LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
137. DRIE HOERA'TJES VOOR HET BLAUWE BEEST: THATCHER (21/04/2013)
136. 50
JAAR LEIDENAAR(DRIELUIK) (07, 10 en 14/04/2013)
135. CLAUDIUS EN NYBORG: MACHT, MACHT EN NOG
EENS MACHT (31/03/2013)
134. CARMIGGELT-ADEPT
(24/03/2013)
133. 85!
MOEDERS VERJAARDAG
(17/03/2013)
132. TRILOGIEëN
IN 800 WOORDEN; PARELTJES VAN SIMON CARMIGGELT
(10/03/2013)
Tekst van het ingetrokken en toch gezongen koningslied
Ik kan er natuurlijk niet níét over schrijven, twee dagen
voor ‘de dag die je wist dat zou komen’, dus daar gaat-ie dan! Zo’n kroning –
die staatsrechtelijk niet eens een kroning mag heten – gebeurt maar eens in de
32 à 33 jaar. Bij de voor-vorige was ik nog niet op de wereld, bij de volgende
er mogelijk al lang weer af, en bij de meest recente kon ik mijn visie erop nog
niet kenbaar maken via Internet. En misschien komt er wel nooit een volgende
meer; misschien is tien, twintig jaar Willem-Alexander,
en vooral Máxima, wel voldoende om een tweederde meerderheid van ons volk om
een republiek te laten schreeuwen.
Diverse mails heb ik de laatste weken ontvangen waarin ik
werd uitgedaagd, eindelijk eens uit de kast te komen: ben ik nu republikein of
niet? Op deze vraag zal ik, tegen mijn gewoonte in, een genuanceerd antwoord
geven. Ik vind dat je die kwestie, zoals de meeste, op twee manieren kunt
benaderen: de principiële en de pragmatische. De eerste leidt meestal tot
brokken, ongeacht waarover het gaat.
In principe krijgen de republikeinen van mij al het gelijk
van de wereld. Natuurlijk is het belachelijk en middeleeuws dat een staatshoofd
wordt opgevolgd door zijn of haar oudste nazaat. Maar je kunt ook weer niet
zeggen dat het koningschap daarmee een poel van duisternis vormt in een verlichte
wereld. In moderne familiebedrijven worden pa’s ook nog steeds opgevolgd door
hun zoontjes. En bij mijn werkgever, een moderne overheidsinstantie, halen de meeste managers ook hele stoeten van
nakomelingen binnen. Het zal wel goed bevallen, zo, anders deden ze het niet. Zo
gek is erfopvolging dus ook weer niet.
Als pragmaticus ben ik een aanhanger van het principe: ‘If it
ain’t broke, don’t fix it’. Monarchie schijnt te werken en de onderdanen
schijnen er redelijk tevreden over te zijn, dus waarom zou je het afschaffen?
En gaat alles in landen met een president nou zoveel beter dan bij ons?
Die republikeinen vormen wel een beetje zielig clubje. Het
zijn wat zure, mopperende oude mannen die, als ze in Duitsland gewoond hadden,
ongetwijfeld voorstander zouden zijn van terugkeer van het keizerrijk.
Ook hebben ze een al te naïef vertrouwen in het heil van
democratische verkiezingen. In dit land gaan we om de circa 21 maanden naar de
stembus voor een nieuwe Tweede Kamer. Maar de regering die daarna uit de bus
rolt, is er nooit een waar de meerderheid van het stemvee op zat te wachten.
Wie garandeert me nou dat, na geldverslindende presidentsverkiezingen in zoveel
ronden, uitgerekend de meest geschikte kandidaat zich in het presidentiële
paleis zou kunnen nestelen?
Democratie werkt niet altijd. Dat is nou precies de makke met
dat veelbesproken koningslied. Natuurlijk hadden ze die opdracht moeten geven
aan een gerenommeerde liedjesschrijver (niet John Ewbank, met zijn veredelde
smartlappen) en die persoon carte blanche moeten verlenen. Nu hebben ze circa 3000
mensen een regel laten inzenden en die rijmpjes-lijmer de boel aan mekaar laten
lassen. Daar kon niets goeds uit voortkomen. Och, zijn teksten voor Borsato
zijn in hun soort niet slecht, eerlijk is eerlijk, maar dit koningslied is natuurlijk
echt naatje. Lange halen, snel thuis; dit geld kon weer gauw op de Ewbankrekening
worden bijgeschreven.
Weinig dingen zijn ondemocratischer
dan een kunstwerk. Hoe zou – noem eens een pronkstuk uit het pas heropende Rijks
Museum – Het straatje van Johannes
Vermeer eruit hebben gezien als Vermeer er 3000 land- en tijdgenoten aan mee
had laten schilderen?
Uit het oogpunt van taal vind ik de ophef om het koningslied een heel interessant verschijnsel. Er klopt echt geen hout van, noch grammaticaal, noch qua logische opbouw. Daarin hebben de critici voor 100% gelijk. De neerlandicus Wim Daniëls fileerde het lied laatst terecht bij Pauw en Witteman. Maar hoe goed kloppen andere liedjes, taalkundig?
Wim Daniëls op YoutubeHet deed me denken aan een tv-scene die ik heel veel jaren
geleden zag, maar altijd onthouden heb. Het was in 1971. Ramses Shaffy stond in
de hitlijsten met Zing, vecht, huil, bid,
lach, werk en bewonder. Een pracht van een nummer, dat nog steeds hoog in
de top-2000 staat. Melodieus, diepzinnig, gevoelig.
In een satirisch tv-programma werd het lied op een heel bijzondere manier ten gehore gebracht. Iemand (Donald Jones, staat me bij) droeg de tekst voor, parlando, zonder muziek, met een soort domineesgalm. Die tekst liep leeg als een lekke band. Er bleef geen spaan heel van mooie coupletten als:. ‘Voor degene met zijn mateloze trots, op zijn risicoloze hoge toren, op zijn risicoloze hoge rots, moet nu weten: zo zijn we niet geboren’. Dat is slecht Nederlands en bijna wartaal. Een risicoloze hoge rots, wat moet je je daar precies bij voorstellen? Maar het rijmt in ieder geval op ‘trots’.
Tekst van Zing, vecht, huil, bid,
lach, werk en bewonder
‘De dag die je wist dat zou komen’ zingt natuurlijk een stuk
lekkerder dan ‘de dag waarvan je wist dat hij zou komen’. Aan het taalgebruik in
liedjes stel je lagere eisen dan aan dat in een wetstekst of deurwaardersexploot.
Het gaat je pas ergeren als het lied je ergert, om redenen die misschien niets
met de tekst te maken hebben.
Wat mij ergert aan dat koningslied is vooral het feit dat
het er moest komen. Het lied moest bijdragen aan een akelig, opgeklopt sfeertje
van saamhorigheid, waartoe wij in Nederland van nature niet geneigd zijn. Wij vormen
een in rangen, standen, lagen, groepen, facties, fracties, kliekjes,
levensstijlen en belangengroepjes versplinterd volkje.
Ewbank heeft het lied teruggetrokken, maar dat betekent niet
dat iedereen die het al had gedownload, het nu moet wissen van zijn harde
schijf. Sterker nog: ook die terugtrekking is weer ingetrokken door het
organisatiecomité dat Ewbank overrulede.
Al met al is dit koningslied toch een typisch Nederlands
verschijnsel. Het is democratisch tot stand gekomen, niemand is er tevreden
mee, het wordt desondanks toch gezongen en daar hoef je dan gelukkig ook weer niet
aan mee te doen of zelfs maar naar te luisteren.
Veronderstel dat we in Noord-Korea hadden gewoond en dat er
een ode geschreven zou zijn op die aan kernraketten verslingerde machtshebber
met zijn opmerkelijke coiffure. Dan hadden we beslist uit volle borst moeten
meezingen. En dan ook nog op een teken van een partijbons verplicht
krokodillentranen moeten huilen van ontroering. Laten we daar dan maar blij mee
zijn, dat dat tenminste niet hoeft.
FHM
28 april 2013
© Frans Mensonides, Leiden, 2013