LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
139. STILSTAAN BIJ EEN GEMAAL: DE
CRUQUIUS (05/05/2013)
138. ORANJE
BOVEN? LEVE DE
REPUBLIEK? (28/04/2013)
137. DRIE
HOERA'TJES VOOR HET
BLAUWE BEEST: THATCHER (21/04/2013)
136. 50
JAAR LEIDENAAR(DRIELUIK) (07, 10 en 14/04/2013)
135. CLAUDIUS EN NYBORG: MACHT, MACHT EN NOG
EENS MACHT (31/03/2013)
134. CARMIGGELT-ADEPT
(24/03/2013)
Een paar weken geleden werden wij,
tv-kijkers, opgeschrikt
door een schokkende onthulling. Derrick bleek een oorlogsverleden te
hebben. Niemand
minder dan Stephan Derrick, de Oberinspector van de afdeling Moordzaken
van
München! Ook hij, Brutus! Hij
zat bij de
Waffen-SS, weliswaar in een zeer bescheiden rang, en zonder dat er
directe
oorlogsmisdaden van hem in de archieven staan. Maar hij heeft nog
gejokt, ook,
want hij deed de wereld in interviews altijd geloven dat hij gediend
had bij de
hospikken.
Tussen 1974 en 1998 kreeg Derrick
bijna 300 moorddadige
Münchenaars achter de tralies, louter door ze suf te lullen. In elke
aflevering
gaf hij diepzinnige filosofieën ten beste over de aard van de mens in
het
algemeen en die van de misdadiger in het bijzonder. Bijna nooit hoefde
hij een schot
te lossen of in auto’s (‘Hol schon mal den Wagen, Harry’) achter het
boevengespuis aan te scheuren.
Derrick haalde in die jaren een
oplossingspercentage van
99,4%. Zelf heb ik maar een fractie van de afleveringen gezien, en heb
ik hem nooit
zien falen. Maar hij schijnt twee maal een moord niet opgelost te
hebben.
De onkreukbare, wat slome inspecteur
met die kwabben onder
de ogen, groeide buiten zijn vaderland uit tot een allegorische Goede
Duitser.
Hij werd het symbool van het nieuwe, naoorlogse Duitsland. Moord loonde
daar niet
meer, zelfs niet in de betere kringen van München. Als je de serie mag
geloven,
moet daar ook in vredestijd een onblusbare aandrang geheerst hebben om
de
medemens naar de eeuwige jachtvelden te helpen.
Maar geen moordenaar ontsnapte aan
Derrick, met zijn
stemmige overjas. Het begon met het op effen toon uitgesproken verzoek
om even
mee te komen ‘ins Präsidium’. Daarna
sloot het net zich onafwendbaar rond de ploert, totdat die zich
terugvond ’im
Knast’. ‘Knast’ (petoet, bajes, lik), het enige slang
dat Derrick zich permitteerde, en dat dan nog alleen tegen
zijn hondstrouwe en al even saaie assistent Harry Klein (Fritz Wepper),
die
gespeend was van elke ambitie om promotie te maken.
En in elke aflevering lulde Derrick
maar, en lulde hij maar,
en lulde hij maar. De tune van Derrick
was wel tekenend voor het hele programma. Een paar maten
trompetgeschetter (de
moord), en daarna een kabbelend, zichzelf eindeloos herhalend
melodietje (het
gebabbel).
Uitgerekend die Derrick nu, is dus
fout geweest in de
oorlog. Nee, niet Derrick, natuurlijk, want dat is een fictieve figuur
uit een veel
te lang lopende detectiveserie. Horst Tappert (1923-2008), de acteur
die hem
gestalte gaf, díé was fout. Maar Derrick
werd door Omroep Max voor straf van de buis gehaald. Alsof een
tv-figuur ooit
ergens schuldig aan zou kunnen zijn in het werkelijke leven!
Op zich een compliment voor wijlen
Tappert, hoe fout hij ook
was: hij heeft Derrick zo goed gespeeld, dat de acteur geheel met zijn
rol vereenzelvigd
werd. In Nederland was - je hoort er nooit een hond over – de overgrote
meerderheid van de acteurs en actrices in de oorlog aangesloten bij de
Kultuurkamer.
Eén van de weinige uitzonderingen was Joop Doderer. Maar nooit heeft
iemand
Swiebertje daarom voorgedragen voor een lintje.
Al die bijna 300 afleveringen van Derrick zijn geschreven door Herbert
Reinecker (1914-2007). Die
legde Tappert / Derrick al zijn levenswijsheden in de mond.
Reinecker kruiste al eerder mijn pad.
Ik schreef al eens
iets over zijn hoorspel Karussell zu verkaufen (1952)*). Dat
voerden wij in de klas op met Duits, om onze uitspraak te verbeteren. De leraar nam het hoorspel
op met een
bandrecorder, zodat we onze fouten konden terughoren.
Karussell zu
verkaufen
ging over een eigenzinnige groenteboer die een carrousel kocht voor
zijn
kinderen, en daardoor in de problemen kwam met het complete
establishment (al
heette dat in het Duits natuurlijk niet zo). Een soort provo, op z’n
Duits.
Ik vervulde, niet zonder verve, de
rol van een bedachtzame
omwonende die het gebeuren rond die carrousel
becommentarieerde, en
die van Mehrere
Polizisten. Bijrollen, maar
geen onbelangrijke, want het waren typisch Reinecker-figuren. De
filosoferende buurman
nam het op voor de groenteboer, wiens Individualismus hij
zeer
bewonderde. En
agenten verwacht je natuurlijk ook bij een
detectiveschrijver. Maar
hier
stonden ze aan de verkeerde kant, want ze kwamen die sympathieke
groenteman in
zijn nekvel grijpen. Hij was schuldig aan verstoring van de openbare
orde en kon
verder ook geen standplaatsvergunning tonen voor zijn carrousel.
Dat deed Reinecker zelf ook, aan de
verkeerde kant staan. Ik
google’de laatst naar hem. Hij zat, net als Tappert, bij de Waffen-SS.
Maar hij
was negen jaar ouder dan de acteur, en in de oorlog bepaald geen
snotjongen
meer.
Sterker nog, al ver vóór WO II was
Reinecker nazi in hart en
nieren. Vanaf 1935 redigeerde hij diverse tijdschriften voor leden van
de
Hitlerjugend. In de oorlog was hij oorlogscorrespondent (lees:
-propagandist)
en schreef hij scripts voor nazi-propagandafilms en -toneelstukken.
Zo’n jaar of tien was hij een willig
onderdeel van Goebbels’
propagandamachine. Goebbels, die hem uit dank in het voorjaar van ’45
bij
verstek ter dood veroordeelde; Reinecker had in de krant geschreven dat
de
oorlog verloren was. Dat vonnis werd nooit uitgevoerd, anders hadden we
Derrick
en die carrousel moeten missen.
Reinecker maakte later, in
tegenstelling tot Tappert, geen
geheim van zijn oorlogsverleden. Hij wilde er in interviews ook weer
niet te veel
over kwijt, behalve dan dat hij het allemaal nicht
gewusst hat, natuurlijk.
Na de oorlog kwam hij aanvankelijk
niet aan de bak als
journalist. Maar in 1952 viel niemand meer over zijn hoorspelen, waarin
hij,
met even veel enthousiasme als onder Hitler, nu een diametraal
tegenovergestelde
maatschappijvisie uitdroeg.
Wat zou die buurtfilosoof erover
zeggen? Misschien dat
Reinecker in ieder geval tot inkeer was gekomen, zij het erg laat. Of
dat
Omroep Max wel een beetje was doorgeslagen, met het schrappen van Derrick. Of dat ze die serie, als ze
consequent geweest waren, helemaal
nooit
hadden moeten uitzenden, gezien het bekende oorlogsverleden van de
schrijver.
Troost voor degenen die zich nu nog
steeds verstokte
Derrick-fans noemen: de DVD-boxen met oude afleveringen zijn gewoon nog
verkrijgbaar, via diverse webshops, en worden je toegezonden in
neutrale
verpakking.
Je zag aflevering 140 aus der Reihe
FHM
12 mei 2013
*) Reinecker schreef Karussell
zu verkaufen samen met ene Christian Bock
(1906-1975).
Zou die ook foutief
geweest zijn in de oorlog? Ik ben wel geneigd, Fritz Wepper (1941)
het voordeel
van de twijfel te gunnen, al weet je het nooit met Duitsers.
© Frans Mensonides, Leiden, 2013