Sinds
zondag 10 december 2017 heeft Nederland een derde metronet, naast dat
van Amsterdam en Rotterdam / Den Haag. Er is weinig ruchtbaarheid aan
gegeven; het haalde de landelijke kranten niet eens, voor zover ik
weet, en de koning heeft het niet geopend. Desalniettemin: Almere is
Neêrlands derde metrostad! Waarom heb ik 2 weken, tot zaterdag de
23ste, gewacht om deze metro te nemen? En waarom ben ik nooit bij de
aanleg
gaan kijken?
Almere
is meteen van start gegaan met maar liefst 7 metrolijnen die een net
vormen van een kilometer of 50. Vrijwel elke buurt van deze groeistad
in de polder heeft een metrohalte. De futuristische en fotogenieke
metrorijtuigen rijden op diesel en (net als in Lille)
op rubberbanden over een speciale betonnen baan. Ze hebben voorrang op
de rest van het wegverkeer dat, ongebruikelijk bij een metro,
gelijkvloers gekruist wordt. En dat alles gaat uiteraard in
metrofrequentie: elke 5 minuten in de spits.
Alle gekheid op het
spreekwoordelijke stokje: het zijn gewoon stadsbussen, zoals
overduidelijk te zien is op de foto’s. Waarom worden ze dan metro’s
genoemd? Omdat bussen niet keck, hip en blits zijn. En omdat Almere met
zijn 200.000 inwoners zo langzamerhand een metropool is. En ook vanwege
die doorstroming en frequentie.
Elke lijn heeft zijn eigen
metronaam: Buitenmetro, Muziekmetro… En elke lijn heeft ook zijn eigen
kleur, die terugkeert op lijnennetkaarten en bij haltes. De bussen zijn
gloednieuw, maar hun voorgangers reden al op die vrije banen sinds de
jaren 80, toen Almere nog maar een stadje was.
Ik kwam Almeres
bijzondere stadsdienst
al bekijken in de allereerste maanden dat deze site bestond: eind 1996.
In 2000, drie dagen na de millenniumramp – die evenmin een ramp was als
de stadsbus van Almere een metro is - keerde ik terug voor een stuk
over de Flevolijn.
Ook een van de eerste afleveringen van mijn Thuispagina nieuwe stijl in
2005 was gewijd aan Almere, w/o het pas geopende station Oostvaarders.
In 2011, ten slotte, probeerde ik hier de OV Chipkaart
uit en nam ik de R-netbus naar Amsterdam.
Zo
eens per 5 jaar keer ik dus terug naar Almere. En iedere keer rijden er
fonkelnieuwe bussen op die vrije banen, en vrijwel iedere keer ook met
een ander logo erop. Nu is het dus een ‘metro’, en die heet allGo en
wordt geëxploiteerd door Keolis, dat tot voor kort nog Syntus heette,
en die heeft het overgenomen van Connexxion, die reden onder de naam
Maxx.
Een
metro in Almere, toe maar! Jammer genoeg horen we
weinig meer van de metro náár Almere, die vanaf Amsterdam IJburg over
Pampus heen of onder Pampus door, naar de polderstad had kunnen zoeven.
Dat was weer zo´n losse flodder in een land waar OV-beleid vooral
neerkomt op schoten voor de boeg en uiteindelijk oplossingen die niets
mogen kosten.
De
lijnvoering is bij introductie van allGo veranderd. Maar blijft
vanzelfsprekend gebonden aan die betonnen banen, dus erg veel ruimte
tot schuiven was er niet. Het is wel zo, dat alle lijnen nu beginnen
bij station Almere Centrum en daarvandaan naar de randen van de stad
rijden. Hier de routekaarten van allGo.
De
meeste van die 7 stadslijnen rijden in de ochtendspits en brede
middagspits om de 5 minuten. Daartussenin wordt 7½-minutendienst
geboden, evenals op zaterdagen overdags. Op zon- en feestdagen en
tijdens de avonduren rijdt de bus elk kwartier. Je kunt instappen
tot zo rond 1:30 uur; in de nacht na vrijdag en die na zaterdag
zelfs tot 2:30, al zakt de frequentie dan naar uurdienst. De eerste
bussen vertrekken 7 dagen per week rond 4:45 alweer van de beginpunten.
Op werkdagen bieden de bussen zo’n 160 vertrekmomenten per dag per
richting.
Enkele korte, en daardoor minder drukke
stadslijnen hebben een aangepaste dienstregeling: 7½-minutendienst in
plaats van 5, 10 in plaats van 7½. Nog vorstelijk! En zo’n
kinderachtige, uitgedunde vakantiedienstregeling kent Almere ook niet.
Nu, in de kerstvakantie worden dezelfde frequenties geboden als tijdens
schoolweken.
Metrofrequentie is wel een rekbaar begrip. In
Parijs rijden metro´s in de spits elke 90 seconden, in Lille zelfs elke
75 seconden. Maar de meeste Nederlandse metrolijnen in de 3 grote
steden hebben slechts 10-minutendienst, die in Almere dus verre
overtroffen wordt.
Dan de tarieven. In het stuk over de
chipkaart vertelde ik dat Almere, naast dat veel verguisde, dure stukje
plastic ook nog een strippenkaart kende, een voordelige
tienrittenkaart, de Maxx Meerreizenkaart. Ik profeteerde dat die wel
snel zou verdwijnen in het chiptijdperk. Maar hij hield het, in
verchipte vorm, nog vol zolang Connexxion de ritjes reed in Almere.
Onder Keolis is hij vervangen door de Go 10 Reizenkaart Almere
Dag. Die kost 17,50 voor 10 ritten met een maximale reistijd van 90
minuten en onbeperkt recht op overstappen gedurende de eerste 75
minuten. Voordelig, want met die lange afstanden in deze ruim opgezette
stad ben je al snel 1,75 kwijt aan chipsaldo. En met een gemiddelde
snelheid van 25 a 30 km/uur op de meeste lijnen, kun je heel wat van
Almere zien in 1½ uur.
Voor ritten in de daluren
(alle uren behalve maandag / vrijdag 6:30-9:00 en 16:00-18:30) betaal
je maar 12,50 voor een Go 10 Reizenkaart Almere Dal.
allGo
is een van de weinige busbedrijven die hun kilometertarief voor reizen
op saldo bekend maken. Het bedraagt 14,1 cent. Het is ook een van de
weinige bedrijven waar je bij alle 3 de deuren mag instappen. Dat was
al zo in het Connexxion-tijdperk.
Naast allGo heb je in Almere
ook nog de de flexiGo en de nobelGo voor spitsvervoer naar de
bedrijventerreinen. Het streekvervoer bestaat voornamelijk uit de
roodgrijze R-netbussen. En een deel van het NS-spoorwegnet hebben ze
ook brutaalweg geannexeerd. De zes stations van Almere heten ineens
gezamenlijk railGo. Elk station heeft een busaansluiting. En er bestaan
ook 10-rittenkaarten voor gecombineerde trein-busreizen.
Op
pad dus, op de zaterdag voor kerstmis. Dat is altijd een wat aparte
zaterdag, die 51ste van het jaar. Het is dé uitslaapochtend; gisteren
is voor vrijwel alle studerenden en werkers de vakantie begonnen. Die
slome ochtend wordt gevolgd door dé koopmiddag, waarop er weer een
nationaal pinrecord gevestigd zal worden. Cadeaux voor onder de
kerstboom, en ook de gourmet- en fonduebenodigdheden zijn niet aan te
slepen.
Het is vandaag duidelijk te zien in de bussen. Als ik
kort na het middaguur in Almere aankom, tellen ze nog niet meer dan een
handjevol passagiers per rit. Maar ik de loop van de middag zal ik het
steeds drukker en drukker zien worden.
Van buiten zijn die
speciaal voor Almere gemaakte MAN-bussen zoals gezegd heel fotogeniek,
met die golvende lijn die de ramen vormen en dat gestileerde metronet
op de flanken. Gelede stadsbussen zijn per 10 december uit het
straatbeeld verdwenen, maar deze ongelede zijn wel extra lang,
drieassers van 15 meter. Ze hebben drie toegangsdeuren.
Ik tel
36 zitplaatsen. Geen dubbeldekkers in Almere, maar er is wel een soort
bel-etage: achterin een paar erg hoge, dwarse zetels die beklommen
moeten worden via een trapje.
Tussen de achterdeur en de
middendeur heb je gewone banken, waarvan sommige in
2-tegenover-2-opstelling. Daar zit ik zelf steeds, dus die staan niet
op de foto. Tussen de midden- en voordeur is er dan overvloedige
vloerruimte voor kinderwagens, rolstoelen en andere loophulpmiddelen.
De bussen stoppen aan de halte ook op vaste plekken, waarop de instap
voor kinderwagens etc. al getekend is.
Het voorste stuk van de
bus bevat verder 3 klapstoelen en 3 extra brede zetels voor één heel
dikke Almerenaar / Almeerder, of twee magere geliefden die een heel
intiem stadsritje maken.
Ik
kies 3 buurten waar ik volgens mij nog nooit geweest ben, aan de rand
van de stad: de Stripheldenbuurt, Tussen de Vaarten en Noordplassen.
Daarmee komen we de middag wel door, tot donker - voor zover het eerst
nog licht gaat worden op deze 23 december.
Om te beginnen lijn
2 naar de Stripheldenbuurt, een rit van ongeveer 12 km die een half uur
duurt. Onderweg valt het me weer op wat een ruimte deze stad biedt en
hoe landelijk sommige gedeelten eruit zien. Als die metrobussen er niet
zouden rijden, waande je je nergens in een metropool.
We
passeren station Buiten en een winkelcentrum dat Ik in gedachten houd
voor lunch, straks. Daar voorbij rijdt de bus om onduidelijke redenen
een stukje over een gewone weg, die bedoeld is voor automobielen.
Meteen is er ook filevorming en oponthoud. Je ziet dan pas het nut van
die vrije busbanen die 99% van het stadsbusnet uitmaken.
Ik
dacht trouwens dat bus 2 naar de Stripheldenbuurt zou rijden, maar het
display in de bus meldt Station Oostvaarders als eindpunt. Daar
aangekomen kan ik het raadsel snel ophelderen. Slechts één van de twee
bussen rijdt door naar die wijk in het uiterste noordoosten van Almere.
Vreemd dat daar niets over vermeld staat op de haltevertrekstaten.
Zo
rijdt lijn 1, Almere Centrum – Almere Haven, om en om linksom en
rechtsom. De reisplanner 9292 meldt het wel, maar bij de haltes zie je
het nergens.
Goed, ik wacht 7½ minuut en neem de bus die echt
het laatste stukje naar de Stripheldenbuurt aflegt. De haltes daar
heten Stripheldenbuurt Noord, Stripheldenbuurt Midden en
Stripheldenbuurt Oost. Net als soms bij NS weinig variatie in namen.
De
wijk zelf oogt ook nogal fantasieloos. Ik zal het vanmiddag op meer
plekken zien. Begin jaren 90 waren de nieuwe buurten van Almere een
staalkaart van de eclatante, kleurrijke, originele architectuur
die het optimisme van dat tijdperk weerspiegelde. Maar de allernieuwste
wijken van Almere vind ik wat doorsnee, wat grauw, wat voorspelbaar.
Wel
moet gezegd worden, dat het weer niet echt meewerkt, ook niet om de
kinderspeelplaatsen gevuld te krijgen met opgewekte kinderstemmen. Het
is meer weer om te zitten gamen en appen bij de warme radiator.
Daar
wordt je blind van, hebben ooggeleerden laatst geprofeteerd. Ik bedoel
natuurlijk: van het turen op een beeldscherm, niet van het zitten bij
de kachel. 50 jaar geleden werd je blind van teveel tv kijken en 100
jaar geleden van teveel rukken. Dat bleken fabeltjes, dus met die
appende jeugd zal het ook wel loslopen.
Blind wordt je als
vanouds door dingen die nieuw en /of aangenaam zijn. Ik op mijn beurt
word steeds meer doof voor onheilsprofetieën; we zijn ook dit hele jaar
weer gehoorgestoord getoeterd met doemscenario’s over van alles en nog
wat; het gaat vervelen. Wie heeft er baat bij dat we voortdurend in een
staat van angst verkeren; welke duistere manipulatoren zitten er achter
die
doemgolf?
Dat terzijde. In de Stripheldenbuurt heten de straten
niet alleen naar stripfiguren, maar ook naar hun scheppers. Zo loop ik
bij de eindhalte van de bus bijvoorbeeld over de Jaap Vegterweg, naar
de man die in de Sekstant en Vrij Nederland de Zeitgeist van de 70´s zo
goed wist te verwoorden en in beeld te brengen.
Ik pak de bus terug naar dat
winkelcentrum in Buiten. Daar lunch ik bij ‘Brownies en Downies.’
Er
werken mensen met verstandelijke beperkingen. Die doen het in de horeca
soms echt beter dan mensen zonder. Zij blaken van dienstverlenende
instelling, maken grapjes met de gasten en hebben een vriendelijk woord
voor iedereen.
Schrijven kunnen ze niet goed. Maar daar is
iets op gevonden. De gerechten staan ordelijk onder elkaar op een
geplastificeerde kaart. Met een viltstift kruisen ze aan wat besteld
is. Mijn tafelnummer is 8. De ober tekent met een dodelijke ernst een
nulletje op zijn kaart, en een endje eronder nog een nulletje. Twee
nulletjes maken samen een 8 nietwaar? 0+0=8, een hoogbegaafde zou er
niet opgekomen zijn. Simpel allemaal, maar het werkt.
In ieder
geval werkt het op het winkelplein in Almere Buiten. En vast en zeker
ook bij nog ruim 40 andere Brownies en Downies in Nederland. Het is een
hele keten, maar ik ben er nog nooit eerder binnengelopen, hoewel ik
toch echt overal kom.
Verder met de bus. Hoe geraak ik tussen de
Vaarten? Een paar haltes met lijn 7 (Oostvaarders – Almere Centrum)
langs onder meer de Bloemenbuurt. Bah, bah, bloemenbuurt, denk ik dan
meteen, uit een heel oude aflevering over de familie Van der Laak (Van
Kooten en de Bie) en de punkband Ab and the Dixo Wankers (op
Youtube).
Op
alle chiplezers in de metrobussen staat een intrigerende tekst: ‘Let
op: niet in rode lamp kijken’. De psyche van mensen zit dan – het
waarom is nimmer opgehelderd - zo in elkaar dat je een bijna
onbedwingbare neiging voelt opkomen om op zijn minst te gaan kijken
waar die rode lamp dan wel zit. Vervolgens wil je dan ook nog doen
waarvoor je nog zó gewaarschuwd bent: er lekker tóch in kijken. Daar
wordt je echt blind van, vrees ik. Aan de onderkant van de lezer zie ik
een rode gloed en daar zal-ie dan wel zitten.
Die rode lamp dient om barcodes te lezen van smartphones, waarop
sommige kaartjes geladen kunnen worden.
Ik stap uit bij Tussen de Vaarten
Noord. Tussen
de Vaarten, daar sprankelt de architectuur ook niet echt. Ik ga de wijk
te voet verkennen en loop parallel aan de busbaan van lijn 5. Sommige
stukken baan liggen achter een dijkje met een bomenrij die de huizen
moet beschermen tegen busherrie – die enorm meevalt bij de Almeerder
metrobussen; ze fluisteren hooguit.
‘De basisschool De
Optimist vergeet je nooit meer’, staat op een schoolgebouw op een
straathoek. Nou, de Dag Hammarskjöldschool zal ik ook nooit meer
vergeten, hoor, behalve misschien hoe je die naam spelt. Een beetje
kwaliteitsschool schrijnt nog minstens een halve eeuw na.
Bij de
halte Tussen de Vaarten Midden verwacht ik net zo’n gezellig
winkelcentrum als bij Almere Buiten. Maar er is slechts zicht op een
breed water waaroverheen sloom elektriciteitskabels golven. Aan winkels
zie ik hier in de buurt alleen een Albert Heijn.
Sla je hier rechtsaf dan steek je zo’n vaart over waartussen deze wijk
zich
uitstrekt, en beland je in de Danswijk. Ik neem echter de Dansmetro,
een uitstekende naam, wat die bus, lijn 5, zigzagt over de plattegrond
van Almere, van Tussen de Vaarten via de Danswijk en de Filmwijk naar
Almere Centraal. Niet echt de meest gelukkige vondst van allGo, deze
lijn. Een veel te lange rit. Maar je kunt bij Tussen de Vaarten Noord
ook overstappen op lijn 7. Doe je dat niet en zit je de hele rit
uit, dan betaal je met je chipkaart toch alsof je via de kortste weg
gereisd zou hebben.
Het
loopt al tegen vieren en tegen donker als ik instap voor de laatste
etappe, naar de Noorderplassen. Het is lijn 6, een heel kort lijntje
met maar 7 haltes, begin- en eindpunt incluis.
Bij de ingang van de wijk ligt het Zoneiland
van Nuon (niet goed te zien in het halfduister vanuit de bus, maar op
de gelinkte site in beeld gebracht en uitgelegd). Op dagen dat-ie wel
schijnt, leveren zonnecollectoren op het Zoneiland 10% van de warmte
voor heel de wijk, wat overeenkomt met 1 miljoen warme douches.
Een
warme douche, dat is deze hele allGo-bus. Almere mag dan niet de meest
bezienswaardige stad van Nederland zijn, ik vind toch wel dat ze de
allerbeste stadsbusdienst hebben. Wie een betere weet, mag het me
mailen. Ik sluit mijn ogen niet voor enkele kleine gebreken, zoals die
rare lijn 5.
Ondanks die zonnewarmte roept de naam van de
eindhalte, Noorderplassen Noord, associaties op met Nova Zembla,
Spitsbergen of het schiereiland Kola. Er giert hier een arctische wind,
merk ik zodra ik ben uitgestapt. De bus rijdt na die eindhalte nog een
stukje verder, verdwijnt uit zicht en keert even later terug voor zijn
rit naar Almere Centrum. Bellen kondigen zijn wederkomst aan. Dat is
geloof ik overal zo in Almere, bellen bij bus-overgangen, maar het valt
me nu pas op.
Ik loop verder de wijk in, waar de mensen wonen
rond waterplassen, in appartementengebouwen en ruime optrekjes met
aanlegsteigers voor boten.
Helemaal
aan het eind moeten Almere en Zuidelijk Flevoland doodlopen op de
Oostvaardersdijk. Je zult daar, hoop ik, een riant uitzicht
hebben over het IJsselmeer, met de vuurtoren van Marken in de verte.
Maar mij wacht een teleurstelling. De dijk is een verkeersweg, er loopt
geen trapje naartoe en je komt er als voetganger zelfs niet in de
buurt.
Terug naar de halte van lijn 6, die niet erg ver
doordringt in de wijk; vanaf de laatste huizen is het een kleine
kilometer lopen. Dat is dan weer zo´n minpuntje. Misschien wordt de bus
ooit nog verder doorgetrokken; dit stuk Almere is nog in aanbouw. De
bus terug is 3 minuten te laat, mijn enige vertraging van de middag.
Ik
denk dat ik na de jaarwisseling nog een keer terugkom voor een ritje op
een doordeweekse dag. Dat heb ik inderdaad gedaan. De tekst gaat dus
door onder de foto’s.
Frans Mensonides
3 januari 2018
Er geweest: zaterdag 23 december 2017
Passage
Niet iedereen deelt mijn (ingetogen)
enthousiasme over
allGo. Zeker de chauffeurs doen dat niet. Al twee keer hebben zij in de
ochtendspits een wilde werkonderbreking gehouden die niet door de
vakbonden
gesteund werd – en daarbij volgens een verhaal de passagiers
plompverloren bij
een halte de bus uit gebonjourd.
De reden: uiteraard weer de roosters
die te krap zouden zijn
en de plaspauzes die niet gehouden zouden kunnen worden. Verder was hun
grief: het
ontbreken van BOA´s (Bevoegd OpsporingsAmbtenaren) in de bussen om
boetes uit
te delen waar nodig. Maar die BOA’s zijn inmiddels beëdigd en worden
ingezet.
Onder de reizigers werd geklaagd over
volle bussen in de
ochtendspits. Maar die klachten hadden vooral betrekking op enkele
R-netlijnen
langs bedrijventerrein Gooisekant, niet zozeer op allGo.
Op 17 januari 2018, een gure
woensdagmiddag, ga ik eens een
middagspits bekijken in Almere. Rond 15:30 kom ik aan. Vanuit het
station volg
ik de busroute richting de halte Passage, in het winkelhart, waar de
lijnen M1
(Almere Haven) en M4 (Almere Poort) stoppen.
Bij sommige oversteekplaatsen geeft
het voetgangerslicht aan
wanneer je de busbaan veilig kunt oversteken. Bij andere kondigen
lichtsignalen
en bellen het naderen van de ‘metro’ aan.
Voorbij de halte Stadhuisplein zinken de bussen af naar catacomben te midden van uitgestrekte parkeergarages. Ze komen vast wel weer ergens boven water.
Ik bewandel de Markt die misschien
anders bedoeld was, maar
nooit meer geworden is dan een kil waaigat. Je kunt er wel van alles
doen dat
je verwacht in een grote stad: eten, drinken, studeren, kopen en ook
gokken.
Ik sla wat hoeken om en krijg de
bussen weer in het vizier.
Bij de Passage stap ik in bus M4 naar Almere Poort. Deze bus is
inderdaad aan
de volle kant. Ik tel 10 staande passagiers, inclusief mezelf. Nee, 9;
die
vriendelijke jongeman is opgestaan voor ondergetekende grijsaard. Ja,
hij moest
er weliswaar bij de volgende halte tóch uit, maar hij wees me op het
vrijkomen
van zijn zetel, en dat is toch een gebaar.
We rijden door de Literatuurwijk –
weer: Oost, Midden en West.
Daarna volgt
bedrijventerrein Hogekant
waar het in de abri’s niet bepaald zwart ziet van de reizigers;
misschien zijn
de fabriekssirenes nog niet gegaan.
Na de redelijk recente schrijvers die
in de Literatuurwijk
vernoemd zijn, belanden we nu in het Homeruskwartier. Dat heeft vooral
Griekse
en Romeinse goden op de plattegrond. Hier was ik al eens eerder, schiet
me te
binnen, in 2011, in dat stuk in de chipkaartreeks. Toen zette ik
uiteen dat
Homerus, de blinde bard uit de grijze, grijze oudheid, heel indirect
verantwoordelijk is voor de site die je nu leest.
In ’11 was de buurt nog in aanbouw,
en nu zo goed als af. Ik
dacht toen al dat het een wat aparte wijk zou worden. Als ik hier een
halfuurtje rondloop, blijkt dat inderdaad het geval te zijn. Het is
hier
allemaal net wat bijzonderder dan in sommige andere stukken Almere. Het
staat
soms wat schots en scheef door elkaar, er staan wel eens verschillende
huizen
in een buurtje of zelfs in één rijtje.
De doos, het langwerpige blok, lijkt hier het uitgangspunt te zijn. Maar met zo’n doos kun je ook nog variëren. Je kunt hem plat leggen, rechtop zetten of zelfs schuin.
Bij het winkelcentrum in het midden
van de buurt staat een
knotsgek stel bijeen (middelste rij op de foto). Deze zijn niet
bewoond. Het is
een openlucht-showroom voor tiny houses,
dé mode op het moment voor mensen met tiny
spaartegoeden en / of met de wens om zo groen en verantwoord mogelijk
te leven.
Zou dit een supermarkt zijn voor
dergelijke minihuisjes, en
kun je er een afrekenen en in je auto laden? Er is er zelfs een waar al
wielen
onder zitten, om hem snel naar zijn plek te vervoeren.
Ik las laatst, waaraan iemand in deze
tijd moet voldoen om door
te kunnen gaan voor een groene, bewuste, duurzaam levende burger;
iemand die zijn
verantwoordelijkheid neemt voor waar het allemaal heen gaat met deze
wereld. Zo’n
burger moet: zo weinig mogelijk gebruik maken van een vliegtuig, geen
auto
bezitten, minder vlees eten en zich een beetje intomen met het
verwekken c.q.
baren van kinderen (ja, het laatste kunnen we vanzelfsprekend niet
allemaal tegelijk
doen, anders bestaan we niet meer over 100 jaar).
Ik voldoe aan alle vier die eisen; ik
heb alleen nog geen tiny house. Nu
zou ik kunnen gaan rondlopen
met de gezwollen borst die past bij deugmensen op wier levenswandel
niet dát
valt aan te merken. Nou vlieg ik nooit omdat dat me eng lijkt, heb ik
nooit een
rijbewijs behaald vanwege idem-dito, geen nakomelingschap verwekt onder
andere omdat
het me helemaal niet lollig leek om ‘pappie’ genoemd te worden, en eet
ik
minder vlees – wat minder dan ik vroeger at, in ieder geval – op
aanraden van
mijn diëtiste. Geen enkele van al die redenen heeft ook maar in de
verste verte
te maken met de duurzame wereldburger uithangen. Wie mij ziet als zo’n
moderne,
hedendaagse Gutmensch, vergist zich deerlijk.
Terug met bus M4, voordat ik compleet
versteend ben. Ik stap
uit bij de Passage en observeer het busverkeer een poosje (nog verder
verstenen). Geen enkele bus is echt overvol. In sommige wagens moeten
een paar
mensen staan. Maar die bussen zijn dan meestal net een paar minuten te
laat.
Als je ze laat gaan, komt er over nog eens een paar minuten meestal al
een volgende
die voldoende lege zitplaatsen heeft.
Ik pak bus M1. Die rijdt door dat
labyrint langs die parkeergarages.
Onder de grond voegt de busbaan uit Parkwijk, met de lijnen M5 en M7,
zich bij
de onze.
Ik zie wat ik niet zag op die
zaterdag van laatst (en
misschien op zaterdag niet gebeurt): aankomende bussen bij Almere
Centraal
rijden meteen door op andere lijnen. In ieder geval gaat M1 uit Almere
Haven
verder als M2 naar Almere Oostvaarders of Stripheldenbuurt, en
andersom. Dat
staat bovendien keurig netjes met kleinere lettertjes vermeld op het
display
voorop de bussen.
Ik blijf ook na deze woensdagmiddag
bij mijn conclusie:
prima systeem, deze ‘metro’ van Almere! allGo verwerft het felbegeerde
goedkeuringszegel
van De digitale reiziger.
Frans Mensonides
21 januari 2018
Er wederom geweest: woensdag 17 januari 2018
©
Frans Mensonides, Leiden, 2018