedam alsnog aan te leggen; niet voor trams, maar voor
auto’s.
De Zweth ligt in een groene buffer tussen Haaglanden en Rijnmond. Een tram zal hier nooit veel mensen oppikken…
Lijn 40 rijdt via Overschie en langs
Diergaarde Blijdorp
naar Rotterdam Centraal. Hij scheert vlak langs Rotterdam The Hague
Airport.
Stap je uit bij halte Schielaan, en loop je even de A13 onderdoor, dan
zie je
de luchthaven al opdoemen. Zo heb ik het niet gedaan; dit verhaal is
niet
chronologisch.
Rotterdam The Hague Airport
heeft een Engelse naam, maar
stelt verder weinig voor. Een erg lange naam ook; een hele mond vol om
te
typen. Sixteenhoven was beter geweest. 1,5 miljoen reizigers per jaar
verwerkt
het vliegveld. Ze willen graag doorgroeien naar 2 miljoen. Maar
Schiphol (dat
eigenaar is van dit kleine zusje) ziet er meer dan 50 miljoen per jaar
passeren.
Het Rotterdamse vliegveld is in elk
ander opzicht ook zo’n
25 maal zo klein als Schiphol; parkeerplekken, de vertrekhal, de
taxistandplaats, de verkeerstoren, het restaurant, het winkelaanbod,
het is
allemaal navenant.
Hetzelfde geldt voor het aansluitend
openbaar vervoer. Dat
staat hierboven in zijn geheel in beeld. Bus 33 voert, als ik even
blijf staan
kijken, elke 10 minuten een klein plukje reizigers aan vanaf Rotterdam
Centraal
en neemt er evenveel mee terug, zwaar bepakt met valiezen.
Het pendelbusje naar Metrostation
Meijersplein, lijn 50,
vervoert elke 20 minuten ook niet meer dan een handjevol mensen per
rit. Meer
kunnen er ook niet in.
Maar zouden de reizigers bij horden komen toestromen als hier straks een tram rijdt? Het vliegveld trekt er niet meer dan 5000 per dag, en hoeveel daarvan zullen de tram nemen voor aanvullend vervoer? Een zakenpipo of buitenlandse gezant zal vast wel in een taxi stappen.
Merkwaardig, dat deze zuil wel het
pendelbusje meldt, maar
niet de rechtstreekse bus waarmee je ook in het hart van Rotterdam
komt. Snel
is ook anders. Van hier doe je er, met die overstap op de metro, zeker
drie
kwartier over in het centrum van Den Haag te komen.
Maar hoe snel doet een tram het? Een minuut of 40, schat ik. Veel tijdwinst valt er niet te behalen met dit gewaagde tramplan. Een rechtstreekse verbinding met Den Haag kun je ook tot stand brengen met een bus die via de A13 rijdt; simpeler, sneller en goedkoper. Richting Rotterdam boekt een tram wel enige tijdwinst, maar veel meer dan 5 minuten zal het niet zijn.
Tram 25 bij metrostation
Melanchtonweg. Achter mijn rug ligt
het punt waar de tram uit Scheveningen, als die verbinding ooit
doorgaat,
aantakt op het RET-net. De eerstvolgende halte is dan: Sint
Franciscusziekenhuis.
Tussen station Melanchtonweg en het
ziekenhuis ligt een
opvallend landelijk stukje Rotterdam, met een groen polderdijkje en met
lanen
met cottage-woningen. Dit stulpje aan de Kleiweg staat te koop; snel
kijken op
Funda! Voor nog minder dan een half miljoen mag je het je eigendom
noemen.
Tram 25 heeft de halte Sint
Fransciscusziekenhuis verlaten
en klimt nu naar de brug over de A20, op weg naar Rotterdam
Centraal en
verder.
Hier het pas geopende herbouwde
station in de avonduren,
enkele weken geleden genomen.
Als je deze foto ziet, zou je niet
denken dat hij in een
station is gemaakt. Het derde station van Nederland qua
reizigersaantallen
maakt de indruk van een winkelcentrum waar je toevallig ook nog een
trein kunt
nemen. Het winkelaanbod is aardig gevarieerd. En ben je dorstig
geworden van
het kopen, dan loop je gewoon even binnen bij Starbucks voor zo’n
heerlijke
emmer bruin slootwater.
Van het busstation tussen Rotterdam
NS en het
Groothandelsgebouw vertrekken onder andere de lijnen 33 naar Rotterdam
The
Hague Airport en 40 naar Delft. De wachtgelegenheid bestaat uit geinige
zitjes in
de open lucht en een mooi roze afdak, waaronder je weinig beschutting
hebt bij
windkracht 8 plus hagel – maar hoe vaak doet die combinatie zich voor?
Hier in de omgeving zie ik bussen van
Eurolines rondrijden.
Deze plek naast het station is altijd vertrekpunt geweest van
internationale
bussen. Mijn ouders zijn hier in augustus 1952 op de Roy-bus naar
Innsbruck
gestapt voor de vakantie
van hun leven.
Nog even terugkomen op het
pendelbusje, lijn 50, Rotterdam
The Hague Airport – Metrostation Meijersplein. Hier staat hij op zijn
eindpunt.
Het overbrugt de afstand in 7 minuten en rijdt via een
bedrijventerrein. Ten zuiden
daarvan is de wijk Parc16hoven in aanbouw.
Ik kom met het busje net op tijd aan
om de metro naar Den
Haag te zien vertrekken; een goede aansluiting creëren was zeker echt
niet
mogelijk…
Metrostation Meijersplein, waar deze
fotoreis eindigt.
Wat te denken van dit
voorgenomen tramhuwelijk tussen HTM en RET? Is dat zijn aanlegsom met 8
nullen
waard? Deze lijn lijkt me, zo op het eerste gezicht, geen
publiekstrekker te
worden. Er komt een nadere studie naar. Misschien kan het resultaat
daarvan me t.z.t.
tot andere gedachten brengen. Maar voorlopig brengt deze site, De
digitale
reiziger, dit project onder in de categorie ‘twijfelachtig’.
Frans
Mensonides
18 april 2014
Er geweest: vrijdag 4 en zaterdag 5 april 2014
Deze
tramverbinding gaat niet
door, zo las ik een klein jaar later; de lijn zou niet rendabel zijn.
Ik viel niet
van
mijn stoel van verbazing toen ik dat las, noch van verdriet en
teleurstelling.
Ik zag er meteen al bijzonder weinig brood in.
Toen ik vorig jaar het stuk hierboven schreef, dacht ik: waarom verplaatsen ze de terminal van dat vliegveldje niet naar de oostkant van de startbanen? Dan zit je op loopafstand van metrostation Meijersplein, en bied je je klanten een snelle metroverbinding naar beide naamgevers van het vliegveld. Maar ik schreef die gedachte niet op: het leek me lekenpraat van iemand die geen verstand heeft van vliegvelden en luchtvaart. Las ik laatst een artikel van een verkeersdeskundige (ik kan het nu helaas niet meer vinden), die exact hetzelfde voorstel deed!
Aangevuld op 26 februari 2015
© Frans Mensonides, Leiden, 2014