Nr. 140 - zondag 12 mei 2013
Schokkend: Derrick was fout!




Hier mogen we gelukkig nog wel naar kijken: Tampert (Herman Koch) in de Jiskefet-parodie op Derrick


LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

139. STILSTAAN BIJ EEN GEMAAL: DE CRUQUIUS (05/05/2013)

138. ORANJE BOVEN? LEVE DE REPUBLIEK? (28/04/2013)
137. DRIE HOERA'TJES VOOR HET BLAUWE BEEST: THATCHER (21/04/2013)
136. 50 JAAR LEIDENAAR(DRIELUIK) (07, 10 en 14/04/2013)
135. CLAUDIUS EN NYBORG: MACHT, MACHT EN NOG EENS MACHT (31/03/2013)
134. CARMIGGELT-ADEPT (24/03/2013)








 

Een paar weken geleden werden wij, tv-kijkers, opgeschrikt door een schokkende onthulling. Derrick bleek een oorlogsverleden te hebben. Niemand minder dan Stephan Derrick, de Oberinspector van de afdeling Moordzaken van München! Ook hij, Brutus!  Hij zat bij de Waffen-SS, weliswaar in een zeer bescheiden rang, en zonder dat er directe oorlogsmisdaden van hem in de archieven staan. Maar hij heeft nog gejokt, ook, want hij deed de wereld in interviews altijd geloven dat hij gediend had bij de hospikken.

Tussen 1974 en 1998 kreeg Derrick bijna 300 moorddadige Münchenaars achter de tralies, louter door ze suf te lullen. In elke aflevering gaf hij diepzinnige filosofieën ten beste over de aard van de mens in het algemeen en die van de misdadiger in het bijzonder. Bijna nooit hoefde hij een schot te lossen of in auto’s (‘Hol schon mal den Wagen, Harry’) achter het boevengespuis aan te scheuren.  

Derrick haalde in die jaren een oplossingspercentage van 99,4%. Zelf heb ik maar een fractie van de afleveringen gezien, en heb ik hem nooit zien falen. Maar hij schijnt twee maal een moord niet opgelost te hebben.

De onkreukbare, wat slome inspecteur met die kwabben onder de ogen, groeide buiten zijn vaderland uit tot een allegorische Goede Duitser. Hij werd het symbool van het nieuwe, naoorlogse Duitsland. Moord loonde daar niet meer, zelfs niet in de betere kringen van München. Als je de serie mag geloven, moet daar ook in vredestijd een onblusbare aandrang geheerst hebben om de medemens naar de eeuwige jachtvelden te helpen.

Maar geen moordenaar ontsnapte aan Derrick, met zijn stemmige overjas. Het begon met het op effen toon uitgesproken verzoek om even mee te komen ‘ins Präsidium’.  Daarna sloot het net zich onafwendbaar rond de ploert, totdat die zich terugvond ’im Knast’. ‘Knast’ (petoet, bajes, lik), het enige slang dat Derrick zich permitteerde, en dat dan nog alleen tegen zijn hondstrouwe en al even saaie assistent Harry Klein (Fritz Wepper), die gespeend was van elke ambitie om promotie te maken.

En in elke aflevering lulde Derrick maar, en lulde hij maar, en lulde hij maar. De tune van Derrick was wel tekenend voor het hele programma. Een paar maten trompetgeschetter (de moord), en daarna een kabbelend, zichzelf eindeloos herhalend melodietje (het gebabbel).

Uitgerekend die Derrick nu, is dus fout geweest in de oorlog. Nee, niet Derrick, natuurlijk, want dat is een fictieve figuur uit een veel te lang lopende detectiveserie. Horst Tappert (1923-2008), de acteur die hem gestalte gaf, díé was fout. Maar Derrick werd door Omroep Max voor straf van de buis gehaald. Alsof een tv-figuur ooit ergens schuldig aan zou kunnen zijn in het werkelijke leven!

Op zich een compliment voor wijlen Tappert, hoe fout hij ook was: hij heeft Derrick zo goed gespeeld, dat de acteur geheel met zijn rol vereenzelvigd werd. In Nederland was - je hoort er nooit een hond over – de overgrote meerderheid van de acteurs en actrices in de oorlog aangesloten bij de Kultuurkamer. Eén van de weinige uitzonderingen was Joop Doderer. Maar nooit heeft iemand Swiebertje daarom voorgedragen voor een lintje.

Al die bijna 300 afleveringen van Derrick zijn geschreven door Herbert Reinecker (1914-2007). Die legde Tappert / Derrick al zijn levenswijsheden in de mond.

Reinecker kruiste al eerder mijn pad. Ik schreef al eens iets over zijn hoorspel Karussell zu verkaufen (1952)*). Dat voerden wij in de klas op met Duits, om onze uitspraak te verbeteren.  De leraar nam het hoorspel op met een bandrecorder, zodat we onze fouten konden terughoren.

Karussell zu verkaufen ging over een eigenzinnige groenteboer die een carrousel kocht voor zijn kinderen, en daardoor in de problemen kwam met het complete establishment (al heette dat in het Duits natuurlijk niet zo). Een soort provo, op z’n Duits.

Ik vervulde, niet zonder verve, de rol van een bedachtzame omwonende die het gebeuren rond die carrousel becommentarieerde, en die van Mehrere Polizisten. Bijrollen, maar geen onbelangrijke, want het waren typisch Reinecker-figuren. De filosoferende buurman nam het op voor de groenteboer, wiens Individualismus hij zeer bewonderde. En agenten verwacht je natuurlijk ook bij een detectiveschrijver.  Maar hier stonden ze aan de verkeerde kant, want ze kwamen die sympathieke groenteman in zijn nekvel grijpen. Hij was schuldig aan verstoring van de openbare orde en kon verder ook geen standplaatsvergunning tonen voor zijn carrousel.

Dat deed Reinecker zelf ook, aan de verkeerde kant staan. Ik google’de laatst naar hem. Hij zat, net als Tappert, bij de Waffen-SS. Maar hij was negen jaar ouder dan de acteur, en in de oorlog bepaald geen snotjongen meer.

Sterker nog, al ver vóór WO II was Reinecker nazi in hart en nieren. Vanaf 1935 redigeerde hij diverse tijdschriften voor leden van de Hitlerjugend. In de oorlog was hij oorlogscorrespondent (lees: -propagandist) en schreef hij scripts voor nazi-propagandafilms en -toneelstukken.

Zo’n jaar of tien was hij een willig onderdeel van Goebbels’ propagandamachine. Goebbels, die hem uit dank in het voorjaar van ’45 bij verstek ter dood veroordeelde; Reinecker had in de krant geschreven dat de oorlog verloren was. Dat vonnis werd nooit uitgevoerd, anders hadden we Derrick en die carrousel moeten missen.

Reinecker maakte later, in tegenstelling tot Tappert, geen geheim van zijn oorlogsverleden. Hij wilde er in interviews ook weer niet te veel over kwijt, behalve dan dat hij het allemaal nicht gewusst hat, natuurlijk.

Na de oorlog kwam hij aanvankelijk niet aan de bak als journalist. Maar in 1952 viel niemand meer over zijn hoorspelen, waarin hij, met even veel enthousiasme als onder Hitler, nu een diametraal tegenovergestelde maatschappijvisie uitdroeg.

Wat zou die buurtfilosoof erover zeggen? Misschien dat Reinecker in ieder geval tot inkeer was gekomen, zij het erg laat. Of dat Omroep Max wel een beetje was doorgeslagen, met het schrappen van Derrick. Of dat ze die serie, als ze consequent geweest waren, helemaal nooit hadden moeten uitzenden, gezien het bekende oorlogsverleden van de schrijver.

Troost voor degenen die zich nu nog steeds verstokte Derrick-fans noemen: de DVD-boxen met oude afleveringen zijn gewoon nog verkrijgbaar, via diverse webshops, en worden je toegezonden in neutrale verpakking.

Je zag aflevering 140 aus der Reihe FHM
12 mei 2013


*) Reinecker schreef
Karussell zu verkaufen samen met ene Christian Bock (1906-1975).
Zou die ook foutief geweest zijn in de oorlog? Ik ben wel geneigd, Fritz Wepper (1941)
het voordeel van de twijfel te gunnen, al weet je het nooit met Duitsers.

 

VOLGENDE AFLEVERING:
DOUZE POINTS! SONGFESTIVAL MEEGETIKT 19/05/2013

© Frans Mensonides, Leiden, 2013


<< naar thuispagina Frans Mensonides